Hoog tijd om wat recht te zetten, om heel even het verhaal écht te vertellen. Ja, wij kunnen de vluchtelingencrisis aan. Meer zelfs, als we vluchtelingen goed opvangen, ontvangen, integreren en betrekken zullen we als samenleving groeien. Dit economisch én cultureel, dit zowel in België als in Europa. Dat is geen ijdele hoop van een aantal jonge, linkse, naïeve optimisten. Dat is daarentegen een eenvoudige geschiedenisles die iedere geschiedkundige - tenminste als hij niet tegelijk partijvoorzitter, schaduwpremier, burgemeester en demagoog is - zou kunnen vertellen.
Trouwens, ook al is dat groeiscenario een verhaal van lange termijn, het is oorlog. En in heel wat conflictengebieden heeft het Westen meer dan een vinger in de pap te brokkelen. Om nog maar te zwijgen van de winsten die onze economieën gemaakt hebben met het leveren van wapens. En waar oorlog is, zijn er kinderen en ouders die vluchten. Mensen die ervoor kiezen om te blijven leven en hopen dat ook zij nog een toekomst hebben. Mag het? Gezinnen met kinderen, maar evengoed jonge alleenstaande mannen.
Verdomde plicht
Laat het vandaag jongeren zijn die geen wereldoorlogen hebben meegemaakt maar wél wapenstilstand mee vieren die het u vertellen: als welvarende samenleving is het onze verdomde plicht om mensen die letterlijk moeten lopen voor hun leven op te vangen. Het is de essentie van solidariteit: mensen in de miserie terug vooruit helpen.
Delen Nieuwste campagnemiddel: angst verspreiden en dan opkomen als grote beschermheer
Uiteraard zijn hier uitdagingen aan verbonden. Hoe zorgen we voor voldoende kwalitatieve opvang? Hoe gaan we om met een veelheid aan culturen of een extra instroom in ons onderwijs, bijvoorbeeld? Die uitdagingen het hoofd bieden, is een kwestie van goed beleid. Dat besparingen op ons sociaal systeem of onderwijs hier niet bij helpen staat buiten kijf. Maar wat vandaag nog veel erger is, is dat de huidige machthebbers kosten noch moeite sparen om elke burger in dit land de daver op het lijf te bezorgen.
'Het land zit vol', 'sluit de grenzen', 'we kunnen het niet aan', of 'ons land zal er onderdoor gaan', klinkt het steeds luider. Het lijkt wel of onze regeringen op systematische wijze de zovele uitingen van solidariteit wensen te fnuiken door groepen mensen tegen elkaar op te zetten. Angst verspreiden en dan zichzelf opwerpen als grote beschermheer: het is het nieuwste campagnemiddel. En daarnaast, staat de oppositie en ze keek ernaar. Ook uit die hoek lijkt het wel alsof het verhaal niet meer echt mag verteld worden. Het verhaal van solidariteit lijkt opeens minder belangrijk. De zoektocht naar gelijkheid, vrijheid en verbondenheid moet even de koelkast in. De behaagzucht van de publieke opinie: terug van nooit weggeweest.
Welletjes geweest
Het is zo onderhand welletjes geweest. Terwijl rechts zich stevig op de borst klopt als stoere verdediger van het vaderland, toont links dat het echt wel begaan is met de vage angst voor het onbekende. Iedereen heeft zijn zegje gehad, de politiek heeft zich opnieuw van zijn schoonste kant laten zien.
Delen Als we met ettelijke miljarden onze banken kunnen redden, dan hoeft niemand te komen vertellen dat een investering in de toekomst (van mensen) opeens niet mogelijk is
Wij, jongeren, willen vooruit. Omdat het de enige optie is, omdat we er samen zullen beter van worden en omdat het onze simpele plicht is als mens tussen andere mensen. Dat vraagt investeringen: niet alleen centen, maar ook de inzet van de juiste mensen. Maar als we met ettelijke miljarden onze banken kunnen redden, dan hoeft niemand te komen vertellen dat deze investering in de toekomst (van mensen) opeens niet mogelijk is. Die zijn nodig om voldoende lessen Nederlands en inburgeringscursussen te voorzien, psychologische begeleiding te verzorgen voor getraumatiseerde vluchtelingen, opvang mogelijk te maken en voldoende trajecten naar werk te voorzien.
Tegelijk moeten beleidsmakers discriminatie keihard aanpakken: op de arbeidsmarkt, de woningmarkt, op straat, op school, in de discotheek. Tot slot moet er een einde komen aan de afbouw van ons sociaal weefsel en moeten we dit ombuigen naar versterking: van sociale controle tot solidariteit onder mensen.
Aaron Ooms, Voorzitter Jongsocialisten