Ik ben allom tegenwoordig, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Agaath.
Ik ben een vrouw en woon in sky is the limit () en mijn beroep is mijmeren.
Ik ben geboren op 26/10/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, keramiek, muziek, dieren, mijn dochters, van't leven genieten....
Ik ben vier jaar geleden plots blind geworden. Sinsdien bekijk het leven door een roze bril, ik werk in het zwart en tast in het duister.
Dit is wat ze noemen prettig gestoord.
Ik heb een afspraak in Mons. In Glin om precies te zijn. Met de trein moet ik eerst naar Berchem, dan naar Brussel en dan weer overstappen naar Mons. Een hele onderneming. Dus beslissen mijn vriendin en ik om met de auto te gaan. We willen namelijk op tijd weer thuis zijn, voor het spitsuur als het kan. Die ochtend, om acht uur, stappen we in de auto, de Waalse gronden tegemoet. Het is lekker weer. Een beetje fris maaar zonnig en we zijn er helemaal klaar voor. Naar een uurtje rijden stoppen we we bij een wegrestaurant. We gaan aan de koffie. Dat hoort bij een uitstapje, vinden we. Het is er al druk, abnormaal druk zelfs. Mijn vriendin weet me te vertellen dat er een bus schoolkinderen is gestopt, die nu allemaal moeten gelaafd worden. We beslissen om maar verder te rijden, maar eerst even plassen. We lopen tussen de tafeltjes door, ik knots overal met mijn witte stok tegen. Kan me niks schelen, moeten ze maar uitkijken. Hoe dichter we bij de toiletten komen, hoe drukker het wordt. Hebben ze heir dan een bus vrolijke pissers binnengeduwd? Eindelijk, ik zit. Na de broodnodige boodschap gaan we naar de WC - madame. Mijn vriendin betaald, maar als ik mijn geld wil nemen zegt de madame dat ik niet moet betalen. Blijkbaar mag een gehandicapte gratis plassen. Zeg nu nog eens dat blind zijn niet plezant is ... De rest van de reis verloopt vlekkeloos. En ook de rest van de dag is een succes. Ik geniet met volle teugen en als het weer tijd is om terug te keren ben ik doodop, maar intens gelukkig. Het is ondertussen 17.00h geworden.En we moeten nog vertrekken in Mons. Dat wordt dus toch het spitsuur. Alles gaat goed tot in Luik. We rijden stapvoets, file zoals verwacht en opeens slaat de motor af. Mijn vriendin start opnieuw en ja, we kunnen weer verder. Maar een paar meter verder gaat het helemaal fout. De auto valt weer stil, is niet meer aan de praat te krijgen. Mijn vriendin laat hem zo goed mogelijk uitbollen, maar vermits we op het linkerrijvak zitten, kan ze alleen maar naar links draaien. Daar staan we dan ... half op de berm, half op de rijweg aan de linkerkant met overal toeterende auto's rondom ons. Ik krijg gelijk de slappe lach. "Tja, we moeten uitstappen." Zeg ik. "We mogen niet bijven zitten, veel te gevaarlijk." Ik kan aan mijn kant niet uitstappen, zelfs mijn deur niet openen. Dus kruip ik met witte stok, sjakoch en al, over de versnellingspook en ga er aan de linkerkant uit. Ondertussen heeft mijn vriendin de VAB al gebeld; die gaan zo komen. Na een paar minuten is de file opgekuist, de auto's vlammen ons weer voorbij. Het wordt nu echt heet onder onze voeten en we gaan bescherming zoeken. We kruipen over de afsluiting van de middenberm en belanden in de brandnetels. Gelukkig heb ik mijn stok bij. Als een gek begin ik de netels plat te slaan. Pas nadien begrijp ik waarom de automobilisten zo raar reageren. Het zal me ook een zicht geweest zijn.... De meeste chauffeurs doen teken dat we de autostrade moeten oversteken, naar de rechterkant. Nou, ikke niet, zenne... Ondertussen is de politie voorbij gekomen maar niet gestopt. Die mannen hadden hun uur er zeker opzitten. Na een half uur wachten op de middenberm, komt de politie in actie. Met toeters en bellen zetten ze de weg af en de takelwagen laadt de wagen op. We mogen ook mee, we weten alleen niet goed waar naatrtoe. De chauffeur van de takelwagen begroet ons: "Mfmffch" Wat volgens mij zoveel wil zeggen als Bonjour. Vriendelijke kerel. We rijden ergens naartoe waar Jezuske nog niet geweest is. Mijn vriendin verteld me wat ze ziet. Dat de baan steeds smaller wordt, de huizen steeds kleiner en stoffiger. Dat de chauffeur haar doet denken aan een clochard, type Catweezle. "Als we voorbij een bos komen, stap ik niet uit. Ik klop op zijn kl..." Zeg ik. In het Nederlands wel te verstaan. We beginnen commentaar te leveren op de Walen, de huizen, de hygiene en vooral op die arme chauffeur. Zijn hele anatomie moet eraan geloven.... We stoppen bij de garage. Donker, vuil, in een doodlopende straat. Mijn vriendin, die weer dringend moet plassen, besluit om niks te vragen. We pissen wel elders... De vervangwagen staat te wachten. We moeten alleen nog een paar formulieren tekenen. Geen probleem. Als we vertrekken zegt de chauffeur dat we voorzichtig moeten zijn, je weet maar nooit... Hij praat vloeiend Nederlands. We vertrekken en 8 kilometer verder zitten we in Tongeren...