Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Over mijzelf
Ik ben henri, en gebruik soms ook wel de schuilnaam henri1955.
Ik ben een man en woon in limburg (belgie) en mijn beroep is invalide.
Ik ben geboren op 26/01/1955 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: van alles.
waterman
03-04-2009
inspiratie
Verdriet heeft zijn eigen schoonheid.
Het heeft een geweldige diepte, het heeft zijn eigen kalmte, vredigheid, zachtheid.
Het is een prachtige ervaring. Probeer het dus niet te vermijden.
Als je het vermijdt, vermijd je de poort naar stilte.
Geniet ervan, ontvang het met open handen, omarm het.
Want hij is het leven. Het leven zelf van het leven. In zijn korte tijdspanne ligt alles besloten. De hele werkelijkheid, de hele echtheid van het bestaan. Het zalige geluk van de groei. De heerlijkheid van de daad. De glorie van de macht...
Want gisteren is slechts een droom. En morgen slechts visoen. Maar het heden goed beleefd. Maakt elk gisteren tot een droom van geluk. En elke morgen tot een visoen van hoop.
Juffrouw", zei de garagehouder tegen het knappe blondje, "zeg mij eens hoe u erin slaagt om vier keer op drie dagen uw versnellingsbak van deze zeldzame Ferrari in de prak te rijden?" "Dat is toch mijn fout niet!", zegt het blondje. "Ik gooi hem in eerste, trek langzaam op, vervolgens ga ik naar tweede, dan naar derde, naar vierde, naar vijfde, en als ik eenmaal goed op snelheid zit, gooi ik hem in de "R" van RACE !" henri
Jankend zit hij op een bank in het park. Ik schat de man een jaar of zeventig, maar hij weent als een kleuter van zeven. De meeste voorbijgangers kijken even met gefronst voorhoofd naar het tafereel, het onbegrip op hun gezichten te lezen. En al blijft er soms wel iemand staan om schande te spreken over hoe een volwassen man zich toch niet zo zou moeten aanstellen, een voor een vervolgen ze snel ongestoord hun weg, gehaast als ze zijn om hun bestemming te bereiken in hun volwassen wereldje van taken en verplichtingen. Slechts een eenzame zwerfhond heeft oog voor het leed van de man, en legt jankend zijn kop op zijn knie.
Ik ben ze kwijt, snikt de man de hond toe. Zijn hemd is doorweekt van de stromen tranen. Ik ben ze verloren, hier in het park.Ik blijf staan en vraag me af wat het verhaal van deze oude man is, welk verlies hem zo verdrietig maakt. Het intrigeert me, dus stap ik dichterbij en neem ik naast hem plaats op de bank. De hond kijkt me eventjes vragend aan, maar richt zijn volle aandacht al snel weer op de snikkende man. Wat scheelt eraan, vadertje? Waarom ben je zo triest?, vraag ik vriendelijk.
Langzaam heft de man zijn hoofd op, nog steeds hevig snikkend, en dan kijkt hij me aan met een smekende blik. Ik ben ze kwijt, herhaalt hij na even geslikt te hebben.
Maar wie ben je dan kwijt?, vraag ik.
Niet wie... Wat..., snikt hij. Mijn... mijn geluksdobbelstenen. Ik ben ze kwijt...
Ik ben stomverbaasd, en kijk man en hond niet-begrijpend aan. Je geluksdobbelstenen?, vraag ik hem vol ongeloof.
Dan begint hij te vertellen, eerst langzaam en nog snikkend, maar al gauw komt zijn verhaal op gang. Toen hij zes jaar was had hij van zijn vader een stel dobbelstenen gekregen, en sindsdien had hij die altijd bij zich gedragen. Telkens hij op zijn levenspad voor een belangrijke beslissing stond had hij zijn dobbelstenen boven gehaald en met één worp bepaald welke keuze hij zou maken. Zo had hij zijn studiekeuze bepaald, gekozen welke job hij zou aanvaarden of welke auto hij kocht. Zelfs het meisje waarmee hij zou trouwen moest eerst de dobbeltest doorstaan. Telkens hadden de dobbelstenen zo zijn lot bepaald, en hij had er iedere keer weer op vertrouwd dat die keuze de beste was. En dat bleek ook echt zo te zijn: alles wat hij ondernam lukte, hij studeerde af met de grootste onderscheiding, zijn huwelijk was een even groot succes als zijn carrière, zijn hele leven lang hadden de dobbelstenen hem zoveel geluk gebracht dat hij ze op den duur zelfs raadpleegde om te beslissen of hij al dan niet zou gaan wandelen in het park.
En daar was het nu net misgelopen: de dobbelstenen hadden hem vandaag naar het park gestuurd, maar op de één of andere manier waren ze uit zijn broekzak geglipt. En nu was hij ze dus kwijt... en was zijn hele leefwereld ingestort. Hij wist niet eens meer of hij moest opstaan of blijven zitten, want hij had nooit geleerd ook maar iets te beslissen zonder zijn dobbelstenen te raadplegen.
Ik dacht eventjes na, en toen besefte ik dat de man in zeker opzicht nog steeds een kleuter was: zijn vertrouwen in zijn dobbelstenen was zo blindelings dat het nooit in hem opgekomen was dat hij zelfstandig een beslissing zou kunnen nemen, net zoals een kind een blindelings vertrouwen in zijn papa heeft. Hij was al die jaren compleet afhankelijk geweest van een paar stukjes beschilderd hout, en nu ze verdwenen waren was hij als een stuurloos vlot in de storm van het leven...
Ik wilde hem vertellen dat hij zou moeten leren zelf beslissingen nemen, zoals het van een volwassen man verwacht kon worden. Ik wilde hem zeggen dat hij maar eindelijk eens moest opgroeien zoals iedereen. Maar dan schoot me ineens iets anders te binnen: zijn hele leven lang had hij zich gebaseerd op een kansspel, een gok, een sprong in het duister, en hoewel hij zo ongetwijfeld niet altijd meest voor de hand liggende of verstandigste weg gekozen had, uiteindelijk was hij toch maar gelukkig geweest. Omdat hij gelóófde dat zijn dobbelstenen hem leidden en erop vertrouwde dat alles wel op zijn pootjes terecht zou komen.
Eigenlijk was hij in dat opzicht veel beter af geweest dan al die grote mensen met hun grotemensenzorgen: hij was gelukkig geweest no matter what, want hij accepteerde wat hij had als het beste wat hij zou kunnen krijgen. En hij gelóófde.
Ik stond op en wandelde langzaam weg, in gedachten verzonken. En ik nam me voor om weer wat meer te gaan geloven. Geloven dat een mens gelukkig kan zijn met wat hij heeft zonder naar steeds méér te moeten streven. Geloven dat het leven méér is dan een aaneenschakeling van verplichtingen, beslissingen en zorgen. En vooral: geloven dat het leven eigenlijk altijd wel op zijn plooi valt, zolang je maar gelóóft.
Twee Nederlanders en een Belg praten over hun relatie. Zegt de ene Nederlander: Volgens mij gaat mijn vrouw vreemd met een timmerman! Ik vond zaagsel onder het bed. De andere Nederlander zegt: Volgens mij gaat mijn vrouw vreemd met een metselaar! Ik vond cement onder het bed. Zegt de Belg: Volgens mij gaat mijn vrouw vreemd met een paard! Een paard?...vragen de twee Nederlanders verbaasd. Ja, zegt de Belg, want ik vond gisteren een ruiter onder het bed!
ik kijk door het raan waar komt toch dat grijze weer vandaan maar toch trek ik het me niet aan na de middag trek ik men botten aan dan ben ik ook hier een tijd van men pc vandaan want zo hier te zitten en te kniezen krijgen we toch niets gedaan het grijze weer duurt wel zo lang maar straks als de bloementjes beginnen te kleuren da ruikt het weer naar de lente geuren
Ik dans, ik dans, ik huppel en ik spring ik draai een pirouette en ik zing. Een dans alleen of in een lange rij, heel treurig en dan hopla weer heel blij.
Een rollebol of een flikflak, een duvel uit een doosje, als een grote ronde bonte stuiterbal, een bromtol als een sprinkhaan,
een stuiterende jojo, als een mooie lieve stille witte zwaan, als een mooie rechte danseres.
Ik dans, ik dans, ik huppel en ik spring, draai ik als een molen en ik zing. Een aapje uit de mouw als een picobella, prima ballerina, een vlinder als een bengel, een stuiterende knikker, mooie zachte stille witte fee.
Ik dans, ik dans, ik huppel en ik spring draai ik als een vaantje en ik zing ik dans alleen of in een grote kring en als ik moe ben sta ik even stil.
Wat geweest is, is voorbij....Wat geweest is, is voorbij maar herinneringen blijven een schouder om op te leunen helpt dan vaak de pijn verdrijven. Vraag dus als je eenzaam bent verdrietig of alleen kom even bij me zitten en sla je armen om me heen. Want ieder mens heeft af en toe behoefte aan een troostend woord zorg er dus voor als je verdrietig bent dat iemand dat ook hoort.