Ik heb altijde het principe gehuldigd van “ere wie ere toekomt”- daarom stoort het me enorm dat beleidspartijen steeds weer de pluim op hun hoed willen zetten van zaken die ze op-en afpikken van anderen. Zoals in Lubbeek nu aan de orde was en is . Hier over de school in Binkom.

Op 28 mei en 4 juni 2007bracht gemeenteraadslid Eddy Elyn een werkbezoek aan de gemeentelijke basisschool in Linden resp.Binkom. Achteraf bedankte hij Mevrouw Bunckens, schoolhoofd van de beide onderwijsinstellingen. En dit zowel voor de vlotte en vriendelijke rondleiding, als voor de snelle manier waarop de dag en het uur van het bezoek werden vastgelegd.

Het raadslid concludeerde dat er in Linden voldoende lokalen ter beschikking stonden in verhouding tot het aantal kleuters. Maar het was vooralsnog wachten op een evaluatieverslag van de brandweer. Hieruit moest immers blijken dat alle maatregelen inzake brandveiligheid wel degelijk getroffen waren. Het schepencollege bleek bovendien nog steeds op zoek naar een adequate afdekking voor de zandbak. En om hygiënische redenen diende er een oplossing te komen voor het regelmatig verstoppen van de toiletten. In de toiletruimte beneden voor de allerkleinsten stelde men nog steeds reukhinder vast. Het was zeker mogelijk hieraan te verhelpen. De toestellen in de keuken tenslotte (ijskast, afwasmachine e.a.) waren te klein.

Volgens een onderzoek van Test-Aankoop (2007) lag de interne luchtkwaliteit van de meeste Belgische scholen aan de minder goede kant. De oorzaak kon men toeschrijven aan de slechte staat van de schoolgebouwen en/of aan een gebrek aan voldoende verse lucht door toedoen van een inefficiënt ventilatiesysteem. Ook de luchtkwaliteit van de school te Binkom was niet al te best. Vooral de gebouwen van de vrije school aangekocht door de gemeente (gedeelte gelegen aan de Schoolstraat) kregen hiermee te maken. Bij nader onderzoek bleek een doordachte volledige nieuwbouw noodzakelijk. De constructie voldeed immers niet aan de moderne behoeften. Zij vertoonde mankementen, zoals een gebrek aan isolatie van dak, vloer, ramen en deuren, grondwaterinsijpeling, vocht in de muren en gebarsten muren. Een gescheiden toiletruimte voor jongens en meisjes drong zich eveneens op.

Raadslid Elyn wilde desniettemin benadrukken dat de verouderde gebouwen geen impact hadden op de kwaliteit van het onderwijs. Ondanks alles slaagden leerkrachten en directie er in om het schooltje, bovendien prachtig in het groen gelegen, een uitstraling te geven. Positief was ook dat het schepencollege een aanvraag had ingediend bij het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn) voor de afbraak en de bouw van een nieuwe school in Binkom. Deze aanvraag kwam op de wachtlijst voor subsidiëring terecht. De wachttijd voor het verkrijgen van een principeakkoord kon echter meerdere jaren bedragen. Uit informele bron had Eddy Elyn ondertussen vernomen dat er toch “problemen” met het dossier waren. En dat het hier wel degelijk om een nieuwbouw ging en niet om een renovatie. Met aandrang vroeg hij het schepencollege om niet te wachten met de nieuwbouw, maar - zoals in het verleden reeds gebeurde voor andere gemeentelijke gebouwen - een alternatieve financiering aan te boren. Onderwijs was voor het gemeenteraadslid een topprioriteit (eerder nog dan een miljoenen euro verslindende bouw van de nieuwe feestzaal Libbeke ).

Tot slot zei hij nog het volgende: '' De Heer Vranckx, burgemeester, zal het me hopelijk niet kwalijk nemen dat ik volgend citaat uit zijn nieuwjaarsboodschap voor 2003 neerpen: Op gebied van onderwijs mogen we met fierheid zeggen dat onze basisscholen tot de besten van de streek behoren en wij streven ernaar om het voor de leerlingen en voor het onderwijzend personeel zo aangenaam mogelijk te maken” ''.