Uit mijn dagboek, dat ik jarenlang heb bijgehouden.
Het verleden moet een springplank zijn, geen hangmat.
Op een tentoonstelling stelde een bezoeker aan al de deelnemers lastige vragen, eigelijk onnodige vragen, toen hij aan mijn stand was gekomen vroeg hij aan mij," dat moet wel heel moeilijk zijn om zo een neushoorn uit een blok steen te hakken." Ik antwoorde hem," Nee hoor, je kapt gewoon alles weg wat niet op een neushoorn lijkt."
Je hebt nieuwelingen, en nieuwelingen op het werk, ik wil maar zeggen de eene is de andere niet, en de eene is ook snuggerder dan de andere. Toen een jongeling, hij rook nog naar de schoolbanken, op een dag bij ons op het werk het sorteerprobleem zou komen oplossen, had ik hem juist voor de middagpauze, rond de papierversnipperaar zien draaien. Toen ik hem vroeg," kan ik je helpen", antwoorde hij," hoe werkt dat ding hier,"" heel simpel," zegde ik en stak het dikke dossier in de versnipperaar. "Hee, bedankt," antwoorde hij " maar waar komen nu de copies uit?".
Onder mijn schildervrienden heb ik er toch enkele speciale zitten, Willy had een garage, waar hij samen met zijn broer, en enkele werkmakkers de boel draaiende hield. Op een dag moest hij op de rechtbank komen getuigen, een advocaat van de tegenpartij liet hem een foto zien van een deel van de vernielde wagen," herkent u dit?" vroeg de zwart witte man, en hij overhandigde Willy een foto men daarop een massa vervrongen leidingen en gekleurde draden, het bleef even stil toen antwoorde Willy,"Picasso?".
Er zijn tijden geweest dat we ons eigen boterhammetje mee naar het werk moesten brengen, er zullen zeker nog wel firmas zijn waar dit nu nog gebeurt maar, dan gingen we gewoonlijk aan de overkant van de straat, een kom soep eten of een andere kleinigheid. Die dag ook, de baas van de zaak die zelf de bediening deed bracht de soep aan't tafel en zegde," het ziet er naar uit dat het gaat regenen, meneer." Na een hap van de soep te hebben genomen zei Leo, een man uit Herentals,"Het smaakt er ook naar."
Dit zijn moppen, smakelijk.
We moesten toch allemaal naar de keuring, voor we naar het leger gingen, en de meeste jongelingen probeerde van alles uit om maar afgekeurd te worden, zo ook den Alexander. Hij kwam bij de dokter in het militair hospitaal, de dokter stak een kaart met grote gedrukte letters omhaag en vroeg aan Alexander, welke letters er op de bovenste rij stonden. Heel verwondert antwoorde de rekruut,"welke kaart?" Toen de arts een bezemsteel in de hoogte hield, met de woorden "wat is dit",antwoorde hij "een potlood." Hij werd afgekeurd. Toen Alexander s'avonds naar de cinema ging, en het licht ging aan, zag hij tot zijn schrik de legerdokter vlak voor hem zitten. Hij boog zich naar de arts toe en vroeg," Dit is de bus naar de Luchtbal toch niewaar?"
Er zijn toch nog slimme vrouwen op deze aardbol. Een vrouw vertelde aan een vriendin hoe zij het klaarspeelde om nooit ruzie met haar man te maken," De helft van de tijd doet hij waar hij zin in heeft, en de andere helft doe ik waar hij zin in heeft."
"Dokter denkt u dat ik nog vijftig jaar mee kan," vroeg de patiënt,"hoe oud bent u nu?" "veertig" "drinkt u gokt u, of zit u achter de vrouwtjes aan?" "Nee" zegde de man" ik rook niet, ik drink niet, en vrouwen zeggen mij niets." "Waarom wil u dan nog vijftig jaar blijven leven?" vroeg de dokter verbaasd?