Ik ben Rita
Ik ben een vrouw en woon in Oost-Vlaanderen (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 21/08/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: fietsen, wandelen, reizen, dieren, foto's maken, pc, tuinieren, lezen, enz..
Moppen tappen en nu en dan een doordenkertje
27-09-2009
De baas
Het regende en ik zag hoe mijn buurvrouw met één hand probeerde de buggy vooruit te duwen waar haar peuter in zat en met de andere trachtte haar dobermannpincher mee te krijgen. DE hond had geen zin in natte voeten en weigerde een poot te verzetten. Ik stond op het punt mijn jas aan te trekken om te helpen, toen het drietal achter een haag verdween. Even later zag ik dat mijn buurvrouw het probleem had opgelost. Haar peuter zat aan de hondenriem en rende vrolijk door de plassen en de hond zat in de buggy.
Aan het begin van het schooljaar zei ik tegen een jongetje uit het eerste leerjaar dat hij een stuk gegroeid was vergeleken met het jaar ervoor. Ik ben de hele tijd aan het groeien en krimpen. Verbaasd vroeg ik wat hij bedoelde. Eerst kwam ik tot aan de neus van mijn broer, antwoordde hij, maar nu kom ik nog maar tot aan zijn kin.
Mijn vriendin Vicki houdt altijd voor me in de gaten of er leuke nieuwe kleding binnenkomt in haar winkeltje voor chique tweedehands kledij. Dus toen ze me belde dat ik langs moest komen, liet ik alles vallen en rende de deur uit. Deze blouses en broek zijn je op het lijf gemaakt, ratelde ze enthousiast. Ik wierp er een blik op en zei: dat klopt, ik heb ze hier gisteren gebracht.
Ik was verbaasd maar blij toen mijn minst sportieve de dochter, Wendy thuiskwam van de sportdag met een lintje voor de eerste prijs. Ik zei dat ik trots op haar was en vroeg bij welke wedstrijd ze het lintje had gewonnen. Een estafette, ma, antwoordde ze. Op mijn vraag in welke positie ze had gelopen, antwoordde ze: o, ik heb niet gelopen, ik was de paal waar ons team rond liep.
Toen ik een jong hondje probeerde te vangen dat iemand mee naar kantoor had genomen struikelde ik over mijn lange rok en maakte een salto in de gang. Die acrobatische toer resulteerde in twee blauwe ogen en een gebroken neus. Toen ik al wat minder op een wasbeertje begon te lijken, vertelde ik op kantoor opgetogen dat ik een snowboard had gewonnen in een tombola. Een van de collegas wist mijn enthousiasme te smoren: een snowboard? Vroeg ze. Je kan niet eens blijven staan op vast tapijt!
Voor de zoveelste keer die dag was mijn collega in de groentewinkel erin geslaagd een klant te beledigen. Denk je nu nooit eerst eens even na voor je iets zegt? vroeg ik. nee gaf hij toe. ik hoor het liever eerst, tegelijk met alle anderen.