Ik ben Rita
Ik ben een vrouw en woon in Oost-Vlaanderen (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 21/08/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: fietsen, wandelen, reizen, dieren, foto's maken, pc, tuinieren, lezen, enz..
Moppen tappen en nu en dan een doordenkertje
16-01-2009
bord
Toen mijn man onlangs van zijn werk naar huis reed, stuitte hij op een bord met de tekst: weg afgesloten. Hij liet zich echter niet uit het veld slaan, manoeuvreerde rond het bord en reed gewoon door. Maar erg ver kwam hij niet. Waar het asfalt ophield, stond een ander, groter bord: welk gedeelte van: Weg afgesloten hebt u niet begrepen,;
Terwijl ze me zag stuntelen om de kindveilige dop van een flesje medicijnen af te halen, plaatste mijn achtjarige dochter een interessante opmerking. Waarom hebben ze eigenlijk kindveilige doppen? vroeg ze; Kinderen haten medicijnen.
Mijn dochter van vijf, Annemie was niet blij om het maar even zacht uit te drukken toen ze naar de dokter moest voor een herhalingsinjectie. Het werd er niet beter op, toen de arts de spuit omhooghield en vroeg: in welke arm?
Met een trilling in haar stem antwoordde Annemie: de jouwe
Mijn zes jaar oude zoon michael was zo bang van monsters die zich schuilhielden in zijn kast dat hij weigerde naar bed te gaan. Dus bedacht ik een plan om hem gerust te stellen. Ik vulde een spuitflesje met geurend water en plakte er een etiket op met de tekst: monsterverdrijver. Dit werkte fantastisch voor een week. Monsters zijn niet echt, zei ik gefrustreerd: ze zijn denkbeeldig; O ja, wierp hij tegen Waarom verkopen ze dan flesjes monsterverdrijver?
Iedereen kende de vrouw van de bakkerijafdeling in de buurtsupermarkt. Op een dag zat mijn zoontje van 3 in het winkelwagentje toen we langs de bakkerijafdeling kwamen. De vrouw vroeg of hij een koekje wou. Ik wilde dat hij aan zijn manieren dacht en vroeg: Wat zeg je dan, Hij stak zijn hand uit en zei beleefd: Wilt u aub dat koekje loslaten?
De tiener die ik als psychiater moest onderzoeken leek rustig toen ik zijn ziekenhuisbed naderde. Zijn moeder zat naast zijn bed en ging volledig op in haar breiwerkje. Ik liep naar de jongen toe en stelde me aan hem voor. De jongen leek dwars door me heen te kijken en schreeuwde: Ik zie niks meer, ik zie niks meer.
Ik had nog nooit zon acuut geval van hysterische blindheid meegemaakt. Sinds wanneer is dit al zo? Vroeg ik aan zijn moeder. Zonder op te kijken antwoordde ze: sinds u voor de tv bent gaan staan.