Jazz: een feest!!! Optreden in Café Cotton Fields (Groenplaats, Antwerpen)
Vorige Zondag speelden in Café Cotton Fields op de Antwerpse Groenplaats het Jazz-trio dat ik hier al eens besproken had nl Little Eddy (keyboard), Jef Tommeleine (tenorsax) en Jean Groenen (Gitaar).
Toen ik naar Antwerpen reed was het koud en er vielen vlokken natte sneeuw, dus ik dacht dat het optreden niet zou doorgaan, maar toen ik er tien minuten zat, kwamen de muzikanten binnen!
Voor dat de muziek begon was er eigenlijk maar weinig volk in het café (door het slechte weer), maar er kwamen heel wat mensen af op de swingende Jazz-muziek van het trio. Ze speelden jazz die voor iedereen toegankelijk is (Eddy noemt het soms Plezante Jazz). Op die manier zat iedereen aandachtig te luisteren.
De interactie tussen de drie muzikanten is gewoonweg fantastisch te noemen. Ze moeten maar naar elkaar kijken en de één weet wat de ander bedoelt!
Ook de Café-Uitbater, Mister Dee, was goed in vorm. Op een bepaald moment nam hij de micro en begon samen met het trio de Blues te zingen: schitterend!!!
Zo volgde die avond het ene nummer het andere op. De muzikanten lieten fantastische solos horen en het manneke in Eddy zijn keyboard (=de drumcomputer) deed mee voor het swingende tempo er goed in te houden.
Als je deze namen op een affiche tegenkomt is het zeker de moeite om te gaan luisteren. Zelfs kou en sneeuw houden deze doorwinterde jazz-muzikanten niet tegen!!!
Veelal hoor je muzikanten spreken met de woorden majeur en mineur, MAAR wat betekent dit alles. Hier even de uitleg...
Mineur is een aanduiding uit de muziek, die aangeeft dat een muziekstuk wordt gespeeld in een toonsoort met een kleine terts. Letterlijk betekent mineur 'de mindere' of 'de kleinere' en is het tegenovergestelde van majeur.
In de muziek spreekt men wel van kleine en grote intervallen. Op z'n Frans heet dat dan respectievelijk mineur en majeur.
Voorbeeld: Deze ouverture is gecomponeerd in e mineur. Of ook wel e kleine terts of kortweg e klein
Bij mineurtoonsoorten gebruikt men bij vermelding het liefst een kleine letter, in tegenstelling tot majeurtoonsoorten die meestal met een hoofdletter worden aangeduid.
Mineurtoonladders worden vaak in filmmuziek gebruikt, met name tertsverwantschappen klinken erg filmisch. Dit is bijvoorbeeld de akkoordenprogressie van C mineur naar E mineur. Voorbeelden hiervan zijn Nino Rota'sGodfather Waltz en John Williams' soundtrack van E.T.. Daarnaast wordt de mineurtoonsoort ook vaak gebruikt als de muziek droevig of boos moet overkomen op de luisteraar.
Mineur is een 6e trap van het majeurstelsel. Melodisch en harmonisch mineur worden gebruikt om op de 5e trap van mineur een dominant septiem te krijgen zodat deze terugleidt naar de 1e trap.
Majeur (Fr.: groter) is een term uit de muziek, en wordt gebruikt bij het onderscheiden van toonsoorten, toonladders en intervallen. De majeur toonladder wordt ook wel de Ionische toonladder genoemd, deze toonladder stamt af van de 'witte toetsentoonladder' in C.
Bijvoorbeeld de toonladder G majeur, G grote terts, of kortweg G groot:
De intervallen van een majeurtoonladder zijn van laag naar hoger: I--1--II--1--III--1/2--IV--1--V--1--VI--1--VII--1/2--VIII Noot nummer VIII is noot nummer I alleen dan een octaaf hoger. Na noot nummer VIII komt weer een hele interval zoals van I naar II.
Bij het noteren van een majeurtoonsoort, gebruikt men hoofdletters, bij mineur kleine letters. Bijvoorbeeld: E (E majeur) en e (e mineur).
Soms wordt het klanklandschap van een majeurtoonaard omschreven als hard, terwijl dat van de mineurtoonaard zacht genoemd wordt. Meestal staan extroverte, vrolijke melodieën in een majeurtoonaard, introverte en droevige melodieën in een mineurtoonaard. Denk maar aan de uitdrukking: iets verloopt in mineur, een mineure stemming.
Een paar weken geleden woonde ik een optreden bij in Luik van een lokale jazz-groep. Het optreden begon heel goed moet een aantal standards (zowel vocaal als instrumentaal) met werken van grootmeesters als Ellington en Basie. De (jonge) zangeres deed erg haar best om de vocale capaciteiten van Ella Fitzgerald te benaderen, maar dat ging wel boven haar petje. Ik vond het toch een goed probeersel
Tijdens de pauze sprak ik met de muzikanten over de de jazz en vroeg hen ook wat ze in het volgende deel gingen brengen. Het antwoord was nog wat traditionele jazz en een paar verzoeknummers. Toen ze die traditionele jazz speelden was ik nog zeer geboeid. Maar toen ze vroegen om verzoeknummers was het hek helemaal van de dam! Mensen begonnen te vragen om popnummers, moderne muziek en dergelijke. Het ergste van de zaak is dat het, zo goed begonnen, jazz-groepje die dingen nog speelde ook. Dit was voor mij een koude douche na een puik eerste deel. Als je aankondigt dat je een jazz-optreden geeft, hou je dan aan de afspraak. Natuurlijk een paar afwijkingen op de standaard jazz zijn altijd mogelijk, maar hedendaagse radio-hits waren toch wel te veel van het goede voor mij.
Ik ben dan maar in mijn auto gestapt en naar huis gereden met een CD van Oscar Peterson op de achtergrond
PS de bijgaande foto is NIET genomen tijdens het desbetreffende optreden.
Webster werd geboren in Kansas City, Missouri, wordt gezien als één van de drie meest belangrijke swing tenoren (naar zijn instrument, de tenor sax) met Coleman Hawkins (Webster's belangrijkste invloed) en Lester Young. Hij stond bekend om zijn harde, geraspte en brutale uithalen, terwijl hij in ballads ook warm en sentimenteel kon spelen. Webster leerde piano en viool spelen op jonge leeftijd, voordat hij met de saxofoon om leerde gaan. Toen Bud Johnson hem eenmaal de technieken van het saxofoon spelen leerde was hij verkocht en voegde hij zich bij de Young Family Band (toen nog met Lester Young). In de jaren 30 van de vorige eeuw spendeerde hij de nodige tijd met verschillende orkesten, waaronder die van Andy Kirk, Fletcher Henderson, Benny Carter, Willie Bryant, Cab Calloway en de band van Teddy Wilson.
In 1940 werd Ben Webster de eerste tenor solist in het orkest van Duke Ellington. In de daaropvolgende drie jaar speelde hij op vele beroemde albums, waaronder Cotton Tail en All Too Soon. Na drie productieve jaren met Duke Ellington verliet hij de band in een boze bui de band in 1943 en knipte hij een pak van Ellington aan stukken. Hierna speelde hij in New York City, als bandleider en lid. Hieruit vloeide onder meer korte samenwerkingen met Raymond Scot, John Kirby en Sid Catlett voort.
Met Art Tatum nam hij ook nog een klassieke set op, maar in 1964 besloot hij t egaan toeren met Amerikaanse jazz-muzikanten in Kopenhagen. In zijn laatste decennium als muzikant speelde hij alleen daar nog. Ondanks het feit dat hij bekend stond als een moeilijk persoon speelde hij met de grootste muzikanten die de jazz gekend heeft. Bovendien was zijn speelstijl een invloed voor latere beroemdheden als Archie Shepp, Lew Tabackin, Scott Hamilton, David Murray en Bennie Wallace.
Eldridge werd in Pittsburg geboren en begon zijn professionele carrière al op 16-jarige leeftijd. In het begin speelde hij in de bands van onder meer Fletcher Henderson, Gene Krupa en Artie Shaw. Later richtte hij zich meer op het uitbrengen van eigen solo-albums. In 1936 richtte hij met zijn broer Joe Eldridge (saxofinist en componist) een eigen achtkoppige band op. Vele jaren later, in 1950, werd hij in Amerika als ouderwets bestempeld en verhuisde hij naar Parijs waar hij toerde met Benny Goodman. Tevens bracht hij met Claude Boiling een cd uit met de titel Fireworks waarop ze de verder borduurden op een cd met dezelfde titel van Louis Armstrong en Earl Hines uit 1928.
In 1951 keerde hij weer terug naar Amerika waar hij samenwerkte met grootheden als Benny Carter, Johnny Hodges en Ella Fitzgerald. Ook nam hij enkele goed ontvangen albums met Coleman Hawskins op. Rond 1970 werd hij getroffen door een beroerte. Ondanks dat liet hij zich tussen 1970 en 1980 nog vaak zien in New York als bandleider. In de nadagen van zijn leven trad hij nog regelmatig publiekelijk op. Opvallend genoeg niet met zijn trompet, maar vooral als zanger, drummer en pianist.
Alton Glenn Miller (1 maart1904 15 december1944) was een Amerikaanse jazzmuzikant en orkestleider toen de swing populair was. Eén van zijn bekendste composities is In the Mood.
Tijdens de dertiger jaren speelde hij als trombonist bij verschillende big bands. Hij realiseerde zich dat, door zijn typische sound, gevormd door het samenspel van een klarinet en een tenor-saxofoon die de melodielijn spelen en een aantal saxen die harmoniseren te versterken, zijn band een herkenbaarheid kreeg die haar populair maakte.
Andere zeer bekende hits zijn: Chattanooga Choo Choo, Pennsylvania 6-5000, String of Pearls en Moonlight Serenade.
In 1942 nam hij dienst bij het Amerikaans leger en werd tot kapitein benoemd. Hij werd orkestleider van de Army Air Force Band met als taak optredens te verzorgen voor de Amerikanen overzee.
Op 14 december1944 zou hij van Engeland naar Parijs vliegen maar kwam daar nooit aan. Officieel was het toestel neergestort in het Kanaal. Aangezien zijn lichaam en het wrak van het vliegtuig niet werden teruggevonden gaf zijn dood aanleiding tot speculaties.
Een bewijs voor de officiële doodsoorzaak zou kunnen worden gevonden in de verklaring die bommenwerperpiloten aflegden. Op de dag dat Glenn Miller verdween zagen zij eenzelfde type vliegtuig onder zich vliegen op het ogenblik dat zij boven het Kanaal hun bommen dropten na een afgebroken missie.
Collins werd geboren in Texas, Leona als een ver familielid van Lightnin' Hopkins en groeide op met muziek en gitaar. Gedurende de jaren 40 en 50 nam hij de bluesgeluiden en -stijlen uit Texas, Mississippi en Chicago in zich op. Later zou hij deze geluiden op z'n eigen manier gebruiken.
Collins vormde zijn eerste band in 1952 en was twee jaar later de de hoofdspeler in verschillende bluesclubs in Houston. Op het einde van de jaren 50 koos hij als gitaar de Fender Telecaster en ontwikkelde een eigen geluid met onder andere z'n "attack" vingerstijl. Albert begon op te nemen vanaf 1960 en gaf vele singles uit, waaronder vele instrumentale zoals Frosty. In de lente van 1965 verhuisde hij naar Kansas City.
Vele opnamestudios in Kansas City waren echter gesloten in de helft van de jaren 60. Om toch te kunnen opnemen, verhuisde hij dan maar naar Californië in 1967. Nadat hij een optreden had gegeven met Canned Heat introduceerden leden van deze band hem bij Liberty Records. Collins tekende, en gaf z'n eerste LP uit onder Imperial Records, een zusterlabel, in 1968.
Albert verbleef nog vijf jaar in California, waarna hij in 1973 naar Texas verhuisde en er een nieuwe band vormde. Hij tekende bij Alligator Records in 1978. Hij nam Ice Man op en gaf het ook uit. Zeven albums volgden nog onder Alligator Records, voordat hij in 1990 bij Pointblank tekende.
Kenmerkend voor het werk van Mingus is de combinatie van in de big band- en rhythm and blues-traditie gewortelde arrangementen met bebop-achtige improvisaties. Zijn band vormde de sprinkplank voor jazzvernieuwers als Eric Dolphy en Roland Kirk.
Het album The Black Saint and the Sinner Lady (1963) wordt door velen als Mingus' meesterwerk beschouwd. Mingus Ah-um (1959) en Mingus Mingus Mingus Mingus Mingus (1963) zijn toegankelijke kennismakingen met zijn werk.
Charles Mingus stond bekend als een grillige, soms opvliegende persoonlijkheid die periodes van manische bedrijvigheid afwisselde met maandenlange lethargie. Hij wordt wel beschouwd als de aanstichter van de vooral onder rock 'n' roll-artiesten populair geworden gewoonte om op het podium muziekinstrumenten te vernielen. (De leden van de rockgroep The Animals zouden dit gedrag hebben gekopieerd van een Mingus-optreden dat zij bijwoonden.)
Zijn vader leerde hem trompet en piano op vijfjarige leeftijd, maar toen hij zeven was, na tuberculose te hebben gehad, concentreerde hij zich op de piano. Hij verwierf snel de reputatie van een technisch briljante en melodisch inventieve jazzpianist, en werd een regelmatige gast in radioprogramma's. Hij maakte zijn eerste optreden in de Carnegie Hal in 1949.
In 1993 leed Oscar aan een ziekte die zijn linkerkant verzwakte, waardoor hij rustig moest blijven gedurende twee jaar. Hij is er overheen gekomen en is nu nog steeds bezig met optreden, opnemen en componeren zoals vanouds. In 1997 ontving hij een Grammy Award voor zijn gehele carrière en een Internationaal Jazz Hall of Fame Award, het bewijs dat Peterson nog steeds als een van de grootste jazzmuzikanten wordt gezien.
Zijn werk heeft hem door de jaren heen zeven Grammy Awards opgeleverd. In 1978 werd hij in de Canadese Music Hall of Fame opgenomen. Hij is eveneens in de Juno Awards Hall of Fame en de Canadese Jazz and Blues Hall of Fame opgenomen.
Volgende zondag (08.01.06) speel ik met de bluesband "The Cotton Field Crew" in Café Cotton Fields op de Antwerpse Groenplaats. We beginnen om +/- 16.30h tot +/- 20.00h en brengen een mix van blues en jazz; dit alles in een ontspannen sfeer. De inkom is gratis!!!
Robert Johnson (8 mei1911 16 augustus1938) is één van de invloedrijkste Amerikaansebluesartiesten ooit. Hoewel hij slechts 27 werd, maar twee opnamesessies heeft gedaan en maar een twintigtal songs naliet, is hij hét voorbeeld van blueszangers als Eric Clapton. Johnson woonde het eerste deel van zijn leven op een plantage waar hij zichzelf bekend maakte met de bluesharp, maar het was zijn wens om de gitaar te leren beheersen. Binnen zeer korte tijd lukte het hem, met behulp van onder meer de al even mysterieuze Ike Zinneman, om het instrument meer dan voldoende te beheersen. Deze prestatie bracht de fabel in de wereld dat Johnson zijn ziel had verkocht aan de duivel. Hij zou op een nacht naar een kruispunt zijn gegaan om daar gitaar te gaan spelen. Om middernacht zou hij benaderd zijn door een grote, donkere man (de duivel), die hem zijn instrument afpakte, het voor hem stemde, en het, in ruil voor zijn ziel, aan hem teruggaf waarna hij het perfect zou kunnen bespelen. Na een van zijn optredens kreeg hij vergiftigde whiskey - waarschijnlijk een actie van een jaloerse echtgenoot van een van zijn scharrels. Hij werd overgebracht naar Greenwood, waar hij het gif binnen enkele dagen door ziekte wist uit te zweten. Hij liep hierbij echter wel een longontsteking op die hem uiteindelijk fataal werd. Johnson werd geboren en overleed in de Amerikaanse staat Mississippi.
Hij haalde de banvloek van de kerk over zich doordat hij in enkele songs suggereerde (me and the devil, hellhound on my trail) dat hij zijn ziel verkocht had aan de duivel om zo goed gitaar te kunnen spelen.
Johnson is zeer zeker niet de uitvinder van de blues; die bestond al geruime tijd voordat Johnson actief werd. Zijn belang voor de muziekgeschiedenis ligt in de mix die hij maakte van bestaande Delta Blues en andere invloeden. Kenmerkend is de ritmische, doorrollende gitaarmuziek. Tijdens zijn leven speelde hij met latere bluesgiganten als Muddy Waters en Howlin' Wolf.
In 1986 werd de film Crossroads uitgebracht, waarin de speurtocht naar een verloren nummer van Robert Johnson een thema is.
A Cowboy's Life is Good enough for Me (CD-bespreking
Vorige week kreeg ik een cadeaubon voor boeken of CDs van 15. Ik dus naar de desbetreffende winkel waar ik me tussen al het volk naar de Cd-afdeling wurmde.
Ik vond daar de 4-delige reeks A Cowboys Life is good enough for me. Op de achterkant van de box kon ik lezen dat het om allerlei oude country-nummers gaat met als centraal thema het leven van de cowboys en het bestaan op de prairie in de oude stadjes van het westen.
15 ?? Dat was natuurlijk wel wat weinig, maar de rest is dus uit mijn eigen zak gekomen! Ik ben blij dat ik wat meer betaald heb; want deze CD box is gewoonweg schitterend.
Het merendeel van de nummers die erop staan komen uit de jaren 30 en 40 van de voorbije eeuw. Echt veel meezingers staan er niet op, maar als je je even rustig neerzet kan je zeker de muziek appreciëren en wegdromen naar het Wilde Westen uit lang vervlogen tijden.
Tussen de nummers staan er ook een aantal die gewijd zijn aan de Yodeling Cowboy. In die tijd werd het typische gebruik uit de Europese bergstreken ook toegepast in de Amerikaanse Countrymuziek. Het fenomeen heeft niet lang bestaan, maar gelukkig is er een CD-box als deze om deze muziekstijl even te belichten. Wat het belang is van die Yodeling Cowboys zal ik later nog belichten.
Hoewel de nummers opgenomen zijn in vervlogen tijden is de geluidskwaliteit voortreffelijk te noemen. Alleen hoor je bij sommige nummers wel een (klein) beetje ruis op de achtergrond.
Dus voor wie na de feestdagen nog 32.95 over heeft is deze CD-reeks een goeie keuze!
Langs deze weg wil ik jullie allen het allerbeste toewensen voor 2006. Dat het een jaar moge zijn vol goede gezondheid, vrede, vriendschap, geluk en muziek en alles wat jullie maar kunnen wensen!
Het is weeral een tijdje geleden dat ik nog eens een landgenoot heb besproken. In dit geval gaat het om de bekende gitarist Philip Catherine. Het is zeker niet een van de minste want sinds de jaren '70 behoort hij tot de internationale top. In zijn 40-jarige carrière heeft hij alle groten van de Europese en Amerikaanse jazz begeleid.
Philip Catherine werd geboren uit een Belgische moeder en een Engelse vader. Afkomstig uit een familie van muzikanten ontdekt Philip Catherine op 14-jarige leeftijd Georges Brassens en Django Reinhardt. Om in de voetsporen van zijn idolen te treden koopt hij zich een gitaar en beluistert hij alle grote jazzmuzikanten van die tijd.
In 1997 tekent Philip Catherine een contract bij Dreyfus Records en brengt hij Philip Catherine Live, Guitar Groove en Blue Prince uit. Zelf een grote jazznaam geworden, krijgt Philip Catherine in de loop der jaren diverse onderscheidingen waaronder "The most Promising Duo, Record Jazz Award Winners" en "Artist of the Year" (1978) van de Deutsche Phono Akademie. Eind 1988 kent de Belgische Vereniging van Jazzcritici hem eenparig de "Saxe"-prijs toe voor zijn album "Transparence". In 1995 krijgt hij de "Django d'Or" van Sabam en in 1998 ontvangt hij in Parijs de Django d'Or als "Beste Europese jazzmuzikant". De laatste bekroning tot dusver is de titel van "Maestro Honoris Causa" van de Conservatoriumstichting van Antwerpen. Zijn laatste album Summer Night, uitgebracht in oktober 2002, wordt verkozen tot "Disque d'Emoi" in Jazz Magazine.
Hij werd geboren als Benjamin David Goodman in Chicago, en was de zoon van arme joodse immigranten. Hij leerde klarinet spelen in een jeugdorkest dat door een goed doel werd gefinancierd, en bleek al op jonge leeftijd een getalenteerd muzikant.
Zijn invloeden waren die van de jazzklarinettisten in Chicago, met name Johnny Dodds, Leon Roppolo en Jimmy Noone. Hij begon op zijn 16de te spelen bij het orkest van Ben Pollack, een van de toporkesten in Chicago, en maakte met hen in 1926 zijn eerste opnames. De eerste opnames op zijn eigen naam kwamen 2 jaar later.
Aan het eind van de jaren 20 werd hij sessiemuzikant in New York City. Zijn reputatie was die van een goed voorbereide en betrouwbare speler. Hij speelde met de beroemde Amerikaanse bands van Red Nichols, Isham Jones en Ted Lewis, en vormde zijn eigen band in 1932. In 1934 begon hij met optredens voor het radioprogramma Let's Dance. Voor de show had hij iedere week nieuwe muziek nodig, en John Hammond, met wie hij bevriend was, raadde hem aan wat jazzmuziek van Fletcher Henderson te kopen. Henderson was de bandleider van de populairste Afrikaans-Amerikaanse band aan het eind van de jaren 20 en het begin van de jaren 30.
De combinatie van zijn klarinetspel, de muziek van Henderson en een goed geoefende band zorgden ervoor dat hij in het midden van de jaren 30 snel bekendheid kreeg. Na zijn fabelachtige optreden op 21 augustus 1935 in de Palomar Ballroom in Los Angeles kreeg hij ook nationale bekendheid. Zijn radio-optredens zorgden voor een schare fans in Californië, waar hij met open armen ontvangen werd. Daardoor trok hij de aandacht van de nationale media en werd op slag beroemd. Sommige schrijvers hebben deze datum aangemerkt als de start van de swing.
Velen suggereren dat Goodman hetzelfde succes met jazz en swing had als Elvis Presley met rock-'n-roll. Beide artiesten maakten de zwarte muziek populair bij een jong blank publiek. Veel van Goodman's arrangementen werden jaren ervoor al gespeeld door het orkest van Fletcher Henderson, en Goodman gaf dit ook zelf aan, maar zijn jonge fans hadden nog nooit van Henderson gehoord. Goodman drukte echter met zijn virtuoze en creatieve klarinetspel wel degelijk zijn eigen stempel op de stukken, en was daarmee een van de meest vernieuwende jazzmuzikanten van voor de bebop.
Goodman is ook verantwoordelijk voor een grote stap voorwaarts in de rassenintegratie in Amerika. Aan het begin van de jaren 30 konden zwarte en blanke muzikanten niet samen spelen in veel clubs en concerten. In de zuidelijke staten was het bij wet verboden. Benny Goodman ging hier tegenin en begon met Teddy Wilson en Gene Krupa het Goodman Trio. In 1936 voegde hij Lionel Hampton toe op de vibrafoon en vormde het Benny Goodman Quartette. Van 1940 tot zijn vroegtijdige dood in 1942 speelde de vernieuwende jazzgitarist Charlie Christian bij de band. Door zijn bekendheid hoefde Goodman niet om financiële redenen door de zuidelijke staten te toeren, waar de samenstelling van de band zeker tot arrestaties zou hebben geleid.
Op 16 januari1938 speelde hij het beroemde concert in Carnegie Hall in New York. Hij was de eerste die jazz speelde in deze beroemde concertzaal, en er was in eerste instantie veel tegenstand tegen een jazzconcert op deze tempel van de klassieke muziek. Het concert was echter een enorm succes en versterkte de reputatie van jazz als een kunstvorm. In het midden van de jaren 40 verloren de big bands veel van hun populariteit. De oorzaak hiervoor was dat veel getalenteerde muzikanten het leger in gingen of beter betaald (fabrieks)werk gingen doen. Rubber en benzine werden tijdens de Tweede Wereldoorlog gerantsoeneerd, de opname-industrie had met twee lange stakingen te kampen, en sterren als Frank Sinatra wonnen aan populariteit. Goodman bleef opnames maken en speelde in kleine ensembles. Hij vormde af en toe een nieuwe band en speelde op jazzfestivals of op internationale tournees.
Benny trouwde in 1942 met Alice Hammond, de zus van zijn vriend John Hammond. Zij hadden twee dochters, Benjie en Rachel. Hij bleef tot aan zijn dood de klarinet spelen. Hij overleed op 77-jarige leeftijd, en is begraven op de Long Ridge Cemetery in Stamford, Connecticut.
Het leven en werk van Willy Dixon was bijna de belichaming
van het onstaan en progressie van de Blues. Vanaf de accidentele beginselen
door de bevrijdde slaven tot een onmiskenbaar onderdeel van de Amerikaanse
musziekgeschiedenis. Dixon was iemand die als eerste professionele
bluesmuzikanten een leven heeft kunnen maken door het spelen van zijn muziek;
hij heeft er weliswaar serieus voor moeten knokken Dixon heeft als producer,
songwriter, bassist en zanger velen bijgestaan in hun weg naar de top. We
denken hier dan vooral aan mensen als Muddy Waters, Howlin Wolf en Little
Walter.
Zoals u in mijn vorige post kon lezen werd ik overstelpt door "spam" (= ongewenste reclame). Daarom heb ik voorlopig de mogelijkheid om reacties te geven uitgeschakeld. Ik heb anderhalf uur nodig gehad om alles terug op punt te stellen. Als u wil reageren op een bericht, mag u dat altijd doen door mij een mailtje te sturen op jurgendecleen@myway.com . Je mag er zeker van zijn dat ik die mailbox alle dagen lees!!
Beste groeten, Jay
PS als je in de rechterkolom kijkt naar "laatste commentaren", daar kan je nog een paar van die reclameboodschappen zien.
BELANGRIJK (Dit maakte me toch een beetje slecht gezind!)
Beste mensen,
Bij een aantal van mijn berichten heeft iemand steeds opnieuw reclame geplaatst over een of ander online casino. Het gaat hier maar liefst om 158 berichten. Steeds vertuurd onder een andere e-mail adres. Ik heb dit gemeld aan Seniorennet, want dit vindt ik misbruik van de mogelijkheid om reacties te geven. Ik ga nu beginnen met alle reacties te verwijderen uit mijn blog. Ik zal er wel nog een paar laten staan die u kunt bekijken, als u dan ook zo iets binnenkrijgt weet u dat u niet de enige zijt.
Ik hou er van dat mensen mij een reactie sturen op een atrikel dat ik op mijn blog heb gezet, maar 158 keer dezelfde reclame over een online casino vind ik wel serieus overdreven.
Ik ben er zeker van dat deze reclame niet verstuurd is door iemand van de bloggers! Als jullie ook zo iets voorhebben, kunnen jullie de reclameboodschappen steeds verwijderen via het controlepaneel!
"Je kunt beter muziek schrijven dan uitvoeren, je kunt beter muziek uitvoeren, dan er naar luisteren, je kunt er beter naar luisteren dan haar misbruiken voor verstrooiing, amusement of cultuurconsumptie."
De Amerikaanse zangeres Peggy Lee werd in mei 1920 geboren in Jamestown, North Dakota, als Norma Deloris Egstrom. Peggy Lee verloor op vierjarige leetijd haar moeder. Haar jeugd was niet gemakkelijk, want haar vader dronk veel, hetgeen problemen voor het gezin met zich meebracht.
Vanaf haar veertiende was Peggy Lee actief als zangeres. Bij een plaatselijk radiostation bedacht de manager de artiestennaam Peggy Lee. Na een aantal jaren als zangeres in California te hebben gewerkt, belandde Peggy Lee in Chicago, waar ze werd opgemerkt door Mel Powell. Powell introduceerde Peggy Lee bij Benny Goodman, die een zangeres voor zijn orkest zocht als vervangster voor Helen Forrest. Een paar dagen later maakte Peggy Lee met Benny Goodman haar eerste plaatopname. Peggy Lee is te horen op verschillende hits van Benny Goodman uit de jaren veertig. "How deep is the Ocean?", "How long has this thing been going on?" en "My old Flame" zijn daar slechts enkele voorbeelden van.
Peggy Lee trad in het huwelijk met Dave Barbour, de gitarist van Benny Goodman. De muzikale samenwerking tussen Lee en Barbour duurde tot eind jaren vijftig. Het huwelijk werd reeds in 1952 ontbonden. In de jaren vijftig bracht Peggy Lee verschillende succesvolle albums uit, waarop ze meestal werd begeleid door jazzmuzikanten als Jimmy Rowles, Marty Paich en George Shearing. Bovendien was Peggy Lee betrokken bij speelfilms als "The jazz singer" (1953) en "Pete Kelly's blues" (1955). Het grootste succes boekte ze echter in een film waarin ze niet te zien was, maar waaraan ze alleen haar stem leende: Walt Disney's "Lady and the tramp" (1955).
Ook in de jaren zestig en daarna bleef Peggy Lee albums opnemen en optreden. Hoewel de kwaliteit hoog bleef werd haar werk echter wel steeds beter voorspelbaar. Peggy Lee overleed in 2002 op 81-jarige leeftijd in Bel Air, Los Angeles.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Over mijzelf
Ik ben Jürgen "Jay" De Cleen, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Guitarking.
Ik ben een man en woon in pendel tussen Antwerpen en Rupelmonde (België) en mijn beroep is Muzikant en manager.
Ik ben geboren op 16/12/1978 en ben nu dus 46 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Muziek, filosofie, genieten van het leven.