Inhoud blog
  • Nieuw screeningsprogramma voor zwangere vrouwen
  • Hechtingsstoornis
  • Gehechtheid bij kinderen
  • Reactieve hechtingsstoornis
  • Infant Mental Health sociaal-emotionele problematiek bij risicobaby's
    Foto
    Foto
    Foto
    Zoeken in blog

    Zoeken met Google


    Foto
    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum

    Mailinglijst

    Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.


    Laatste commentaren
  • Zwaarlijvigheid (Claudine)
        op Iedereen Borderline?
  • Hechtingsprobleem

    Voor ouders, hulpverleners, en leerkrachten, die zich zorgen maken over kinderen, met Hechtingsprobleem, Hechtingsproblemen, hechtingsstoornis, hechting, gehechtheid, ouders, babys, kinderen, pleegkinderen, stiefkinderen,jeugd, volwassenen, hulpverleners, onderwijs, jeugdzorg
    18-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zorglijn Emotionele Stoornissen

    Zorglijn Emotionele Stoornissen 

    Doelgroep
    Deze zorglijn richt zich op kinderen die problemen hebben in de hechting aan voor hen belangrijke anderen zoals ouders of verzorgers. Ook langdurig sombere of erg angstige kinderen worden hier behandeld. Voor de behandeling komen kinderen in aanmerking met beschreven problematiek en een gemiddelde intelligentie. Ze zijn vier tot dertien jaar oud en woonachtig in de regio Amsterdam of 't Gooi.

    Zorgaanbod/behandeling
    De behandeling is erop gericht om de kinderen weer zelfvertrouwen te geven en ze weer plezier te laten ervaren. De behandeling is nauw afgestemd op de aanpak op school. De ouders of verzorgers worden intensief betrokken bij de behandeling door middel van begeleidingscontacten of oudertrainingen.

    De zorglijn biedt poliklinische behandeling, dagbehandeling,dag-en-nachtbehandeling en poliklinische nazorg.

    http://www.debascule.com/show.php?p=Kinderen_zorglijn_emotie&t=Zorgaanbod&lang=

    18-04-2008 om 22:23 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee opvoedingswijzen bij hechtingsstoornissen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dr. G. de Lange

    Relatiegestoorde kinderen

    Twee opvoedingswijzen bij hechtingsstoornissen

    2e aangevulde druk

    De auteur heeft als orthopedagoog jarenlang met fundamenteel relatiegestoorde kinderen gewerkt. Op basis van zijn ervaringen heeft hij de in dit boek beschreven opvoedingswijzen ontwikkeld om ouders, onderwijsgevenden en hulpverleners toe te rusten om deze kinderen te helpen uit hun isolement te komen. De eerder door de auteur in zijn boek Hechtingsstoornissen. Orthopedagogische behandelingsstrategieën geïntroduceerde opvoedingswijzen zijn inmiddels toegepast en in dit boek wordt daarvan verslag gedaan.

    Nieuw in deze tweede druk van het boek is de toevoeging van de paragrafen 5.9 De opgenomen jongeren en 6.6 Onderwijs en opleiding geïntegreerd in de opvoeding. Voor het overige is het boek geheel ongewijzigd gebleven.

    Relatiegestoorde kinderen is onder meer bedoeld voor medewerkers van de eerstelijnsgezondheidszorg, voor diagnostici en voor hulpverleners die kinderen met gedragsproblemen in hun praktijk krijgen. Ook is het bedoeld voor onderwijsinstellingen, zowel basis- als speciaal onderwijs, waar het van groot belang is dat fundamenteel relatiegestoorde kinderen adequate begeleiding krijgen.

    Tevens is het boek belangrijk voor iedereen die met de pleegzorg of de adoptie van deze kinderen te maken krijgt en voor diegenen die verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van deze kinderen in tehuizen en inrichtingen.

    18-04-2008 om 00:09 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SOCIAAL-EMOTIONELE ONTHECHTING
    Auteurs:  Scholte, E.M.     Ploeg, J.D. van der

    Tijdschrift voor orthopedagogiek

    Uitgave:Jrg. 46 (2007), nr. 4 (april)

    Collatie: p. 169-178

    Verslag van een onderzoek naar sociaal-emotionele onthechting. Hierbij beoordeelden leerkrachten agressief en antisociaal gedrag bij een aselecte steekproef van 1243 leerlingen uit de algemene Nederlandse jeugdbevolking.

    Ook beoordeelden zij de kenmerken van egocentrisme en gevoelloosheid die in verband worden gebracht met psychopathie. Een analyse laat zien dat de oordelen over psychopathie uiteenvallen in een dimensie met sociaal onthecht gedrag en een dimensie met emotioneel onthecht gedrag.

    De oordelen van leerkracht zijn op beide dimensies voldoende betrouwbaar en stabiel. Verder blijkt sociaal-emotioneel onthecht gedrag een belangrijke voorspeller te zijn van agressief gedrag bij jeugdigen.

    Het aantal kinderen dat dagelijks sociaal-emotioneel onthechte trekken vertoont komt uit op twee tot drie procent.

    Tot slot een beschrijving van implicaties voor de praktijk, onder andere over de toepassing van de Vragenlijst Fundamentele Onthechting (VFO) die op basis van dit onderzoek is ontwikkeld.

    Voor meer informatie kunt u terecht onder de bijgevoegde link:

    http://80.89.233.32/cgi-bin/bx.pl?dcat=1&woord=Tijdschrift%20voor%20orthopedagogiek&titcode=SCHSEON9999&ingang=M&vv=JJ&systeem=%2A&event=tdetail&sid=sQOpZ&groepfx=01&vestnr=0011&prt=internet&cdef=002&srvnum=002&sn=43




    16-04-2008 om 18:44 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe ga ik om met opvoedproblemen in de klas?

    Hoe ga ik om met opvoedproblemen in de klas?

     

    Behandeling van hechtingsproblematiek moet in het gezin plaatsvinden. Daar moet gewerkt worden aan het herstel van de band tussen ouders en kind. Als de behandeling succesvol is dan zal dat zeker in de klas te merken zijn. Anderzijds zal het bieden van veiligheid en structuur in de klas de behandeling thuis natuurlijk sterk ondersteunen.

     

    Voor leerkrachten die te maken krijgen met - meer of minder - onveilig gehechte kinderen op school (en die zal je elk jaar wel tegenkomen) wil ik hier kort een aantal kenmerken en tips geven om ze in de benadering van deze kinderen te ondersteunen.
    Als er sprake is van een hechtingsprobleem dan is er bij het kind veel wantrouwen naar volwassenen en er is angst om gekwetst te worden. Het kind schrikt terug voor het praten over gevoelens, voor het maken van contact.

     

    Ook kan het zijn dat het gedrag van het kind bij jou negatieve emoties oproept omdat het kind je kwetst of omdat je je, door wat hij zegt of doet, afgewezen voelt.

    Probeer te voorkomen dat je het gedrag ervaart als tegen jou, als persoon, gericht maar zie het gedrag als voortkomend uit handhavingpatronen.


    Plaats in de klas

     

    Probeer bedreigende situaties te voorkomen of te verminderen, zodat het kind zich beter kan ontspannen en daardoor meer gewenst gedrag kan laten zien.

  • Houd hem dicht bij je, bijvoorbeeld naast je

  • Zet hem in de buurt van rustige kinderen

  • Geef hem een eigen tafel en stoel (bijvoorbeeld met een sticker erop)

  • Plaats zo mogelijk geen kinderen achter hem (bijvoorbeeld met zijn rug richting muur)

  • Contact

     

    Het is heel belangrijk dat het onveilig gehechte kind zich begrepen voelt en dat het ervaart ‘gehoord’ te worden. Positieve interactie met hem is dan ook essentieel. Schenk hem vertrouwen, opdat hij ook vertrouwen in zichzelf kan krijgen.

    Wijs het kind niet af als persoon, maar benoem zijn ongewenste gedrag en bied daarvoor een alternatief aan. Bouw een relatie met hem op en versterk die. Geef hem het gevoel: ‘jij bent belangrijk voor mij. Ik wil dat het goed gaat met ons en dat jij je prettig voelt in de klas’.

    Verwoord dit bijvoorbeeld door:

  • ‘Ik wil je helpen, daar ben ik voor’

  • ‘Grote mensen zijn er om kinderen te helpen met groot groeien, dus roep maar als je me nodig hebt’

  • ‘Je hoeft niet alles te kunnen of alleen te doen’

  • Het is belangrijk om actief naar het kind te luisteren en zijn gevoelens te verwoorden. Als het hoort dat het best bang, boos of verdrietig mag zijn, voelt het zich begrepen en zal de spanning van hem af vallen.

  • ‘Je vindt het moeilijk hè’

  • ‘Je wilt het zo graag goed doen en dan lukt het toch niet, ook niet als je zo je best doet’

  • ‘Je hoeft nog niet alles te kunnen, grote mensen kunnen ook niet alles’

  • Vertel ook de andere kinderen waarom het kind soms moeilijk doet, bijvoorbeeld: ‘Hij vindt het erg spannend en wordt daardoor druk en giechelig’.

     

    Leren

     

    Probeer het leren voor het kind weer leuk te maken door:

  • Lage eisen te stellen (onder zijn niveau)

  • Veel complimenten te geven

  • Waar mogelijk visuele ondersteuning te bieden

  • Zitten en bewegen af te wisselen (zoals bij heel jonge kleuters)

  • Bij overgangssituaties te helpen, zodat hij niet overspoeld wordt

  • Eventueel een beloningsysteem in te voeren (uiteraard met opdrachtjes die haalbaar voor hem zijn)

  • Extra ‘leuke’ taakjes te geven (bijvoorbeeld planten water geven e.d.)

  • Zijn gevoelens te verwoorden

  • Actief naar hem te luisteren

  • Probeer de dag altijd positief af te sluiten met het kind, zo mogelijk met hem alleen. ‘Het ging goed met ons hè. Fijn dat je morgen weer komt’.

    Het kan nodig zijn hulp te vragen van iemand die jouw aanpak observeert en je zonodig coacht in deze benadering. Schakel daar een VIB-er (video-interactie-begeleider) voor in met ervaring op het gebied van hechting of informeer bij mij over de mogelijkheden!

     

    Als we leerkrachten, die te maken hebben met problematische onveilig gehechte kinderen, begeleiden of coachen horen we van hen vaak terug dat deze manier van werken ook voor de andere kinderen goed werkt. Vaak ontstaat er veel meer rust en een beter werkklimaat in de klas en dit is logisch. Immers; een onveilig gehecht kind heeft behoefte aan een klimaat van veiligheid en geborgenheid en hebben niet alle kinderen behoefte aan een dergelijk klimaat?

    14-04-2008 om 01:01 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Smeekbede van een kind in de kerker van zijn hechtingsstoornis

    Gedicht:

    Luister alsjeblieft naar wat ik NIET zeg


    Smeekbede van een kind in de kerker van zijn hechtingsstoornis


    laat mij je niet voor de gek houden
    laat je niet door mijn gezicht in de luren leggen
    want ik draag een masker
    een masker, dat ik niet durf af te zetten
    “doen alsof” is een kunst en mijn tweede natuur
    maar laat je alsjeblieft niet voor de gek houden


    ik geef je de indruk dat ik zelfverzekerd ben
    dat alles zonnig is, zowel binnen in mij als buiten
    dat Vertrouwen mijn naam is en ik echt “cool” ben
    dat ik niemand nodig heb
    maar alsjeblieft geloof me niet . . . . . !


    mijn uiterlijk lijkt onberispelijk
    maar daaronder borrelt de verwarring, de angst
    de eenzaamheid, de pijn
    maar dat verberg ik, want ik wil dat niemand dat weet
    mijn zwakte veroorzaakt paniek in mij
    bang dat ze mijn angst en pijn kunnen zien
    daarom heb ik een masker
    help me . . . . !


    ik heb hulp en zorg van mensen nodig
    die genoeg van mij houden om te blijven helpen
    dat is het enige wat me kan redden uit mijzelf
    hulp en zorg is het enige wat mij bewijst, dat ik er werkelijk toe doe . . . . .
    maar dat vertel ik je niet, want dat  durf ik niet, mijn angst blokkeert
    ik ben bang dat jij me minder waard zult vinden en om me zult lachen
    en je lachen doet me zo zeer


    ik ben heel bang dat ik niets ben
    dat ik slecht ben
    en dat jij dat zult zien en me zult afwijzen
    net als toen . . . . . . . .
    dus speel ik mijn spel, mijn wanhopige spel


    ik houd niet van verstoppen, echt niet . . .
    ik houd niet van die oppervlakkigheid, dat stomme spel
    ik wil liever gewoon zijn en blij . . . . . en mezelf
    maar jij moet me daarbij helpen, ik kan het niet alleen


    jij moet je hand naar me uitsteken, ook al lijkt dat het laatste wat ik wil
    jij alleen kunt mijn leegte en mijn pijn wegnemen, de pijn die ik niet wil voelen
    jij helpt me elke keer als je lief en bemoedigend naar mij bent
    elke keer als je probeert me te begrijpen, omdat je echt om me geeft
    dan begint mijn hart vleugels te krijgen
    hele kleine vleugels, maar toch, vleugels . . . .


    met je aandacht en je begrip, kun jij leven in mij blazen
    ik wil dat je dat weet, dat is heel belangrijk voor mij
    hoe jij een mens in mij kunt scheppen, als je daarvoor kiest
    en, alsjeblieft, kies voor mij . . . .


    jij bent de enige die de muren om mij heen kunt afbreken
    de muren waarachter ik angstig trillend woon
    jij bent de enige die mijn masker kan afnemen
    en me kan redden uit de schaduwwereld van onzekerheid en paniek


    ga alsjeblieft niet aan mij voorbij, alsjeblieft, loop niet door
    ik zal niet gemakkelijk voor je zijn
    een lang gevoel van waardeloosheid bouwt nou eenmaal sterke muren
    hoe dichter je bijkomt, hoe meer ik blindelings naar je zal slaan
    dat is irrationeel . . . soms ben ik gewoon irrationeel


    ik vecht precies tegen datgene waar ik naar uitschreeuw
    liefde en vriendelijkheid zijn sterker dan de sterkste muren
    daarin ligt mijn hoop, mijn enige hoop . . . .
    alsjeblieft, breek die muren af met je sterke handen
    met je zachte handen . . . .
    want het kind in mij is beschadigd en heel gevoelig
    heb mij lief . . . . .


    blijf je liefde geven, tegen de stroom in, al is het vaak heel zwaar
    laat mij niet vallen . . . .
    ook niet als anderen jou laten vallen, gewoon om wie jij bent voor mij


    laat het kind in mij niet verdrinken in verdriet en eenzaamheid en angst
    help die muren af te breken, zodat wij elkaar mogen ontmoeten
    in rust en vertrouwen, eenheid en liefde, gewoon zoals we zijn
    zonder angst voor verlies en wéér die pijn


    eens heb ik geleerd dat liefde alleen maar pijn kan zijn
    leer jij mij alsjeblieft dat liefde fijn mag zijn
    Mama . . . . . . help . . . !


    En voor alle anderen:  Help Mama . . . . !

    http://www.sensibas.com/

    Uit het engels, naar Charles C. Finn, vertaald en uitgebreid door Kees de Vries. Verspreiden is toegestaan. © 2007 Kees de Vries

    13-04-2008 om 00:41 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De herontdekking van de babyknuffel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De herontdekking van de babyknuffel

    SAMENVATTING
    Tegenwoordig is het normaal om een huilende baby op te pakken en te troosten. We denken er zelfs niet meer bij na. Dat was vroeger anders. Toen dachten ze dat de belangrijkste band tussen ouder en kind ontstond tijdens het voeden. Dankzij Bowlby weten we dat een baby zich juist hecht aan zijn verzorgers door aanraking en nabijheid. Een biografie van een van de meest invloedrijke ontwikkelingspsychologen van de 20ste eeuw.


    Anders dan vroeger is het tegenwoordig volstrekt normaal dat ouders bij hun in het ziekenhuis opgenomen kinderen de nacht doorbrengen. Ook is het niet meer vanzelfsprekend een huilende baby te negeren. In de kinderopvang wordt meer aandacht besteed aan de affectieve relatie tussen leidster en kind. Een belangrijke impuls aan deze veranderingen is gegeven door de onderzoeker John Bowlby en zijn gehechtheidstheorie. Wie was deze man en wat waren zijn ideeën?

    Edward John Mostyn Bowlby werd op 26 februari 1907 in Londen geboren. Zoals gebruikelijk in de hogere Engelse klassen, werd hij door een gouvernante opgevoed. John zag zijn moeder slechts een korte periode per dag en zijn vader alleen op zondag. Elf jaar oud werd hij samen met zijn dertien maanden oudere broer Tony naar een kostschool gestuurd. Op zijn veertiende volgde een opleiding tot marineofficier bij het Royal Navy College in Dartmouth. Na een verblijf van enkele jaren aan dit instituut besloot Bowlby echter op zoek te gaan naar werk dat de gemeenschap als geheel ten goede zou komen.

    Tussen 1925 en 1928 studeerde Bowlby medicijnen in Cambridge en psychologie in Londen. Na zijn afstuderen zette hij zijn medische opleiding niet direct voort, maar werkte eerst een jaar als vrijwilliger op twee progressieve scholen, waarvan één voor moeilijk opvoedbare kinderen en kinderen met onaangepast gedrag. Hier wezen zijn begeleiders hem op het feit dat sommige kinderen afwijkend gedrag lieten zien doordat zij door hun primaire opvoeders waren verlaten. Bowlby was hiervan onder de indruk en besloot vanaf 1929 zijn medische opleiding te combineren met een psychoanalytische training. In 1933 rondde hij het basisartsexamen af en koos de specialisatie psychiatrie. Vanaf 1940 werkte hij als psychiater in het Britse leger en na de oorlog ging hij werken voor de Londense Tavistock Clinic, waaraan hij de rest van zijn leven verbonden zou blijven.

    Separatie
    Toen Bowlby in 1929 op 22-jarige leeftijd werd toegelaten bij het Institute of Psycho-Analysis werd Melanie Klein als zijn supervisor aangewezen. Kleins visie was dat alle geestelijke aandoeningen hun oorsprong hadden in fantasie. Bowlby had moeite met deze verklaring, omdat er geen ruimte was voor de invloed van de omgeving. Bovendien zouden kinderen zich volgens de geldende opvattingen binnen de psychoanalyse aan hun moeders hechten omdat zij door hen worden gevoed. Bowlby’s ervaringen op de progressieve scholen deden hem hieraan sterk twijfelen.

    Bowlby dreef de onenigheid met Klein niet op de spits, maar sprak tijdens zijn toetredingsrede voor de British Psycho-Analytic Society in 1938 wel zijn overtuiging uit dat er meer aandacht moest zijn voor de vroege ervaringen van kinderen en de scheiding van hun moeder. Hij benadrukte dat een verbroken moeder-kindrelatie in de eerste drie jaar vaak leidt tot emotioneel teruggetrokken gedrag van het kind.

    Bowlby was ervan overtuigd dat er meer aandacht moest zijn voor de vroege ervaringen van kinderen en de scheiding van hun moeder.


    Ook tijdens een studie naar afwijkend gedrag bij jongeren bleek Bowlby dat de oorzaak van hun problemen lag in vroege ervaringen. Hij ontdekte dat zij door een vroege scheiding en het ontbreken van een emotionele band met een (substituut-)moeder delinquent en affectieloos gedrag lieten zien. Zijn interesse in onderzoek naar separatie en zijn studie naar deze 44 jeugdige delinquenten brachten hem in beeld bij de Wereldgezondheidsorganisatie voor een onderzoek naar de gevolgen van scheiding bij jonge kinderen. Dit onderzoek zou het verdere verloop van zijn loopbaan en onderzoeksactiviteiten sterk beïnvloeden.

    Vanaf dat moment ging Bowlby op zoek naar alternatieven voor de theorie van Klein en andere psychoanalytici, omdat die in zijn ogen geen bevredigende verklaring kon geven voor de verschijnselen die hij zag. Voor een andere interpretatie van de band tussen moeder en kind wendde Bowlby zich tot de ethologie.

    Ethologie
    In 1951 werd Bowlby gewezen op het werk van de Oostenrijkse zoöloog Konrad Lorenz. Lorenz had samen met de Nederlandse bioloog Niko Tinbergen sinds de jaren dertig gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuwe discipline die het gedrag van dieren door observatie bestudeerde: de ethologie. Vanuit ethologisch perspectief is gedrag dat specifiek is voor een soort een gevolg van evolutionaire selectie.

    Ethologen bestuderen het gedrag van dieren door ze te observeren.


    Bowlby paste dit toe op het gedrag dat kinderen laten zien als zij van hun verzorger worden gescheiden en betoogde dat dit ‘gehechtheidsgedrag’ zorgde voor nabijheid van de primaire verzorger bij stress. Volgens Bowlby hebben individuen die gehechtheidsgedrag vertonen meer kans op overleving en dus op nakomelingen. In tegenstelling tot wat psychoanalytici beweerden, is gehechtheidsgedrag volgens Bowlby niet gericht op voeding, maar bevordert het de nabijheid tot de verzorger.

    Wanneer het kind angst voelt, treedt het gehechtheidssysteem in werking en wordt de nabijheid van de verzorger gezocht. Deze nabijheid zorgt er voor dat de angst verdwijnt en dat het kind weer kan exploreren. Het kind gebruikt de ouder op deze manier als een veilige basis vanwaar het de omgeving verkent. Al met al gaf de ethologie Bowlby het inzicht dat gedrag alleen te begrijpen is in de context van de evolutionaire omgeving waarin het is ontstaan.

    In de jaren na zijn eerste kennismaking met de ethologie onderhield Bowlby nauw contact met vooraanstaande ethologen als Lorenz, Tinbergen en in het bijzonder Robert Hinde, die zijn mentor op het gebied van de ethologie zou worden. De jaren die volgden gebruikte Bowlby om de psychoanalyse te herschrijven in het licht van de ethologische beginselen.

    Volgens Bowlby heeft elk kind een aangeboren neiging tot het zoeken van nabijheid van de verzorger.


    Ontwikkeling
    In zijn trilogie Attachment and loss (1969/1982) heeft Bowlby zijn ideeën over de ontwikkeling van gehechtheid uitgewerkt. Volgens Bowlby heeft elk kind een aangeboren neiging tot het zoeken van nabijheid van de verzorger. Dit gehechtheidssysteem wordt ingeschakeld in geval van stress en wordt uitgeschakeld wanneer het kind door de gehechtheidsfiguur wordt gerustgesteld.

    In de ontwikkeling van dit gehechtheidssysteem bij het jonge kind onderscheidde Bowlby vier fasen: (1) een periode waarin het kind signalen uitzend zonder daarbij onderscheid te maken tussen verschillende personen (vanaf de geboorte tot twee maanden), (2) een periode waarin het kind de signalen richt op één of enkele specifieke verzorgers (van twee tot zes maanden), (3) de eigenlijke gehechtheid wanneer een kind met signalen en beweging de nabijheid van één specifieke verzorger handhaaft (van zes maanden tot vier jaar), en ten slotte (4) een periode waarin er sprake is van zogenaamd doelgecorrigeerd partnerschap (vanaf vier jaar), waarbij het kind rekening kan houden met en zich kan inleven in de wensen en plannen van de ouder.

    Empirische ondersteuning voor zijn ideeën kreeg Bowlby aanvankelijk alleen uit studies naar hospitalisatie en deprivatie. De Amerikaanse dierpsycholoog Harry Harlow toonde in zijn baanbrekende onderzoek naar separatie aan dat wanneer jonge resusapen kunnen kiezen uit een voedende ijzerdraadmoeder en een niet-voedende badstofmoeder, zij het grootste deel van de tijd doorbrengen bij de zachte badstofmoeder. Hij bevestigde daarmee Bowlby’s idee dat de band tussen moeder en kind niet afhankelijk is van voeding, maar van contact met de primaire verzorger. Het was echter door de ontwikkeling van instrumenten die de gehechtheid bij kinderen en volwassenen kunnen meten, dat het empirisch onderzoek naar gehechtheid een nieuwe impuls kreeg.

    Zelfs als de badstofmoeder geen melk gaf, bleven Harry Harlow’s babyaapjes zich aan haar vastklampen.


    De Vreemde Situatie
    De instrumenten die voor het meten van gehechtheid worden gebruikt zijn de Vreemde Situatie (Strange Situation) ontwikkeld door Mary Ainsworth en het Gehechtheidsbiografisch Interview (Adult Attachment Interview), ontwikkeld door Mary Main.

    De Vreemde Situatie is een gestandaardiseerde laboratoriumtest voor kinderen van twaalf tot achttien maanden oud. Tijdens de procedure wordt het kind tweemaal kort van de moeder gescheiden. In deze periode zorgt de stress van de scheiding voor activatie van het gehechtheidssysteem. Op basis van het gedrag van het kind tijdens de herenigingen met de moeder kunnen kinderen worden geclassificeerd als veilig (B), onveilig-vermijdend (A), onveilig-ambivalent (C) of gedesorganiseerd (D).

    Kinderen die veilig zijn gehecht zoeken de nabijheid van de moeder en spelen nadat ze zijn getroost weer verder. Kinderen die onveilig-vermijdend zijn gehecht zoeken de nabijheid van de ouder niet en lijken onaangedaan door de scheiding, maar zij gaan niet meer op in hun spel. Onveilig-ambivalent gehechte kinderen zoeken de gehechtheidsfiguur juist op, maar zijn ontroostbaar en boos op de ouder. Gedesorganiseerde gehechtheid kenmerkt zich door tegenstrijdig gedrag van het kind: het kan bijvoorbeeld tegelijk huilen en wegkruipen van de ouder.

    Onveilig-ambivalent gehechte kinderen zoeken de gehechtheidsfiguur juist op, maar zijn ontroostbaar en boos op de ouder.

    Het Gehechtheidsbiografisch Interview, ontwikkeld door Ainsworths studente Mary Main, is een semi-gestructureerd interview dat de mentale representatie of voorstelling van de jeugdervaringen van de volwassene meet. De manier waarop een volwassene reflecteert op zijn ervaringen is indicatief voor de manier waarop deze ervaringen zijn verwerkt. Volwassenen worden geclassificeerd als autonoom (F), gereserveerd (Ds), gepreoccupeerd (E) of gedesoriënteerd (U).

    Autonome respondenten kenmerken zich door een open reflectie over hun ervaringen. Gereserveerde individuen marginaliseren de invloed van hun jeugdervaringen op hun persoonlijkheid, terwijl gepreoccupeerde volwassenen hun jeugdervaringen idealiseren en nog steeds in beslag worden genomen door hun ervaringen. De gedesoriënteerde volwassene heeft te maken met onverwerkt verlies of trauma.

    De Vreemde Situatie heeft gezorgd voor een veelheid aan empirische studies: onderzoek naar de antecedenten van gehechtheidsgedrag (kenmerken van het kind, opvoedgedrag van de ouder), naar interventies ter verbetering van gehechtheidspatronen en naar langetermijneffecten van gehechtheid. Het Gehechtheidsbiografisch Interview is gebruikt in studies naar de overdracht van gehechtheid van de ene generatie op de andere. Met het instrument is Bowlby’s vermoeden dat onverwerkte jeugdervaringen de interactie met het eigen kind zouden beïnvloeden onderzocht.

    Kunnen onverwerkte jeugdervaringen de interactie met het eigen kind beïnvloeden?


    Grote invloed op onze manier van opvoeden
    Bowlby besteedde in de gehechtheidstheorie met name aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, het belang van de sensitiviteit van en de interactie met de opvoeder en hij benadrukte de evolutionaire oorsprong van het gehechtheidsgedrag. Hij liet zaken als de morele of zedelijke ontwikkeling van het kind buiten beschouwing. De gehechtheidstheorie is op dit moment een van de meest invloedrijke theorieën op het gebied van de kinderlijke ontwikkeling en Bowlby een van de meest geciteerde auteurs.

    Met het formuleren van de gehechtheidstheorie gaf Bowlby in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw een alternatieve verklaring voor het gedrag dat kinderen laten zien wanneer zij van hun primaire opvoeder worden gescheiden. Door het aaneensmeden van elementen uit onder meer de psychoanalyse en ethologie, vond Bowlby een verklaring voor een zeer belangrijk aspect van het menselijke gedrag.

    De implicaties van Bowlby’s ideeën voor de ontwikkeling van kinderen en de manier waarop zij worden opgevoed zijn enorm en hebben de praktijk van de dagelijkse opvoeding ingrijpend beïnvloed. In Nederland kreeg de gehechtheidstheorie vanaf de jaren tachtig via het werk van de Leidse hoogleraar Van IJzendoorn grote bekendheid. Het empirische en meta-analytische werk dat sinds de formulering van de gehechtheidstheorie is verricht heeft de theorie naar een hoger plan getild.

    Frank van der Horst (1977) is historicus en pedagoog en werkt momenteel als promovendus en docent bij de vakgroep Algemene en Gezinspedagogiek – Datatheorie van de Universiteit Leiden. Hij bereidt hier een proefschrift voor over de wederzijdse beïnvloeding van John Bowlby en de ethologie.

    http://www.kennislink.nl/web/show?id=186154

    Zie ook:
    Meer informatie over de gehechtheidstheorie en -onderzoek

     

     

    http://www.psychology.sunysb.edu/attachment/

    12-04-2008 om 13:06 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zorglijn Emotionele Stoornissen

    Zorglijn Emotionele Stoornissen 

    Doelgroep
    Deze zorglijn richt zich op kinderen die problemen hebben in de hechting aan voor hen belangrijke anderen zoals ouders of verzorgers. Ook langdurig sombere of erg angstige kinderen worden hier behandeld. Voor de behandeling komen kinderen in aanmerking met beschreven problematiek en een gemiddelde intelligentie. Ze zijn vier tot dertien jaar oud en woonachtig in de regio Amsterdam of 't Gooi.

    Zorgaanbod/behandeling
    De behandeling is erop gericht om de kinderen weer zelfvertrouwen te geven en ze weer plezier te laten ervaren. De behandeling is nauw afgestemd op de aanpak op school. De ouders of verzorgers worden intensief betrokken bij de behandeling door middel van begeleidingscontacten of oudertrainingen.

    De zorglijn biedt poliklinische behandeling, dagbehandeling,dag-en-nachtbehandeling en poliklinische nazorg.

    http://www.debascule.com/show.php?p=Kinderen_zorglijn_emotie&t=Zorgaanbod&lang

    09-04-2008 om 20:30 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De emotionele problemen van baby's - nieuwe inzichten voor hulpverlening.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Professionele bijscholing in 2008

    1° Bijscholing: De emotionele problemen van baby's - nieuwe inzichten voor hulpverlening.
    De laatste jaren in er een snelle ontwikkeling te constateren op het gebied van babyonderzoek. Ook de hulpverlening aan pasgeborenen en jonge baby's staat volop in de belangstelling. Dat is niet zo verwonderlijk. Eerst en vooral heeft de ontwikkelingspsychologie een heel nieuw beeld opgeleverd van de baby. Baby-onderzoek heeft aangetoond dat baby's zeer ‘competent' zijn. Dit beeld van de ‘competente' baby wordt door de prenatale psychologie aangevuld met het beeld van de ‘competente' foetus. De competentie van de baby vindt zijn voorbereiding in de baarmoeder.

    Aan bod komen:

    • prenatale ontwikkeling
    • vroege communicatie en hechting
    • psychologie van de geboorte
    • het eerste levensjaar: de psychologische geboorte
    • postnatale hechting: tussen nabijheid en exploreren
    • hechtingsstoornissen

    2° bijscholing: De signalen van de baby - leren kijken en luisteren naar baby's
    Baby's geven signalen via hun lichaam. Ze ‘spreken' de taal van het lichaam. Via stem, mimiek, lichaamshouding, lichaamsbeweging, orgaantaal en controlepatronen, kunnen zij signalen uitzenden van niet-welbevinden.Baby's zijn zeer sensitief en reageren op ervaringen die ze opdoen tijdens de zwangerschap, bij de geboorte en in de eerste levensmaanden.Voor hulpverleners is het belangrijk om onderscheid te maken tussen traumatische signalen en ‘gewone' signalen.

    Aan bod komen:
             *
    belasting en traumatisering bij baby's
           * behoefte-huilen en trauma-huilen
           * leren observeren van lichaamssignalen
           * leren interpreteren van lichaamssignalen
           * video-illustraties

    3° bijscholing: Babypsychotherapie - hulp aan baby en ouders
    Door prenatale en perinatale oorzaken kunnen baby's emotioneel belast geraken, hetgeen tot uitdrukking komt in hun lichaamstaal. Als gevolg van vroege ervaringen kunnen baby's reeds prenataal onthecht geraken; ze ervaren inbreuken op hun emotionele veiligheid. Zo kan prenatale stress een baby belasten; maar ook door de medicalisering van de geboorte lopen steeds meer kinderen geboortetrauma's op. Er zijn meer en meer huilbaby's, baby's met ademhalings-problemen of baby's met reflux. Dit zijn mogelijke symptomen van psychische belasting. Babypsychotherapie is een vorm van psychologische hulpverlening aan baby's in nood.

    Aan bod komen:

    • wat zijn prenatale en perintale trauma's
    • wat is babytherapie,
    • de doelstellingen in babytherapie
    • vormen van babytherapie
    • video-illustraties

    Praktische informatie

    Reeks van drie bijscholingen:

    Data:1° reeks:vrijdag 30 mei, donderdag 12 juni, donderdag 19 juni    
            2° reeks: vrijdag 7 november, vrijdag 21 november, vrijdag 5 december 
    Tijd:      9u30 - 16u00
    Plaats:  EVPP ‘De Bakkerij' te Gors-Opleeuw (Borgloon)
    Deelnemers: maximaal 16
    Inschrijving: het inschrijfformulier wordt u op aanvraag toegestuurd

    Voor meer informatie over de inschrijving ga dan naar de onderstaande bijgevoegde link ik kan u dit zeker aanraden.  http://www.stroeckenverdult.be/site/nl/

    07-04-2008 om 12:16 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    05-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bewegingsopvoeding - basislessen voor sociaal gedrag - spel- en lessuggesties

    Lotens, Y., Opvoeden door stoeienYos Lotens

    Opvoeden door stoeien

    Bewegingsopvoeding - basislessen voor sociaal gedrag - spel- en lessuggesties

    Met een voorwoord door Anton Geesink (IOC)

    Als jonge mensen - en dieren - zich willen uitleven, gaan ze stoeien. Maar stoeien is meer dan alleen een manier om je overtollige energie kwijt te raken. Het is een belangrijk aspect van de (bewegings)-opvoeding.

    Kinderen ontwikkelen al stoeiend hun motoriek en doen tegelijkertijd ervaringen op in de omgang met anderen. Ze leren hun emoties te beteugelen, vertrouwen te schenken en anderen te vertrouwen. 'Alleen zonder pijn is het fijn' is een inzicht dat elk kind zich direct eigen maakt.

    Stoeispelen zijn een verrijking van het bewegingsonderwijs binnen alle schoolmuren. Stoeien is een intensieve manier van bewegen die veel vraagt van de concentratie en de motorische coördinatie. Door het directe lichamelijke contact doet het bovendien een groot beroep op het verantwoordelijkheidsgevoel van en de samenwerking tussen de spelers.

    Aan de andere kant vereist het weinig specifieke technische vaardigheden; iedereen is in staat om op zijn eigen niveau en op zijn eigen manier te stoeien. Stoeien is verbonden aan speljudo en kan worden gezien als voorbereidend judo.

    Stoeispelen blijken niet alleen enthousiasmerend te werken, maar ook de motorische vaardigheid te verbeteren, verloren (geestelijk) evenwicht weer terug te vinden en het geloof in eigen kunnen te vergroten.

    Opvoeden door stoeien behandelt uitgebreid de pedagogische mogelijkheden die het stoeispel biedt en de voorwaarden waaronder men het kan spelen. Tevens bevat het boek een groot aantal in de praktijk uitvoerig getoetste spel- en lessuggesties.

    05-04-2008 om 11:16 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stress tijdens zwangerschap is even slecht als roken
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verband met ADHD en andere gedragsproblemen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen 

    Benedict Vanclooster

    Problemen bij kinderen als ADHD, angst- en depressieve gevoelens of agressieve neigingen, lijken steeds vaker voor te komen. Twee decennia geleden begon professor Bea Van den Bergh een onderzoek naar de gevolgen van angst en stress bij de moeder tijdens de zwangerschap: “Toen kon ik niet vermoeden dat zwangerschapsangst en -stress bij de moeder tot dergelijke gedragsstoornissen bij het kind kunnen leiden.” 
     
    Sinds 1986 volgt professor Van den Bergh (Departement Psychologie) 86 moeders die voor de eerste keer zwanger werden. Aan de hand van vragenlijsten liet ze hun angst en stress tijdens de zwangerschap meten. De kinderen van hoog-angstige moeders vertoonden als foetus al een andere ontwikkeling dan die van laagangstige moeders: “In de moederbuik bewogen ze meer. En ook na de geboorte bleken ze actiever en verliep hun voeding- en slaappatroon minder regelmatig dan bij kinderen van laagangstige moeders.” 
    Op latere leeftijd bleven de kinderen van hoogangstige moeders zich onderscheiden: “Ouders en leerkrachten constateerden bij een aantal van hen op acht- en veertien- en vijftienjarige leeftijd gedragsstoornissen. We legden alle kinderen ook neurocognitieve taken voor, waarbij ze bijvoorbeeld een aantal letter moesten terugvinden op een computerscherm.Kinderen van hoogangstige moeders reageerden impulsiever: ze werkten sneller, maar maakten ook meer fouten.” 
    De kinderen van de hoogangstige moeders blijken het moeilijk te hebben om zichzelf te reguleren. “Kinderen met ADHD hebben nood aan een signaal van de leraar om hun aandacht opnieuw bij de les te krijgen”, illustreert Van den Bergh. “Hun problemen met zelfregulatie zijn vermoedelijk het gevolg van een subtiele wijziging in de foetale hersenontwikkeling. Hun aandachtsfunctie als dusdanig is niet verstoord. Kinderen met ADHD kunnen bij sociale activiteiten of tijdens een computerspel heel aandachtig zijn. Maar bij minder intense of voor hen minder interessante prikkels verslapt hun aandacht vlug.”

    Preventie 
    Tussen 8 en 24 weken zwangerschap komen de meeste neuronen in de hersenen tot ontwikkeling en nemen ze een bepaalde plaats en functie aan. “Alleen tijdens deze kritieke zwangerschapsweken heeft angst gevolgen voor het latere gedrag van het kind. We veronderstellen dat bij hoogangstige moeders hormonen vrijkomen. Bereiken die de foetus tijdens deze kritische ontwikkelingsfase, dan kunnen de hersenen negatief beïnvloed worden”, zegt Van den Bergh. 
    Deze vermoedens toetsen aan de realiteit blijkt bij de mens niet eenvoudig. “Bij de adolescenten uit de proefgroep heeft drs. Maarten Mennes in het labo Kinderneurologie van professor Lagae de voorbije zomer event-related potentials gemeten met EEG, namelijk voor, tijdens en na de uitvoering van neurocognitieve taken. Uit een analyse van de hersenpotentialen die werden opgewekt in de verschillende hersenzones zullen eventuele verschillen moeten blijken tussen adolescenten van respectievelijk hoog- en laagangstige zwangere moeders.” 

    Professor Van den Bergh hoopt niet dat haar onderzoek toekomstige moeders nog extra stress bezorgt: “Zwangerschapsangsten resulteren niet per definitie in kinderen met gedragsproblemen. Stress is op zich al een relatief begrip: de een verdraagt meer dan de ander. Ook de genetische aanleg en de opvoeding zullen mee bepalen welke, hoeveel en hoezeer gedragsstoornissen tot uiting zullen komen.”  

    Voorkomen blijft de beste remedie: “Attente ouders die vroegtijdig opmerken dat hun kind zelfregulatieproblemen heeft, kunnen het extra ondersteunen om zo de zelfregulatie te bevorderen en de kans te verkleinen dat zich op latere leeftijd gedragsstoornissen voordoen.” 

    Maar de beste oplossing is zwangere vrouwen zoveel mogelijk van stress te ontlasten: “Relaxatie- en cognitieve herstructureringstechnieken kunnen daarbij helpen. Stress is echter niet alleen een probleem van de zwangere vrouw en haar partner, maar van de hele maatschappij.” Professor Van den Bergh pleit dan ook voor preventiecampagnes en maatregelen van de overheid: “Uit bepaalde studies blijkt immers dat de impact van stress minstens even groot is als van roken tijdens de zwangerschap.”

    http://www.kuleuven.be/ck/2005_06/02/ck17-02-stress.php 

    04-04-2008 om 17:53 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Autonomie Gehechtheids Schaal 30 nu beschikbaar in Datec Score Manager

    Autonomie Gehechtheids Schaal 30 nu beschikbaar in Datec Score Manager

    Hét instrument voor diagnostiek en therapie-evaluatie bij psychische afhankelijkheid en problematiek rond zelfstandigheid.

    Datec nieuwsbrief augustus 2006

    In samenwerking met Boom test uitgevers is de AGS 30 nu ook gecomputeriseerd in Datec Score Manager beschikbaar. U kunt de AGS 30 met het computerprogramma printen voor schriftelijke afname en/of direct via de computer laten afnemen. Datec Score Manager zorgt voor de scoring, normering en uitgebreide rapportage. De gedrukte versie wordt door Boom test uitgevers uitgebracht.

    Doel

    Autonomie & psychische afhankelijkheid. Met de AGS 30 kan het onderzoek naar autonomie, gehechtheid en psychopathologie verder worden verdiept. Ook kan de AGS 30 worden ingezet om therapie- of trainingseffecten te evalueren.

    Ga voor meer informatie  naar de bijgevoegde link http://www.datec.nl/nieuws/nieuwsbrief06aug.htm

    03-04-2008 om 23:22 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Praten met je adoptiekind
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Wereldkind

    Praten met je adoptiekind

    Renée Wolfs

    Het is van groot belang dat ouders open communiceren met hun adoptiekinderen. Als die zich van jongs af aan veilig genoeg voelen om onbevreesd te praten over hun verleden en herkomst, is de kans groot dat zij zich beter ontwikkelen. Dit boek helpt ouders die openheid te creëren.

    De meeste adoptieboeken zijn geschreven door therapeuten en gaan over psychische problemen. Wereldkind is anders - het is optimistisch van toon, biedt tal van praktische handvatten en is zeer toegankelijk. Het beschrijft hoe ouders concreet kunnen omgaan met adoptievragen van hun kinderen en hoe zij met hen daarover in gesprek kunnen blijven. De schrijfster legt uit op welk moment een kind toe is aan welke informatie. In dit boek behandelt zij de peuter-, kleuter- en basisschoolleeftijd.

    Nelleke Polderman, een van de meest ervaren adoptietherapeuten van Nederland, schreef het voorwoord.
     

    03-04-2008 om 20:24 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Drugsbaby
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De drugsbaby

     

    Het model van de drugsbaby geeft een baby weer die tijdens de zwangerschap onder invloed is geweest van drugs. Het model is 46 cm groot en weegt 1600 gram. Deze anatomische gegevens zijn gebaseerd op een baby die daadwerkelijk tijdens de zwangerschap onder invloed is geweest van drugs. Ook het huilgeluid van de baby is afkomstig van een baby die tijdens de zwangerschap onder invloed was van drugs. Dit geluid is zeer realistisch en gaat door merg en been.

     

    De alcohol en drugsbaby zijn ontwikkeld om (jong) volwassenen bewust te maken van de risico’s van het gebruik van alcohol en drugs tijdens de zwangerschap. De modellen zijn geschikt voor het gebruik binnen consultatie, onderwijs en preventie.

     

    Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen ga daarvoor naar bijgevoegde

    http://www.eurofysica.nl/arachna.aspx?id=539&lng=6

    02-04-2008 om 17:52 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hechtingstheorie van Bowlby

    De hechtingstheorie van Bowlby wordt in de hulpverlening toegepast om abnormaal gedrag te verklaren. In tegenstelling tot in de psychoanalyse, wordt er in de hechtingstheorie niet teruggeredeneerd, is er nadruk op de echte gebeurtenissen, wordt er van echte observaties uitgegaan en niet van verhalen van volwassenen en worden mensen vergeleken met dieren (ethologie). Hechting is volgens Bowlby genetisch vastgelegd en komt zowel bij mensen als bij dieren voor. Er is een kritieke periode voor hechting. Een slechte hechting uit zich als volgt: eerst is er protest, daarna terugtrekking en vervolgens onthechting. Stadia in hechting.

     

    Het hechtingsproces:

    - belang van moeder-kind interactie

    - achtmaandsangst, eerste acht maanden angst voor vreemden

    - volwassenen hebben aangeboren zorginstinct

    - matching van signalen tussen verzorger en kind, attunement

    - aangeboren gedragsrepertoire zoals huilen en lachen waarmee het kind interactie kan uitlokken. Dit garandeert veiligheid voor het kind en aanwezigheid van de volwassene.

    - Slecht gehechte kinderen: apathie, boosheid, ambivalent gedrag. Goed gehechte kinderen: glimlachen, naar ouder toe gaan, begroeten

    De hechting heeft gevolgen voor het emotionele gedrag van later, in relaties met anderen. Hechting kan belemmerd worden door hersenbeschadiging, door lichamelijke of psychische problemen bij de ouders, door het liggen in een couveuse, psychiatrische problemen bij de ouders (depressiviteit, verslaving). In deze hechtingstheorie wordt de nadruk gelegd op het mechanistisch denken. In de objectrelatie theorie (relaties met andere personen) ligt de nadruk op het personalistisch denken. De objectrelatie theorie richt zich niet op de fantasie zoals de psychoanalyse. De objectrelatie theorie veronderstelt ook geen aangeboren driften. In de objectrelatie theorie is er als eerste een symbiotische relatie tussen moeder en kind, in de volgende fase gaat het kind ook relaties aan met andere personen. Dit wordt het proces van separatie-individuatie genoemd, het kind krijgt een eigen identiteit en maakt zich als het ware los.Tijdens het proces van verinnerlijking worden beelden en herinneringen van de objecten (personen) uit de omgeving van het kind opgeslagen, deze beelden hoeven niet altijd waarheidsgetrouw te zijn. Gedeelten van personen worden opgeslagen, personen worden nog niet als een compleet geheel gezien. Transitionele objecten (zoals knuffelberen) kunnen de plaats  innemen van bijvoorbeeld de moeder. Vanaf drie jaar ontstaat de emotionele objectconstantie (Piaget), kinderen kunnen nu beelden van personen vasthouden. De objectrelatie theorie benadrukt dat angst ook al bij jonge kinderen kan optreden, en niet alleen in de Oedipusfase zoals Freud beweerde. Onbewuste conflicten zijn hier conflicten tussen tegengestelde beelden van objecten.

    01-04-2008 om 20:42 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Alcoholbaby
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De alcoholbaby

    De alcoholbaby laat een baby zien die tijdens de zwangerschap blootgesteld is aan alcohol. De gevolgen van het gebruik van alcohol tijdens de zwangerschap zijn duidelijk te zien aan dit model. Blootstelling aan alcohol tijdens de ontwikkeling van de foetus kan in het meest extreme geval leiden tot het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS). De diagnosecriteria voor FAS zijn: groeiachterstand, afwijkende gelaatskenmerken en neurologische afwijkingen.

    Alcoholgerelateerde aandoeningen zijn permanent van aard en kunnen de levenskwaliteit tot in het volwassen leven sterk aantasten. Effecten op de baby kunnen zich uiten in veel huilen, slaapstoornissen, het langzamer reageren op prikkels uit de omgeving en het minder snel kalmeren na een moment van opwinding. Na onderzoek blijkt dat ook op latere leeftijd bij het kind problemen van het gebruik van alcohol tijdens de zwangerschap te ondervinden zijn.

    http://www.eurofysica.nl/arachna.aspx?id=539&lng=6

    31-03-2008 om 00:00 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gehecht aan de moeder (vertrouwen)

    Eerst raakt het kind gehecht aan de moeder. Een kind dat altijd terecht kan bij zijn moeder, door haar verzorgd, getroost wordt, weet dat zij ongerust is als ze niet weet waar hij is. Hij weet dat zijn moeder om hem geeft.
    Kinderen krijgen zo een gevoel van "zelfvertrouwen" het kind komt goed op anderen over. Men reageert positief op hem, wat hem ook een stuk zelfvertrouwen geeft.
    Het kind leert vertrouwen krijgen in anderen.

    Angst voor scheiding van de moeder vertoont een piek tussen 14 en 20 maanden. Angst voor scheiding van de moeder en angst voor vreemden zijn kenmerkende momenten in het eerste levensjaar. De meeste veilig gehechte kinderen zullen deze angsten vertonen.

    Na 7 maanden gaan kinderen zich ook aan andere personen hechten die ze vaker zien zoals, vader, zusjes, broertjes.
    Tussen ouder een kind ontwikkelt zich een emotionele relatie die bepalend is voor de manier waarop later door het kind relaties aangegaan wordt.

    Kinderen die onveilig gehecht zijn aan hun verzorger kunnen, wanneer er verandering in de situatie wordt gebracht, zich alsnog veilig gaan hechten aan hun verzorger.

    30-03-2008 om 00:45 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is hechting, gehechtheid?

    Hechting is een duurzame liefdevolle relatie tussen een kind en een verzorger.

    Er zijn 4 fasen van hechting:

    0 tot 3 maanden
    De baby zendt al vrij snel na de geboorte signalen uit zoals lachen, huilen, uitdrukkingen van de ogen. Deze signalen richt de baby nog niet op een vaste persoon.
     
     
    3 tot 6 maanden
    De baby reageert positiever op de aandacht van een specifieke persoon, maar deze voorkeur is niet erg duidelijk. In principe zou iedereen met enige moeite de rol van vaste opvoerder kunnen vervullen.

    6 tot 8 maanden
    De eerste gehechtheid treedt in. Het kind geeft door middel van beweging en signalen aan de aandacht van een vaste persoon te willen en te houden. Het verlies van deze vaste persoon veroorzaakt een heftige scheidingsangst

    vanaf ongeveer 3 jaar
    In deze fase kan het kind zich inleven in de persoon waar het aan gehecht is en kan het hiermee rekening houden. Het kind kan nu doelen bijstellen of uitstellen omdat het een soort besef heeft van de band met deze persoon. Dit besef oefent op een abstracte manier invloed uit op de hechting.

    30-03-2008 om 00:43 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hechting, hoe doe je dat, en waarom?
    Hechting

    Hechting, hoe doe je dat, en waarom?

    Zita van der Heyden
    VOC - Nederland

    Iedereen zegt het, iedereen weet het: de hechting tussen een kind en zijn ouders is belangrijk, de basis voor een gezonde emotionele, sociale, verstandelijke en zelfs motorische ontwikkeling. Maar wat is hechting? Hoe breng je een gezonde hechting tot stand? Gebeurt het niet gewoon vanzelf?

    Met hechting wordt bedoeld de wederzijdse band tussen een kind en zijn ouders, eventueel verzorgers. Soms hoor je een moeder wel eens zeggen: ik zit met duizend touwtjes aan mijn kind vast. Die touwtjes, dat is hechting. De eerste twee jaren in het leven van een mens is de meest gevoelige periode om een veilige hechting op te bouwen.

    In feite begint de hechting tussen moeder en kind natuurlijk niet bij de geboorte, maar al eerder. Wanneer? Bij de uitslag van de zwangerschapstest? Bij de eerste echo? De eerste keer horen van de hartslag? De eerste borrelingen in de baarmoeder?

    Toch is de baby bij de geboorte een allemansvriend. Hij herkent weliswaar de stem en geur van zijn ouders, maar iedereen kan troosten en kalmeren, hij geniet van ieders aandacht. Maar in de loop van de tijd zal de baby de gewoontes van zijn vaste verzorgers (meestal de moeder/ouders) herkennen. Hij herkent geluiden, geuren, maar ook vormen en de manier van aanraken, en hij reageert daar positief op. Bij een heel klein kind zijn de reacties heel klein en moet je goed opletten , als het kind groter wordt zal het glimlachen, maar ook huilen kan een (re-)actie zijn. Als de ouder zich goed kan inleven in wat het kind nodig heeft en daarop (snel) reageert, krijgt het kind vertrouwen, het basisgevoel van veiligheid. Lichaamscontact is belangrijk, daarom zullen de verpleegkundigen in het ziekenhuis lichaamscontact stimuleren. Het is dus belangrijk dat er continuïteit is in de verzorging, dat er tenminste één vaste verzorger is van het kind, want voor hechting zijn er twee partijen nodig: de vaste verzorger (meestal de ouder) én het kind.

    Een veilig gehecht kind is meestal niet dwars, gaat makkelijk om met vreemden maar zonder een allemansvriend te zijn. Als het kind en de ouder tijdelijk gescheiden zijn, kan het kind dat aan, omdat hij weet dat de ouder weer terugkomt. Veilig gehechte kinderen houden meestal van lichamelijk contact.

    Fysieke hechting, hechting door aanraking en aangeraakt worden, ligt aan de basis van en is voorwaarde voor een gezonde ontwikkeling van de daaropvolgende fasen: emotionele hechting en de ontwikkeling van beheersingspatronen. Maar om fysiek te kunnen hechten, moet je wel overleven! Er kan - letterlijk of figuurlijk - nog geen 'ruimte' voor zijn: doordat het kind in de couveuse moet, of omdat het ziek is en bijvoorbeeld geopereerd moet worden. Als deze periode langer is dan ongeveer vijf dagen is het vertrouwen van het kind om op de aangeboden fysieke hechting in te gaan niet meer vanzelfsprekend.

    Als er niet of onvoldoende wordt voldaan aan de behoeften van het kind, kan een onveilige hechting ontstaan. Een aantal kinderen bouwt geen veilige hechting op. Vaak wordt er dan gedacht aan bijvoorbeeld adoptie- of pleegkinderen, maar in de meeste gevallen gaat het om een eigen kind en was het zeer gewenst. Vaak is het wel zo dat het kind door omstandigheden een tijd gescheiden is van (een van) de ouders, bijv. door ziekenhuisopname.
    Je kunt uitgaan van twee verschillende vormen van onveilige hechting.

    In de ene vorm zie je dat een kind onzeker is en zich vastklampt aan zijn ouder(s). Het kind huilt veel en is angstig. Je ziet dat het kind weinig vertrouwen heeft in de opvoeder, en twijfelt aan de betrouwbaarheid. Zo'n kind is angstig en geblokkeerd als het in een situatie komt die hij niet kent en hij is vaak maar moeilijk te troosten. Soms accepteert zo'n kind wel lichamelijk contact, maar niet altijd. Je ziet ook dat er niet veel direct oogcontact is.

    Aan de andere kant zie je dat de betreffende ouder voor het kind onvoorspelbaar reageert, en de reacties zijn voor het kind niet duidelijk, ze reageren op het verkeerde moment, of op de verkeerde manier (bijvoorbeeld een glimlach of een boos geluid van de ouder) of de ouder stopt met reageren, of reageert helemaal niet terwijl het kind dat wel verwacht had. De ouder is onhandig en onduidelijk naar het kind toe.

    Bij de andere vorm vraag je je soms af of er wel sprake is van hechting. Je ziet dan dat het kind ieder aanhankelijkheid afweert en geen contact maakt. Het lijkt of het kind een negatieve reactie wil voorkomen. Hij vraagt niet (meer) om zorg en bescherming, hij wil niet worden getroost. Zo'n kind gedraagt zich als een allemansvriend: gaat op schoot zitten bij vreemden en heeft geen moeite met kusjes geven aan iedereen. Het kind lijkt onverschillig en vlak, is ongedurig, snel geïrriteerd en agressief, ongeduldig en trekt zich weinig van anderen aan. Echte vriendjes zijn er meestal niet.

    Van de kant van de ouder zie je dat het kind wordt afgewezen. Ouders die zich niet in hun kind kunnen of willen inleven en dus niet reageren op zijn behoeftes. De ouder past zich niet aan, aan het ritme van het kind, accepteert soms niet dat het krijgen van een kind zijn leven veranderd. Vaak zie je ook dat de ouder een afkeer heeft van lichamelijk contact - soms omdat zij/hij zelf ook onveilig gehecht is.

    Er kunnen door de situatie ook spanningen optreden in de relatie tussen ouders die weer hun weerslag hebben op het kind.

    Ontstaan

    Hechtingsstoornissen kunnen ontstaan bijvoorbeeld door te veel wisseling van de vaste verzorgers van een kind, zoals bijvoorbeeld bij langdurige ziekenhuisopname, maar ook bij adoptie. Het kind heeft geen kans zijn verzorger goed te leren kennen zodat hij weet dat de reacties van de verzorger betrouwbaar zijn. Ook andere zaken, zoals bijvoorbeeld traumatische ervaringen kunnen een veilige hechting in de weg staan. Kinderen die onveilig gehecht zijn kunnen later sociale en emotionele problemen krijgen, die zelfs op volwassen leeftijd nog merkbaar zijn. Veiligheid en geborgenheid blijken fundamenteel te zijn voor groei en ontwikkeling.

    Een hechtingsachterstand, opgelopen in de gevoelige eerste twee jaar, kan gedeeltelijk of geheel worden ingehaald. Het is daarbij vooral nodig dat de opvoeders het basisvertrouwen aan het kind kunnen geven. Daardoor kan het kind de veiligheid en geborgenheid die het in de beginperiode heeft gemist, alsnog ervaren. Vanuit deze ervaring kan het kind zich dan verder ontwikkelen. Soms kun je dat als ouder niet zonder hulp. Dan is begeleiding door een deskundige nodig - bijv een orthopedagoog. Ouders leren daarbij goed te kijken naar het kind en adequaat te reageren op het gedrag van het kind. Hierbij wordt tegenwoordig vaak gebruik gemaakt van video-opnamen om zelf met hulp van een therapeut te analyseren wat het kind in zijn gedrag aangeeft, hoe jij als ouder reageert en wat de reactie van het kind daarop dan weer is.

    De laatste jaren is er meer aandacht voor de gevolgen van onveilige hechting, en daarom is er ook vraag naar onderzoek en voorlichting. Specialisten en ervaringsdeskundigen (ouders) verzamelen gegevens hierover. Zo worden verhalen geregistreerd van ouders van kinderen tussen de 2 en 24 jaar. Vaak zijn het treurige verhalen over ernstig verstoorde relaties binnen en buiten het gezin waar niemand raad mee weet. Hulpverleners pikken de signalen van ouders vaak niet goed op, misleidt door het vaak voorbeeldig gedrag van het kind (schijnaanpassing). De meeste ouders zijn niet op het spoor van een hechtingsstoornis gebracht, ondanks vaak veelvuldige hulpverleningscontacten.

    Bij gericht doorvragen bij ouders hoor je vaak verhalen van allerlei traumatische ervaringen rond de geboorte, zoals complicaties rond de geboorte, het kind is direct na de geboorte bij de moeder (bijvoorbeeld voor adoptie) weggehaald, er vonden medische ingrepen plaats, de baby had erg veel energie nodig om te overleven enz.

    Wij zijn uiteraard blij dat hulpverleners die met pasgeborenen en hun ouders werken zich steeds bewuster worden van het belang van een goede hechting tussen ouders en kind, en dus ook hun best doen om dat te stimuleren. De ontwikkelingsgerichte zorg, zoals die in opkomst is in een aantal ziekenhuizen speelt een belangrijke rol om te komen tot een goede interactie tussen de ouders en het kind in de stressvolle en moeilijke couveuseperiode.

    Symptomen van hechtingsstoornissen (De Lange) Babyleeftijd:

    - veel huilen, onrust, niet geknuffeld willen worden, niet willen aankijken, niet aan moeders borst willen drinken, verstijven als het wordt opgepakt

    Peuterleeftijd:

    - De actieve peuter: zich niets aantrekken van de ouders, gevoel- en emotieloze indruk, niet bereikbaar voor de ouders (geen gevoel van wederkerigheid), chaotisch

    - De passieve peuter: nooit aandacht vragen, niet huilen, zich laten verzorgen en meespelen, zonder plezier te hebben.

    Basisschoolleeftijd: a. het driftenkind laat zich leiden door eigen wensen, doet wat er in hem opkomt

    b. het schijnbaar aangepaste kind:
    o ontkent eigen wensen en past zich in schijn aan
    o wil sterke controle hebben over omgeving.
    o maakt met 'alles en iedereen' contact (allemansvriend). c. Het kind met twee gezichten: is thuis onhandelbaar en buitenshuis zeer aangepast (of omgekeerd) .
    d. Het agressieve kind daagt uit, scheldt, schopt, pest, vernielt enz.
    e. Het kind dat het laat afweten, trekt zich terug in zichzelf en zou het liefste dood willen zijn.
    f. Het kind dat nergens raad mee weet en een chaotische indruk maakt.
    g. Het kind dat zich richt op leren en presteren en zijn gevoelens van onveiligheid en ongeborgenheid onderdrukt.

    Bronnen:

    G. Baan, 'Niet alle banden binden even vast' Tijdschrift voor Kinderverpleegkunde 4 - 99

    B. Wester, 'Hechtingsstoornissen' Tijdschrift voor Kinderverpleegkunde, 1 - 2001

    * Dr. G. De Lange 1991, Hechtingsstoornissen, - orthopedische behandelstrategieën, Van Gorcum.

    * Boek: Bodemloos bestaan, Greetje van Egmond (1987)

    Met dank aan Zita van der Heyden, Vereniging van Ouders van Couveusekinderen - Nederland

    www.vvoc.be/hechting.htm

     

     

    30-03-2008 om 00:38 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ziet men?

    ·        Wat ziet men?
    E
    en volwassen persoon, die zich vrij zelfstandig gedraagt, een goede babbel kan hebben etc.

    ·         Wat is de werkelijkheid?
    Een volwassen persoon met een laag emotioneel niveau en een hogere cognitieve ontwikkeling. De leeftijd komt niet overeen met de ontwikkeling. 

    ·         Wat ziet men nog meer?
    Men ziet imponeergedrag waarvan de persoon zelf de consequenties niet goed overziet.
    Het gedrag biedt aanleiding dat de persoon door zijn omgeving wordt overschat.

    Daardoor worden zij regelmatig geconfronteerd met hun falen en de teleurstelling die dit teweeg brengt bij henzelf en bij anderen.
    Personen met een verstandelijke beperking overschatten vaak ook hun eigen. Mogelijkheden en ontwikkelen een negatief zelfbeeld: ‘ik kan niks’, ‘ik doe altijd alles fout’, ‘Niemand vindt mij aardig’ etc.

    ·         Zij zijn bij voorbaat negatief gestemd (‘dat lukt mij nooit, ik kan dat niet en begin er niet aan’). Zij zijn nooit tevreden over hun prestaties zodat zij hun verrichtingen naar beneden halen en werkstukken vernielen.

    ·         Zij zijn in hoge mate achterdochtig en wantrouwend ten opzichte van anderen. Zij verwachten dubbele bodems, niet haalbare eisen en alsnog geconfronteerd te worden met hun beperkingen. Een voor hen gebruikelijke manier om dit te voorkomen is de ander zo snel mogelijk het initiatief te ontnemen of zo te irriteren dat het stellen van opdrachten voorkomen wordt.

    ·         Een andere mogelijkheid is dat zij in hoge mate hun tekortkomingen verbloemen of camoufleren door dit te ontvluchten (weglopen van school, thuis en andere door hen als moeilijk ervaren situaties) en/of te compenseren op andere terreinen (een overdosis lef en bravoure).

    ·         Een vierde mogelijkheid is door het bovengenoemde ongewenste gedragsrepertoire hun tekorten te overschreeuwen.

    ·         De verschillende alternatieven hebben met elkaar gemeen dat zij op allerlei manieren ernstig in de problemen gebracht worden. Als de jongere zichzelf niet accepteert zoals hij is heeft hij veel energie nodig om bij voorbeeld onvredegevoelens, schuld- en schaamtegevoelens te onderdrukken. Die energie gaat ten koste van het ontdekken en gebruiken van allerlei andere mogelijkheden in het adequaat omgaan met zichzelf en anderen. Een negatief zelfbeeld belemmert de jongere ernstig in zijn functioneren in tal van situaties. Te denken valt hierbij aan het zich handhaven op school, omgevingsverkenning, het leggen van contacten met leeftijdsgenoten en een zinvolle besteding van de vrije tijd.

    ·         Bij een gezonde ontwikkeling van het zelfbeeld gaat het erom dat de jeugdige zichzelf leert zien als een zelfstandig individu en leert zichzelf te accepteren met alle mogelijkheden en zwakheden, zonder dat dit laatste tot minderwaardigheidsgevoelens leidt.

    •  Sociale vaardigheden krijg je niet bij je geboorte mee. Dit moet men zich eigen zien  te maken in de ontwikkeling van baby tot volwassene.
    •  Het is dus belangrijk om de negatieve ontwikkelingen bij deze jongeren te stoppen. Dit met behulp van een goed doordacht begeleidingsprogramma om te buigen in de richting van een juiste en gewenste omgang met anderen.

    ·        De opvoeding dient dus gericht te zijn om de jongere de juiste vaardigheden aan te leren en deze zich eigen te laten maken zodat er een gewenst sociaal gedrag ontstaat en het ongewenste en storende gedrag niet meer gebruikt hoeft te worden.

    30-03-2008 om 00:00 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KINDEREN AL VÓÓR GEBOORTE IN JEUGDZORG

    Baby's die al vóór de geboorte worden aangemeld bij jeugdzorg. Het kan en het gebeurt. Maar volgens artsen en rechters niet vaak genoeg.

    Het gaat onder meer om vrouwen met een verslaving, een psychiatrische stoornis of een verstandelijke handicap, vrouwen waarvan wordt verwacht dat ze niet in staat zullen zijn om voor hun kind te zorgen. In het Medisch Centrum Rijnmond Zuid hebben artsen steeds vaker te maken met dit soort risicozwangerschappen.

    MEER INFORMATIE OVER DIT ONDERWERP

    07-02-08 Welke kinderen dreigen te ontsporen? zie bijgevoegde link voor meer informatie:   http://www.novatv.nl/index.cfm?ln=nl&fuseaction=videoaudio.details&reportage_id=5788

    Bureau Jeugdzorg
    Medisch Centrum Rijnmond - Zuid

    29-03-2008 om 18:54 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 18/07-24/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008

    Foto


    Foto


    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    louke1952
    blog.seniorennet.be/louke19
    Een interessant adres?

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Hechtingsprobleem (Forum)
  • Hechting (Forum)
  • Hechtingsproblemen (Startpagina)

  • Een interessant adres?

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!