4. 1958 De wereldtentoonstelling in Brussel.
Onze pa, ons ma, mijn twee oudste zussen en ik zijn naar de wereldtentoonstelling geweest. Met de trein, wij reisden gratis als familie van een spoorwegbediende. Elk jaar kreeg onze pa zo ‘n 100 coupons goed voor één gratis reis. Je moest dan het vertrek, de bestemming en de datum invullen en je had zo een geldig vervoersbewijs.
We hadden afgesproken met familie in Laken- Brussel niet zo ver van de Heysel. De familie Iliaens, Theophile was een neef van mijn grootmoeder, woonde in de Merodestraat te Brussel. Theophile was de grootvader, zijn zoon was overleden en hij woonde daar met zijn schoondochter en haar vier kinderen : Nicole, Guy, Anette en Monique. Die kwamen ook thuis op vacantie.
Met de tram gingen we van de Merodestraat naar de Heysel en bezochten de werldtentoonstelling. Ik herinner mij de veel van de paleizen : het vliegtuig van Sabena, het amerikaans paviljoen, het frans paviljoen, congo, chocolade Jacques ….. Maar het meest is het attraktiepark bijgebleven. De lachende koe, Mijnheer Atlas een reus die telefoonboeken scheurde en een hele stapel LP’s in zijn ene hand klemde, spiegelpaleis, een doolhof en ga zo maar door. Het was veel te veel om op een dag te zien, maar het was overweldigend. Ik vond die betonnen en glazen gebouwen maar niets, wat vonden de volwassenen daar zo speciaal aan ?
Wij zijn in Brussel blijven overnachten bij de familie Iliaens en ’s anderdaags terug naar huis gespoord. De twee kleintjes Jos (1 jaar) en Denise (5 jaar) denk ik dat thuis gebleven waren met mijn tantes.
|