De revolverheld beende de saloon in. Hij keek naar links. Iedereen aan die kant is een lelijke lafbek, riep hij. Hij keek naar rechts. Iedereen aan die kant is een onbenullige idioot. Niemand durfde hem tegen te spreken. Tevreden bestelde hij aan de bar een drankje, toen hij achter zich gehaaste voetstappen hoorde, En waar ga jij wel heen? Vroeg hij aan het kleine mannetje dat stokstijf stil bleef staan. Sorry, zei het mannetje. Ik stond aan de verkeerde kant.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|