Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Clementine
Beeld/dichters/kunstschilders
09-08-2008
Federico Garcia Lorca / Casida IV / van de liggende vrouw
/
Casida IV van de liggende vrouw
Je naakt zien is de Aarde gedenken, de vlakke Aarde , schoon van paarden. De Aarde zonder riethalm, gave vorm voor toekomst dicht: zilveren einder.
Je naakt zien is de begeerte begrijpen van de regen op zoek naar broze leest, of de koorts van de zee met haar eindeloos gelaat die nooit de blos vindt op haar wang.
Het bloed zal schallen door alkoven en komen met vlammende zwaarden, maar jij kent niet de schuilplaats van paddenhart of van viooltje.
Je buik is een gevecht van wortels, je lippen onomlijnde dageraad. Onder de lauwe rozen van het bed kreunen de doden wachtend op hun beurt.
Schilderij van Amedeo Modigliani (1917 ) Vrouwelijk Naakt
Criminelen hebben woensdagnacht een schilderij dat is toegeschreven aan de Italiaanse kunstenaar Caravaggio, gestolen uit een museum in de Oekraïense havenstad Odessa.
Caravaggio schilderde dit werk, dat de gevangenneming van Jezus Christus uitbeeldt, tussen 1573 en 1602.
De dieven betraden het museum door voorzichtig de ramen te verwijderen, aldus lokale media in Odessa. Het alarm ging niet af omdat ze de ramen niet beschadigden.
Er bestond lange tijd twijfel of het wel echt om een werk van Caravaggio ging. Sommige deskundigen meenden dat het een kopie was van hetzelfde schilderij dat in de National Gallery in het Ierse Dublin hangt. In 1950 stelde een expert uit Moskou vast dat het wel degelijk een origineel werk van de Italiaanse schilder betreft. Het doek is ooit gekocht door de Russische ambassadeur in Parijs, die het aan het einde van de negentiende eeuw aan de Russische prins Vladimir Aleksandrovitsj Romanov heeft geschonken.
De gevangenneming van Christus bij het licht van een brandende toorts. Rechts de worsteling tussen Petrus en Malchus, naast Christus de kop van Judas. Hieromheen drie andere figuren, de man links trekt zijn zwaard.
Charles Rennie Mackintosh (1868-1928), de beroemde in Glasgow geboren architect, ontwerper en kunstenaar, is internationaal vermaard om zijn innovatieve en invloedrijke stijl die de Europese art nouveau heeft helpen vormen.
Mackintosh drukte een sublieme stempel op drie typen architectuur: openbare gebouwen, particuliere woningen en tearooms. De meeste hiervan bestaan nog steeds in de stad Glasgow. Daarnaast creëerde hij ook unieke meubelontwerpen, waarvan sommige worden geëxposeerd in bezoekersattracties waaronder het Mackintosh House in de Hunterian Art Gallery en de Glasgow School of Art die rond de vorige eeuwwisseling werd gebouwd maar nog steeds als een actieve kunstacademie fungeert. Mackintosh, zijn vrouw Margaret Macdonald Mackintosh, haar zuster Frances en Herbert McNair gezamenlijk bekend als de 'Spook School' waren collectief verantwoordelijk voor het leggen van de basis van de 'Glasgow Style'. De groep kreeg enthousiaste kritieken, voornamelijk op het vasteland van Europa, en exposeerde in het begin van de 20e eeuw vaak en uitgebreid op internationale tentoonstellingen.
Bezoek aan het Mackintosh Interpretatiecentrum in The Lighthouse geeft u verhelderend inzicht in zijn bijdrage tot de architectuur in het algemeen. U kunt voor deze kennisverrijking ook meedoen aan een van de vele tochten die worden georganiseerd door de Charles Rennie Mackintosh Society.
Hij ontwierp ook uniek meubilair, waarvan prachtige voorbeelden kunnen worden bekeken in diverse bezoekersattracties, waaronder:
House for an Art Lover,
Hunterian Art Gallery
, Martyr's School enz....
Als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de naïeve kunst, kreeg Rousseau tijdens zijn leven vaak af te rekenen met spot. Hij wilde schilderen als een Bouguereau en als ongetrainde schilder was hij er zelf van overtuigd dat hij in een puur academische stijl schilderde. Een leek ziet uiteraard het verschil, hijzelf niet en vaak interpreteerde hij de sarcastische opmerkingen als een lofzang.
Overdag was Rousseau beambte op een douanekantoor. Vandaar dat hij ook wel eens Le Douanier Rousseau genoemd wordt, hoewel hij nooit zou opklimmen tot de rang van douanier. Hij aanvaardde een vroegtijdige pensionering om zich voltijds te kunnen toeleggen op het schilderen. Dan zette hij zich achter zijn ezel om zijn fantastische taferelen te schilderen, waarvan zijn junglescènes de bekendste zijn. Hij claimde junglekenner te zijn sinds zijn veelvuldige verblijven in Mexico, maar daar is de man nooit geweest. Wel was hij een regelmatige bezoeker van dierentuinen en botanische tuinen.
Door Picasso werd hij geïntroduceerd in de kunstenaarswereld, maar het waren de surrealisten die het talent van Rousseau erkenden en nog eens inzagen dat het ongetrainde oog verder kon zien dan het academische.
Na zijn dood kreeg hij wel de erkenning die hij verdiende, maar tijdens zijn leven moest hij het gebruikelijke armoedige schildersbestaan leiden.
Schildersstijl
De werken van Henri Rousseau behoren tot het postimpressionisme. Hij werkte in een naïeve of primitieve stijl.
Rousseau schilderde over het algemeen landschappen, soms een stadsbeeld, met op de voorgrond een figuur. Hij noemde dit zijn 'portretlandschappen'. Hij schilderde in lagen, beginnend met een blauwe lucht en eindigend met allerlei dieren en bloemen op de voorgrond. In zijn jungles zijn altijd dieren verborgen. Hij werkte lang aan zijn schilderijen en heeft dan ook geen groot oeuvre. Voor zijn jungles gebruikte Rousseau een zeer ruime variëteit, meer dan 50, groentinten.
In 1911 werd er in de Salon des Indépendants een retrospectief tentoongesteld. Zijn werk was tevens te zien op de eerste tentoonstelling van Der Blaue
Pieter Breughel (1525-1569) heeft in 1559 een schilderij gemaakt dat 'De Blauwe Huik' of ook wel 'De Spreekwoorden' wordt genoemd.
Het hangt in de Staatliche Museen, Gemäldegalerie in Berlijn. Op het schilderij zijn 78 spreekwoorden en uitdrukkingen uitgebeeld, waaronder 'door de mand vallen', 'hoog van de toren blazen' en 'achter het net vissen'.
Ferdinand Cheval (19 april 1836 - 19 augustus 1924) was een Franse postbode die 33 jaren van zijn leven wijdde aan het bouwen van zijn Palais idéal dat beschouwd wordt als een van de opmerkelijkste uitingen van naïeve architectuur.
Cheval's "Palais Idéal" Cheval begon de bouw in april 1879. Het verhaal gaat dat hij struikelde over een steen die een voor hem inspirerende vorm had. De volgende dag keerde hij terug naar die plek en begon meerdere stenen te verzamelen. Dit deed hij daarna 33 jaar lang tijdens zijn dagelijkse postroute van Hauterives tot Tersanne (gelegen in de Drôme regio te zuidoost-Frankrijk, veertig kilometer ten noorden van Valence).
Met de verzamelde stenen begon hij een fantasiebouwsel samen te stellen door middel van cement, leem en gaas. Vaak werkte hij er 's nachts aan, bij het licht van een olielamp.
Plaatsgenoten beschouwden hem als een dorpsgek.
De eerste twee decennia was Cheval vooral bezig met de buitenmuren. Het paleis is een mix van zeer uiteenlopende stijlen met elementen uit de Bijbel en het Hindoeïsme en bevat goden en godinnen, gedichten, inscripties en dieren met soms druipsteenachtige motieven.
Cheval wilde graag bij zijn werk begraven worden met zijn vrouw, maar de Franse autoriteiten verboden dit, waarna hij acht jaar besteedde aan het bouwen van zijn eigen mausoleum op de begraafplaats in Hauterives. Hij stierf op 19 augustus 1924, ongeveer een jaar nadat hij de bouw voltooid had.
Vlak voor zijn dood spraken André Breton en Picasso nog hun bewondering voor hem uit.
In 1969 werd het paleis door de Franse minister van cultuur tot nationaal monument uitgeroepen. Het is nu nog steeds elke dag te bezoeken behalve tijdens kerst- en nieuwjaarsperiode.
Pittura metafisica is een kunstrichting in de moderne Italiaanse kunst, waaraan vanaf 1917 vooral G. de Chirico en Carlo Carrà ten grondslag liggen en die ook door hen werd ontwikkeld.
In de metafisica-stijlbeweging werd het reële beeld verdrongen in een poëtische droomwereld van leegte en stilte, ver af van het kubisme en tegengesteld aan het futurisme. Benauwende schaduwen buiten proportie, vreemde instrumenten buiten maat, scherpe kleuren die een tijdloze sfeer suggereren en waar het doodgewone verrassend vreemd wordt, binnen het niet meer afgewezen traditionele perspectief, creëren een indruk van vreemde bewegingloosheid en leiden tot de symbolische uitdrukking van een nieuwe en mysterieuze binding met de alledaagse wereld.
De ontmoeting, in 1916, in een militair hospitaal te Ferrara, tussen De Chirico, zijn broer Alberto Savinio en Carlo Carrà betekende de culminante fase. Vooral voor Carrà was de terugkeer uit het rumoerige futurisme, met het plastische dynamisme, naar de vreemde stilte van de metafisica een ommekeer. Vanaf 1918 ging ook Giorgio Morandi de weg op van de soberheid en de zuiverheid. Na 1920 hield de beweging op.
Metafysische werken worden bewaard in de musea van Milaan (Coll. Jucker, Jesi, Toninelli, Mattioli), Londen (Coll. Penrose), New York (M.O.M.A), Chicago (Art Inst.), Stockholm (Nm.) en Venetië (Sticht. Guggenheim).
Schilderij : Carlo Carrà (1921) " Il pino sul mare "
Giorgio de Chirico
Italiaans schilder, geboren 10 juli 1888 Volos Griekenland - overleden 20 november 1978 Rome
Biografie Na een klassiek-humanistische opleiding volgde De Chirico schilderlessen aan de technische school in Athene.
Van 1906 tot 1909 studeerde hij aan de kunstacademie in München, waar hij sterk beïnvloed werd door het fantastisch-romantische werk van de Zwitserse schilder Arnold Böcklin en door de filosofie van Friedrich Nietzsche en Arthur Schopenhauer.
In 1909 vestigde Giorgio de Chirico zich in Italië. Hij woonde onder meer in Milaan, Turijn en Florence.
In 1910 schilderde hij in Florence Het raadsel van het orakel en Het raadsel van een herfstavond: gefantaseerde stadsgezichten, opvallend door een beklemmende verlatenheid.
Voor het maken van voorstudies gaat hij experimenteren met fresco en tempera technieken, eerst kopieerde hij werk van Bocklin en Nicolas
Het Duo, winter 1914-15
Poussin om later zijn eigen typerende-stijl te ontdekken, deze van de metafysische kunst. De Chirico is de grondlegger van deze stroming. Hij kende invloed van Griekse en Romeinse beelden, renaissance, het gedachtegoed van de romantiek, beeldentaal van dadaisme, surrealisme, Avant-garde.
De metafysische kunst is een Italiaanse kunstbeweging van 1910 tot 1917 als reactie op het futurisme. Onder hen namen als Piet Mondriaan en Malevich.
In Parijs raakte hij bevriend met Guillaume Apollinaire, Pablo Picasso en Brancusi. Giorgio de Chirico nam deel aan de tentoonstellingen van de Salon des Indépendants en de Salon d'Áutomne.
Tussen 1911 en 1915 woonde De Chirico in Parijs en schilderde raadselachtige straten, pleinen, standbeelden, mythologische thema's en ledenpoppen met ongeprofileerde gezichten; deze werken oefenden onmiskenbaar invloed uit op de surrealisten Dalí, Magritte, Max Ernst en Delvaux.
In 1917 ontmoette Giorgio de Chirico Carlo Carrà. Samen stichtten zij pittura-metafisica (metafysische schilderkunst).
Place Métaphysique Italienne, 1921
Hij zette zich na 1917 steeds meer af tegen de heersende avant-garde door op academische wijze te gaan schilderen. Hij verzette zich fel tegen iedere waardering van zijn vroegere werk. Zijn latere werk werd echter lange tijd ongeïnspireerd gevonden.
De Chirico publiceerde in 1928 het boek Hebdomeros, een mengeling van autobiografische elementen, visioenen en dromen; voorts schreef hij Autobiografia 1918-1925 (1944) en Memorie della mia vita (1945).
Objecten kregen bij Giorgio de Chirico een poëtische betekenis. Groot voorbeeld voor veel surrealisten (Magritte, Max Ernst, Tanguy), en door Andre Breton bestempeld als een van de eerste surrealisten. Bij zijn metafysische landschappen en arcades is er beslist wat vreemds aan de hand, maar je kan als kijker niet onmiddellijk aantonen wat in het schilderij die vreemde stemming teweeg brengt.
Giorgio de Chirico overleed op 20 november 1978 te Rome.
Het schilderij "Le Bassin aux Nymphéas" van de impressionistische Franse schilder Claude Monet is dinsdagavond in het veilinghuis Christie's in Londen verkocht voor 51,7 miljoen euro (40,9 miljoen pond). Het is de hoogste prijs die tot nu toe is betaald voor een schilderij van Monet.
Het schilderij is gekocht door een vrouw waarvan de identiteit niet bekendgemaakt werd. Het kunstwerk maakt deel uit van de beroemde reeks van "Nymphéas" en werd aanvankelijk geschat op 18 tot 24 miljoen pond.
Monets vorige record stond op 26,7 miljoen euro en dateert uit mei. Een koper schafte zich toen "Le Pont du chemin de fer à Argenteuil" aan in New York.
De term precolumbiaans wordt gebruikt voor de inheemse beschavingen, culturen en volkeren die zich ontwikkelden op het centrale en zuidelijke deel van het Amerikaanse continent, voor de Portugese en Spaanse ontdekkingsreizigers en veroveraars er neerstreken. Vóór de ontdekking van het Amerikaanse continent door Christoffel Columbus in 1492 dus.
In 1491 woonden er waarschijnlijk meer mensen in Amerika dan in Europa. Grote steden als Tenochtitlán hadden stromend water en bezaten prachtige botanische tuinen. In Mexico verbouwden precolumbiaanse Indianen maïs volgens zeer geavanceerde teelttechnieken. De Incas hadden het grootste rijk in de toenmalige wereld opgebouwd, groter dan de Ming-dynastie of het Ottomaanse Rijk. Totdat de Europeanen met hun ziektes hier een einde aan maakten.
De twee belangrijkste beschavingen in het gebied waren de Inca uit het huidige Peru, en de Azteken die van de veertiende tot de zestiende eeuw floreerden in een gebied dat zich uitstrekte van Mexico tot de Noordwestelijke grens van het huidige Costa Rica: Het meso-Amerikaanse cultuurgebied.
Tot de meso-Amerikaanse beschavingen rekent men onder anderen ook nog de Totonaken en de Olmeken (die de kusten van de Golf van Mexico bevolkten), de Tolteken, de Teotihuacan en de Mexica in de centrale hoogvlakte van Mexico, de Maya in het oosten, de Mixteken en de Mezcala in het uiterste zuiden, en de Tarascan in het Zuidwesten.
Afhankelijk van het land gebruikt men ook andere termen als synoniem voor precolumbiaans. Zo spreekt men in Brazilië wel van precabralaans, naar Pedro Alvares Cabral, en in Mexico van precortesiaans, naar Hernán Cortés.
De eerste van de precolumbiaanse culturen ontstonden rond 1500 voor Christus, het einde van precolumbiaans Amerika werd vastgelegd op 1521.
1. Battistero di San Giovani
2. De Paradijspoort van Ghiberti in Firenze
De Paradijspoort van het baptisterium te Firenze
Op 13 juli 1425 werd er door het gilde van Calimala een opmerkelijk besluit genomen. Tegenover de ingang van de kathedraal werden twee deuren geplaatst die scènes uit het oude testament tonen en eveneens door Ghiberti waren gemaakt. Zij werden daar geplaatst om reden van hun schoonheid. Dit was bijzonder omdat het gebruikelijk was dat de deuren tegenover de kathedraal traditioneel scènes uit het Nieuwe Testament bevatten. Het was voor het eerst in de bekende geschiedenis dat traditie moest wijken voor artistieke schoonheid. De deuren kregen de bijnaam De Paradijsdeuren. Meestal wordt deze benaming in verband gebracht met een opmerking van Michelangelo die gezegd zou hebben dat zij schoon genoeg waren om als poorten van het paradijs te dienen. Wellicht heeft hij dit inderdaad gezegd maar de benaming van paradijsdeuren komt niet daar vandaan. Zij is terug te voeren op de binnenplaats die ooit bestond tussen het Baptisterium en de Santa Seperata (de naam van de kerk voordat de huidige dom werd gebouwd). De deuren van Ghiberti gaven simpel toegang tot deze binnenplaats of Paradiso.
Caravaggio 1573 - 1610 portret van Caravaggio (eig. Michelangelo Merisi da Caravaggio)
Italiaans schilder met grote invloed binnen en buiten Italië. Caravaggio maakte veel gebruik van clair-obscur (chiaroscuro). Hij creëerde dit contrast veelal d.m.v. strijklicht. Caravaggio brak met de oude gewoonte om figuren symmetrisch en achtergronden in detail weer te geven. De afgebeelde personen behielden echter wel de traditionele monumentaliteit. Zijn latere werk is minder plastisch.
Hij groeide op in het dorp waar hij naar vernoemd is: Caravaggio. Hij bracht zijn leertijd in Milaan door, bekwaamde zich in stillevens, en trok rond 1590 naar Rome, waar hij vnl. het straatleven schilderde, totdat hij in bescherming werd genomen door kardinaal Del Monte die hem aan zijn eerste opdrachten hielp. De drie schilderijen (1597-1602) van episodes uit het leven van de apostel Mattheus werden een sensatie: nog nooit was een heilige op zo'n manier geschilderd. Nadien maakte hij vooral bijbels geïnspireerd werk.
Zijn karakter was opvliegend: hij kwam vaak in aanraking met de Romeinse wet. Bij een ruzie om een weddenschap over een potje tennis (1606) sloeg hij zijn tegenstander dood, en was hij gedwongen naar Napels te vluchten. Via o.a. Malta en Sicilië ging hij uiteindelijk op weg terug naar Rome, waar voor zijn eerherstel werd gelobbyd. Tijdens zijn omzwervingen leverde hij overigens nog enkele meesterwerken af, zoals De onthoofding van Johannes de Doper. Hij overleed echter voordat Rome bereikt was, vermoedelijk aan een longontsteking, in Porto Ercole. Enkele dagen na zijn dood arriveerde de pauselijke clementie. Caravaggio heeft op veel schilders invloed gehad: buiten Italië op Georges de La Tour en op de schilders van de Utrechtse school, zoals Gerrit van Honthorst, en via hen op onder meer Rembrandt.
Bacchus
CARAVAGGIO trok echter vrij snel de aandacht van belangrijke opdrachtgevers, zoals kardinaal del Monte voor wie hij niet alleen religieuze werken maakte, maar ook zeer sensuele, homo-erotische Bacchusfiguren. De kracht en de emotionaliteit van zijn werk, waarin hij afstand nam van het al te verfijnde en gezochte maniërisme, maakten hem tot een van de meest invloedrijke kunstenaars van zijn tijd.
Bacchus is in de Romeinse godsdienst de God van de wijn, de seksuele vrijheid en de vruchtbaarheid hij werd voorgesteld als een naakte of halfnaakte jongeman, vaak met een kroon van klimop en vergezeld door Ariadne of een panter. Ook is bekend dat het kan gaan om een jong, mannelijk lichaam en een vrouwelijk gezicht, mogelijk afkomstig van de Romeinse godin Kàka. Hij werd vooral vereerd in Athene, Thracië, Boeotië, India en op het eiland Naxos, het eiland waar Theseus Ariadne achterliet.
Open in de witte vlakte
ligt zij, gespreid in de etherlucht.
Hoe loop ik?
Adem ik de dag sneller,
of zit ik in het gezouten luchtmeer? Versteende woorden op de lippen,
handen van leem
grijpen naar de ijsrots
in het been. Een zingen van de laatste liederen.
Een journaal van de wieg
tot hier.
Snel rijpt de dag.
De stem is dood en toch leeft zij
laat in de nacht. Het is wachten,
het is de wind bevechten.
Het is het laatste water drinken, een laatste glimlach,
de mooist gevergde rozenlach. Het is het schrijven van
het laatste paspoort
en dan...
verpozen, haast onbewogen in de open witte vlakte.
Gedicht van Héli Rombaut ter nagedachtenis van ' Adelaïde '
Magdalena Carmen Frida Kahlo y Calderón (Coyoacán, 6 juli 1907 - aldaar, 13 juli 1954) was een Mexicaanse surrealistische kunstschilder.
Frida Kahlo wordt geboren in Coyoacán, tegenwoordig een wijk van Mexico-stad, als dochter van een fotograaf. Ze wordt op zesjarige leeftijd, in 1913, getroffen door kinderverlamming aan haar linkerbeen. Dit is de bron van een aantal complexen die ze haar hele leven zal meedragen. Het enige naakt van haar, is geschilderd door haar echtgenoot Diego Rivera in 1930 zittend op een stoel, haar magere been onder het andere, zodat haar handicap niet opvalt. Kahlo's werk is zeer autobiografisch van karakter: Hierin deed zij verslag van haar tumultueuze huwelijksleven met de beroemde schilder Diego Rivera en de langdurige gevolgen van een verkeersongeluk in haar jeugd. Haar werk bestaat voor een groot deel uit zelfportretten, vaak met surrealistische toevoegingen. Daarnaast maakte zij ook grote surrealistische werken, die echter ook altijd een autobiografisch karakter hebben. Hierin onderzocht ze zowel haar eigen lichamelijke handicaps als bredere politieke en maatschappelijke onderwerpen. Haar werk werd populair in de jaren tachtig. Haar werk is kleurrijk en vertoont veel Mexicaans folkloristische en pre-Columbiaanse motieven. Het oeuvre van Frida Kahlo kan gekarakteriseerd worden als magisch realistisch. In haar zelfportretten vallen vooral de doorgegroeide wenkbrauwen en het snorretje op.
Kahlo en Rivera hadden veelvuldige buitenechtelijke affaires;
Zowel met mannen als met vrouwen.
Tot haar minnaars behoorden de naar Mexico gevluchte Russische revolutionair Leon Trotski, de New Yorkse fotograaf Nickolas Muray (1892-1965), die een serie indrukwekkende foto's van haar maakte, en de Japans-Amerikaanse landschapskunstenaar Noguchi