Ik ben allom tegenwoordig, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Agaath.
Ik ben een vrouw en woon in sky is the limit () en mijn beroep is mijmeren.
Ik ben geboren op 26/10/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, keramiek, muziek, dieren, mijn dochters, van't leven genieten....
Ik ben vier jaar geleden plots blind geworden. Sinsdien bekijk het leven door een roze bril, ik werk in het zwart en tast in het duister.
Dit is wat ze noemen prettig gestoord.
Soms is het genoeg niks lukt,je wil gillen,de pot op met alles en iedereen Je gilt niet want je bent welopgevoed;Je zegt niet tegen mensen dat ze de pot op kunnen.Dat is niet beleefd;..
Hoe meer je kan,hoe meer je moet kunnen;Je wil jezelf bewijzen,de wereld bewijzen,dat je alles aan kan.Eerst vinden ze het geweldig,Ze staan verstomd van je kracht en doorzettingsvermogen.Maar al snel wordt het een gewone zaak.En je verlegt je grenzen,Gaat steeds verder,steeds meerThet genoeg is.Stop,kus mijn ik ga zitten
Maagpijn,stress,obstipatie of diarree,bibberende handen,vogeltjes op je borst en dan is het echt genoeg
Madam geeft het ook op,die is het kotsbeu.Halfweg een tekst die ik aan het schrijven ben stopt ze ermee.Trek uwe plan,Agaath,babbel zelf maar;de brailleregel dan maarAls ik wil controleren wat ik getypt heb,moet ik bollekesletters lezen op mijn klavier;..ik hoor van een blogger dat er weken gedaan wordt over een item Ikke niet. Ik voel,schrijf en post.Gene tralala,gewoon zoals ik het denk.Ondertussen is mijn madam aan het dansen;spontaan springen mijn zinnen van boven naar onder,en weer terug vreemde combinaties geeft dat;Maar ik ga door,ze zullen me niet temmen.Ik surf door de blogs,kan nergens reageren,al zitten er pareltjes bij.Die verdomde knopkes. Ook ik vind die ellendige knopkes niet.En schrijven?Ja,als madam goesting heeft;Over watte?Geen idee,ik heb geen spannend leven.Dat is het moment dat de stoom stijgt.Uit mijn oren.Krampen in mijn nekspieren.Stress.computer uit;Geen keramiek,alleen nog de tuin.En mijn boek over Cleopatra en Jules met zijn schoon benen
Drie dagen hou ik het vol.Als het hier thuis wat vreedzamer geworden is,zet ik voorzichtig de pc weer aan. Reacties,mails?Hopen heb ik er gehad;en de miserie trekt weg...wat fijn Fiep die een reddingsactie start. Tanaka en Fred,mijn koene ridders.Ze komen me te hulp op hun witte paard.En die andere jonkvrouwen en ridders Jezus,wat een mensen. Zouden ze het menen?Zouden er echt mensen geïnteresseerd zijn in mijn leven,??
Zal ik dan maar weer iets posten???Voor ik het weet ben ik weer vertrokken.Halfweg laat madam me in de steek;Geen woord meer;Ik sluit de pc,start weer op,en herbegin rotmadam werken zul je
En nu is mijn item af wat ik nu eigenlijk gezegd heb???Dat het leven soms klote is.Dat het zwart is,inktzwart.Maar dat kan ik niet elke keer herhalen,en mensen vergeten het soms.Ach ja,ik vergeet het ook wel eens.Soms is mijn leven zo zwart als roet;Meestal is het blauw;als de lucht en het water.Vrijheid.Om te doen en te laten wat je wil.om te ademen.en nu is het rood.Rood van vriendschap en lieve woorden.
Dank u wel lieve ridders en jonkwrouwen;Ik ben er weer
Harry, de kater, is negen weken. De tijd is gekomen om naar de dierenarts te gaan. Hij is veranderd, gegroeid .., en heeft in zijn jonge leven al heel wat meegemaakt. Elke dg wordt hij een paar keer onder de voet gelopen. Hij werd opgesloten in het washok. In de kast. In de gang ... Maar het allerergste was de afwasmachine ... Zoals elke avond laad ik de machine vol. Alle vieze borden en pannen verdwijnen in een vierkant ding, met een klep, waar je op kan springen. Dan zie je veel beter en kan je aan de borden likken ... Hij heeft er echter even niet aan gedacht dat ik hem niet zie zitten. En vol energie klets ik de klep dicht, met Harry in de machine ... een gil ... en ik die het bijna aan mijn hart krijg ... gelukkig stond de startknop niet ingdrukt ... Ik haal Harry uit de machine, met de bibber in mijn handen. Hij mankeert niks, alleen lijkt hij op een gebakken schnitsel en zo ruikt hij ook. Wassen, drogen en alles weer vergeten... al komt hij tegenwoordig niet meer in de buurt van dat vierkante monster.
Maar vandaag was dus de grote dag: de spuit ... Samen met Fiep vertrok ik, kattenbox in de linkerhand, witte stok in de rechter. De box is niet zo geliefd, maar ja, een kat moet zich ook wel eens schikken naar het openbaar vervoer. De behandeltafel van de dokter daarentegen leek hem wel te plezieren ... als een macho stond hij fier te pronken en zelfs het wegen en het onderzoek kon hem niet deren. Hij onderging alles met een stoïcijnse blik in zijn oogjes, de stoere man. En toen ... de prik ... maar oh, wat was ik fier op mijn manneke. Geen kik heeft hij gegeven ... wat een kanjer van een kater...
Thuis was het wel wat anders. Fiep moest nog even winkelen en liet haar katertje bij mij, om te spelen met Harry... broetjes onder mekaar, weet je wel. Maar Enrique, die als pasgeborenen zo heeft moeten knokken, is een echte tiran geworden. Onmiddellijk eist hij de kattenbak op, als Harry in de buurt komt, begint hij woest te grommen en te blazen. Die kattenbak is van hem, net als het eten en het drinken. En Harry? Die gaat op zijn poep zitten en laat alles gebeuren. Mijn Harry, de sociale, lamme goedzak, laat zijn broetje doen en gaat rustig slapen. Wat kan hem het schelen???
Later, als Fiep vertrokken is, komt Fluk weer tevorschijn. Dat was teveel poes voor hem. Harry haast zich naar de kattenbak en eindelijk kan hij plassen. Daarna installeert hij zich op de zetel. Uren later zit ik op de grond, Fluk naast me en Harry op mijn schoot. Ik vertel ze over mijn vaas die ik aan het maken ben. Fluk luisterd aandachtig, geeft me een kusje op mijn hand en trekt zich terug op de sofa. Harry klimt heel voorzichtig naar mijn gezicht, trekt zijn nagels in en aait me over mijn wang. Als ik hem zeg hoe trots ik op hem ben, krijg ik een likje. Dan gaat hij ook weer slapen. Mijn dochter krijgt de slappe lach, haar laatste avond studeren ... ze is moe, ze is hét moe. Ik ga terug naar mijn kleitafel en zucht eens diep. Wat een prachtige dag, wat een prachtige dieren, wat een geweldig leven ...
Gisteren heb ik mijn tweede stokje aangekregen! Het tweede stokje met dezelfde vraag: Wat zou je nog willen hebben of bereiken voor onze Lieve Heer je komt halen??? De bedoeling is dat je daar een stukje over schrijft en daarna je stokje doorgeeft aan drie andere slachtoffers, die daar op hun beurt een slapeloze nacht van krijgen en ook een verhaal gaan schrijven over hun diepste verlangen. Nu moet ik graag gezien zijn, vermits ik er twee gekregen heb. Of ze willen me een loer draaien en een week uit mijn nachtrust houden ... Want een mens moet daar toch over nadenken, vind ik. Wat zou ik nog willen??? In eerste instantie wilde ik zeggen dat ik niets mee wilde, ik heb alles al! Eigenlijk heel deemoedig van me, hé?? Ik heb schatten van kinderen,een hond en een kat, ik heb geen honger of dorst ... wat kan je nu nog meer willen??? Al eens al die ellende in de wereld gezien?
Gaandeweg de nacht was er een idee dat me te binnen schoot. Misschien zou het wel prettig zijn als ik weer zou kunnen zien, voordat ik sterf ... Hahaha, stel je voor: Agaath die op het einde van haar Latijn plotseling het licht weer ziet, eens diep inademd en dan de geest geeft. Ik hoop dat ze dat in de gazet zetten ... En weet je, als ik weer kan zien, zie ik ook weet alles. Akkoord, er zijn een boel mooie dingen op de wereld en het zou leuk zijn om hier weer van te genieten. Maar kunnen zien betekent ook: elke ochtend mezelf bewonderen in de spiegel, half wakker en met een humeur dat een onweer doet verbleken. We worden er ook niet jonger op. Zolang ik niets zie ben ik een kruising van Raquel Welsh en Pamela Anderson. Maar als mijn oogjes weer gaan werekn, zou ik wel eens een kruising van ma Flodder en de Zangeres zonder Naam kunnen zijn. Nee, misschien maar beter dat ik niks zie. Je moet je lot niet tarten ...
Och, er is één ding dat ik echt leuk zou vinden ... een huisje in het zuiden van Frankrijk bijvoorbeeld. Een kleine fermette met een immens atelier. Daar kan ik mijn kolere uitwerken op mijn klei. En natuurlijk zou ik alleen maar kunstwerken maken. Ik zou dan ook naam en faam hebben, met mijn talent. "Madame Agaath avec les mains d'or", zouden ze me noemen. Het is er altijd mooi weer en er is plaats genoeg. Ik zou een hoop vrienden ontvangen, iedere dag zou een feestdag zijn ... ja, het leven zou mooi zijn ...
Ondertussen staat mijn nieuwe keramiekwerk hier te drogen in de veranda. De zon schijnt, hond en kat zijn aan een siësta begonnen. Morgen komt een vriendin, lekker bijkletsen en overmorgen komt mijn moeder... Ik neem een sigaretje en ga naar het terras. Pffff, Frankrijk ... ik weet het niet, hoor. Ik voel aan mijn vijgenboom ... er zullen veel vijgen zijn deze zomer ...
Mijn vader, veel te vroeg overleden, ik was amper elf jaar oud. Gek is het, hoe je als kind een vertekend beeld over je ouders hebt. Mijn vader was een god, mijn redder in nood. Gevallen bij het rolschaatsen? Pappa. Problemen bij het lessen leren? Pappa. En net toen de puberteit eraan kwam ... was hij er niet meer. Ongeluk. Mamma vertelde me het nieuws en ik ging soep opwarmen, ik had honger. Nu besef ik wel dat ik op dat moment geen voeling had met de wereld. Het hoefde niet meer, mijn redder had mij verlaten ...
Vanaf toen plaatste ik mijn vader op een voetstuk. Hij kon alles, wist alles en ik zou als hem worden, even slim, even werelds ... Jarenlang heb ik me uit de naad gewerkt om iets te worden, dat mijn vader nooit geweest is. Want met het volwassen worden, kwam ook de werkelijkheid naar boven. Mijn vader was geen superman, hij was een man. Inderdaad, heel intelligent en handig. Met een geweldig gevoel voor humor. En een immense liefde voor zijn vrouw en dochter. Maar toch ... een man van vlees en bloed, met slechte dagen en veel te perfectionistisch. Dat maakt het niet altijd makkelijk om mee te leven. Maar het heeft me gemaakt tot wat ik ben ...
Ik ben niet stom, net als hij. Ik heb wel humor, net als hij. Ik ga hoe langer hoe meer op hem lijken. Ook het steeds beter kunnen en willen doen, heb ik van hem geërfd en ik ben er trots op. Want zelfs nu, nu hij niet meer die onbereikbare held is, blijft hij mijn voorbeeld. Nog steeds wil ik op hem lijken, dingen in mezelf ontdekken, die me aan hem herinneren ...
Sommigen zeggen dat doden je kunnen zien, vanuit de hemel, of waar ze ook mogen zijn. Is dat zo? Kan pappa me zien? Weet hij hoe mijn leven verloopt? En zo ja, wat denkt hij dan? Is hij trots op me? Op de vrouw die ik geworden ben? Hij had grootse plannen voor me, zijn enig kind. Iets voor zijn dood hebben we daarover gepraat. Wist ik veel dat het ons laatste gesprek zou worden? Ik heb gestudeerd, zoals hij het wilde. Maar hoe je leven draait kan je niet voorzien. Ik heb gehandeld zoals ik dacht dat het goed was ... En nu? Is hij fier op wat ik bereikt heb. Hoe ik mijn kinderen heb opgevoed? Hoe ik van mijn dieren hou? Of is hij teleurgesteld in zijn nakomeling??? Ik zal het nooit weten. Ga er maar van uit dat ik nog steeds zijn trots ben. Maar die vraag wil ik niet van mijn kinderen horen. Ik wil niet dat ze zich later moeten afvragen wat ik van hen vond. Dus zeg ik heel dikwijls, klaar en duidelijk: "Dames, jullie zijn mijn alles, mijn trots en de enige reden dat ik hier op die verdomde aardkloot blijf hangen." Want hoe je het ook draait, ik zie ze doodgraag, die twee kiekskes van mij ...