Bizonsxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ze buffelen bedachtzaam in het rond. Hun wollen truitjes zijn te heet gewassen zodat ze maar tot aan hun middel passen. Daarachter volgt een strakke blote kont.
De staart gerafeld touw, een kruitvatlont. Geen goeiig loeien, maar een dreigend bassen. Je hoort het scheuren van de taaie grassen en als ze verder lopen beeft de grond.
De stieren zijn het mooist, met saterkop en blauwe tong, waarmee ze bronstig kwijlen terwijl ze ruiken aan een bizonmeid.
Een kalf kijkt vragend naar zijn moeder op - met hertenogen, oren groot als zeilen - of die zijn truitje al heeft afgebreid.
uit: 'Bizonvoeten', 2004.
|