Ik ben allom tegenwoordig, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Agaath.
Ik ben een vrouw en woon in sky is the limit () en mijn beroep is mijmeren.
Ik ben geboren op 26/10/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, keramiek, muziek, dieren, mijn dochters, van't leven genieten....
Ik ben vier jaar geleden plots blind geworden. Sinsdien bekijk het leven door een roze bril, ik werk in het zwart en tast in het duister.
Dit is wat ze noemen prettig gestoord.
Op het ogenblik dat de temperatuur stijgt, gaat ook mijn temperament te hoogte in en het is weer zover... Ik loop niet door het huis, nee, ik dans rond de tafel. Swingend op mediterrane klanken. Heupwiegend en zwoel. Volgens mij, niet volgens mijn dochter... Als ik weer eens met mijn stofdoek aan het zwaaien ben, ondertussen een zuiderse schoonheid imiterend, zucht ze eens. "Tja, als een mens maar tevreden is." Zegt ze en studeert verder. Maar het commentaar kan me niet stoppen. In huis is de afspraak: moeder zingt niet. Nooit. Veel te pijnlijk. Maar van bewegen is niets gezegd. Waarschijnlijk is dat ook pijnlijk voor de ogen. Niet voor mij. En de zon schijnt. Wie kan me wat??? Nu heb ik dus een idee gekregen. Al enkele jaren wil ik gaan dansen. In een school. Niet zomaar dansen. nee, het echte werk. Zuidamerikaans. Veel zweten en puffen, maar oh zo plezant. En dan nu de vraag: "Jij als blinde?" Jazeker, ikke ... Het enige wat me kan tegenhouden is het feit dat ik geen partner heb. Geen enkele zot die met mij de dansvloer op wil. Ik moet eerlijk toegeven dat ik dat ook niet zou doen, als ik een man was. Veel te gevaarlijk. Ik ben niet groot, niet slank, niet eerns heel lenig. Ik heb totaal geen conditie en oh ja, ik zie geen fluit... Maar ik hou van lachen, van genieten, van dansen. Ik weet zeker dat er op een dag een oplossing komt voor mijn zuiderse dansnijd. Tot die dag oefen ik thuis, rond de tafel, in het washok, voor de badkamerspiegel. Daar probeer ik dan zo elegant en vrouwelijk mogelijk te kijken, voor het geval mijn fans me zouden komen bewonderen tijdens mijn dansstonde. En ja hoor, in de spiegel ziet het er goed uit. Nu nog een kort rokje, stilettohakjes en rode lippenstift ...
Zo, het schooljaar zit er weer bijna op. Eind mei wordt het academiejaar afgesloten, dus morgen de laatste dag. Daarna komt het opkuisen van de klas, het klaar zetten voor de jury, de tentoonstelling .... Gelukkig hoef ik niet te poetsen, een handicap is wel nuttig dan. Die klas ziet eruit ... overal stof, potten en emmers, werken van iedereen en alleman ... De laatste dagen durf ik bijna niet meer te bewegen in de klas. Overal staan beelden en vormen. Het ene moet nog drogen, het andere moet nog gebakken worden ... en iedereen loopt over en weer om toch maar op tijd klaar te zijn. Nee, voor de rustige sfeer moet je echt niet gaan.
Momenteel is iedereen gespannen, ik dus ook. Maar mijn werken zijn allemaal af. Ik heb mooi alle opgelegde taken volbracht. Niet dat ik er tevreden over ben, verre van. Verleden jaar moest ik nog zoveel leren dat ik al blij was met het minste ding dat gebakken geraakte. Dit jaar ... moesten we beginnen met een eigen stijl te ontwikkelen. Dat komt vanzelf, naar het schijnt. Je doet gewoon je ding en automatisch komt je eigen manier van werken wel naar voren, volledig mee akkoord.
Eerste opdracht: Afrika. Ik besluit me te viseren op de Masaicultuur. Heerlijk werken is dat. Mijn hoofd zit vol inspiratie, ik begin en ben niet meer te stoppen. Mijn medestudenten vinden het mooi werk, vol lof over mijn eigen keramieke kunst. Ook ik ben tevreden. Even was er discussie met de lerares, maar uiteindelijk moet ook zij toegeven dat dit het beste resultaat is. En daarna gaat het fout. De volgende opdracht bestaat uit het maken van een gebruiksvoorwerp en daar dan een heel andere betekenis aan geven. Ik begin heel enthousiast, maar telkens wordt ik terug gefloten door de lerares. Anders doen, anders bekijken ... ik vind mijn draai helemaal niet meer. Dit is geen werk van mij, het is een werk van de lerares. Ik volg braafjes haar richtlijnen, maar geraak hoe langer hoe meer gedemotiveerd.
Zo gaat het ook met de volgende opdracht, en de volgende, en de volgende ... En nu is alles af en ben ik dus niet tevreden. Maar ik heb alles gecreëerd volgens de regels van de kunst. De jury zal gelukkig zijn en nu het toch grote vakantie is, ga ik thuis werken in mijn veranda. Zoals ik het wil, zodat ik ook nog eens blij ben met een eigen creatie.
Zijne Heerlijkheid Harry is gearriveerd, twee dagen geleden. Hij kwam, zag en overwon. Binnen de kortste keren was mijn spic en spanhuis veranderd in een arena van kattenzand, vleesjus en dekentjes. Als goed opgeleide slavin loop ik achter hem, steeds op mijn hoede om onvoorziene obstakels of kleine ongelukjes op te ruimen. En slavinnen, daar heeft hij er twee van. Mijn dochter is al even gek als ik. Elke piep of "Proëet" wordt bestudeerd, als was het een heilige litanie. Maar de ene Eminentie doet niet onder voor de andere Zijne Eerbiedwaardigheid. Fluk bekijkt alles vanuit zijn zetel, met een diepe frons op zijn intelectueel gelaat. Ach, een logeetje. daar kan hij wel mee leven. Zijn heiligdom is immers groot genoeg. Maar de volgende dag is het logeetje er nog steeds. Als een een getrainde pony huppelt Harry door de woonkamer, hierbij de nodige piepgeluiden makend. En Fluk vindt het al veel minder leuk als Harry weer eens voorbij gehuppeld komt, laat hij even horen die de baas is. "Eminenite, al wat je wil, maar dit is mijn terrein en daar kan je beter rekening mee houden." En dappere Harry, hij huppelt verder. Waar hij is opgevoed, tot nu toe, wonen alleen loebassen van honden en twee katten die geen aandacht hadden voor het kleine grut. Een briesende York is Harry dan ook niet bekend. En dan wordt er een compromis gesloten. Ik geef de eminenties waar ze om vragen. En ik geniet van mijn slavernij...
Voor de laatste keer op bezoek. Morgen is het zover. Van de kraamkliniek is nu niets meer over. Mijn kraamkliniekverpleegstervriendin Fiep is veranderd in een opvoedster. Gedaan met flesjes geven, al een paar dagen eten ze zelfstandig en vavaf vandaag krijgen ze ook geen melk meer. Jongens, wat verandreren ze snel. Van hulpeloze bolletjes haar zijn ze alle drie uitgegroeid tot nieuwsgierige en speelse dreumessen. Mijn oudste dochter is vandaag haar katerbeest gaan halen. De middelste van de hoop, lief, aanhankelijker en vrij rustig. Dat wordt een kater die aan je benen plakt. Ze noemt hem Frits. En Frits vindt het allemaal goed. Als we hem gaan halen heeft hij net een vleesfestijn gehouden. Zijn snoet zit vol vleesjus, hij ruikt een beetje naar stoofvlees. Maar mijn dochter is helemaal gek van hem. Ze krijgt hem in haar armen, laat hem niet meer los. Kan niet snel genoeg naar huis gaan, naar haar vriend die ook zit te wachten op de kleine. Nog twee pluizebollen blijven er over: Enrique en Harry. Enrique is nog een beetje achter, dat was de minste van de bende. Die krijgt nog steeds het flesje, heeft minder tandjes, begrijpt het allemaal nog niet zo goed. En dan is er nog Harry. De stoere kater. Hij is niet bang, van niks. Hij heeft altijd honger, wil altijd spelen. Overal het eerste zijn, alles gezien en gehoord als Fiep hem weer bij zijn eten zet omdat hij blijkbaar nog altijd honger heeft, duikt hij gelijk het schoteltje in met zijn vier kleine pootjes en gaat bijna kopje onder in zijn eten.Maar hij kijkt vrank rond; riskeer het niet om hem uit te lachen. En eet verder. Als de rest al lang ligt te slapen, komt hij ook tevoorschijn, buikje vol, even verteren voornamelijk op mijn schoot. Nog een beetje spelen, nog wat spinnen en al snel oogjes dicht. En dan is het bezoekuur alweer voorbij. Mijn oudste dochter draagt Frits naar de auto, ik neem afscheid van Harry. Morgenvroeg gaan we naar de dierenshop. Eetbakje, reiskoffertje, kattenbak ;;; en dan is het zover. Harry komt eraan
Als je gehandicapt raakt,heb je recht op een aantal voordelen;Daar is iedereen wel van op de hoogte.Maar hoe slim ze in Brussel zijn???
Toen ik blind werd, vertelde de sociaal assistente me dat ik een nummer moest aanvragen bij het Vlaams Fonds. Die staan voor de hulpverlening in Belgie. Met dat nummer kan je dan een aantal kortingen krijgen, op water en electriciteit. Je hebt dan ook recht op gratis treinen, bussen en al hetgeen je als gehandicapte zoal zou kunnen verzinnen. En als blinde heb je recht op een korf. Zie het maar zoals bij een bevalling: je krijgt een handicap, dus het cadeautje er bovenop. Mijn korf bestond vooral uit aanpassingen voor de computer, maar dat kon je volledig zelf kiezen. Als je graag wilde koken en bakken, en je wilde een pratende oven kopen, dan kreeg je een tegemoetkoming van het Vlaams Fonds om je sprekende koekjes te bakken; In die tijd kon dat nog. Je kreeg een totaalsom, en die spendeerde je aan wat je wou. Ik dus aan mijn computer. En mijn euroscoop. Een soort kleine computer, die je kon aansluiten aan de grote, en die ook als notitietoestel fungeerde.Mat brailletoetsen. Dat betekent dat die elk jaar moeten gepoetst worden. Want als bij een gewoon klavier komt er stof russen de toetsjes, en de heleboel blokkeert. Onder die toetsen zit een soort brailleleesregel, met puntjes die omhoog en omlaag gaan. Die moeten ook gekuist, natuurlijk.Maar ook dat zat bij mijn korf: een onderhoudscontract voor vier jaar. En toen
Besliste het Vlaams Fonds dat het welletjes was. Genoeg geprofiteerd, vanaf nu veranderen we gewoon de hele opzet. De korf werdween, als je nu wat nodig had, moest je het gewoon bestellen. Met een goede motivatie, natuurlijk. Tot dusver ben ik nog steeds akkoord, er was inderdaad te veel gebruik gemaakt van de goedheid van de Belgische Staat. Maar nu komt het. In plaats van een totaalsom, kreeg je nu je hulpmiddel terugbetaald, met ook weer een maximum bedrag dat je kon krijgen. Ging je daar over, moest je zelf bijleggen. En had je geld over was je het kwijt. En nu wil het lukken dat die maximumbedragen fors gezakt waren
Zo gebeurde het dus dat mijn onderhoudsbeurt van dit jaar een probleem werd. Niet voor de leverandier, oh nee, die kwam wel degelijk. En poetste mijn machientjes tot ze blonken. De rekening wordt rechtstreeks naar het Vlaams Fonds gestuurd.En toen kreeg ik een brief, van die mannen in Brussel. Blijkbaar was er niet meer voldoende geld ter beschikking, en moest ik de poetsbeurt zelf betalen. De helft zou nog wel kunnen maar de overblijvende 270 euro,kwamen op mijn rekening. Hoe kan dat nu? Ik weet zeker dat ik nog genoeg heb." Dus maar naar de leverancier gebeld. Ik vertel mijn historie. Hij weet het al, die mannen zijn zo vriendelijk geweest ook een briefje naar de leverancier te sturen. "Ja, mevrouw. Dit is een spijtige zaak. Een beetje vervelend voor u " Ik slik eens even; Heb zin om te vragen of hij soms denkt dat ik geld schijt. Want vanaf volgend jaar zal ik dus het dubbele moeten betalen. Elk jaar opnieuw. Om een paar tjoepkes te kuisen. en gij de mijn
"Ik zal kijken wat ik kan doen, eerst moet ik dit met de verantwoordelijke bespreken", Zegt die vriendelijke meneer
En ja, een week later krijg ik telefoon. Van de leverancier. Vermits ik mijn spullen aangevraagd heb, net voor de verandering van het Vlaams Fonds, kon ik niet weten dat het maximimumbedrag zoveel zou zakken.en dat ik de onderhoudsbeurten zou moeten betallen uit mijn eigen zak. Ze vinden het niet eerlijk. Ze gaan de overblijvende kosten op zich nemen. Mijn contract loopt gewoon door.Mijn tjoepkes worden gewoon gepoetst. Wat zeg je me daarvan??? Ik sta perplex. Een befrijf, zo klantvriendelijk???Jawatte Ik bedank ze hartelijk; zeg dat ik vanaf nu overal reclame ga maken voor ze. De man lacht even. Graag gedaan, mevrouw."
Awel, hier ben ik nu stil van, en dat wil wat zeggen
Zondagmiddag; alleen thuis. Mijn huishoudelijke karweien zitten er weer op,ik kan eindelijk de pc opzetten. Begin gelijk met mijn favoriete blog te lezen. En dan zie ik het; Fiep schrijft over moederdag; Moederdag???Vandaag???Ik weet weer van niks; Ik word niet afgeleid dorr reclameborden, of versieringen in de winkels, dus meestal weet ik ook niet wat er te gebeuren staat; De kinderen hebben het me wel verteld. Maar ik hoef niks; Dat zeg ik elk jaar. Ach, je moet niks kopen,joh, spaar je centen maar; Het feit dat je eraan denkt, en me een dikke kus geeft,is al genoeg;Maar dit jaar hebben ze er niet aan gedacht.ach ja, ze zijn jong
En dan begin ik aan mijn moeder te denken.Ik kan niet naar haar toe, weer niet.Ook zij vind het niet erg, zegt ze. Maar ik dus wel. Vroeger, toen ik nog kon zien,maakte ik een mooi bloemstuk voor haar; Of ik kocht iets dat ze erg graag wou. Die zondag sprong ik in mijn auto, met mijn pakje, en een grote fles champagne; het was haar dag.De afgelopen vier jaar heb ik haar opgebeld. Ik vergeet het nooit, dat niet. Maar het is niet hetzelfde.Niet voor mij. Zo goed als ik anders met mijn beperkingen kan leven, zo moeilijk wordt het nu.Ik zit voor de pc, en word alleen maar neerslachtiger.Hoe geraak ik nu in godsnaam bij haar?En een bloemstuk?Ik heb alleen nog gras in mijn tuin; En bloemen heb ik ook al niet; al had ik ze, ik zou toch niet bij haar geraken! Ik word hoe langer hoe bozer; Op de situatie,op mijn niet kunnen,op mijn woede.Maar hoe ik het ook draai of keer, ik zal niet bij haar geraken. ..
Buiten,terwijl ik een sigaretje sta te roken,probeer ik te relativeren.Zo erg is het niet, ik zal haar bellen,net als die andere keren. En woesdag ga ik naar haar toe. Als ik nu dinsdag probeer in de winkel te raken, kan ik misschien mijn woede wil niet zakken; als een onnozel snotjoch begin ik te wenen, gewoon van kolere
Ik ben weer rustig; Het heeft allemaal geen zin.Ik ga gewoon zorgen dat ik iets leuks heb tegen woensdag; En vandaag ga ik haar bellen.en wie weet,volgende moederdag,als ik mijn geleidehond heb
Het is er dan toch van gekomen.Een duidelijkere structuur,wat betreft het opleiden van geleidehonden
Tot nu toe waren er een aantal opleidingcentra, die zich heel gewetensvol bezig hielden met de honden. En er waren er een aantal anderen; Maar laat me bij het begin beginnen.
Een school wordt verondersteld van een geleidehond op te leiden, die zijn eigenaar door het verkeer kan leiden,obstakels gaat omzeilen,dingen aan geeft,die eventueel een gEvaar kunnen vormen.Dit doet hij als hij aan het werk is, met beugel en eventueel met zijn jasje aan. Als hij die beugel niet aan heefft, is het een gewone huishond,net als elke andere hond.Je kan je wel voorstellen, dat dit een immens werk is.Het vergt een enorme inzet,geduld en dierenliefde.eerst gaat de hond, als puppy,naar een pleeggezin. Hier wordt hij gesocialiseerd,en na een jaar, als hij geslaagd is voor de test, mag hij naar school.Daar begint dan het grote werk.Na ongeveer een jaar intensief werken krijgt hij weer een test.als ook die positief uitvalt, is hij klaar voor de nieuwe eigenaar. De blinde eigenaar wordt voorgesteld,komt twee weken op training met de hond, intern op de school.Daarna vogt en periode op het thuisfront. Trajecten aanleren, probleemsituaties in de omgeving leren oplossen
Ik vertel dit alles nu in het kort, maar jullie hebben al wel door, dat dit niet iets is dat je even doet,tussen de soep en de patatten.
Natuurlijk moet hiervoor betaalt worden. Een geleidehond opvoeden kost enorm veel geld;eten,dierenartskosten,personeel En hier wringt het schoentje.als gebruiker moet je normaal niks betalen voor een hond. Je kan beroep doen op het Vlaams Fonds,die de helft van de kosten betalen.Dat betekent: 7.500 euro. De andere helft??? Die wordt betaalt door de school.Zij krijgen sponsorgeld, en leven verder van giften, en georganiseerde manifestaties, om geld in het laatje te brengen.Als eigenaar betaal je een spreekwoordelijke euro. Wel vinden ze het schitterend als je iets op touw zet, ten voordele vn de school. Maar als je dat niet kan, zal dat geen reden zijn om je hond te weigeren.
Ook werken de scholen volgens Europese normen. Dit betekent, dat elke school zich moet houden aan bepaalde,opgelegde normen. Die zijn geldig in heel Europa, en hierdoor is er dus een goede controle mogelijk op de werking van de school
Niet elke school doet hier echter aan mee. Hoe het komt weet ik niet, maar de laatste jaren zitten de hondenscholen in de lift. Spontaan kon iemand zulk een school opzetten, als hij maar kon bewijzen dat hij ergens ooit, een opleiding had genoten.en wat nog leuker is: die school kon dan vragen wat ze wou
Ik was, maanden geleden, op zoek naar een geschhikt opleidingscentrum.En dan ga je her en der eens luisteren.Ik ontmoet een vrouw, die net, voor de tweede keer, een hond heeft aangevraagd.In Brasschaat. Als we het over de prijs hebben van zo een hond, vertelt ze me dat ze 9000 euro moet bijbetalen. Hoe kan dat nu? Tja, omdat deze school alleen met superhonden werkt, zegt ze. De verantwoordelijke van die school heeft haar opleiding in Nederland genoten, bij Martin Gaus.en blijkbaar kan je je dan meer veroorloven
Als ik thuis kom,bel ik naar de school.Ja mevrouw,dat klopt zegt ze, als ik vraag of de hond zo duur is. Maar hoe komt het dan dat andere scholen dat niet doen. Daar krijg je je hond. Bij jullie moet ik zomaar eventjes een fortuin betalen.Ik dacht dat jullie school bedoeld was om mensen te helpen, niet om ze te pluimen Ik zeg haar eens goed mijn mening Ja, volgens haar zijn de honden, die zij afleveren, van een speciale bloedlijn, ook gekweekt op schoonheid, ze zijn extra groot en nog meer van die flauwekul. En toch zijn er mensen die erin lopen. Die niet beter weten
Gelukkig, dit gaat niet lang meer duren.De Belgische geleidehondenscholen hebben zich verenigd.Ze hanteren vanaf nu allemaal dezelfde normen, zijn allen goedgekeurd door de Europese Gemeenschap, en werken allemaal op dezelfde manier.Momenteel zijn er vijf scholen die en deze groep zitten
Glin, Koksijde, Neeroeteren, Genk en Tongeren.
Dus elke andere school, waar jullie van horen, werken niet volgens deze maatstaf, en dus je hoort me hier niet zeggen dat die scholen niet deugen,hoor. Maar alleen, wees voorzichteg. Ook in deze branchezijn er mensen die op onze rug rijk willen worden. En wat je ook doet: ga niet naar Brasschaat.
Ik heb het al geschreven, ik heb iets met dieren;Om de een of andere reden willen ze allemaal hier zijn.Maar ik zie ze niet allemaal even graag komen
Een paar maanden geleden werd mijn aandacht getrokken door een geritsel aan mijn kleitafel, in de veranda.Even denk ik nog dat het Flukje is, maar nee, die ligt weer zalig te slapen.als ik korterbij kom,stopt het lawaai, even later herbegint het weer. Nu moet je weten dat ik een panische angst heb van ongedierte, dus je ziet het al voor je:lawaai,ik weet niet precies wat, en van waar.Ik ren naar de buren,doe mijn verhaal,volledig in paniek. Buurman komt kijken.Niks. Volgens hem zit de muis in de muur,tussen de muur en de lanbrisering. Dan maken die pootjes een ontzettend lawaai.Hij vertrekt weer, ik moet maar een gil geven als ze er weer is. Maar ik hoor niks meer
Nu moet ik toegeven dat die lanbrisering niet zo stevig tegen de muur bevestigd is. Jaren geleden heeft mijn ex vriend eens willen bewijzen dat hij handig was. Het is hem niet gelukt.Die houten plankjes passen mooi in elkaar, met een soort kliksysteem. Heel mooi, dat wel, maar als er eentje los komt, dondert de hele boel eraf.En nu wil het lukken, dat de laatste tijd die planken wel heel regelmatig los zitten.Maar ik,oen die ik ben, sta daar helemaal niet bij stil. Ik hoor niks meer, muis is weg, hoera
Tot een paar dagen geleden.Ik kan niet slapen, ben extra vroeg opgestaan.Het is nog pikkedonker.Terwijl ik mijn koffie zit te drinken, in de keuken, hoor ik geritsel. Op de keukenkast. Even denk ik dat ik droom. Nee, het ritselt wel degelijk.Stokstijf blijf ik luisteren. Muis is terug; De aanval is ingezet. Het is vijf uur in de ochternd, en dat rotbeest is wakker.Ik besluit rustig te blijven,drink mijn koffie, en wacht tot het tijd is om mijn dochter te wekken.Om zeven uur is het zo ver.Al die tijd heeft muis lopen ritselen, piepen. Volgens mij zat ze me ook aan te kijken; Terwijl ik koffie dronk. Ik ben een makkelijk slachtoffer voor die beesten. Al steken ze hun tong uit,ik zie het toch niet.
Gewapend met twee badhanddoeken trekken we naar de kast;er ligt een papieren zakje, dat beweegt. Zegt mijn dochter. Buiten met die rommel ik kieper alles om in de tuin. Niks,nada, njet. Wel gaatjes in de zak. Van muizetandjes. Rotbeest.tja, zegt mijn dochter, die is weer in de muur gekropen, dat is wat je gehoord hebt. Oke, maar hoe doet ze dat dan? Heb ik dan een gat in mijn muur. En dan, eindelijk, weet ik het. De lambrisering.elke week moet de poetsvrouw die plankjes weer ineen schuiven.Om ze de volgende dag weer op de grond te vinden.Ik word boos. Aha, de aanval is ingezet? Oke, kom maar af
Vanmorgen is de tuinman hier. Dat is nu eens een man, die alles kan; Ook muizen vangen. Ik ga naar buiten, doe mijn verhaal. In zijn stem klinkt een lach. Ik zal dadelijk wel eens kijken, zegt hij. Ik antwoord: Ja, want ik heb een slimme muis.. Oeps, wat zeg ik nu? Maar hij reageert niet, en ik doe alsof ik ook niks gezegd heb.we dokteren een hele strategie uit. Dat beest gaat eraan.En dan zeg ik: Pff, het regent, ik ga naar binnen, ik word nat. Ik moet mijn muis nog gaan kietelen Aiaiaiaiai.terwijl ik het zeg,besef ik welke flater ik sla.En ik hoor hoe hij stopt met werken.Euuuuuuh, in mijn hoofd klonk het beter, hoor, zeg ik.Ik bloos een beetje, denk ik.hij gniffelt eens. Dat dacht ik al, is het enige dat hij antwoordt
Zijn alle blinden geradbraakt? Hangen ze aan elkaar en vijzen en bouten?Met haken en ogen? Toen ik nog tot de wereld der zienden behoorde, heb ik er nooit op gelet. Een blinde kon niet zien. Punt uit.Maar nu weet ik wel beter. Stiekem heeft een blinde nog wel meer mankementen, dat geef ik je op een blaadje. Of ligt het aan mij???
Zoals ik voorheen al heb geschreven: alles heeft hier een vaste routine. Een vaste plaats ook. De tafel staat op een bepaalde plaats, op een bepaalde tegel. Anders: blauwe schenen. De pannen zitten op een bepaalde volgorde in de kast. Anders: een huis vol kabaal, en een hond met een hartstilstand. Een deur is helemaal dicht, of helemaal open. Anders: gebroken neus.
Je zou denken dat ik al die regels ken, vermits ik ze zelf heb gemaakt.Tot gisteren dacht ik dat ook
Ik ga, zoals altijd naar het toilet met een boek. Al vanaf ik een kind ben, werken mijn anaalspieren beter bij het verwerken van literatuur. Vroeger in zwartdruk, nu in braille; blijft hetzelfde, als de spieren maar werken. Maar als het een spannend boek is, kan het gebeuren dat ik even de wereld rondom mij vergeet en mijn dochter luidkeels moet brullen dat het nu haar beurt is.
Dus gisteren zit ik, volledig in de ban van mijn thriller te genieten in mijn kleinste kamertje. Met de deur dicht.Natuurlijk. Na een tijdje en een achterwerk dat in slaaptoestand verkeert, besluit ik mijn dagtaak verder te zetten. Ik leg mijn boek neer, neem wc papier, duw op de flushknop.en dan buk ik me, om mijn boek weer op te rapen.Maar de deur is dicht, mijn toilet heel klein..bang met mijn hoofd tegen de deurklink. Pardoes met mijn fontanelleke.Een stekende pijn in mijn brein. Ik zak op de grond, de tranen lopen weer over mijn wangen. Voor de zoveelste keer
Een tijdje later zit ik aan de keukentafel. Met hoofdpijn. Misselijk. Evenwichtstoornissen. Dit is geen goed teken
Ik ga vroeg slapen. Rust zal me goed doen. Heb proberen te eten. Ging niet. Maar als ik me wil omdraaien in bed: gaat ook niet. Goedkoop zat.
Het is de volgende ochtend. Gisteren was ik nog van plan om naar de academie te gaan, maar vandaag twijfel ik. Nog steeds hoofdpijn, nog steeds evenwichtstoornissen. Na mijn ontbijt, dat er met moeite in blijft, en een paar tassen koffie, besluit ik het toch te proberen. En warempel, ik hou het vol tot een eind in de namiddag. Dan kan ik niet meer; teveel hoordpijn, te veel kabaal, te veel viswijven in de academie. Maar mijn avondeten blijft zitten waar het zit. Gelukkig. Het komt allemaal wel goed. Als ik maar rustig aan doe
Ik maak de som op van bijna vijf jaar blind zijn. Eenmaal gescheurde enkelligamenten, eenmaal gekneusde ribben, vier maal gebroken neus, twee gebroken tenen en nu misschien een lichte hersenschudding
Ligt het nu aan mij?Ben ik nu echt zo onhandig? Of ben ik te snel? Wil ik nog steeds op hetzelfde tempo verder als jaren geleden? Dan word het hoge tijd dat ik bouten en vijzen ga bij kopen. Want ikke, Agaatje, breek mijn nek nog wel eens. Maar niet wandaag, dat beloof ik. Want vandaag heb ik hoofdpijn.
Het gaat goed op de kraamkliniek. Mijn vriendin heeft haar bib omgetoverd tot een poezenspoeddienst en een grote hondenbench geïnstalleerd. Daarin liggen nu drie miserabele kittens, amper vier weken oud. Maar alles gaat prima. De melk van de dierenarts gaf hen krampjes, dus moest er iets anders gevonden worden. Maar mijn vriendin, als volleerde poezenmoeder, gaat andere melk kopen, probeert nog eens, en wonder boven wonder: de kleintjes drinken. Heel gulzig,met hun kleine lijfje in haar hand. Ook ik krijg er eentje toegeschoven. Heerlijk dat lieve snoetje, dat warme lijfje maar veel meer doen dan zitten, en voelen, kan ik niet. Ik kan niet helpen voeden, zie niet hoe hun buikje zich opspant als ze krampjes krijgen. Ik kan alleen maar hopen dat alles goed gaat. Ze krijgen het beste eten, de beste verzorging, het meeste liefde. Daar zorgt mijn vriendin wel voor.Die heeft de hele familie gemobiliseerd. Ook haar honden. De oudste hond, een pitbull, zorgt voor de massage. Als de katjes gegeten hebben, mag hij vakkundig de buikjes masseren met zijn dikke tong. En dat doet hij dan ook. Vol overgave.Mijn vriendin heeft een volle dagtaak aan het voeden en verzorgen van de kleintjes.Ik vraag me af of het niet allemaal te veel is, te vermoeiend. Maar stiekem denk ik ook dat ze ervan geniet,mijn perfecte poezenkraamkliniek verpleegstervriendin.
Hier in huis heb ik Fluk ook verteld wat hem te wachten staat. Een zusje of broertje,nog heel klein, dat anders blaft als hij. Dat zal willen spelen, en op de meest onwaarschijnlijke tijdstippen in zijn oren zal komen bijten. Maar Fluk vind het allemaal niet zo spannend. Hij luistert aandachtig, zucht eens diep, en slaapt verder.De sofa ligt vol met zijn speelgoed. Misschien heeft hij dat voor alle zekerheid alvast veilig gesteld. Tja, een gewaarschuwde hond
En dat is nog niet alles. Ookde aanvraag voor een geleidehond loopt verder. Nog maximum een jaartje en dan komt er weer een grote broer of zus bij. Die ook wil spelen, slapen, snurken en ik die dacht dat dit een saai jaar zou worden.
Nu mijn dochter de deur zal uit gaan, dacht ik even dat ik me zou gaan vervelen. Dat het vreselijk stil zou worden in mijn huisje. Tja, daar heb ik me in vergist, besef ik nu. En als mijn dochter toch niet op kot zou gaan?Heerlijk, nog een man meer in huis.
Jaja, mijn grote gezin komt eraan, en ik ben er helemaal klaar voor
We hebben onze mond vol over integratie. Over de rechten van een gehandicapt persoon. Over het feit, dat ze evenwaardig zijn zijn we allemaal zo verdraagzaam, omdat dat de nieuwe mode is? Omdat we nu bij Europa horen, en het wettelijk verplicht is om verdraagzaam te zijn? Zijn we eigenlijk wel zo verdraagzaam als we doen uitschijnen?
In Geel is een zaak. Midden in het centrum,op de markt. Een deftige zaak; waar je lekker kan eten, of rustig een glas kan drinken. Het zit er altijd vol. Blijkbaar een zaak met een goede naam. Die willen ze kost wat kost behouden,denk ik.
Ik zit binnen, samen met de kinderen. We bestelden net wat te eten en drinken rustig een aperitiefje. Een paar tafeltjes verder zit een collega van mijn dochter,ook een orthopedagoge.Zij is samen met haar leefgroep op stap. Als ze even een praatje komt maken, vertelt ze dat een van de mensen vandaag jarig is. En dat er dus gevierd wordt. Met pannekoeken en een cola.Haar leefgroep bestaat uit vijf mentaal gehandicapten, de één al blijer als de ander.Ze vertellen mopjes, geven hun mening op hun typische ongegeneerde manier. Ik moet moeite doen om niet te lachen. Ze zijn zo eerlijk, zo open en soms slaan ze de nagel op zijn kop. Maar als normale mag je niet reageren. De pannekoeken komen eraan en iedereen begint te zingen. Voor de jarige. Alle vijf en ook de begeleidster. Mijn dochter stoot me aan en zegt: Dit gaat fout". En inderdaad, als de pannekoeken half op zijn komt er een ober naar het tafeltje. Hij praat even met de begeleidster en loopt daarna weer door. Alsof er niets gebeurt is. De collega van mijn dochter komt naar onze tafel. Heel verontwaardigt. "Wwe worden vriendelijk verzocht, om voortaan in een aparte ruimte gaan te zitten als we iets willen eten. We eten niet netjes genoeg en dat zou de andere klanten kunnen storen " Ze vertrekt met haar groepje, zonder kabaal, zonder ook maar enig vertoon van woede. Mooi alles betalen en buiten.Maar ik? Ik kook
Na enkele minuten wordt ons eten gebracht. En ik kan mooi eten, netjes zonder te morsen. En ik zing niet, ik fluit ook niet en ik ben niet gehandicapt, ik ben blind blijbaar wordt er zelfs gediscrimineerd in handicaps. Geestelijk gestoord: buiten. Blind of doof: je mag blijven. Want dan kan je proper eten en dan zing je niet.
Ik roep de ober. Vertel hem dat hij kan kiezen: ik ga buiten zonder te eten, en zonder te betaen. Of ik eet alles op, maar dan kan hij daarna wel de nabijgelegen tafels poetsen. Want spontaan ga ik dan gaan zingen. Met mijn mond vol. En proper eten? Tja, ik ben gehandicapt, dat kan ik niet
Hij zegt niks en wij gaan buiten, zonder eten. Zonder kabaal
Gisteren ben ik naar Bokrijk geweest, naar de bloemenmarkt. Heerlijk was het. Ontzettend druk, ontzettend warm, ontzettend gezellig. Ik had me voorgenomen om niks te kopen. Mijn tuin is een grasveld, met een terras, en rondom dat terras enkele klimplanten. Heel sober, makkelijk in het onderhoud. Maar ook wel een beetje saai.Ik liep, samen met een vriendin, langs de kraampjes. Hoe verder ik liep, hoe moeilijker het werd om mijn geld in mijn tas te laten zitten. En ja hoor, een prachtige vijgenboom stond me op te wachten. Heel groot, heel verleidelijk. Enfin, om een lang verhaal kort te maken, we kwamen thuis met een auto vol planten,waaronder dus mijn boom. En vandaag zou die in een grotere pot worden gezet,aan de rand van mijn terras. Al vroeg kwam mijn vriendin, met een enorme zak potgrond,opdagen.Vol goede moed togen we aan het werk. Grote pot,veel zand, ik hield de plant rechtop, zij vulde bij. Oef, die stond. Ik werd er helemaal gelukkig van. Nu nog de fuchsiaplantjes. Opnieuw op zoek naar grotere potjes. Hangpotten, Fuchsia op stam in een mooie keramieken pot. Ga maar eens kijken in de garagezeg ik,daar staan er nog een hoop "
Vriendin en dochter trekken de poort open, en een enorme kat vliegt langs hun benen naar buiten. Die is duidelijk geschrokken. Het is de kat van de overburen. Heel mooi, goed verzorgt, een tijgertje.Verleden jaar heeft ze kleintjes gekregen in de tuin van de buren. Want dat is iets wat ze doet: ze gaat steeds ergens anders bevallen, nooit in haar eigen huis. Ze is wel een goede moeder,hoor, maar ook haar kleintjes neemt ze niet mee naar huis. Dus verleden jaar heeft buurman de gemeentewerkers gebeld. Die zijn de kleine katjes komen halen, hebben ze daarna een spuitje laten geven. Die katten worden wild, bezoedelen de hele buurt, en blijven maar kweken,aldus de gemeente.En alhoewel ik het daar heel moeilijk mee had, toen de buurman het vertelde, ik kon er niks aan doen.
En dan valt mijn euro. Al een paar weken hoor ik vreemd gesjierp in mijn tuin, elke avond opnieuw.Ik dacht dat er weer een nestje met volgelkinderen in de buurt was, nu begin ik me daar vragen over te stellen. Ik vraag mijn vriendin om even gaan te zoeken in de garage ze komt terug. We hebben kleintjes. Drie. Tijgertjes,van licht naar donker. Ze schat dat ze ongeveer vier weken oud zijn. En wat nu? Ik weet het niet ze liggen op de vloer van de garage te slapen.Mijn vriendin neemt er eentje in haar hand; Volgens mijn dochter lijkt het op een Franske. Het heeft een dik buikje, bolle wangetjes, een hoopje haar.Als we ze nu niet verzorgen gaan ze dood. Mijn vriendin, die nog gekker is als ik, belt naar haar dierenarts. Tja, als de moeder gevlucht is, zit de kans er dik in dat ze niet meer terug komt. En als ze dat wel doet, gaat ze zonder twijfel ruiken dat er mensenhanden aan haar kleintjes zijn geweest. Waarschijnlijk gaat ze die beestjes dan in de steek laten daar staan we dus, met drie kittens. En mijn hondje, die vreselijk nieuwsgierig rond ons draait. We laten Fluk even snuffelen. Hij begint dadelijk te kwispelen, ruikt aan de poesjes, vind het allemaal prima. "Ach," zegt mijn vriendin, "ik kan ze wel groot brengen met de papfles hoor. Dat heb ik nog al gedaan." Tja, ik kan het niet, ik vind dat kleine mondje nooit We besluiten de poesjes te houden. We gaan ze melk geven, en al hetgeen ze nodig hebben. Maar eerst naar de dierenarts, speciale kattenmelk kopen. En een papfles. We steken de poezen in een grote doos, met een oude handdoek erin.Ze vinden het allemaal OK. Ze slapen rustig verder, met hun dikke buikje, hun kleine oogjes, hun heerlijke lijfje. Ik zucht. Wat is het toch met dit huis? Elk dier wil hier zijn. Een ziek vogeltje, een haaskonijn,egels, ik denk dat ik al bijna een boerderij kan beginnen met alle dieren die hier een noodstop hebben gemaakt. En nu dus de poesjes. Ze zijn hier geboren, willen hier wonen. Kan je dat zo maar naast je neer leggen? Ze gewoon doodslaan, of laten weg halen? Ik niet, ze willen hier zijn, dus blijven ze maar nog niet nu, ze moeten eerst nog aansterken, groeien. Binnen een paar weken komt er eentje naar hier en eentje naar mijn oudste dochter. Het derde blijft waarschijnlijk bij mijn vriendin.als alles goed gaat het gaan nog spannende tijden worden, Fluk, de poes en de geleidehond. Ik verheug me er al op. Maar een ding is zeker: ik ga me niet vervelen ach, ik heb altijd al een groot gezin gewild, hier is het dan
Ik heb het elk jaar. Al bijna vijf jaar, sinds ik blind ben. Als de zon begint te schijnen, val ik stil. Normaal ben ik een pietje precies, ik poets, vlieg rond met stoffer en blik. Maar als de zon schijnt... De afgelopen dagen heb ik me te pletter gewerkt in de tuin. Mijn spieren hebben het begeven, ik ben een compleet wrak. Maar mijn tuin zal opgeruimd worden, zowaar ik Agaath heet. Waar vroeger de hele tuin beplant was met bloemen en struiken, vind je nu alleen nog maar gras. Dit is uit pure noodzaak. Ik kan het niet meer onderhouden en er is geen enkele zot die het wil komen doen voor me. Dus verleden jaar is mijn tuin verandert in een heel simper grasveld, met een leuk terrasje er midden in. Niet echt een tuin voor de boekskes, maar wel makkelijk in het onderhoud en op die manier is er nog tijd over om van mijn tuintje te genieten. En ik doe dat dan ook. Met stramme spieren en nekspieren die helemaal verkrampt zijn installeer ik me in een zeteltje met dikke kussens. Het is nog ochtend, maar het zonnetje geeft een heerlijke warmte. En ik voel het broeien, het gevoel. Ik weet perfect wat er gaat gebeuren. Vandaag zal ik niet koken, niet wassen en plassen. En ik zal ook niet uit mijn zeteltje komen... Ik kijk naar boven, de blauwe lucht schittert. Een prachtige dag. De bomen achter de garage zijn diepgroen, hun blaadjes wiegen zachtjes in de wind. Ten oosten aan mijn keukenraam staat de zon al te schijnen met een zachtgele gloed. Ik ga even naar binnen, neem een tas koffie, mijn boek en vertrek weer naar mijn verborgen plekje. Het wordt middag. Het wordt warm, heel warm. Ik ruik de hitte, de lavendel. Het gras is nu lichter geworden van kleur. De witte wolken zweven door de lichtblauwe lucht. Een blauw dat je enkelel in de warme zomer ziet. Een blauw dat je meeneemt naar andere oorden, andere emoties. De geur van de mediterane keuken vult mijn neus. Ik sluit mijn ogen. God, wat doen mijn spieren pijn. God, wat ben ik moe. Als mijn dochter die namiddag thuis komt, zit ik nog steeds in mijn mijn zeteltje. met een lege kan koffie naast me. Met een uitgelezen boek op tafel. Met Pierre, die het nu wel voor gezien houdt. Hij heeft nog andere dingen te doen. Ik maak een salade klaar, we eten op het terras. Ook zij moet even bekomen van een dag in een oververhitte klas. Het is avond. Een stuk koeler ineens. En toch ... ik doe een truitje aan en loop nog even naar mijn terras. Zet me weer even op mijn zeteltje. Kijk weer naar de lucht. Sterren, duizenden sterren. Fonkelend, mysterieus, uitnodigend. Ik blijf nog even zitten, wacht tot er eentje zal vallen. Ach, misschien moet k gewoon niets wensen. Misschien heb ik niets meer te wensen. Misschien heb ik alles al? Ik vraag me af hoe de wereld eruit ziet, nu op dit ogenblik. Is de zon echt zo fel? De lucht zo blauw? Het gras zo groen? Of spelen mijn hersenen een spelletje met me. Volgens mijn gevoel is de lucht nog nooit zo mooi geweest als de afgelopen vier jaar. Maar de werkelijkheid? Die zal ik nooit meer zien en eigenlijk vind ik dat niet eens een gemis. Want ja, je hersnenen kunnen een spelletje spelen. En ja, je kan jezelf een hoop dingen wijs maken. Maar mijn wereld is prachtig, met de mooiste kleuren. met de warme zon op mijn huid. En wat die werkelijkheid betreft? Die is weg gelegd voor al die ziende mensen, die het zo druk hebben met hun neus te volgen, om maar niks te missen van wat ze denken dat ze moeten zien...
Het begon al goed fout... Ik moest de trein van negen uur hebben. Ik was nochtans op tijd op gestaan. Ontbijt, hond eten gegeven, tanden gepoetst en mijn kleren hingen ook al klaar. Een leuk rokje, een nog leuker bloesje en makkelijke sandalen. Want als je met twee dochters op strooptocht gaat in de grote stad, kan je beter makkelijk schoeisel dragen. Dat heb in al die jaren wel geleerd. Maar dar ging het dus fout. Ik morste op mijn bloesje, vond zo snel niets anders dat bijpassend was. Dus dan maar een broek aan, met t-shirt. Natuurlijk was die broek te lang voor de sandalen. En ja, het werden spitse damesschoentjes met een heel elegant hakje. Vrij hoge hakken, maar dat kon ik wel aan, tenslotte was ik nu wel super elegant gekleed. Jongens, die vervloekte vrouwelijke ijdelheid... Twintig minuten stappen naar het station, een uurtje treinen en daarna recht naar de Meir... Heerlijk, we zouden niet alle winkels doen, alleen deigene die betaalbaar waren en waar we dingen konden vinden die we echt nodig hadden. Maar ja, wat heeft een vrouw nu niet nodig, als ze in de stad is. Plotseling is je volledige garderobe versleten, moet je dringend andere schoenen, is je tas wel heel erg versleten. En alleen op pad bent beperkt het nog wel, maar drie vrouwen samen? Nee, dat kon echt niet goed gaan. Middag, we zouden even wat gaan eten, daarna weer vlug verder. Maar je voelt nniks... totdat je gaat zitten. Op een terrasje. In het zonnetje. Mijn voetjes vertelden me wel dat ze het eigenlijk niet zo leuk vonden in de spitse schoenen, maar ja, daar gaan we nu toch niet moeilijk over doen, hè? Nog zoveel winkels te doen, nog zo weinig tijd... Na de Meir volgden de zijstraatjes. de kinderkopjes ... Halelujah mijn voeten... Stoïcijns loop ik verder: "Wir sollen nicht kapitulieren ... Ik concentreer me op het passen van kleding die ik dan uiteindelijk toch niet koop. De kinderen eerst. Die zijn jong, die moeten mooi zijn... de namiddag vliegt voorbij. We beginnen gas terug te nemen, uit pure vermoeidheid. We gaan wat drinken, blijven langer zitten dan we van plan waren, maar wat geeft het? Je kan over de koppen lopen en aapjes kijken is echt heel leuk. Als ik opsta voel ik het. Mijn voeten gaan in staking. De onderkant voelt als rauwe biefstuk, mijn tenen als geplette sosissen, mijn enkels als gehakt. Kortom, ik ben een barbeque op mijn eigen. En we zitten op de Groenplaats. Enig idee hoe ver dat van het station verwijderd is. Heeeeel ver, ik zal het je zeggen.... Mensen lopen me voor de voeten, struikelen over mijn stok, beginnen te vloeken in onverstaanbare taal ... heerlijk toch, die grote steden. Na een martelgang van een half uur sukkel ik de trein in. Het ergste is achter de rug. Nu begrijp ik waarom mannen ons zo belachelijk onlogisch vinden. Dat zijn we ook, we plaatsen schoonheid bovenaan ons lijstje. We moeten vrouwelijk, elegant en gesofisticeerd zijn. alsof ik zo vrouwelijk, elegant en gesofisticeerd ben als ik als een manke reumapatient, met een gezicht als een oorworm door de straten van antwerpen schuifel. Maar wee degene die me dat probeert duidelijk te maken... Ik kom thuis, gepakt en gezakt en bijna op mijn ellebogen voort kruipend. Ik trek mijn schoenen uit, neem een sigaretje en loop op mijn blote voeten door het gras. Wat een gevoel. Kriebel met mijn tenen tussen de grassprietjes en zucht. En zucht nog eens. En plotseling schiet het me door mijn hoofd: misschien hebben al die huisvaders, die hun vrouw meewarig aankijken als ze weer eens de kokette madam uithangt, dan toch niet zo'n ongelijk als wij altijd beweren. Maar ik val nog liever dood dan dat toe te geven...
Misschien ligt het aan mij ... misschien ben ik wel ouderwets aan het worden. Ik heb mezelf altijd als een moderne, jonge vrouw beschouwt, maar ik vrees dat ik niet meer tot die categorie gerekend kan worden... Ik woon met mijn dochter in een landelijke gemeente, er is hier echt niets te zien. Maar ik heb hier altijd graag gewoond, het is er veilig. de kinderen spelen nog op straat, iedereen kent iedereen. Dat heeft natuuurijk ook zijn nadelen, als de buurvrouw voor de zoveelste keer kan vertellen wie er bij mij op bezoek is geweest, wat die persoon van kleding droeg en wat hij wist te vertellen toen hij of zij mijn woning verliet en zij natuurlijk toevallig haar stoepje stond te keren. Maar meestal is het gewoon leuk, een vorm van sociale veiligheid. Elke week ga ik winkelen met mijn dochter, in de naburige gemeente. Helemaal niets speciaals hoor,. Gewoon gezellig winkels kijken, kleding passen en iets lekkers drinken. Dat is onze namiddag, die maken we vrij voor elkaar. We lachen, lopen winkel in en uit, klagen over onze lijn, doen alles wat een moderne, jonge moeder met haar puberdochter doet. Ook vandaag dus... We staan in de cd - winkel, allebei met een koptelefoon op, te luisteren naar dezelfde cd. Zware beslissing moet genomen worden: kopen of niet? Ik geniet van de muziek, de eigenaar van de shop kent me al. Ik luister naar een aantal cd's, echt van voor naar achter en ga dan naar buiten.... maar vandaag niet, ik vind dit echt aangenaam. Blijkbaar is dochterlief al klaar. Ze stoot me aan: Goed hé! Als jij hem niet koopt, dan ik wel..." Ik luister verder. Harde stemmen naast me. Daar waar mijn dochter staat, denk ik. Ik schuif mijn rechteroortje van de koptelefoon een beetje achteruit. Tegen wie is ze nu weer aan het tateren? Twee mannenstemmen. Geen dochter meer. Ik hoor één van die mannen zeggen: "Nee, dat kan ik niet missen, ik heb zelf ook nog nodig." Blijkbaar kijk ik een beetje verwonderd, me nog steeds afvragend waar mijn dochter naartoe is. En de mannen krijgen door dat ik hen kan verstaan. Mijn oortje zit niet meer op mijn oor, of hoe leg ik dat uit? De man die aan het woord was, is nu niet meer zo zeker. Ik hoor het in zijn stem. Maar de deal moet doorgaan... "Ik kan nog wel wat missen, maar niet veel." Gaat hij verder. "Euh ... ik heb nog wel een schijf, euh, ... een sneetje wit brood voor je. Nu al, als je wil." Zijn stem klinkt een beetje aarzelend, ik voel zijn ogen in mijn rug prikken. Maar ik reageer niet. Waar is mijn handtas? Ik schuif ze zo onopvallend mogelijk voor mijn buik. Doe alsof ik het allemaal niet interessant vind. "Nee", zegt de andere stem, "nu hoeft het nog niet, euh... ik heb nog geen honger." Ik doe mijn tweede oortje weer in, luister verder naar de muziek en hoop dat mijn dochter vlug weer opduikt. Enkele minuten verstrijken, de mannen spreken geen woord meer tegen elkaar. Ik vraag me af of ze er nog wel zijn. Maar als mijn dochter weer naast me komt staan, schuif ik een beetje naar rechts en voel dat er nog een persoon naast me staat. De kerels zeggen nog steeds niks. Ondertussen voel ik mijn tas of ik mijn geld nog heb. Ja hoor, niks mis. Terwijl we naar de kassa gaan, hoor ik hoe de twee mannen hun gesprek hervatten. "Ik heb anders nog een brood ook, je kan nog kiezen!" Zegt die ene weer. Mensen vergeten soms dat je als blinde ontzettend goed leert luisteren. Je hoort wel eens dingen die niet voor je oren bestemd zijn. We betalen de cd, gaan naar buiten. Ik vraag mijn dochter wat wit brood is. "Tja," zegt ze "zal ik een tekeningetje maken?" Dus vandaag kan je in een godvergeten gat, op een zaterdanamiddag, in een cd - winkel, gewoon je deals afsluiten, terwijl kinderen, oudjes en moderne jonge moeders je staan af te luisteren. Of je nu in oude schoenen, nieuwe haarstukjes, koffiekoeken of wit brood dealt, maakt niet uit. In mijn tijd werd dat nog achter hoek en kant verkocht. Nu doen we dat even tussen de soep en de patatten. Tja, de moderne wereld, hé? De jonge mensen van nu reageren er niet eens meer op. De normaalste zaak van de wereld, blijkbaar. Maar als ik nu naar een cd - winkel ga, is het voor de muziek en niet voor wit brood.