Welkom, welkom.
Mij even voorstellen.
Ik ben Roger Van Goethem.
Geboren in hartje oorlog, 24 maart 1942. Als echte Antwerpenaar hou ik van mijn stad. Ik ben op rust gesteld verzekeringsinspecteur, docent verzekeringen en vul mijn tijd nu met schrijverij.
Mijn hobby's zijn Kortverhalen en gedichten schrijven en de opvoeding van mijn kleinzoontje Eliano.
Ik ben gehuwd met een prachtige vrouw, mijn schatje, Christiane. Samen hebben wij vier zonen. Sonny, Grigori, Dimitri en Kevin. Uit mijn eerste huwelijk heb ik nog een fijne zoon Yves.
***
Eliano
Een pienter en kranig baasje geboren op 2-1-2000 net geen milenium kindje.
Hij is de lieveling van bomma en bompa.
Eliano is een braaf kind dat nooit problemen geeft, integendeel ja krijgt er enkel liefde en vriendschap van.
Sinds september zit hij in het eerste klasje van de lagere school. Onlangs kreeg hij zijn eerste rapport, het was schitterend. Zij cijfers alemaal praktisch tienen en het laagste cijfer was een negen.
Niet alleen op school blinkt Eliano uit. Ook op sportief vlak mag hij er zijn. Voor hij de grote school, ging hij haast elke dag met bompa zwemmen. Hij was net vijf jaar toen hij zijn zwembrevet van 25m behaalde. Voor hij zes jaar was haalde hij zijn diploma van 400m en ook op zijn vijfde zwom hij een school marathon en zwom maar eventjes 28 lengtes. Hij kreeg een beker want hij was de enige vijfjarige die deelnam. Nu heeft hij zijn brevet van 1.000m.
Eliano is ook aangesloten bij een voetbalclub. Daar is hij doelman en lang geen slechte. Dus een sportief jongentje. Het zwemmen is de afdeling van bompa. Maar bij het voetbal is bomma zijn grootste supporter. Zowel op de training als bij een match is ze erbij en zij die nooit van voetbal hield, schreeuwd nu de longen uit haar lijf voor Eliano. Ik vrees dat zij ooit nog een hooligan wordt.
Hierna volgen een reeks gedichten die ik voor mijn hartediefje schreef.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Voor Eliano.
Als ik mijn ogen sluit en kijk naar t beeld dat dan verschijnt. Is t of een god de beiaard luidt en alle zorg en pijn verdwijnt.
Als ik in jouw blauwe oogjes kijk met lichtjes van plezier. Is t of de hemel opengaat en het paradijs ligt hier.
Als ik jouw blije kirren hoor, jouw schateren van geluk. Is t of de tijd mag stille staan tien eeuwen aan een stuk.
Als ik jou in mijn armen houd je hoofd tegen mijn wang. Dan wilde ik dat het duren kon mijn hele leven lang.
Als ik jou in je neusje knijp en daarbij teut moet doen. Is t zoentje dat je mij dan geeft meer waard dan tien miljoen.
Als ik jouw roze wangetjes zie met kuiltjes van de pret. Is t of men hier voor mij speciaal een engel heeft gezet.
Als ik jouw gekke pasjes zie jouw bang zijn voor t gevaar. Is t of ik altijd daar zal zijn om je te steunen maar.
Als ik er later niet meer ben en jij bent sterk en groot, vergeet dan nooit dat beeld van mij zo gaat bompa nooit dood.
Februari 2002
Een zonnetje.
Een zoentje een knuffeltje een neusje een snuffeltje. Een velletje fijn als satijn. Een hoofdje een krulletje een kuiltje een billetje. Een mondje zo rood als karmijn.
Een klein wiggelwaggeltje een aaike een lachetje Een stemmetje helder en fijn. Een simpel zigzaggetje de zon in mijn daggetje. Een kindje dat liefde moet zijn.
Feb 2002
Update door Eliano
Mijn laatste gedicht wordt voor jou mijn jongen.
Want als de dichter stoppen moet.
Als hij zijn lied heeft uitgezongen.
En hij zijn oude kaars uitdoet.
Ik wil je nog zo veel vertellen.
Maar was druipt snel en tijd is kort.
Ik zie de jaren steeds versnellen.
Ik Schrik als het straks reeds Kerstmis wordt.
Mijn liefde heb ik jou gegeven.
Ik heb jou mijn normen bijgebracht.
Ik zal nog jaren verder leven
Want ik krijg een update als jij lacht.
Foto van Eliano
Het is zes uur jij ligt nog lekker in je bedje.
Voor mij staat jou foto, zij lacht naar mij.
Ik lach terug en krijg een binnenpretje.
Want zelfs die foto maakt mij warm en blij.
Eliano werd verliefd op de trein.
Woensdag reden samen met de trein van Antwerpen naar de Panne aan zee.
Ik samen met mijn Eliano, hij nam zijn liefste knuffels mee.
Het was gewoon voor de ervaring zo ver te rijden met de trein
Al werd het op het laatst eentonig, toch vond Eliano het wel fijn
Het weer was ons niet goed gezind er was wel zon maar zoveel wind
Te scherp aan t strand, zelfs voor mijn blije en vrolijke kind.
Dus trokken wij met schop en vlieger de hoge duinen in.
Uit de felle wind was het veel beter en zeer naar onze zin.
De Hoge Blekker de hoogste duin van heel ons land hebben wij beklommen.
Na zwoegen, ploeteren, hebben wij die trotse berg overwonnen.
Eliano groef mij in, ik kreeg kilos zand tussen mijn tanden.
Wij groeven tunnels in de mulle duin met onze blote handen.
De avond viel, het graafwerk en het feest gedaan.
Het was weer tijd om terug naar het station te gaan.
Nog even voor onze trein huiswaarts was vertrokken.
Hadden twee meisje van een jaar of twaalf ook onze coupé betrokken.
Wat deed Eliano flink zijn best om de meisjes te behagen.
Hij deelde zijn knuffeltjes en zijn snoep zij mochten alles vragen.
Wat is deze bompa toch blind, zo geweldig dom en zo naïef,
zeker als het gaat over zijn onschuldige kleine hartendief.
Want het was mij helemaal ontgaan, ik vond Eliano nog te klein.
Om even als bij toverslag op een meid van twaalf jaar verliefd te zijn.
De trein hield halt, de reis voorbij, wij liepen samen op het perron.
Ik kreeg Eliano in het oog, het ventje keek voortdurend om.
Ik slikte een lach in toen hij zei: Bompa, kan je wat trager stappen misschien.
Dan kan ik dat knappe meisje met die lange donkere haren nog eens zien.
Zeven jaar, reeds het gevoel verlieft? Dan zegt in mij een bange stem.
Dat ik mijn prille kinderjaren, waarschijnlijk toch vergeten ben.
Kinderpraat.
Deze morgen, de lentezon stond te blinken aan de azuurblauwe hemel. De roep van de natuur lokte, dus besloot ik dat wij onze eerste boswandeling gingen maken van dit jaar.
Wij zouden wel onze laarzen aantrekken, want bomma verwittigde ons dat het nog wel drassig zou zijn.
Bompa, zouden er al kikkervisjes zijn? vroeg Eliano.
Ik denk dat het nog een beetje vroeg is voor dikkopjes. Nu ja, met die opwarming van de aarde, je weet maar nooit, misschien zijn de kikkers ook wel in de war. Wij zullen voor alle zekerheid een bokaaltje meenemen.
Bomma had gelijk, het was nog modderig, maar met onze laarzen aan was dat eens zo prettig. Wij kozen de smerigste modderhopen uit om er door te ploeteren. Zowel Eliano als ik hadden leut in het zompende geluid van onze wegzinkende laarzen en het dretsen van de opvliegende slijkspetters in onze gezichten. Na een poosje zagen wij eruit als twee zwaar gecamoufleerde paras.
Ondertussen vertelde ik mijn kleine soldaatje van alles en nog wat over de ontluikende natuur.
Aan de stand van de zon merkte ik dat het tijd was om huiswaarts te keren. Elianos buikje vertelde trouwens hetzelfde verhaal. Wij sneden nog vlug wat takken wilgenkatjes af voor bomma.
Nu was het zijn beurt om te vertellen. Hoe hij erop kwam weet ik niet maar zo ging zijn verhaal.
Weet je bompa?
Zo begint hij altijd als hij nogal veel kwijt wil en hij in zijn hoofd nog het een en ander aan het samenvatten is.
Wat moet ik weten jongen?
Weet je dat er iemand is die zo rijk is dat hij iedere mens op aarde één euro kan geven?
Ik heb daarover gelezen in de krant.
Hoeveel moet die man dan bezitten bompa?
Zon goede zeven miljard euro.
Weet je bompa, die kan alles kopen wat hij wilt. Huizen met honderd verdiepingen, villas een vliegdekschip.
Ik knik, hij kijkt zoekend rond.
Neem nu die boom.
Hij wijst mij naar een enorme beuk.
Die boom, dat is voor hem een fluitje van één cent.
Ik bekijk de boom, denk aan de rijkaard en de beeldspraak, maar ik zie de kerel nog niet direct op de woudreus blazen. Eliano merkte dat ik lachte.
Neen bompa, ik meen het hoor. Die man komt hier en zegt, ik wil die boom, en hij koopt hem. Veel geld is niet altijd praktisch. Als je heel rijk was, zou je dan veel antiek kopen bompa?
Ja, ik hou wel van antiek.
Zie je wel, dat is dom. Hoe oud is antiek?
Heel oud, meer dan honderd jaar.
Meer dan honderd jaar? soms wel duizend jaar. Neem je koopt een boekenkast. Je steekt er je boeken in, dan valt die in elkaar. Waarom, omdat die oud en versleten is en van oude bomen van meer dan honderd jaar is gemaakt. Het zou zelfs kunnen dat ze al ineen zakt voor je er boeken inzet. Dan moet je er een nieuwe kopen, en nog eens, en weer eens, tenslotte is al je geld op en dan kun je geen euro meer geven aan al de mensen van de wereld.
Daar had hij wel een punt.
Wij waren thuis. Ik zette de katjes in een antiek vaasje dat ik nog van mijn moeder erfde. Ik deed het zeer voorzichtig, omdat het oude ding niet zou in elkaar storten.
Den Bompa.
Voor Eliano, mijn kleinzoontje.
Als ik mijn ogen sluit en kijk naar t beeld dat dan verschijnt,
Is t of een god de beiaard luid en alle zorg en pijn verdwijnt.
Ik weet echt en vast en zeker, ik ben opnieuw, opnieuw verliefd
Den bompa
Eliano heeft de griep.
Een tuiltje bont van crêpepapier.
En purperen rozen op de kast.
Geknipt, geplakt met veel plezier.
Gemeten tot het allemaal in elkander past
Neen, bompa zo moet je dat doen.
ik krijg weer mijn knutselles.
Van mijn zieke betweter kapoen.
Ik leer nu ook al tellen, want vier plus twee is zes .
Straks is zijn griep genezen.
Dan ben ik weer een tijd alleen.
Zit dan droef in mijn krant te lezen.
En eenzaam te genieten van de stilte om mij heen
Eliano, mijn jeugd mijn zegen.
Eliano heeft mij helemaal opgeslokt hij heeft mij opgegeten.
Hij houdt een stukje in zijn hart om mij niet te vergeten.
Een deel bewaart hij in zijn bloed daar zitten al mijn genen.
De slechte spuwt hij maar beter uit, de goede mag hij lenen.
Ik moet bekennen, ook op mijn beurt, heb ik Eliano opgegeten
Vooral het deeltje kind en jeugd, daar was is door bezeten.
Eliano is geen egoïst ik heb van hem een schat gekregen.
Hij houdt mij nu al jaren jong, zijn jeugd
is ook mijn zegen.
Kusjes geven aan Eliano.
Trippel, trappel, in de kamer.
Trippel, trappel, in mijn hart.
Tikke, tikke, tikt je hamer.
Tikke, tikke, tikt mijn hart.
Snikke, snikke, dikke tranen.
Snikke, snikke, ween jij hard.
Snikke, snikke, stoute hamer.
Snikke, snikke, weent mijn hart.
Kusjes, kusjes, bompa geven.
Kusjes, kusjes, honderd kusjes,duizend kusjes voor mijn part.
Kusjes, kusjes, voel hem beven.
Kusjes, kusjes, toe nog even
en van liefde beeft mijn hart.
Mijn kleine manneke
Het kleine manneke dat naast mij op de sofa zit, kijk onschuldig voor zich uit
Ik ken die blik van t kleine manneke ik weet wat dat beduidt.
Dan plots als getroffen door de bliksem vliegt t kleine manneke op mij af.
Hij slaat zijn armpjes op mijn nek, ik roep. das onverwacht, hé kleine manneke dat is laf.
Maar t kleine manneke luistert niet hij worstelt en hij grijpt mij bij de oren.
Pasop maar kleine manneke, want bompa geeft zich lang nog niet verloren.
Wij vallen vechtend van de bank, ik rol met t kleine manneke op de grond
Ons bomma kijft en tiert. Kleine manneke, bompa, jongens, jullie maken het weer bont!
Dan even later, is de vechtpartij voorbij en t kleine manneke zit hijgend aan mijn zij.
Hij kijkt onschuldig voor zich uit, ik ken die blik
daar gaan wij weer, ik en t kleine manneke van mij.
Den bompa
Zware ruzie met Eliano.
Wij zitten koppig voor ons uit te staren.
Hij kijkt naar mij, ik wend mij af.
Ik wil van toegeven niet gebaren.
Dat is nu zijn verdiende straf.
En zeg nu zelf heb ik geen gelijk
Hij vindt van niet maar ik weet het zeker.
Dat ik het er toch het meest op lijk.
Ik wacht wel af hij wordt wel weker.
De klok tikt traag het blijft maar duren.
Ik houd mij sterk ik geef niet toe.
Ik zit boos naar het plafond te turen.
Maar hij wordt het uiteindelijk moe.
Kom bompa laat ons verder spelen.
Ik vind die ruzie echt niet fijn.
Ik zit mij hier vreselijk te vervelen.
Bompa t is goed, jij mag nu Zorro zijn.
en bompa.
Flaneren met Eliano
Wij gingen weer eens wandelen.
Samen naar de Scheldestad.
Het bruiste er van t lenteleven.
Weer een fijne voorjaarsdag gehad.
Lekker langs de Meir flaneren.
Jij rent rond t standbeeld van, Van Dijk.
Ik zie een oude buur passeren.
Hij wuift, ik knik hij loopt voorbij.
Dan op de markt een massa volk
t Is ook een vroege lentedag.
De vogels, kippen en konijnen.
Jij aait een eendje en ik lach.
t Zijn allemaal van die simpele dingen.
Die een mens normaal niet ziet.
In een drukke straat samen een liedje zingen.
Simpele dingen; waarvan ik nog het meest geniet.
Den Bompa.
Ik was er enkel voor jou Eliano
Wat gaat het toch snel, nu jij steeds groter wordt
Straks ga jij alweer naar de eerste klas.
Jou weken te lang de mijne te kort.
Mijn leven is bijna voorbij het jouwe begint pas.
Elke tik dat mijn hart tikt, tikt het voor jou.
Het leven raast als een storm voorbij.
Ik ben de zonsondergang jij de ochtenddauw.
Kom geniet mee van elke najaarsdagdag met mij.
Als de nacht komt en de zon machteloos sterven moet.
Maar door vruchtbare dauw er nieuw leven ontstaat.
Weet ik zeker, mijn leven had zin en was goed.
Daar het door jou, lieve schat onverwijld verder gaat.
Den bompa
|