Een collega van mij speelde in een klein blaasorkest. De groep had de vaste gewoonte een optreden pas te beëindigen als ook de laatste toehoorder was vertrokken. Op een regenachtige middag speelden ze in een park voor een klein groepje dat gaandeweg in het niets oploste, op één man na, die er niet genoeg van leek te krijgen. Dus bleef het orkest maar doorspelen. Uiteindelijk glipte de tubaspeler naar de man toe en vroeg hem beleefd of hij wilde vertrekken,zodat de band naar huis kon. De man reageerde geagiteerd: hij zat te wachten tot de muziek stopte, zodat hij de stoelen kon opruimen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|