Het fototoestel.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Haar zilverkast was mijn moeders trots.
Het was een smalle hoge kerselaren kast met een lang schuifraam vooraan. Zij was onderverdeeld in drie schabben. Op de onderste verdieping stond een Arabisch mokkaservies. De wijnrode kopjes, verfraaid met een gouden randje, keken op naar de koffiepot die hooghartig met zijn nek over hun heen boog. Om het geheel te vervolledigen glom er achteraan een antieke Turkse waterpijp waaraan misschien ooit nog een sjeik aan gelurkt had.
Op het bovenste vak stond het zilverwerk in zijn opgepoetste glimmende pracht. Het middelste gedeelte was mijn afdeling, de porseleinen beeldjes de koets met het markiezinnetje en op de bok de fiere koetsier, daarachter de verliefde herder en zijn blozend herderinnetje, de hondjes en de poesjes die op hun glazuren achterpootjes dansten, ik kon ze urenlang bewonderen.
Niemand behalve moeder mocht de kast openen het was haar domein, alleen zij besliste wat er in stond en wat er mocht bijkomen. Alleen de vrijdag wanneer zij alles uit het heiligdom haalde om het af te stoffen en op te poetsen mocht ik voorzichtig de beeldjes aanraken. Ik genoot dan van het vrij uitgestalde keramiek en de vrijdaggeur van zilverpoets.
Ik had er nooit aangedacht om zelf in die kast te komen tot op die bewuste dag een nieuw relikwie in de kast kwam, iets dat er naar mijn gevoelens niet in thuis hoorde.
Op een dag kwam vader naar huis met een fototoestelletje, dat hij aan boord had gekregen, niet groter dan een luciferdoosje. Het had de kleur van witte chocolade. Mijn ouders keken door het zoekertje naar het licht en deden nogal geheimzinnig over wat er te zien was.
Wanneer ik vroeg om ook eens te kijken, kreeg ik te horen dat het nog niet aan mij besteed was. Het toestelletje kreeg een plaatsje rechts achteraan op de middelste etage van de zilverkast, recht tegenover het ondeugende herderinnetje.
Wanneer mijn ooms op bezoek kwamen werd het apparaatje te voorschijn gehaald en ging het van hand tot hand terwijl er bewonderend en wat smalend door gekeken werd. Daarna werd het weer veilig opgeborgen.
Mijn nieuwsgierigheid werd steeds feller geprikkeld, het was voor mij zowat het doosje van Pandora.
Telkens ik voorbij de zilverkast kwam werd mijn blik door het fototoestelletje aangezogen. Uiteindelijk werd het mij te machtig. Donderdagavond werkte mijn moeder drie uur als poetsvrouw. Mijn vader stond in ploegen en had die week de late shift. Ik was dus alleen thuis en had nu de kans om door het toestelletje te kijken. Ik had alles van dagen te voren uitgedokterd. Ik ging te werk als een geroutineerde dief. Niemand zou erachter komen dat ik in de kast geweest was. Met mijn maatlatje in aanslag opende ik heel voorzichtig de glazen schuifraam. Op de millimeter na mat ik hoever het hebbedingetje van de kanten stond. Met bevende hand nam ik het begeerde apparaatje van zijn plaats. Ik ging onder de luchter staan en net op het moment dat ik door het glaasje naar het licht wilde kijken ging de deur open. Mijn vader, die vroeger met zijn werk gestopt was, stond als een bedreigend gedaante voor mij. Ik verborg het toestelletje vlug achter mijn rug maar ik kon mijn angst niet verbergen. Vader keek van mij naar de geopende kast en fronste het voorhoofd.
Wel, wat heb je daar achter je rug?vroeg hij streng.
Niets pake,beefde ik.
Kom, laat mij je handen eens zien.
Het fototoestelletje kwam te voorschijn.
Heb je erdoor gekeken snotaap?
Neen, paantwoordde ik naar waarheid.
Geef hier dat ding, het is niet mooi wat erin staat.
Waarom kijken jullie er dan altijd naar pa?
Omdat het alleen voor grote mensen is snotneus.
Ik mocht een week niet buiten spelen.
Het fototoestelletje werd niet meer in de zilverkast gezet. Ik heb het nooit meer terug gezien. Het zal voor mij altijd een raadsel blijven wat er in te zien was. Heeft er iemand een suggestie?
|