Verwarde sprookjes.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik stond voor het kasteel verstopt achter scherpe doornen
Ik baande mij een weg om snel bij haar te komen.
Toen ik Doornroosje na honderd jaren vond.
Hing haar kunstgebit klapperend uit haar open mond.
De betovering had maar half zijn werk gedaan.
Haar leeftijd was tijdens het slapen met de jaren meegegaan.
Misschien als ik haar kuste werd het sprookje terug normaal.
Ik bukte mij naar voren de slaapster was ook al bijna kaal.
Het was mijn lot het moest, ik duwde de prothese wat dieper in haar mond.
Ik knielde, kuste haar toen ik tussen de plooien haar rimpellippen vond.
Zij veerde recht, en riep, haar adem stonk naar gier en eierpoeder.
"Roodkapje, loop weg, de wolf is hier, ik ben het je grootmoeder.
|