Ik ben allom tegenwoordig, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Agaath.
Ik ben een vrouw en woon in sky is the limit () en mijn beroep is mijmeren.
Ik ben geboren op 26/10/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, keramiek, muziek, dieren, mijn dochters, van't leven genieten....
Ik ben vier jaar geleden plots blind geworden. Sinsdien bekijk het leven door een roze bril, ik werk in het zwart en tast in het duister.
Dit is wat ze noemen prettig gestoord.
Een paar dagen geleden heeft met in het centrum van Berlijn een chauffeur opgepakt, die dronken achter het stuur zat van ... zijn rolstoel. Jawel! De man was een neut gaan pakken, een stevige neut, en was nu onderweg naar huis. Tenminste, dat vermoedde de politie. Hij had namelijk het tienvoudige binnen van wat wettelijk is toegestaan. Waarschijnlijk zal hij dus ook niet meer verteld hebben waar de rit naartoe ging. Maar de mens zal wel een geweldige avond hebben gehad.
In mijn geboortedorp heeft ook zo een krak rondgereden. Jarenlang. Door een ongeval in een rolstoel belandt. Een man, nog niet oud en nu voorgoed tot een stoel gekluisterd. Maar voor hem was het best leefbaar Hij was een echte optimist, altijd in voor een geintje en ook voor een glaasje. Toen ik zelf de gezegende leeftijd had om op stap te gaan, bracht ik ettelijke avonden met hem door achter pot en pint. Een man waar ik enorm veel respect voor kreeg, na het horen van zijn verhaal... Als de tijd gekomen was, vertrok hij met rolstoel en al, altijd flink in de olie. Maar op de één of andere manier geraakte hij altijd thuis, zigzaggend over de baan want het fietspad was op dat moment te smal voor zijn ruime blik. De meeste mensen hielpen hem wel, als ze dan nog wakker waren. Hij zong namelijk ook heel hard. En zijn vrouw? Tja, die hoorde hem meestal ook wel komen. Dan kwam ze aangeslofd, een berustende blik in haar ogen, en nam hem mee naar huis. En de volgende dag herbegon het spelletje. Tot de politie er genoeg van had. Een gevaar in het verkeer, een gevaar voor zichzelf. Vanaf nu mocht hij niet meer drinken, als hij met de rolstoel was... Met wat zou het anders zijn? De trottinet??? En als hij toch gedronken had, mocht hij niet met de rolstoel rijden ... Hahaha, wat waren ze toch snugger, die mannen van de wet. Onze rolstoelheld maakte er grapjes over. Dronk evengoed zijn pinten. Reed naar huis in zijn rolstoel. "Tja, ik ben voetganger. En die mogen drinken." zei hij.
En gelijk had hij. Ze konden hem zijn rolstoel niet afnemen. Of een boete geven. Het enige wat de politie kon doen was hem braafjes naar huis brengen. Elke keer opnieuw en dat wist hij. Hij hoefde nu niet meer te sukkelen door weer en wind, hij belde vanuit het café naar de politie. "Ik zit hier en ik heb gedronken." En dan werd hij met de combi naar huis gebracht.Elke dag ... Ik heb eens zitten denken. Misschien kan ik een flesje rum aan mijn witte stok hangen, telekens als ik naar buiten ga. Er zal wel iemand zijn die dat niet vind kunnen en de politie belt.En dan ben ik vertrokken. Dan moeten ze me elke keer naar huis brengen. Met de combi hoef ik niet meer op bussen te wachten in weer en wind. Kan ik niet meer verloren lopen... Mensen wees gewaarschuwd: de eerste blinde die je tegenkomt ... opletten. En als ze een flesje drank aan haar stok hangen heeft: bellen. Of haar zelf naar huis brengen, dat mag ook. Zeker als het regent....
Op het ogenblik dat de temperatuur stijgt, gaat ook mijn temperament te hoogte in en het is weer zover... Ik loop niet door het huis, nee, ik dans rond de tafel. Swingend op mediterrane klanken. Heupwiegend en zwoel. Volgens mij, niet volgens mijn dochter... Als ik weer eens met mijn stofdoek aan het zwaaien ben, ondertussen een zuiderse schoonheid imiterend, zucht ze eens. "Tja, als een mens maar tevreden is." Zegt ze en studeert verder. Maar het commentaar kan me niet stoppen. In huis is de afspraak: moeder zingt niet. Nooit. Veel te pijnlijk. Maar van bewegen is niets gezegd. Waarschijnlijk is dat ook pijnlijk voor de ogen. Niet voor mij. En de zon schijnt. Wie kan me wat??? Nu heb ik dus een idee gekregen. Al enkele jaren wil ik gaan dansen. In een school. Niet zomaar dansen. nee, het echte werk. Zuidamerikaans. Veel zweten en puffen, maar oh zo plezant. En dan nu de vraag: "Jij als blinde?" Jazeker, ikke ... Het enige wat me kan tegenhouden is het feit dat ik geen partner heb. Geen enkele zot die met mij de dansvloer op wil. Ik moet eerlijk toegeven dat ik dat ook niet zou doen, als ik een man was. Veel te gevaarlijk. Ik ben niet groot, niet slank, niet eerns heel lenig. Ik heb totaal geen conditie en oh ja, ik zie geen fluit... Maar ik hou van lachen, van genieten, van dansen. Ik weet zeker dat er op een dag een oplossing komt voor mijn zuiderse dansnijd. Tot die dag oefen ik thuis, rond de tafel, in het washok, voor de badkamerspiegel. Daar probeer ik dan zo elegant en vrouwelijk mogelijk te kijken, voor het geval mijn fans me zouden komen bewonderen tijdens mijn dansstonde. En ja hoor, in de spiegel ziet het er goed uit. Nu nog een kort rokje, stilettohakjes en rode lippenstift ...
Zo, het schooljaar zit er weer bijna op. Eind mei wordt het academiejaar afgesloten, dus morgen de laatste dag. Daarna komt het opkuisen van de klas, het klaar zetten voor de jury, de tentoonstelling .... Gelukkig hoef ik niet te poetsen, een handicap is wel nuttig dan. Die klas ziet eruit ... overal stof, potten en emmers, werken van iedereen en alleman ... De laatste dagen durf ik bijna niet meer te bewegen in de klas. Overal staan beelden en vormen. Het ene moet nog drogen, het andere moet nog gebakken worden ... en iedereen loopt over en weer om toch maar op tijd klaar te zijn. Nee, voor de rustige sfeer moet je echt niet gaan.
Momenteel is iedereen gespannen, ik dus ook. Maar mijn werken zijn allemaal af. Ik heb mooi alle opgelegde taken volbracht. Niet dat ik er tevreden over ben, verre van. Verleden jaar moest ik nog zoveel leren dat ik al blij was met het minste ding dat gebakken geraakte. Dit jaar ... moesten we beginnen met een eigen stijl te ontwikkelen. Dat komt vanzelf, naar het schijnt. Je doet gewoon je ding en automatisch komt je eigen manier van werken wel naar voren, volledig mee akkoord.
Eerste opdracht: Afrika. Ik besluit me te viseren op de Masaicultuur. Heerlijk werken is dat. Mijn hoofd zit vol inspiratie, ik begin en ben niet meer te stoppen. Mijn medestudenten vinden het mooi werk, vol lof over mijn eigen keramieke kunst. Ook ik ben tevreden. Even was er discussie met de lerares, maar uiteindelijk moet ook zij toegeven dat dit het beste resultaat is. En daarna gaat het fout. De volgende opdracht bestaat uit het maken van een gebruiksvoorwerp en daar dan een heel andere betekenis aan geven. Ik begin heel enthousiast, maar telkens wordt ik terug gefloten door de lerares. Anders doen, anders bekijken ... ik vind mijn draai helemaal niet meer. Dit is geen werk van mij, het is een werk van de lerares. Ik volg braafjes haar richtlijnen, maar geraak hoe langer hoe meer gedemotiveerd.
Zo gaat het ook met de volgende opdracht, en de volgende, en de volgende ... En nu is alles af en ben ik dus niet tevreden. Maar ik heb alles gecreëerd volgens de regels van de kunst. De jury zal gelukkig zijn en nu het toch grote vakantie is, ga ik thuis werken in mijn veranda. Zoals ik het wil, zodat ik ook nog eens blij ben met een eigen creatie.