Gewoonte getrouw volgde na de zware openingsweek met grote UCI wedstrijden de eerste kermiskoers op West-Vlaamse bodem. Oostduinkerke was met zijn kronkelende parcours weer het decor voor het eerste stukje spektakel. Toen ik in de auto naar de verste uithoek van ons land bolde merkte ik aan het schudden van mijn kleine Corsa dat er veel wind stond. Wind kwam uit de zee, en die wind, die blaast hard!
Ik voelde mij klaar om de competitie aan te vatten. Ongeduldig als een klein kind stond ik ruim op tijd aan de inschrijvingstafel. De koers was, zoals dat meestal in het begin van het seizoen is, nerveus. Er werd hard gekoerst met als doel weg te rijden in een kleine groep. Ronde na ronde werd het peloton op een lint getrokken. Scheuren deed het echter niet deze keer. Het peloton werd geteisterd door aanvallen en achteraan stond de deur open.
Ik voelde mij goed in de koers en had eigenlijk niet echt problemen om mij vooraan in het peloton te handhaven. Mee springen is nog te vroeg. Ik kan wel aanzetten maar ik kan geen blijvend tempo ontwikkelen voorlopig. Komt nog wel! Deze keer heb ik er alle vertrouwen in.
Op vier ronden van het einde brak het dan toch. In totaal reden zo'n 8 rensters vooruit. Het peloton koerste voor de 9e stek. Heel de koers had ik mezelf voor gehouden om links van de weg te gaan sprinten. Maar stom als ik was, schoof ik rechts mee toen er geschoven werd. Dom natuurlijk want ik liet mezelf insluiten. Zeggen dat ik het wist en het nog verkeerd doen, is inderdaad lomp.
"30" kwam er achter mijn naam te staan. Ghoh ja, ben ik daar blij mee? Nee. Ben ik ongelukkig? Nee. Ik reed een goede en aandachtige koers. Na de wedstrijd had ik het gevoel dat ik er niet alles had uitgehaald dat er in zat. Dat is jammer! Op mijn sprint zou nog iets op gezeten hebben als ik de vrije baan had... Ik weet het, dat zijn vijgen na Pasen. En voor vijgen na Pasen is het toch nog te vroeg, want de vasten is nog enkele weken van kracht!
Maar ik zal de vijgen nog wel plukken, binnen dit en enkele weken. Beloofd!