Wanneer ik in't buitenland ben dan fotografeer ik graag oude poorten en deuren, ik heb er al tientallen gefotografeerd in Griekenland, op Malta en nu ook in de Provence.
Deuren.
Een deur is zo maar geen gat in de muur, het zij van een krocht, een kasteel of een vervallen schuur.
Door die opening, in die bouw van stenen, komen vrienden, maar ook vijanden, maar die laatste zijn snel verdwenen.
Door dat gat waarin al zo lang die houten kader ruste, droeg men mijn wieg, mijn wieg waarin zij mij nog aaide en suste.
Door die deur droeg ik ook mijn kersvers vrouwtje, vlak voor de huwelijksnacht, Wist ik toen wat in nu weet, had ik mij misschien bedacht.
Nu probeer ik mijn schat haar goesting te doen, ik zou ze zelfs dragen op mijne rug. anders vlieg ik door diezelfde deur terug.
Maar vrienden, denk eens na, een deur is een van die noodzakelijke dingen. anders moesten we allemaal door't venster springen.
En zo heb ik al bladeren vol geschreven, over deuren, poorten en andere toegangswegen.
Nu sluit ik dit deurtje, ik doe het dicht. Maar dat is ook het einde van mijn gedicht.
'sMorgens ging ik de krant halen en dan een grote koffie drinken bij de Jojo in Café "Le Siècle" in Mazan. Eigelijk om in de franse sfeer te zijn zou die krant een Libre Belgique of Le soir moeten zijn, en zou dat koffietje in een kleiner tasje moeten zijn, maar ja dan is hij zo straf en zo vroeg, nee geef mijn maar een "grand café avec du mait".
Laatst hoorde ik nog een discussie, het ging over de jeugd van tegenwoordig. Wat ik daar allemaal van minpunten hoorde opnoemen, kan zijn dat er zo'n gevallen bestaan, maar wanneer spreken we eens over dat andere deel, de andere jeugd die wij blijkbaar niet kennen, of niet willen kennen. Het is gemakkelijk om iemand de steen te werpen, en met voorbeelden aftekomen die dikwijls ver overdreven zijn, maar ik ken ook jongelingen die het ook waard zijn om hier tussen ons te wonen, en alzo deel uit te maken van onze maatschappij. Jongelingen die zich regelmatig opofferen voor hun medemensen, als vrijwilligers geheel belangloos dus, studenten die in de toekomst onze leiders zullen zijn, studenten die het nog aandurven om heel fanatiek een beroep aan te leren, en dat zijn niet alleen dokters, maar ook andere gewone ambachtslieden. En het verheugd mij ten zeerste dat er bij DIE jongeren ook veel jongeren zijn van andere culturen, marokaanse, turkse en nog andere inwijkelingen. Ik weet het nu gaan er veel mij met een scheef oog aanzien, maar vrienden wees er zeker van zowel dat er bij ons een gedeelte van betere makelij is, hebben we bij de alochtonen jongeren ook een deel die het goed begint te menen, en die er nog echt iets van willen maken. Zij hebben begrepen dat, dat toch de beste manier is om verder te komen in dit leven. Het zal voor hen zeer moeilijk zijn om hoge posten te bekleden, zij hebben zo een grote achterstand goed te maken, daarom ben ik telkens blij wanneer er uit die chaos eens een marokaan(se), of een turk(se) enkele trappen hoger klimt. Aan hen die het al gelukt is, proficiat jongens, aan hen die minder geluk hebben gehad, moed en volharding, waar een wil is is een weg.