Ik ben Van Camp Alfons, en gebruik soms ook wel de schuilnaam fonne - ennof - fons - alfons - fonsvc - alfie en ook alfonsvc.
Ik ben een man en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is gepensioneerde politieman.
Ik ben geboren op 29/12/1935 en ben nu dus 88 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: voetbal - genealogie - zwemmen - tennis en geschiedenis en foto's over Antwerpen.
In feite is dit geen wandeling maar een bezoek aan de Vogelen of Vogeltjesmarkt die zich situeert op en rond de Oude Vaartplaats en een begrip is onder de Antwerpenaren, en mag zeker niet ontbreken bij onze wandelingen. Zij is gemakkelijk te bereiken met het openbaar vervoer, trein of de auto. Het richtingspunt is steeds de Nationale Bank aan de Frankrijklei. Via de Stoopstraat kan men de parking bereiken, die onder de Vlaamse Schouwburg aan het Theaterplein ligt.
Zij is ontstaan in 16e eeuw op de Meir en is van oorsprong een markt waar men pluimvee, kleinvee en wildbraad kon kopen.
In 1912 is ze verplaatst naar de Oude Vaartplaats, waar de markt verder uitgebreid werd met de handel in kleding, schoenen, voedsel en antiek. In de loop van de jaren is de markt in omvang gegroeid en uitgebreid tot omliggende pleinen en straten.
Nederlanders die het over de Vogeltjesmarkt hebben in plaats van de Vogelenmarkt vormen een groot deel van de bezoekers van deze markt.
Van de oorspronkelijke handelswaar van de Vogelenmarkt is niet veel meer terug te vinden. Kraampjes met vogels en pluimvee zijn er niet meer op enkele uitzonderingen na, nl. op de Graanmarkt.
Tot het begin van deze eeuw werden er op de Vogelenmarkt ook redelijk veel hondjes en poesjes verkocht, waarvan de standen zich bevonden op het Blauwtorenplein aan de Frankrijklei. Inmiddels hebben de handelaren, wegens een verbod op de handel in honden en katten op de markt, hun intrek genomen in winkels op de Oude Vaartplaats, die toevallig ook tijdens de Vogelenmarkt geopend zijn. Op die manier blijft de handel in deze huisdieren rondom de markt gewoon bestaan.
De rest van de markt biedt weinig meer dan een gemiddelde markt. Marktkooplui bieden de laatste handige huishoudsnufjes, goedkope kleding, speelgoed, eten, drinken en andere waren aan. Op de Tabakvest worden vooral tweedehands goederen en "antiek" aangeboden. De omvang van de markt, de sfeer door de omliggende terrasjes en het goed gekozen tijdstip (de zondagochtend) zijn naast de jarenlange reputatie de belangrijkste succesfactoren
- Henricus Floris Prims beschrijft de Vogelenmarkt als volgt : "op de vroegere Vogelenmarkt vond men eendvogels, gans, snep, veldhoenderen, reiger, putoer, quack, kapuin en hen, benevens smalvogelen of klein gevogelte. Natuurlijk mochten haas en konijn niet ontbreken.
- De bekende stadsgids George van Cauwenbergh beschrijft de Vogelenmarkt in zijn Gids voor Oud-Antwerpen op een bijna identieke manier. 'Vanwaar die vogelen ?". Men kwam hier in de 16de eeuw eenden, ganzen, sneppen, veldhoenderen, kapuinen en smalvogelen of klein gevogelte kopen voor de dis, zoals men vlees in het Vleeshuis en vis op de Vismarkt bij het Steen ging halen".
(nota van de auteur : verklarende woorden : putoer = distelvink / quack = eend /kapuin = gesneden haan.)
De markt is aantrekkelijk voor toeristen vanwege de vele kraampjes en marktkramers die hun producten demonstreren en aanprijzen. De markt trekt al jarenlang duizenden bezoekers. Je kan er week na week over de koppen lopen en wanneer het weer meevalt, dan ligt het aantal marktbezoekers in de buurt van de honderdduizend. De Vogelenmarkt is een happening van formaat met een benijdenswaardige reputatie ver buiten Vlaanderen. Het is ook een happening waar iedereen zich direct thuis voelt.
Praktische informatie
Wanneer?
elke zondag van 8 tot 13 uur
Waar?
op de Oude Vaartplaats, het Theaterplein, het Arsenaalplein, de Graanmarkt, het Blauwtorenplein en de Tabakvest
Wat kost het?
gratis entree
Parkeren?
er kan geparkeerd worden in de omliggende straten, ook zijn er diverse parkeergarages in de buurt te vinden waar men tegen betaling kan parkeren
Naast vogels en knaagdieren is er nu van alles te koop: voedsel,
Rond de markt is veel nostalgisch antiek, curiosa, kunst, kitsch en snuisterijen te vinden, maar ook minder waardevolle tweedehands artikelen. Er is zelfs een ' 's jacherbeurs' die zaterdags en zondags geopend is.
Voor 'echt oud antiek' loopt u naar de Leopoldstraat, achter de Oude Vaartplaats.
Het Theaterplein is sinds begin 2008 grotendeels overdekt. Naast de zondagse versie wordt er op deze plek ook elke zaterdag een markt georganiseerd met vooral verse groenten, kleding. Het Theaterplein is sinds 2008 grotendeels overdekt en de standen of kraampjes worden ingenomen door vreemdelingen en kreeg daarom de naam van 'vreemdelingenmarkt' (omwille van hun mediterane producten).
Maar omdat die naam een negatieve weerklank kreeg wordt de markt steevast als Exotische markt (omwille van de enorme keuze aan exotische etenswaren die aangeboden worden naast de inlmandse soorten) omschreven.
Bronnen : - De Antwerpse Vogelmarkt, door Piet Schepens, journalist van de Gazet van Antwerpen; - Gids voor Groot-Antwerpen, George van Cauwenbergh, Stadhistoricus -en gids; - De foto's komen uit eigen beheer.
Madonna en heiligenbeelden in de Antwerpse binnenstad
Madonna en heiligenbeelden in de Antwerpse binnenstad
Naar aanleiding van het ontwerp in wording over de "heiligenbeeldjes in Antwerpen" wensen wij te melden dat er thans een uitgave werd uitgegeven met als titel "Madonna en heiligenbeelden in de Antwerpse binnenstad". Prijs : 19,50 Verdere inlichtingen bij www.verbeelding.be Voor de liefhebbers een must.
In het voorwoord schrijft Schepen Ph.Heylen: In het recente verleden werden we ons als Antwerpenaren opnieuw meer bewust van deze uitzonderlijke rijkdom. Enkele jaren geleden verscheen onder impuls van de stedelijke erfgoedcel, in samenwerking met de vereniging Voor Kruis en Beeld, een overzichtswerk over beelden van Maria in de Antwerpse binnenstad. Dit werk ondersteunde de gevoeligheid voor dit kwetsbaar patrimonium en was zowel een retrospectief bilan als een meer proactieve impuls voor de toekomst.
Bij de publicatie van het tweede Madonnaboek Madonna en andere heiligenbeelden in de Antwerpse binnenstad zal eens te meer de actuele betekenis van deze cultuurhistorische traditie blijken. De vereniging Voor Kruis en Beeld kunnen we zonder discussie de belangrijkste speler in de zorg voor de Maria- en heiligenbeelden noemen. Philip Heylen Schepen voor Cultuur en Toerisme
Verdwenen gebouwen en instellingen : - Sint-Camillusziekenhuis en Constance Teichmankliniek -
Sint-Camillusziekenhuis
Dit ziekenhuis was gelegen aan de Lockaertstraat 10 te Antwerpen. De ingang was in de Lockaertstraat met een zij-ingang in de Lange Lozanastraat
De bouw startte in 1888. In september 1890 opende het ziekenhuis haar deuren. Het was een ziekenhuis met vleugels, een klooster, een kapel, zieken -en andere kamers die verbonden waren door gangen of een cirkel, of die op verschillende manieren in vierkante- of rechthoeken waren geplaatst.
De huidige toestand van dit ziekenhuis : het klooster, de halfronde doorgangen en de vleugels met ziekenkamers zijn bewaard gebleven, maar verhoogd met verdiepingen. De kapel en het inkomgebouw van Helleputte werden vervangen door nieuwbouw.
In 1908 werd de "Ongevallenkliniek" in de Lange Lozanastraat 278A met name "ConstanceTeichmangesticht" geopend. Op deze plaats is nu een kantorencomplex.
Verdwenen instelling : - Bell Telephone Manufacturing Company -
Bell Telephone Manufacturing Company door de Antwerpenaren beter gekend als "Den Bell"
Bell Telephone Mfg C° werd opgericht in 1882 door Francis Welles en startte in een bescheiden industrieel gebouw op het Antwerpse zuid. De nu nog bestaande, bekende en opvallende Bell-Toren van 58 meter is van de hand van architect Hugo van Kuyck,werd voltooid in 1958. Was tevens het symbool van de pijlsnelle groei van het telefoonbedrijf Bell Mfg C°
In 2002 verhuisde het hoofkantoor van het bedrijf naar de Kievitbuurt achter het Centraal Station, zodat het gebouw aan de Francis Wellesplein kwam leeg te staan en de stad de kans greep om zijn administratieve diensten er in onder te brengen. Op het Kievitplein namen ze 4 gebouwen in gebruik voor 2.000 werknemers.
Aangrenzend aan het Bell-complex wordt nu het "Arthurgebouw" in de Boudewijnsstraat afgebroken Hierdoor zal het verbindingsbrugje dus met de tijd ook verdwijnen.
Met de verhuis verdween ook de vroegere parking van Alcatel Bell tussen de Haantjeslei en de Sint- Laureisstraat. Hier worden momenteel stadswoningen met tuin en appartementen gebouwd.
Bronnen : - Nieuwsbrief "Den Bell" maart 2008 - Stad Antwerpen. - Den Bell - het verhaal van een legendarisch gebouw - auteur Filip Canfijn - verkrijgbaar bij de Standaard boekhandel. - Gazet van Antwerpen.
Verdwenen gebouwen en instellingen : - Kinderziekenhuis Louise Marie -
Het Kinderziekenhuis "Louise Marie"
Dat kinderziekenhuis bevond zich op de hoek van de Karel Oomsstraat en de Desguinlei, juist tegenover het zwemdok Wezenberg.
In 2005 werd een vergunning op vraag van de omwonenden vernietigd door de Raad van State, omdat de gronden van het voormalig ziekenhuis zouden gebruikt worden voor hoogbouw en de bewoners dit niet zien zitten dat er voor hun woningen hoogbouw komt.
De stad heeft echter een andere mening, zodat deze discussie nu al 10 jaar duurt en de gronden onbebouwd blijven liggen.
Verdwenen gebouwen en instellingen : - Kinderziekenhuis Good Engels -
Het kinderziekenhuis Good Engels
Het voormalig kinderziekenhuis dat gelegen was aan de Albert Grisarstraat is verdwenen en wordt nu "Residentie Kasteelpark" aan de Professor Claraplein, genoemd. Het zou hier een oase van rust worden in het bruisende Antwerpen. Good Engels was voor de Antwerpenaar een begrip. Iedereen kende het prachtig 19° eeuwse neogotische kasteelgebouw. Verscheidene jaren stonden het poorthuis,ook wel "Kasteeltje" genoemd en één van de vleugels leeg, zodat beslist werd er loften en nieuwbouwappartementen met ondergronds een parkeergarage te bouwen. In 1998 verhuisde het kinderziekenhuis naar de campus van het Middelheim.
Verdwenen gebouwen en instelllingen : - Het Militair Hospitaal -
Het Militair Hospitaal
Foto eigen beheer
Het verlaten militaire domein heeft
een oppervlakte van ongeveer 8 hectare en is in omgang vergelijkbaar
met de halve omgang van het stadspark (14,25 ha) of ruim zo groot,
zo niet groter dan het Albertpark. Er is echter weinig te zien, het
gebied wordt ingesloten door de huizen aan de straatkant. Alleen een
hoge blinde muur of een poort (gebouw) verraadt haar
aanwezigheid. Aansluitend was daar het het "Arsenaal".
Op deze site worden op een termijn van 6 jaar, 400 wooneenheden
gerealiseerd in een autovrije parktuin : een 300tal woningen,
appartementen en loften en een 100tal sociale huur -en koopwoningen.
De helft van het terrein wordt publieke ruimte. In het totaal wordt
bijna 2 ha groen voorzien met onder meer een buurtpark en een plein.
De beschermde delen zoals de kapel en de ziekenzalen worden behouden.
Het geheel kreeg ondertussen de naam van 't Groen Kwartier.
De bouw van het arsenaal, het krijgsgasthuis, het latere Militair Hospitaal, dateren van 1899.
Verdwenen gebouwen en instelllingen : - Station Antwerpen-Dokken en -Stapelplaatsen -
Station Antwerpen-Dokken en -Stapelplaatsen
Het station "Antwerpen-Dokken en - Stapelplaatsen" afgekort in Antwerpen-Dokken of Antwerpen DS, heette tussen 1843 en 1854 nog gewoon station Antwerpen. Het werd als beginpoort van het Rijnspoor (of Ijzeren Rijn) op 13.10.1843 ingehuldigd en was via de Rijnpoort (en de huidige Rotterdamstraat) met het destijdse station Borgerhout (nu Antwerpen-Centraal) met spoorlijn 25 verbonden.
Toen in 1854 dit laatste station van naam veranderde in Antwerpen-Ooststation werd de naam van het eindstation eerst in Antwerpen-Hoofdstation veranderd en daarna, naar zijn ligging tussen het Willemdok en de Koninklijke Stapelhuizen (op de latere Entrepotkaai), in station Antwerpen-Dokken -en Stapelhuizen, zoals het tot bij de afbraak heette. Het station werd in 1854 via het latere station Antwerpen-Dam ook met spoorlijn 12 verbonden.
In 1873 werd de rechtstreekse verbinding met het toenmalige station Antwerpen-Oost verbroken en werd een nieuw stationsgebouw voor goederen met opschrift Goederenstation Antwerpen Dokken en Stapelplaatsen en jaartal MDCCCCLXXIII aan de oostkant van de Noorderplaats geopend dat via het oostelijk ringspoor omheen de stad te bereiken was.
In 1877 werd het station via de Scheldekaaien met het nieuwe station Antwerpen-Zuid verbonden.
In 1990 werd het gedeelte aan de Koninklijke Stapelplaatsen aan de Entrepotkaai afgebroken.
In 2000 werd het goederenstation samen met de goederenafdeling van
het station Antwerpen-Dam gesloten en in 2001 werden de sporen tussen
de beide stations opgebroken. Het wordt nu als onderdeel van het park
"Spoor Noord" ingericht.
Vanaf januari 2007 werd de vijfbeukige loods, met de karakteristieke
beeldbepalende muur langs de Ellermanstraat, afgebroken in het kader
van het plan van de Hogeschool Antwerpen
om er een nieuwe campus te bouwen die tegen 2010 zal openen. Begin
april 2008 is de sloop van het frontgebouw aan de Noorderplaats
begonnen om er een fietsbrug over de leien te plaatsen. Zo gaat met dit
"Noorderstation" het laatste stukje erfgoed aan de Noorderplaats
verloren.
Op 12 augustus 2008 stond enkel nog een deel van de
voorgevel (poort met inschrift MDCCCLXXIII) nog recht. Op dinsdag 30
september werd de laatste rechtopstaande muur (5 raamopeningen
gelijkvloers en 3 ramen op het 1ste verdiep) gesloopt en op donderdag 9
oktober moesten de laatste bovengrondse keldermuren eraan geloven.
Bronnen : - Wikipedia
- Bestand van Wikipedia Commons, gelicenseerd door Creatives Commons,
Verdwenen instellingen : - Grand Bazar en Vaxelaire Claes aan de Groenplaats -
Grand Bazar en Vaxelaire Claes
In 1885 opende de "Grand Bazar du bon marché" haar deuren. Dit luxe warenhuis werd in de volksmond snel Grand Bazar genoemd en het werd meteen een begrip tot zelfs ver buiten Antwerpen. De opening van het warenhuis zorgde er ook voor dat de Groenplaats een modecentrum werd.
Amper een jaar na de opening van de Grand Bazar opende ook Vaxelaire Claes een luxueus warenhuis. Beide warenhuizen waren een begrip voor de Antwerpenaren en brengen leuke herinneringen en een mooie geschiedenis.
Vandaag bestaan deze niet meer in hun oorspronkelijke vorm, maar ze leven wel verder. Vaxelaire Claes maakte plaats voor de Karel de Grote-Hogeschool en op de plaats waar vroeger vanalles verkocht werd, slapen nu de gasten van het Hilton hotel.
Toch leeft de Grand Bazar nog verder op een andere manier, want het nieuwe winkelcentrum achter het Hilton hotel wordt nog steeds zo genoemd. Ook dat toont aan dat het warenhuis van 1885 zeer belangrijk is geweest.
Het moderne GB-shoppingcentrum van nu vormt het grootste shoppingcentrum van de binnenstad met een 50tal winkels.
De oude stadsmagazijnen in de Keistraat 5-7, die al jaren onderkomen waren werden gerenoveerd en de herbestemming van dit historisch waardevolle stadsgebouw was het eerste project in de buurt. Het gebouw is er nog maar het Stadsmagazijn werd een "ontmoetingscentrum", een plaats waar bewoners elkaar ontmoeten. Het werd gerenoveerd tot een modern ontmoetingscentrum met vier polyvalente zalen, twee onthaalruimtes, één danszaal, twee kleedkamers met douches en één keuken. "Het atelier", de cafétaria van het Stadsmagzijn is uitgegroeid tot een echt treftpunt voor de buurtbewoners. Iedereen is er welkom van dinsdag tot zaterdag.
Het team van het Stadsmagazijn programmeert zelf een gevarieerd aanbod aan socio-culturele activiteiten voor de hele buurt : dans -en bewegingscursussen, culinaire avonden en open ateliers.
Het is ook het eindpunt van de "Ruienwandeling" (zie wandeling nr 26 in dit blog), die hier terug bovengronds komt.
Bron : - "Een Rode Draad" in het Schipperskwartier - Editie 2007 - Stad Antwerpen : projectuitvoerder - sociale zaken - wijkwerking. - Foto : afkomstig van de studenten en docenten van het Stedelijk Instituut voor Sierkunsten en Ambachten en de Stedelijke Nijverheidsschool, Antwerpen.
Vele toeristen komen naar Antwerpen om het oude stadscentrum te bezoeken maar laten angstvallig de omgeving van de Sint-Paulusplaats links liggen. Is dit wegens de bekende "rosse buurt" voor haar prostitutie of de zo fel gekende Falconplein met zijn vele winkeltjes in namaak goederen. Neen ! deze tijd is al lang voorbij, de prostitutie blijft in een beperkte en goed afgebakende zone en de winkeltjes werden oordeelkundig opgedoekt, zodat er gedacht kon worden aan een nieuwe toeristische trekpleister.
De oplossing bleek onder de grond te zitten. Onder de Sint-Paulusplaats komen maar liefst 4 ruien , voormalige ondergrondse afwateringskanalen, bij elkaar in de zogenaamde ruienkapel, een archtitecturaal hoogstandje op vlak van gewelfbouw. De moeite om een bezoek te brengen in de Antwerpse onderwereld.
Sinds mei 2005 kan de stad ook ondergronds bezocht worden met een ruienwandeling. Toerisme Antwerpen organiseert geleide publieksbezoeken door het voormalige rioleringssysteem. Op het programma staat de boeiende geschiedenis van de Antwerpse waterhuishouding, maar ook wilde verhalen over ontsnappingsroutes en anecdotes over geheime boodschappen in de Antwerpse onderwereld.
U kunt kiezen tussen een bezoek aan het Ruihuis zonder gids of een Ruienwandeling van drie uur onder begeleiding van een gids.
Een gigantisch, lang verborgen monument Reeds
vanaf de Middeleeuwen beschikt Antwerpen over een uitgekiend net van
waterwegen: de ruien, vlieten en vesten. Oorspronkelijk gegraven als
verdedigingsgordel, werden ze vervolgens gebruikt als binnenhaven en
watervoorzieningssysteem. Eeuwen later dienden die oude stadskanalen
meer als riool en daarom werden de ruien overwelfd. Zo verdween dit
unieke erfgoed uit het stadsbeeld en het geheugen. Sinds 2005 kan je
dit verborgen patrimonium terug ontdekken via het Ruihuis en in 2008
wonnen de Antwerpse ruien verdiend de Vlaamse Monumentenprijs.
Avontuurlijke ruienwandelingen Dankzij
een ingrijpende sanering van het afvalwaternetwerk, kunnen groepen de
ruien nu vanuit het Ruihuis veilig verkennen onder leiding van een
ervaren ruigids. Oude gewelven, fundamenten, bruggen en sluizen
spiegelen de historische stadskern boven je hoofd. Tweederde van het
programma is een soms wat modderige ondergrondse tocht met tal van
interessante weetjes en geheimzinnige anekdoten. Na een korte pauze,
brengt de gids je bovengronds terug naar het Ruihuis.
Nuttige tips Antwerpen Toerisme & Congres, de
medewerkers van het Ruihuis en de ruigidsen waken over veiligheid en
comfort tijdens je ruiwandeling. Het Ruihuis stelt laarzen en zaklampen
ter beschikking. Een geschikt beschermpak en een rugzakje voor je
schoenen en jas zijn in de toegangsprijs inbegrepen. Trek geen rok
of dikke jas aan en vermijd overtollige handbagage of regenschermen mee
te nemen: er is immers geen vestiaire in het Ruihuis!
Om
veiligheidsredenen, bijvoorbeeld bij hevige regenval, kan het gebeuren
dat de ondergrondse wandelingen niet kunnen doorgaan. In voorkomend
geval vindt een bovengrondse wandeling plaats. Deze wandeling start in
het Ruihuis waar u kennis maakt met de Ruien aan de hand van een
filmpje en indien de situatie het toelaat u een stukje Rui per boot
verkent. Bij deze vervallen de toegangstarieven.
De wandeling vertrekt aan de Suikerrui en de bezoekers komen terug "boven water" in het hart van het Schipperskwartier, in de Keistraat 5-7, in het buitenterras van het ontmoetingscentrum "Het Stadsmagazijn".
Openingsperiode
- RUIenbezoek Ind. (zonder gids):
RUIenbezoek Ind. (zonder gids): alle dagen vanaf 9u30 tot 17u30
(behalve op woensdag, kerst- en nieuwjaarsdag) - RUIenwandeling
Ind.(met gids): Alle dagen om 11u en 13u (behalve op woensdag, kerst-
en nieuwjaarsdag)
foto : Pascal Vyncke, SeniorenNet.be Link : http://www.SeniorenNet.be
Welke Antwerpenaar kent het woord "pagaddertje" niet en weten ze wel waar die naam vandaan komt ?
Volgens Wikipedia is de naam pagadder" afgeleid van het Spaanse woord pagadores".
Dit waren de betaalmeesters van de soldij voor de Spanjaarden die in
Antwerpen gelegerd waren en die te klein van stuk waren om deel te
nemen aan de gevechten. Vandaar de latere bijnaam voor kleine kinderen
die nu nog gebruikt wordt: pagadders".
Een pagaddertoren is daarentegen een uitkijktoren die in sommige havensteden (o.a. Antwerpen, Gent, Brugge) in de Spaanse tijd
werd gebruikt door reders om hun schepen te zien aankomen. Dagen van
tevoren stonden zij op hun torentjes de einder af te turen in de hoop
de hun vertrouwde vlag van hun schip (meestal geladen met specerijen)
boven de kim te zien verschijnen.
Waar vinden we deze typisch Antwerpse pagaddertorens ? Het waren
traptorens die los van het gebouw stonden en waar je de Schelde kon
zien. Het was vooral een statussymbool. Een huis zonder toren in dit
lage land, dat was maar niks, het was een kwestie van prestige.
Hoeveel zijn er nog ,? - op de Guldenberg is er nog een overblijfsel van een pagaddertoren, die gerestaureerd en opgenomen werd in een modern privé gebouw. - in de Wisselstraat, de Mooren-toren, te vinden in een privétuin. - in de Oude Beurs, in de tuin van Hotel Rubens. - in de Spanjepandsteeg, op het binnenplein van het huis "den rijn". Eén van de meest bekende en traditionele torens. - in de Heilig Geeststraat, in de privétuin van Guido Derckx, restaurateur van de kathedraal van Antwerpen. Vanaf deze toren heeft men een prachtig zicht op de Schelde.
Bronnen : - foto uit Fotodatabank van het Seniorennet - Wikipedia - GvA dd. Vr 3.9.1999 : artikel van Anke Michiels over de onthulling van de 5 laatste pagaddertorens, door stadsgids George Van Cauwenbergh - AMA
Het Oosterhuis of Hanzehuis lag in noord-Antwerpen aan het Eilandje en
scheidde met de vooruitstekende kade het Bonapartedok en het Willemdok. Aan
de west-kade (Bonapartedok) is het de Nieuwpoortkaai. De noord-kade is
de Veurnekaai waar de Nassaubrug het verbindt met de Sint-Laureiskaai.
Aan de oost-kade noemt het de Oostendekaai aan het Willemdok. Aan de
zuid-kant gaf het de verbinding met de Hanzestedenplaats,
Sint-Aldegondiskaai en de Godefriduskaai. Daarop stond het voormalige Oosterhuis. Het werd opgetrokken tussen 1564 en 1568. Het fungeerde als zetel van de Duitse Hanze in Antwerpen.
Op deze plaats komt nu het MAS
(museum aan de stroom). Dat torengebouw zal een hoogte bedragen van 62
meter. Vermoedelijk zal het op 14 mei 2011 haar deuren openen. Het
vertelt het verhaal van de stad, haar inwoners, de stroom en de
haven. De ruggegraat zijn de voormalige collecties van het Nationaal
Scheepvaartmuseum en delen van het Museum Vleeshuis: een verzameling
van 400.000 items. Het gebouw is ontworpen als een stapelhuiis met
tentoonstellingsruimten, een café, een panoramisch restaurant en een
verticale wandel boulevard.
Het Oosterhuis of Hanzehuis
Bronnen : - Wikipedia - Antwerpen, Werf van de Eeuw, een nieuwe fase.
Antwerpen kende
vroeger verschillende "vlieten" die langs de Schelde lagen en dienst
deden als kleine binnenhavens. Deze waren van weinig nut want bij lage
tij liepen ze leeg zodat er praktisch geen waterverkeer mogelijk was.
De namen van deze vlieten bestaan nog doch de echte vlieten zijn
verdwenen. Zo waren er 4 vlieten, beginnende vanaf het Noorden waren er
de
BROUWERSVLIET Eens de drempel van
de Nieuwstad met zijn populair "'t kaaiken" of "Zeeuwsche Koornmarkt"
voor het lossen van Noors hout en Engelse goederen. In 1882 kwam deze vliet te vervallen tot "klein Boulevarken". Sedert 1933 rijden er onder de Brouwersvliet, in de aangelegde "konijnepijp" of "Imalsotunnel" auto's . In juli 1895 werd het kasteelachtig Loodswezen van H. Kennes en F.J.A. Truyman, ingewijd. Alleen het museum Brouwershuis herinnert aan haar vergane glorie.
Wij begeven ons via de Scheldekaaien richting zuid en komen aan het
SINT-PIETERSVLIET Deze vliet was eens een binnenhaven en dankt haar naam aan een oude kapel die zich in de omgeving bevond (St.-Pieter ?) Hier
stond het van 1894 tot 1899 gebouwde Tolhuis van de heren Geefs en
Schadde, modearchitecten, gespecialiseerd in de " vaderlandsche
iconografie". Nu staat er op deze plaats een burelencomplex.
De volgende vliet die we tegen komen is de
KOOLVLIET, HOLENVLIET, HARINGVLIET of KOOLKAAI
De naam Koolvliet (nu kaai) komt zeker van de houtskoolschepen die er werden gelost. Zij was de traditionele schuilplaats voor deze schepen, met als turf de brandstof bij uitstek. Ze
diende als gracht voor de stadsomheining van de 12° eeuw en werd vanaf
1417 gebruikt als thuishaven voor de Antwerpse vissersvloot waardoor ze
ook de "Haringvliet" werd genoemd.
De laatste vliet die we tegenkomen is de
SINT-JANSVLIET
Deze
vliet was in ongeveer 1200, de zuidelijke grens van de stad. Na de
overwelving van de vliet werd in 1884 de monumentale Waterpoort van 1624,
die vroeger bij te Maaigat voor de Vlasmarkt stond, naar hier
overgebracht. Sedert 1931 dient de vlietbedding voor het
onderbrengen van de voetgangerstunnel waarvan het verluchtingsgebouw de
plaats van de Waterpoort innam. Deze werd in 1936-37 heropgericht aan
de Gillisplaats.
Brouwersvliet
Sint-Pietersvliet
Verdwenen Tolhuis aan het Sint-Pietersvliet
Bronnen : - Atlas van Antwerpen van Roger Binnenmans en George Van Cauwenbergh - foto's van Henk Bruers, Stadsarchief Antwerpen en skyscraper
Verdwenen gebouwen en instelllingen : - De Koninklijke Stapelhuizen - -
De Koninklijke Stapelhuizen of in Antwerps "den Entrepot"
Deze waren vroeger gevestigd aan het Willemdok en waren één van de eerste betonconstructies in België. Het werk was van Hennebique die het gewapend beton verwerkte in de industriële bouw.
Zij werden opgericht in 1830 . De eerste steen weg gelegd op 6 mei door koning Willem II. Het gebouw werd gebouwd op kosten van de Staat om douanegoederen in onder te brengen.
In 1870 werden ze eigendom van de Société des Docks-Entrepôts om in 1883 eigendom te worden van de stad.
In 1901 brandde "den Entrepot" zoals de sinjoren hem noemde af. De brand duurde een volle week en om van de fouten te leren werden er deze keer brandgangen aangelegd in het snelle opgerichte gebouw.
In 1968, door een beslissing van de gemeenteraad van de stad Antwerpen, om de stapelhuizen te verkopen, ontstond veel heibel en werd een menselijk cordon rond het gebouw gelegd.
In 1990 werd begonnen met de afbraak en in de plaats kwam er een complex en nu bijna 20 jaar later werd het, het AMCA (Administratief & Maritiem Centrum Antwerpen), de grootste kantoor realisatie ooit in Antwerpen - bijna 100.000m2
Bronvermelding : - Brochure van het Koninklijk Entrepot van Project² - Foto uit het boek "Het eilandje van Kris Geelen", uitgever Cor Bezemer
Verdwenen gebouwen en instelllingen : - Antwerps Badhuis, Lange Gasthuisstraat -
Antwerps Badhuis,Lange Gasthuisstraat
Op 9 september 1898 was architect Jos Hertogs klaar met de definitieve plannen voor de bouw van het Antwerp Badhuis en werd een bouwaanvraag ingediend bij de stad.
Het eerste "echt overdekt" zwembad, waarvan de werken jaren in beslag namen, werd pas in februari 1901 geopend aan de Lange Gasthuisstraat 28, waar vooreerst het hotel van notaris Albert Van der Schoot was gelegen, en kreeg de naam van "Antwerps Badhuis".
Het gelijkvloers telde 3 zwemkuipen van 10 bij 16 meter, vooraan op het gelijkvloers een tweedeklassebad en daarachter eersteklassebaden met afzonderlijke baden voor mannen en vrouwen. Rondom de baden en op de gaanderij bevonden zich de kleedhokjes. Naast de gezamenlijke doucheruimtes bij ieder zwembad waren er ook individuële douchecabines. Voor de tweede klasse-zwemmers bevonden zich achter de inkomhal, de eerste klasse-douches die in de kelder waren ondergebracht. Op de eerste verdieping waren de medische baden, zoals inhalatie-, de licht - en de elektrische baden, ondergebracht met daarachter een Zweedse gymnastiekzaal van 11,50 bij 10,50 meter.
De kelder van het badhuis bood plaats aan de verwarmingsinstallatie, de keuken en de wasserij. De Joodse gemeenschap te Antwerpen scheen er terecht te kunnen voor haar rituele eigen waterbaden.
Bij de inkom van het badhuis was er een fietsenstalling en een bureauruimte. Daarboven bevond zich de eetzaal en het salon.
Op de plaats waar het Antwerp Badhuis was gelegen, bevinden zich nu de gebouwen van het Klein Raamtheater en de Dexiakantoren.
Bron : - Sport in 't stad, Antwerpen 1830-1914 door Marijke Den Hollander. - foto van het Antwerps Badhuis : mits toelating van www.collectomania.be
Wandelen in oud Antwerpen Vertrek op de Grote Markt en aankomst op Grote Markt.
Onze wandeling begint op de Grote Markt waarvan de west-zijde wordt ingenomen door het Stadhuis.
Het is één van de oudste voorbeelden van Italiaanse renaissance in de Nederlanden. De eerste geleding van de topgevel wordt versierd met 3 wapenschilden : links dat van het hertogdom Brabant, in het midden dat van koning Filips II en rechts het wapen van het markgraafschap Antwerpen. Tussen deze 3 vergulde wapens staan in 2 rondboognissen beelden die de deugden van de stad uitbeelden, nl. rechtvaardigheid en wijsheid. Eén bouwlaag hoger staat in een centrale nis een O.-L.-Vrouwebeeld van de hand van Filips De Vos uit het einde van de 16° eeuw.
Voor het stadhuis, waar tot 1882 de Vrijheidsboom stond, staat het bronzen standbeeld van Jef Lambeaux. Het dateert uit 1887 en stelt Brabo voor die de hand van de verslagen reus wegwerpt.
Voor de geïnteresseerden : Brabo heeft te Antwerpen nog 3 broers. Eén op de putkevie van Quinten Metsijs (Handschoenmarkt), één boven op het Loodswezengebouw, en één op een huis aan de Cogels Osylei, alle drie afgebeeld in Romeinse krijgsuitrusting.
Volgens een 15° eeuwse auteur, Willem van Berchem uit Nijmegen, verklaart de naam Antwerpen als Handwerpen en maakt de Romein Silvius Brabo (Brabant) tot repliek van de zwaanridder. Hij laat hem de toleisende reus Druwoen Antigoon verslaan waardoor het land tussen Rijn en Schelde vrij zal worden en Brabant heten. De oude Antwerpse bekommernis om de vertolde Schelde, de enige uitgang naar zee, open te houden, komt hier tot uiting. Daarom werd de Brabofontein op dezelfde plaats geplaatst waar men de vrijheidsboom plachtte te planten.
Aan de noord- en zuidzijde van de Grote Markt bemerken we de gildenhuizen, zoals in het nr 5 het "Cuypershuis" met zijn natuurstenen renaissancegevel waarop een driehoekig ponton met het vergulde beeld van St.-Matthias, de patroon van de kuipers. In het nr 7 het huis "Spaengien" met het romantisch ruiterstandbeeld van Sint-Joris met de draak. Verder aan het nr 21 het huis "den Beer" met zijn gevel in harde blauwsteen.
Aan de andere zijde van de Grote Markt vindt men "het Gulden Schaap" en "St.-Jacob" tot één huis samengevoegd (nr 24). Verder aan het nr 38 nog het huis "de Balans" en aan het nr 40 het huis "Rodenbach".
We verlaten de Grote Markt langs de zijde van het Stadhuis. Op de hoek van de Suikerrui, in één mooi aangelegd tuintje, het bronzen beeld van de Buildrager van Constantin Meunier van rond 1885, met als tekst "Arbeid - Recht".
Men herdenkt hier het heldhaftig verzet van de havensjouwer tegen de V-wapenaanvallen 1944-1945, nl. de "bibbergeld"-episode, van daar het parool "Arbeid Vrijheid".
Nu steken we de Suikerrui over richting Hoogstraat waar we in de nrs 3 en 5 respectievelijk de huizen "den Baers" en "den Houten Hondt" aantreffen.
We nemen nu rechts de smalle Kleine Pieter Potstraat met vooraan rechts "den Granaatappel" (nr 21). Aan het einde van de straat komt men in de Grote Pieter Potstraat, waar men naar links gaat. Van waar de naam Pieter Pot ? De straten danken hun naam aan de Dordrechtse zakenman Pieter Pot, die zich in 1415 in Antwerpen vestigde, en op zijn grond een kapel, toegewijd aan Sint-Salvador oprichtte samen met het latere aalmoezenhuis. Van dit alles rest nog het eenvoudig zaalkerkje met puntgevel (nr 13). Verderop aan het nr 24 is "den Hopsack" gelegen, met zijn mooie spiegelboogdeur en ovalen bovenlicht. Op het einde van de straat, boven aan een pakhuis, ziet men nog de resten van een houten hijsinstallatie.
Vervolgens slaan we links af de Vlasmarkt in. Op het einde van de straat slaat men rechts af, opnieuw de Hoogstraat in. Op de straathoek een gekroond O.L.V.-beeld met kind aan de hand. In het nr 62 het huis "den Peerboom" met onder de ramen van de eerste verdieping de bas-reliëfs van taferelen die het leven van Sint-Jozef en van de Heilige Familie voorstellen.
Alvorens links af te slaan, de Heilige Geeststraat in, houden we een halt bij het
Sint-Julianusgasthuis (Hoogstraat 70-72), dat tot doel had arme vreemdelingen op doorreis in Antwerpen gedurende enkele nachten te herbergen. Hieruit ontstond de traditie van de jaarlijkse Pelgrimstafel, waarbij op Witte Donderdag een maaltijd wordt aangeboden aan 12 pelgrims of aan 12 armen van de stad.
In de H. Geeststraat vindt men in het nr 9 huis "Draecke" één van de gaafst bewaarde Antwerpse patriciërswoningen.
Voorbij de bocht van de H. Geeststraat komt men dan op de Vrijdagmarkt. In het midden van het plein staat op een sokkel een beeld van de H. Catharina,
patrones van de oude-klerenkopers.
In de hoek van het plein het "Plantin Moretusmuseum" met boven de ingangspoort een cartouche van de hand van A. Quellin uit 1640, een passer, het kenteken van Plantin, geflankeerd door 2 figuren die een kroon vasthouden boven het devies van Christoffel Plantin "Labore et Constantia"( door arbeid en volharding).
Via de Leeuwenstraat en even de Reyndersstraat komt men in de Pelgrimstraat. De Pelgrimstraat werd genoemd naar de 13° eeuwse herberg "De Pelgrom" waarvan Jan Heyns, de schoonvader van Q. Matsijs, de uitbater was.
Via een smalle doorgang komt men in de "Vlaaikensgang",
waar toonzalen voor antikwiteiten en een restaurant zijn ondergebracht, zonder aan de intieme sfeer te raken. Onmiddellijk bij het binnenkomen ondergaat men de rust van een oase in de drukke binnenstad. Langs de smalle gang en 3 binnenplaatsjes komt men uit op de Oude Koornmarkt. A. Lattin zegt met recht : "prachtige straat door haar lijnrichting, haar gevels en haar stadsbeelden".
Via één van de tegenoverliggende straatjes komt men op de Handschoenmarkt met zijn prachtige O.L.V.-kathedraal, de grootste gotische kerk van de Nederlanden, met zijn 123 (ten noorden) en zijn 65 meter (ten zuiden) hoge torens. Net als de Groenplaats (Groen kerkhof) ook een voormalige begraafplaats, maar dan het "Klein of Steenen Kerckoff" genoemd vanwege de kasseien. In de 16° eeuw stonden er kraampjes voor handschoenenverkoop. De uit de 1490 daterende putkevie
zou van de hand van Q. Matsijs zijn en bekroonde vroeger de bornput voor het oude Stadhuis. Quinten werd op dit kerkhof begraven. Tegen de gevel van de kerk hangt nog een replika van zijn grafsteen. Tegen de zuidtoren van de kathedraal, staat een beeldengroep van de hand van Jef Lambeaux, die een werkplaats met steenkappers voorstelt.
Via de Jan Blomstraat, eens Molengat of Rioolstraat geheten, komen we dan op de Groenplaats, het vroegere kerkhof van de kathedraal. In het midden van het plein staat het bronzen standbeeld van
Pieter Pauwel Rubens.
Rond dit standbeeld is er heel wat te doen geweest. Omtrent 1843 versiert het wel de Groenplaats, maar het heeft een hele tijd geduurd alvorens men een geschikte plaats voor het beeld van de grootste aller Vlaamse schilders gevonden had. Men wilde het op het toenmalige Burchtplein, anderen wilden het weer elders. Toen men het tenslotte wilde onthullen op het Burchtplein bleek het dat de gieterij niet klaar was en men onthulde dan een voorlopig plaasteren model. Toen men met het bronzen beeld aankwam viel het van de wagen. Zodat men met onze Rubens nog al wat last heeft gehad voor hij goed en wel op zijn voetstuk stond. Rubens staat er afgebeeld in de kledij van ambassadeur en heeft enige zinnebeelden der schilderkunst aan zijn voeten.
Langs de St.-Pieterstraat komt men op de Melkmarkt en wandelen we verder tot men rechts de Wijngaardstraat ingaat, zo komt men op het Hendrik Conscienceplein, dat lange tijd de naam "Jezuïetenplein" droeg. De naam ligt voor de hand. De ouwe heer zit een beetje afwezig naar de
duiven te kijken.
Hij rust hier uit na zijn volk te hebben leren lezen en koos hiervoor een stoel voor de gevel van de Stadsbibliotheek. Het standbeeld van Hendrik Conscience is van de hand van F. Joris. Het meest in het oog springend is echter de rijk versierde, barokke St.-Carolus Borromeuskerk.
De gevel is opgetrokken in Balegemse zandsteen en blauwe hardsteen voor de hoofdgeledingen. De monumentale deur wordt geflankeerd door rondboognissen waarin de beelden van St.-Petrus en St.-Paulus prijken.
We verlaten nu het Hendrik Conscienceplein langs de doorgang naast de kerk om zo in de
Wolstraat te komen . Ga nu even naar links, steek de straat over, maar let op het tramverkeer, en open de eenvoudige deur aan het nummer 37. Lees het straatnaambord boven de deur, nl. "Bontwerkersplaats",waar sinds 1422 het godshuis van de pelsmakers was. Achter deze deur een prachtig zicht op de plaats.
Bij het buitenkomen gaan we naar links tot op de Wijngaardbrug om daarna rechts de St.-Katelijnevest in te wandelen. Van hieruit kan men de hoge kerktoren van Carolus Borromeus zien.
Vervolgens nemen we links de Lange Nieuwstraat, doch werpen onze blik even naar rechts in de Korte Nieuwstraat, waar we
een prachtige calvarieberg opmerken.
Links vooraan in de Lange Nieuwstraat aan de nummers 3-5, het voormalig St.-Niklaasgodshuis met zijn Sint-Niklaasplaats.
Centraal op het pleintje staat een waterput met pomp en een hardstenen pompzuil waarop een witstenen beeld van St.-Niklaas.
Juist tegenover de St.-Niklaasplaats, rechts in de Lange Nieuwstraat bevindt zich de
Schippersbeurs (nr 14 ) met bovenaan een bas-reliëf van een schip. Onmiddellijk rechts ziet men in de Borzestraat de Handelsbeurs, dat eens het centrum was van de handels- en geldmarkt.
We wandelen verder tot aan de St.-Jacobstraat en slaan hier links af, waar we de conturen van de Sint-Jacobskerk opmerken.
Aan de Sint-Jacobsmarkt gaan we rechts, passeren het Frans Halsplein met het beeldje van het
"Oasemannetje", die zijn jas opent en zijn hart laat zien. De tekst op de sokkel : "er zit een hart onder mijn jas" met verwijzing naar de Bond Zonder Naam, om vervolgens links de Lange Sint-Annastraat in te wandelen. Aan de rechterzijde van de straat bevindt zich het klooster der grauwzusters (nr 7), die zich op het einde van de 17° eeuw te Antwerpen vestigden om de pestlijders te verzorgen. Op de eerste verdieping onder het baldakijn een Franciscusbeeld, een kopie van het beeld van Sint-Franciscus van Assisië.
In de Korte Sint-Annastraat heeft men een goed zicht op de Van Straelentoren,
die 6 verdiepingen telt. Van Straelen was de vroegere burgemeester en schepen van Antwerpen.
Van de vroegere gebouwen en de uitkijktoren blijft alleen de originele buitengevel langs de Korte Sint-Annastraat en de Van Straelentoren over. Het torenpaviljoen, in renaissancestijl, werd getekend door de stadhuisarchitect Cornelis Floris. Op de toren wijst een gulden draak de wind, de draak verwijst naar de familie van de moeder van Van Straelen die behoorde tot de Antwerpse schepenfamilie Draeck. In 1567 werd Van Straelen op last van de hertog van Alva onthoofd en zijn goederen werd verbeurd verklaard.
Langs de Rozenstraat komt men op de Ossenmarkt. Midden op het plein een O.L.V.-beeld op een hoge arduinen pijler.
In de aangrenzende Rodestraat, het Begijnhof (nrs 39-41), met boven de laat-barokke toegangspoort, in een rondboognis, het beeld van de Heilige Begga. Hier is nog voldoende bezienswaardig materiaal en hystorische herinneringen voorhanden om er een tijdje aangenaam te vertoeven.
In de kerk zelf kunnen we rechts in de kruisbeuk de "Kruisafneming" van Jordaens en links " De bespotting van Christus" van Adam Van Noort bekijken. (Nota auteur : de kerk is alleen te bezichtigen elke woensdag van 11.00 uur tot 14.00 uur).
In de kapel bemerken we het beeld (18° eeuw) van de z.g. "Sprekende God" Zoals George Van Cauwenbergh beschrijft in zijn "Gids voor Oud Antwerpen", verhaalt de legende dat dit beeld tijdens de komst van de Fransen in 1798 tot een biddend begijntje zei : "Draag mij in de kelder" wat het mensje eigenhandig deed. Na het vertrek van de snoodaards waren er 3 sterke mannen nodig om het terug op zijn plaats te krijgen.
Wanneer we terug buiten komen zien we helemaal links in een hoekje tegen de kerkgevel een "pisseintje" of "urinoir"
Wat staat dat daar te doen en wat moesten de Begijntjes daar mee beginnen ? De uitleg is simpel, nl. dat in die tijd een Belgische wet voorschreef dat aan ieder kerkgebouw zo'n ding moest staan.
Rond de tuin, staan huisjes in traditionele bak -en zandsteen en tellen 2 verdiepingen.
Via opnieuw de Ossenmarkt en de Lange Winkelstraat komt men aan de voormalige kloosterkerk van de anonciaden, die vooral gekend waren als gasthuisverzorgsters.
Vervolgens gaan we naar links, de Grote Kauwenberg in, om even later rechts de Prinsstraat te nemen, waar de Universitaire Faculteiten St.-Ignatius zijn gelegen. De kern hiervan wordt gevormd door het "Hof van Liere". Arnold Van Liere (burgemeester-koopman) was eigenaar van dit pand en het was speciaal ingericht voor hoge gasten, en kreeg de naam mee van "Prinsenhof". Hierdoor kreeg de straat eveneens de naam van Prinsstraat. Een goed gekozen naam voor een schitterende woning met liefst een lange voorgevel die 72 meter meet.
In de Prinsstraat gaan we naar links, de Gratiekapelstraat in, om op het einde van de straat, rechts, in de Keizerstraat te gaan. In deze straat aan de nrs 21-23 de "Keizerskapel of St.-Annakapel".
Aan de nrs 10-12 het "Rockoxhuis". Dit was vermoedelijk de gewezen woning van burgemeester Nicolaas Rockox, de oude. Hier kan men een prachtige kunstcollectie bewonderen.
Verder in de straat hebben we nog aan het nr 8 "Het Frans Snijdersstraat", genoemd naar de schilder Frans Snijders.
en aan het nr 9 het knappe huis Delbeke, verworven door Baron August Delbeke in 1897. Bekijk de barokke gevel en de originele toegangspoort met een bas-reliëf - 2 zeepaarden en hun menners - toegeschreven aan Artus Quellin (17° eeuw).
Aan de Ambtmanstraat gaan we naar rechts, en bekijken we de huizen genummerd van 4 tot 14, nl. "De Groote Lely" eens bewoond door Willem van Halmale, ridder en amman van Antwerpen. De Amman, zoals de sinjoren hem noemde, was zeer lang een van de voornaamste stedelijke ambtenaren die in burgerlijke delicten namens de hertog recht sprak, in tegenstelling tot de Schout die de criminele processen leidde. Nu is de Groote Lely verdeeld in 3 huizen, nl.: "De Kleijne Lely" en "de Twee Halve Lelyen". Vervolgens komen we alzo in de Mutsaertstraat .
Hier bevindt zich het Koninklijk Academie voor Schone Kunsten of kortweg "Academie"
(nr 31), opgericht in 1662 door David Teniers.
We slaan opnieuw links af, de Minderbroederstraat in, waar in het nr 22 het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven is ondergebracht.
Aan de Minderbroedersrui gaan we naar rechts tot aan de Lange Koepoortstraat, waar we even de straat volgen om onmiddellijk rechts de Zwartzusterstraat in te wandelen. In de zijstraat, links, de Stoelstraat met houten gevel (nr 11), de enige houten gevel die nog bestaat.
Terug in de Zwartzusterstraat komt men aan het klooster der Zwartzusters (nr 25), die zich in hoofdzaak met ziekenverzorging bezig hielden. We vervolgen onze weg tot aan het einde van de straat en komen alzo op de Veemarkt, waar zich de Sint-Pauluskerk bevindt, de voormalige kerk van de dominicanen of predikherenorde.
met een uitzonderlijk rijk kunstwerk. Via een portaal in de kerk, met aan weerszijden de beelden van St.-Paulus en St.-Dominicus, komen we op een oude begraafplaats van het klooster waar een
"Calvarieberg" werd ontworpen.
Langs de Veemarkt en de Vleeshouwersstraat komt men aan het Vleeshuis. Via de trappen van de Repenstraat dalen we naar beneden naar de Palingbrug en gaan we onder het gewelf door tot op de Burchtgracht, doch draaien onmiddellijk naar rechts om even de "Calvarie" te bekijken op de Drie Hespenstraat.
Langs de Vleeshuisstraat komt men op de Jordaenskaai waar men een prachtig zicht heeft op het Steen
en Lange Wapper, de schrik der dronkaards.
Deze komt 's nachts tevoorschijn en achtervolgt de dronkaards. Eerst als een klein mannetje, maar hij kan zichzelf steeds groter en groter maken, tot hij boven de huizen uitsteekt. Als de dronkaard, hijgend en zwetend, thuiskomt kijkt Wapper door het raam naar binnen.
Soms vermomt hij zich als een klein kind om moedermelk te kunnen drinken. Als een moeder dit kind meeneemt om te verzorgen en in een wiegje te stoppen, laat Lange Wapper zichzelf zo groot groeien dat hij niet meer in de kamer past.
Boven de poort bevindt zicht het vergane beeldje van Semini (betekent zaad).
Dit zou een Frankisch afgodsbeeldje zijn dat vooral een bijzondere belangstelling had bij de Antwerpse dames, die hem een kindje kwamen afbedelen. Fallisch vruchtbaarheidssymbool dus, maar door de Jezuïeten van zijn voornaamste attribuut beroofd. Semini's kinderen en meer nog "godsjumenas" zijn ook vandaag nog typerende Antwerpse krachttermen.
Langs de Palingbrug en de Krabbenstraat komt men in de Kuipersstraat om alzo in de Oude Beurs aan te komen. Rechts in de straat aan de nrs 8-10 "De Spiegel"
dat bewoond werd door personen en families met aanzien, die nauw verbonden zijn met de geschiedenis van de stad.
Via de Wisselstraat komen we dan terug aan ons beginpunt dat tevens het einde is van deze wandeling.
Wij hopen dat U genoten heeft van deze boeiende wandeling en verwachten U voor een volgende wandeling.
Alfons Van Camp
Nota van de auteur: vele bezoekers en lezers van mijn blog, zullen opgemerkt hebben dat sommige foto's en teksten reeds vervat en besproken werden in afzonderlijke wandelingen (wandelingen van 1 tot en met 25). Aangezien de meeste bezoekers aan Antwerpen, de verschillende wijken niet kennen, werden de wandelingen "wandelen in oud Antwerpen" en "wandeling voor de toerist" speciaal voor hen in het daglicht geplaatst. Bronnen : - Gids voor Oud-Antwerpen van George Van Cauwenbergh en - Stichting Monumenten -en Landschapszorg v.z.w. i.s.m. stad Antwerpen - Wikipedia - De foto's, op enkele uitzonderingen na, komen uit eigen beheer van Alfons Van Camp
Een wandeling voor de toerist : van Centraal Station via Grote Markt en terug -
een WANDELING in Antwerpen : van Centraal Station, via De Keyserlei, Meir, Groenplaats, Grote Markt en terug.
Wanneer men het Centraal Station verlaat komt men op de De Keyserlei, gekend als de "Champs Elysées" van Antwerpen. We bevinden ons nu in het Statiekwartier, de eens zo beroemde wijk met zijn talrijke cafés, clubs -en stripbars. Hier bevond zich ook het Mekka van de film. Na het faillissement van baron Heylen, die alleenheerser was met al zijn opgekochte filmzalen, verviel deze wijk en moesten talrijke filmzalen plaats maken voor zaken, zoals Mac Donald's; Megamarkt, e.a. We gaan nu richting leien en bekijken rechts van de De Keyserlei het UGC-concern, eens was hier de beroemde Cinema Rex gevestigd die na de oorlog getroffen werd door een V-bom, tijdens de gedraaide film "Buffalo Bill" en waarbij talrijke Britse soldaten en burgers het leven lieten.
Wandelen we nu verder in de richting van de leien, dan zien we rechts op de hoek van de De Keyserlei en de Frankrijklei de "Antwerp Tower" en om de hoek, een 50 meter verder het "Operagebouw" .
De opdracht voor de bouw werd door burgemeester Jan Van Rijswijck gegeven in 1899 onder impuls van componist Peter Benoit. De architecten Alexis Van Mechelen en E. Van Averbeke werden hiervoor aangesteld. Uiteindelijk werd het gebouw tussen 1904 en 1907 opgetrokken. Vroeger was hier een overdekte markt, nl. de "Cité".
Wij steken nu de Frankrijklei over, via het verkeerslichten en de voetgangersovergang, zodat we op de Teniersplaats belanden. Hier worden we opgewacht door "David Teniers ".
Schilder van de levensvreugde, was de stichter van de Antwerpse akademie. Het standbeeld werd gemaakt door Jaak Ducaju, leraar aan de akademie.
Vooraleer de Leysstraat in te wandelen bewonderen we de beide prachtige gebouwen op de beide hoeken van de Tabaksvest. 1951.
Het standbeeld van Antoon Van Dijck, sinds 1901 opgesteld in de 'Geuzenhofkes' (Franklin Rooseveltplaats) wordt daar weggenomen en zal tot midden jaren zestig in het stadsmagazijn aan de Desguinlei 'opgeborgen' staan. Na een verblijf op een privédomein in Schilde wordt het beeld in 1982 voor restauratie teruggehaald. Op 9 juni 1983 zal het onthuld worden op de Meir.
Allereerst was dit werk van beeldhouwer Leonard De Cuyper (1808 - 1891) op de 'Museumplaats' ingehuldigd (15 augustus 1856). (Bron : Kroniek 008 - Antwerpse geschiedenis). Kijk ook even naar het standbeeld op de hoek van de Jezus -en Leysstraat, nl. dit van Lodewijk van Bercken,
die vanop jeugdige leeftijd in 1476 een middel uitvond om diamant te bewerken. Een standbeeld dat bezwaarlijk een blikvanger kan genoemd worden, want het prijkt op de eerste verdieping van het hoekhuis. Diamant is reeds van oudsher een bron van Antwerpens welvaart.
Van hieruit hebben we reeds een gezicht op de alomgekende winkelstraat "Meir", de winkelstraat bij uitstek Hier kan men 's namiddags, bij mooi weer, over de koppen lopen, dit in tegenstelling met 's avonds, dan is er geen "kat" te zien. De Meir, "Mere of Meyr" komt voort van een moeras of stilstaand water, een poel dat zich in de nabijheid van de Huidevettersstraat bevond. Volgens ingenieur-architect Hans Janssen van EAP architecten-bureau is de Meir : "in feite meer dan zomaar een winkelparadijs. Ook architecturaal is de straat een unieke belevenis. Dat komt omdat ze een vrijwel aaneengesloten geheel vormt van chique, statige gevels die in verschillende, grote bouwstijlen zijn opgetrokken"". Links van de straat, naast de l'Innovation", bevindt zich de vernieuwde Stadsfeestzaal die 7 jaar geleden afbrandde. De buitengevel werd bewaard en gerestaureerd, evenals de binnenzijde. Het is het "pareltje" van de Meir. De moeite om hier eens binnen te gaan en het mooie plafond en interieur te bekijken. Een must. Deze zaal zal door vele oude sinjoren wel in hun geheugen gegrift blijven als de zaal waar alle stadsscholen hun einddiploma van het Lager Onderwijs moest halen, wat gepaard ging met menige commotie Het stadsbestuur heeft hier werkelijk iets moois gepresteerd. Het interieur is gewoon prachtig en gezellig. Bij het binnenkomen van de zaal wordt men overweldigd door het
prachtig plafond.In het midden is er een rondpunt, een bar waar men rustig kan verpozen en langs alle zijkanten werden winkels ingevoegd. Via de monumentale marmeren trap
komen we op het balkon waar eveneens winkels en zelfs een restaurant werd geopend. Van hieruit heeft men nog een mooier zicht op het interieur. Langs de roltrappen belanden wij bij supermarkt "Delhaize" en megawinkel "Saturn", en nog vele andere winkels, zoals "Blokker", "Casa", enz... Er werd zelfs een uitgang voorzien naar het Hopland, wat goed gezien is, want van hieruit kunnen we de moderne winkels bekijken vooral in de verder gelegen Schuttershofstraat. Een modestraat die in is en waar men tegenwoordig wil zijn. Bij het verlaten van de stadsfeestzaal gaan we links verder op de Meir, maar houden even halt aan kledingzaak C & A. Wie herinnert zich nog cinema "Roxy" ? Deze zaal bevond zich waar nu de "C & A" gevestigd is. Juist aan de overzijde, op de hoek met de Eikenstraat, bevindt zich het "Osterriethhuis",
wordt terecht beschouwd als een van de mooiste oude patriciërshuizen van de metropool en als een van de meest karakteristieke voorbeelden van de rococostijl in onze streken. Het is het laatste grote werk van de Antwerpse architect Jan Peter van Baurscheit de Jonge (1699-1768). In 1749 kreeg deze de opdracht van weduwe Melchior Jozef van Susteren, geboren Régine-Thérèse du Bois, om een oud herenhuis gelegen op de Meir te verbouwen en uit te breiden. Voor die tijd behoorde dit gebouw toe aan Geronimo en Alonzo d'Espinoza, die het in 1560 hadden gekocht. Later, in 1649, werd het huis eigendom van Jacomo Carenna, een rijke Milanese handelaar en kunstliefhebber. Deze gaf het interieur een weelderig uitzicht.
Bekijk ook de gevel boven de kledingzaak "W.E."
Een prachtige gevel van het huis dat in de 19° eeuw ten onrechte voor de woning van Rubens werd gehouden, maar wel aan zijn familie langs moeder's kant (Maria Pijpelinckx) toebehoorde. Het bovenste gedeelte werd behouden maar in de loop der tijden veranderde het gelijkvloers eerst van supermarkt "Priba" tot kledingzaak "W.E.".
Als we nu de hoek omdraaien bevinden wij ons op de "Wapper". Bekijk even de prachtige "Arend".
Misschien werkt de fontein en zijn de terrasjes van café "Bistro" druk bevolkt. (Spijtig genoeg is de fontein in de winter niet in gebruik en blijven de terrasjes van Café "Bistro" ongebruikt) Rechts van ons op de Wapper, zien wij nog een prachtige gevel, nl. de zijgevel van de Fortis Bank van de Meir.
Aan de overzijde ligt daarentegen het "Rubenshuis". Als jullie wat meer tijd hebben bij een ander bezoek een must om het te bezoeken. Op 1 november 1610 kocht Pieter Pauwels Rubens een pand gelegen aan de Vaartstraat op de Antwerpse Wapper, om er een eigen woning en atelier in de richten, naar eigen ontwerpen. Het duurde wellicht nog tot in 1615 vooraleer hij de woning kon betrekken, maar hij bleef er wonen en werken tot aan zijn dood op 30 mei 1640. Men betreedt het pand via de grote poort en men belandt op de binnenkoer. De blikvanger is onbetwistbaar de majestatische, barokke portiek, die de binnenkoer afsluit van de tuin.
Gaan we nu terug de Meir op dan zien we links achtereenvolgens de prachtige gebouwen van
"De Fortis Bank"
en "Het Koninklijk Paleis".
Voor dat het Koninklijk Paleis zijn bestemming kreeg, stond het in de Antwerpse geschiedenis bekend als het "Hotel van Susteren" naar de bouwer van dit huis. Peter van Baurscheidt was er de bouwmeester van. De voorgevel, die men algemeen als één der schoonste van gans het land beschouwt, is geheel opgetrokken in Bentheimer zandsteen. die zeer fijn van korrel is en nu, na 2 eeuwen, een weergaloze schone tint gekregen heeft. De steenblokken zijn ook zeer merkwaardig door hun uitzonderlijke afmetingen. Ongeveer naast boekhandel "de Slegte" was vroeger het Sint-Jans-Berchmanscollege gevestigd. Dit gebouw bestaat niet meer en zijn hier nu luxeappartementen. Traditie gaat dus plaats maken voor een "trendy" toekomst. Het oorspronkelijk gebouw uit 1889 dat zicht bevindt aan de achterzijde is bijna integraal gebleven. Even verder aan onze lnkerzijde bemerken we een gezellige gaanderij de "Meir's Square". Te midden
van deze galerij bevindt zich "Mendy's" , waar men van alle drukte gespaard blijft en rustig iets kan drinken of eten. Zij loopt door tot in de Huidevettersstraat Aan de overzijde volgt de ene winkel naast de andere zich op en heeft men geen ogen genoeg om rond te kijken.
Aan het einde van de Meir, zien we recht op de Boerentoren of KBC-toren,
een betonnen mastodont van 87,50 meter hoogte (andere informatiebronnen spreken van 87 meter) Vanaf 1928 het bankgebouw van de Kredietbank met zijn kubistische toren, de eerste wolkenkrabber van Europa. De bank moest het vooral van landbouwers hebben en de Sinjoor doopte hem al onmiddellijk als "Boerentoren". Op sommige dagen kan men het gebouw betreden tot de hoogste verdieping waar men een prachtig panoramisch uitzicht heeft over de stad. Op het gelijkvloers worden er regelmatig tentoonstellingen gehouden. We vervolgen onze weg, links van de Boerentoren, en bevinden ons nu op de Schoenmarkt of de Kerckhofstrate, Tien Gebodenstrate (naar huizen Eerste Gebod, Tweede Gebod, enz...), rue Bonaparte, rue de la Préfecture. Kunt U nog volgen ? Allemaal benamingen voor dezelfde Schoenmarkt Een weinig verder gaan we op Pelgrimstocht in het nummer 8,
het"schoenmakerskapelleke" De Antwerpenaren gaven het kapelleke deze naam omdat de beoefenaarsters van het oudste ambacht hier bij voorkeur kwamen mediteren Even verder op de hoek met de Geefstraat zien we een gebouw waarvan de meeste Antwerpenaren het bestaan niet kennen. Dit eerbiedwaardig bisschoppelijk paleis tart de moderne tijd van supermarkten en dergelijke. Tot in 1878 vergaderden de Belgische Provinciegouverneurs hier en voor het eerst ook de Provincieraad, waarvoor zelfs een zaal voor werd geïnstalleerd. In deze vergaderzaal, uitgerust met de stoelen van de eerste Belgische Senaat, zetelde tijdens de eerste wereldoorlog het Duits Krijgsgerecht.
Wanneer we nu voorzichtig de straat oversteken bemerken we rechts een groot plein, nl. de
Groenplaats met het standbeeld van Rubens. Rond dit standbeeld is er heel wat te doen geweest. Omtrent 1843 versiert het wel de Groenplaats, maar het heeft een hele tijd geduurd alvorens men een geschikte plaats voor het beeld van de grootste aller Vlaamse schilders gevonden had. Men wilde het op het toenmalige Burchtplein, anderen wilden het weer elders. Toen men het tenslotte wilde onthullen op het Burchtplein bleek het dat de gieterij niet klaar was en men onthulde dan een voorlopig plaasteren model. Toen men met het bronzen beeld aankwam viel het van de wagen. Zodat men met onze Rubens nog al wat last heeft gehad voor hij goed en wel op zijn voetstuk stond. Rubens staat er afgebeeld in de kledij van ambassadeur en heeft enige zinnebeelden der schilderkunst aan zijn voeten. Van hieruit kan men mooie foto's maken van Onze Lieve Vrouwe Toren. De Groenplaats was vroeger langs alle kanten omringd door een sluitingsmuur rond het aldaar gelegen kerkhof Onze-Lieve-Vrouwe. Deze plaats staat voor gezelligheid, toeristen die er rond-kuieren, terrasjesbezoekers, jongelui die rondhangen rond het standbeeld van Rubens. de duiven die er vrolijk rondhuppelen en op sommige dagen kan men er genieten van de muziek voortgebracht vanop de kiosk. In één woord "gezelligheid" is er troef. Voor jullie een mogelijke rustplaats De blikvanger is echter het prachtige zicht op de O.L.V.-kathedraal Ondergronds is er het Metrostation "Groenplaats", waar de trams in alle richtingen van de stad, en Linkeroever, vertrekken. Tevens kan men er via de roltrappen het GB-warenhuis bezoeken en kan men op het gelijkvloers rondneuzen in de talrijke winkels in het winkelcentrum. Maar dat is misschien voor een andere keer.
We kruisen het plein diagonaal naar links, en nemen de uiterste linkse straat, de Jan Blomstraat, ook het Molengat of Rioolstraat geheten, met zijn vele pizza-restaurantjes. Aan het einde van de Jan Blomstraat,
tegen de zuidkant van Onze-Lieve-Vrouwkerk,
zien we een beeldengroep : "Het monument van de Torenbouwer van Pieter Appelmans"
naar de hand van Jef Lambeaux, die een werkplaats met steenkappers voorstelt.
Wij zijn nu aangekomen op de Handschoenmarkt en bewonderen het mooie hoofdportaal van deze
kathedraal, getekend door Fr. Durlet, en uitgevoerd door J. De Boeck en J.B. Van Wint, van 1903 tot 1906. Het is precies een kantwerk in steen (Nota auteur : De kerk is te bezichtigen van maandag tot vrijdag van 10/17 uur/ zaterdag van 10/15 uur en op zon -en feestdagen van 13/16 uur. Toegangsprijs per persoon is 2 Euro). Tevens kunnen wij hier de vele restaurants en souvenirswinkels opmerken. De Kathedraal of O.L.V.-kerk is alleszins de schoonste der Antwerpse kerken. De kerk is 117 meter lang en 65 meter breed en wordt door 125 zuilen gedragen. De toren is 123 meter hoog. Men heeft de toegang tot de toren langs 622 treden (volgens G. Cauwenbergh in zijn boek "Gids voor Oud Antwerpen" : 616 + een ijzeren ladder). De beiaard die we misschien nu horen, is samengesteld uit 47, in 1973 in Nederland, gerestaureerde klokken. De O.L.V.-kerk is rijk aan kunstschatten. Van een schrijn van indrukwekkende kunstwerken met maar liefst 4 Rubensschilderijen en bekijk de tal van beelden, schilderijen o.a. de 2 meesterwerken van
Rubens, de "Kruisverheffing" en de "Kruisafneming".
Alles in deze kerk is merk -en bezienswaardig en het loont de moeite om er even te vertoeven. Terug buiten de kerk kunnen we de "putkevie" rechts van ons, de put van "Quinten Metsys , uit 1490
bewonderen.
Boven de put op het smeedwerk staat een Brabo in volle uitrusting.(wordt later besproken) en gaan links het De Quinten Matsijsdoorgang in.
Op het einde van dit doorgangetje gaan we naar lins en betreden wij de Oude Koornmarkt met haar verscheidene interessante gevels die het straatbeeld bepalen. Aan het nr 16 "De Vlaaikensgang".
Ga gerust binnen en ge wordt ondergedompeld in een oase van rust. We volgen de route tot aan het einde, waar we tijdens ons bezoek verschillende stadia van restauratie kunnen bewonderen. Wij verlaten nu deze gang langs de Pelgrimstraat en gaan rechtaf de Reyndersstraat in. Links van de straat de "Grote Witte Arend", ga hier binnen en ontdek de kapel. Aan het kruispunt gaan we naar rechts de Hoogstraat in, volgen deze tot aan het kruispunt met Oude Koornmarkt en gaan via de voetgangersovergang richting Stadhuis en Brabo op de Grote Markt.. Wij bemerken onmiddellijk dat dit het hart is van Antwerpen en ook de meeste gefotografeerde plaats met zijn prachtig Stadhuis , omgeven door mooie gildenhuizen en centraal het Brabofontein.
Wij nemen eerst het prachtige Stadhuis, dat één van de grootste voorbeelden van Italiaanse renaissance is in de Nederlanden onder loupe. Het bijzonderste gebouw der Grote "merct" dat tamelijk bekend is. Het werd gebouwd volgens de plannen van Cornelis de Vriendt, genaamd Floris. In 1565 werd het plechtig ingehuldigd. De topgevel is versierd door 3 wapenschilden, links dat van het hertogdom Brabant, in het midden dat van koning Filips II en rechts het wapen van het markgraafschap Antwerpen. Tussen deze 3 vergulde wapens staan in twee rondboognissen beelden die de deugden van de stad uitbeelden, nl. rechtvaardigheid en wijsheid. Een bouwlaag hoger staat in een centrale nis een O.L.Vrouwebeeld van de hand van Filips de Vos uit het einde van de 16° eeuw. Het eerste stadhuis werd omstreeks 1400-1410 opgericht. En het heeft er gestaan tot rond 1561, wanneer met de bouw van het tegenwoordige prachtige gebouw werd begonnen. Men ziet er prachtige muurschilderijen. Vooral de Leyszaal wekt de algemene bewondering. Bij een bezoek aan het stadhuis zal men ook vooral aandacht schenken aan de prachtige beeldhouwwerken in hout en marmer die er aanwezig zijn, de schone eretrap, de eeuwenoude ouderwetse schouwmantel, waarvan de meeste ware kunststukken zijn. Voor het Stadhuis, waar tot 1882 de Vrijheidsboom stond, staat nu het bronzen standbeeld van Jef Lambeaux. Het dateert uit 1887 en stelt Brabo voor die de hand van de verslagen reus Antigoon wegwerpt. Enkele Gildenhuizen, die het stadhuis omgeven, zijn nog authentiek, zoals het "Cuypershuis" (Nr 5), het vroegere ambachtshuis van de kuipers dat dateert uit 1579. Het Sint-Matthiasbeeld, de patroon van de kuipers bevindt zich op het driehoekig fronton van de gevel. Een andere gevel, juist ernaast in het nr 7, het huis 'Spaengien" is eveneens mooi om te bekijken met het romantisch ruiterstandbeeld van St.-Joris met draak, van Jef Lambeaux. Loop maar gerust rond en neem Uw tijd om al deze prachtige gebouwen, waarachtig geschiedenis verscholen zit, te bekijken.
We verlaten nu de Grote Markt richting Suikerrui en gaan in de richting van de Schelde. Deze Suikerrui ontving haar naam van de suikerzieders en bakkers die er woonden. Op het plantsoen, langs de zijingang van het Stadhuis, stond vroeger een huizenblok van het Paardenstraatje en wordt ingenomen door Meuniers "buildrager", de havensjouwer, die het heldhaftig verzet tegen de V-wapenaanvallen 1944-45, de "bibbergeld-episode" herdenkt. Vandaar de tekst op de sokkel "Arbeid en Vrijheid".
We gaan nu verder tot aan de Ernest Van Dijckkaai, waar men een goede kijk heeft op de Linkeroever, en slaan rechts af. Alvorens dit te doen bekijken we op de hoek met de Ernest Van Dijckkaai het mooie "Hansahuis" Dit huis werd gebouwd door de Duitse koopman-bankier Malinckrodt. Bovenaan de afbeelding van Rijn en Schelde in de vorm van baardige oude heren. Aan de kant van de Kaasstraat wenkt de "scheepvaart". Bekijk eveneens de beelden van de forse vrouwen op de gevel, vermoedelijk een echte 'Rubenstrek'.
Via de verkeerslichten steken we over tot op het Steenplein, begeven ons tussen de 2 leeuwen tot op het zuiderterras, waar Minerva de Romeinse oorlogsgodin ons opwacht. Van hieruit hebben we een mooi zicht op de Schelde, de slagader van Antwerpen. Hier kunnen we gerust de tijd nemen om te pauseren op één van de banken van het terras. Na genoten te hebben van het Scheldezicht dalen we af naar het Steenplein, waar we eveneens kunnen uitrusten, en bekijken het standbeeld van Lange Wapper, de schrik der dronkaards.
De kwelgeest komt 's nachts tevoorschijn en achtervolgt de dronkaards. Eerst als een klein mannetje, maar hij kan zichzelf steeds groter en groter maken, tot hij boven de huizen uitsteekt. Als de dronkaard, hijgend en zwetend, thuiskomt kijkt Wapper door het raam naar binnen.
Soms vermomt hij zich als een klein kind om moedermelk te kunnen drinken. Als een moeder dit kind meeneemt om te verzorgen en in een wiegje te stoppen, laat Lange Wapper zichzelf zo groot groeien dat hij niet meer in de kamer past.
We bestijgen de helling naar de ingang van het Steen en zien het halfvergane beeldje van Semini (volgens sommige bronnen de oudste Antwerpenaar). Semini betekent "zaad" en zou een Frankisch afgodsbeeldje zijn, dat bijzondere belangstelling kreeg van de Antwerpse dames, die hem een kindje kwamen afbedelen. Fallisch vruchtbaarheidssymbool dus, maar door de Jezuïeten van zijn voornaamste attribuut beroofd. Semini's kinderen en meer nopg "godsjumenas" zijn ook vandaag nog typerende Antwerpse krachttermen.
Onder de boog komen we op de binnenplaats van het Steen, waar een kruisbeeld staat opgesteld, dat herinnert aan de verdwenen Gevangenisstraat en Brug.
De veroordeelden moesten hier hun bekentenissen, vaak onder folteringen afgedwongen, bevestigen op herroepen.
We dalen nu de helling terug af en gaan onmiddellijk naar links, gaan via de houten trapjes over de waterkeringsmuur, steken het zebrapad over en begeven ons naar links op de Ernest Van Dijckkaai naar de richting noord. Wie een mooie foto wil maken van het Steen, gaat even naar rechts tot aan de stenen trappen, waar Willem Ogier zijn standplaats heeft gekregen. Willem Ogier (1618-1689) schoolmeester, factor van "De Olijftak" te Antwerpen, schreef tonelen, die de 7 hoofdzonden behandelden, nl. Gulsigheydt (1639) - Hooveerdigheydt (1644) - Gramschap (1645) - Onkuysheydt (1645) - Haet en Nijdt (1647) - Traegheydt (1677) en Gierigheydt (1678).
Eens de foto genomen dalen we trappen terug af en volgen de Ernest Van Dijckkaai tot aan de eerstvolgende rechts gelegen straat (of plaats), zodat wij recht tegenover de Palingbrug staan.
We wandelen er onder door en komen uit op de Burchtgracht. We gaan onmiddellijk naar rechts de helling op tot op de "Drie Hespenstraat" waar zich de "Bloedberg bevindt".
Deze beeldengroep is van de hand van Cornelis Van Dael (1741).
We nemen nu de Repenstraat, dat is de straat met de grote trappen naast het Vleeshuis.
Wist U dat zich hier de "Poesje" bevindt ? De Poesje van de Reep, met zijn zowat 250 stangpoppen waaronder o.a; de Neus, Schelle en Kop, is de enige overlevende van een hele reeks, wanneer wij de Poppenschouwburg Van Campen buiten beschouwing laten.
Hier in de omgeving bevindt zich op de hoek van de Palingbrug en de Krabbenstraat het Antwerpse restaurant "Jan zonder Vrees". Gaat er eens binnen en ontdek van achter in de zaak het prachtige glasraam met de legende van Jan zonder Vrees. Een folkloristisch figuur uit het boek geschreven in 1910 door Constant De Kinder. Een populaire jeugdroman rond de figuur : "De wonderlijke lotgevallen van Jan zonder Vrees". Jan werd geboren te Antwerpen in 1410, meer bepaald in het "Krabbenstraatje". Opgevoed door grootmoeder Neeltje, een visverkoopster. Hij was ijzersterk en kwamop voor de zwakkeren. Iedereen bewonderde hem en noemden hem "Sterke Jan" of "Jan Onversaagd". Jan was van niemand bang "mensch noch dier, hel noch duivel" . De enige die hem in bedwang kon houden is Neeltje. Bij gevechten met mensen die zich in zijn gevoel onrechtvaardig gedrag kwam hij steeds als overwinnaar uit de bus.
Eens boven gekomen komt men aan het "Vleeshuis".
Bekijk de handen, die onder het gewelf staan. met een uitgang in de Lange Doornikstraat.
We gaan naar rechts en komen in de Oude Beurs, waar we links inslaan. Aan de nummers 8-10, kunnen we de inkompoort van het huis "De Spiegel" bekijken. Een echt "Spaans deurke". Het bas-reliëf van de deur stelt een vrouw met kinderen voor die zich in een spiegel bekijkt.
We gaan nu rechts de Wisselstraat in en komen alzo terug op de Grote Markt. Hier slaan we links af richting Kaasrui, steken de tramsporen over en nemen de Wijngaardstraat. Via het gewelf komen we op het Conscienceplein met zijn Stadsbibliotheek, het standbeeld van de dichter en de Carolus Borromeuskerk.
Men waant zich hier precies in een stukje Italië. De grandioze gevel van de kerk brengt U in de zuiderse sfeer. De indrukwekkende gevel is rechtstreeks geïnspireerd door die van de veertig jaar oudere moederkerk van de orde te Rome: de Gesù of Jezuskerk, opgetrokken door Giacomo della Porta. Zo is deze voor Antwerpen toen hypermoderne kerk in feite een nieuwe versie van een ouder model. Bij een barokgebouw is vooral de gevel van tel. Deze moet de aandacht van de voorbijgangers trekken. Hier is het effect sterker en grandiozer dan bij de talloze barokke gevels te Rome omdat alle beschikbare middelen worden aangewend. De gevel is opgetrokken in Balegemse zandsteen en blauwe hardsteen voor de zuilen en hoofdgeledingen. De monumentale deur wordt geflankeerd door rondboognissen waarin de beelden van Sint-Petrus en Sint-Paulus prijken. Het plein, dat gedurende lange tijde de naam "Jezuïetenplein" droeg, is natuurlijk genoemd naar de schrijver die zijn volk leerde lezen en kreeg hier een plaatsje
voor de Stadsbibliotheek om uit te rusten. Hier kan hij rustig het publiek en de Carolus Borromeuskerk aanschouwen. In een passage in de Atlas van Antwerpen van Roger Binnemans en George Van Cauwenbergh lezen wij dat de toren van Sint-Carolusspijts zijn bescheiden afmetingen de mooiste baroktoren is in Vlaanderen, en wel één der mooiste van heel de wereld. Men had Hendrik Conscience nooit beter kunnen plaatsen dan onder het portaal van onze hoofdbibliotheek. Hij immers leerde zijn volk lezen. Onze Vlaamse romanschrijver is afgebeeld in zittende houding, met de pen in de hand. F. Joris heeft de grijsaard meesterlijk weergegeven.
We verlaten nu het plein via de Hoofdkerkstraat richting Wolstraat, maar gaan eerst even rusten in de Antwerpse staminé "De Quinten". Bij het verlaten van het café gaan we links naar de Wolstraat. Steek nu de straat over, maar let op het tramverkeer, en opent de eenvoudige deur aan het nummer 37. Lees het straatnaambord boven de deur, nl. "Bontwerkersplaats",
waar sinds 1422 het godshuis van de pelsmakers was. Achter deze deur een prachtig zicht op de plaats Wij eindigen hier deze uitstap. Gaan een 20tal meter terug in de Wolstraat. Hier kunnen we de tram nemen richting Centraal Station. Aan de 4° halt, dat is Koningin Astridplein, verlaat U het tramrijtuig en U bent terug aan het Centraal Station. Wij hopen dat U een aangename en gezellige dag heb gehad, hopelijk niet te vermoeiend en hopen jullie een volgende maal terug te zien om de stad Antwerpen verder te ontdekken.
N.B. : meerdere begeleidende foto's zullen eerstdaags ingevoegd worden.
Verdwenen gebouwen en instelllingen : Koekjesfabriek De Beukaelaer
Koekjesfabriek De Beukelaer
De Beukelaer was de grootste biscuitfabriek van het vasteland. De gigantische bakkerij lag in de Lange Kievitstraat, waar nu de nieuwe Alcatelkantoren gevestigd zijn. De koekjesgigant kocht het terrein van de Zoo in 1917 om uit te breiden. Het succesverhaal van De Beukelaer begon in 1870, wanneer een bakkersgast uit Hoevenen, die gefascineerd was door het succes van de Engelse buiscuits met lange houdbaarheid. Hij kopiëerde de Britse formule en zijn atelier groeide in korte tijd uit tot één der grootste fabrieken van de Scheldestad. Vele variaties van boterkoekjes en speculoo behoorden tot het gamma van De Beukelaer,maar ook chocolade. In de Lange Kievitstraat 1176 lag zelfs een eigen drukkerij, die wikkels, prentjes en albums fabriceerde. De hele fabriek werd rond 1960 verkocht, waarna de productie naar Herentals verhuisde. De Beukelaer fuseerde met Parein tot General Biscuits en kwamin handen van de Franse LU-groep, eigendom van Danone.
Verdwenen gebouwen en instelllingen : Chocolaterie Meurisse
Chocolaterie Meurisse.
Waar nu op het Damplein 21 Belgica-meubelen zijn gevestigd , was vroeger het chocoladefabriek Meurisse Het was de eerste grote chocoladeproducent in Antwerpen, met een geschiedenis die teruggaat tot 1845. Rond het jaar 1930 kwam er van het merk de Finor-repen voor jongeren op de markt, met als slogan :"elke reep Finor brengt voedsel en kennis. Na ieder stuk Finor zijt ge wat sterker en geleerder". Door het bijvoegen van educatieve prentjes in de repen kon kennis bijgebracht worden en konden deze gekleefd worden in albums, die er dan uitzagen als encyclopedieën. Heden ten dage is zo'n album een gezocht hebbeding. Wie herinnert er zich nog de blauwe reepjes "Boyscouts", de groene "Nuctines" met nootjes en de oranjeachtige "Perettes", die zéér gegeerd waren voor hun prentjes, o.a. de "gebarentaal der indianen" ?
NB.: als jonge kadet, speler van Beerschot-RAC, herinner ik mij nog een afgevaardigde, die als bijnaam "Mijnheer Perette" had, omdat hij na iedere wedstrijd ons een "perette" gaf.
Meurisse verliet de Damwijk rond 1970.
Het merk werd overgenomen door de multinational Kraft.