Dwars door de US in een motorhome : 25 staten in 6 maand
24-06-2007
RODEO
Ergens op een onbelangrijke weg, in een dorpje met de veelzeggende naam "MANY FARMS" stond een rits pickups met vlaggen en balonnen in een stoffig stuk prairie. We waren wel aan een frisdrankje toe, dus draaiden we de wei op en stopten naast een hek met woest uitziende stieren : een plaatselijke wedstrijd "bull riding". Je kent dat wel : zo lang mogelijk op een briesende stier zitten met een koord rond zijn buik. Je mag je dqar met één hand aan vasthouden, de andere hand en de voeten in de lucht. We zaten amper op de "tribune" (drie houten banken) tussen uitsluitend Navajo's, of de eerste "rider" vloog 2 meter door de lucht en kwam met zijn rug op het ijzeren hekken terecht. Na immobilisatie werd hij bewusteloos afgevoerd : nooit meer iets van gehoord. Een reeks spectaculaire "bull rides" gezien, en het plaatselijk rekord werd onder groot jolijt scherp gesteld op 69 seconden...
Ik geef me er rekenschap van dat ik in het begin van onze avonturen veel te kwistig ben geweest met superlatieven. Nu zitten we midden in een overweldigende setting en ik vind de juiste woorden niet; De natuur is gewoon een wonder: tafelbergen, riffen en canyons. De rivieren die ooit de canyons hebben uitgesleten, zijn uitgedroogd maar hebben grote halfronde halen doen ontstaan. En daarin heeft zich rond 450 - 500AD het oude volk gevestigd: de Anasazi (= Navajo voor 'het oude volk'). De anasazi, die ver vóór onze jaartelling nomadisch leefden, hebben zich geleidelijk aan op de plateau's gevestigd en zijn overgestapt op landbouw (maïs, bonen en meloenen) en kalkoenteelt (de pluimen voor kledij, het beest voor de voeding, de botten voor werktuigen). Aanvankelijk woonden ze naast hun velden in pithouses: putten die werden afgedekt met boomstammen met in het midden een opening (ingang en rookuitlaat). Later zijn deze mensen (uit veiligheidsoverwegingen?) gaan wonen in de spelonken van de canyons. Daar hebben ze honderden dorpen gebouwd, als zwaluwnesten hoog tegen de vertikale muur van de canyons. Dorpen van 80 tot 200 mensen die met ladders en/of hand-en voetgrepen van en naar hun velden gingen. Vele van deze dorpen (cliffdwellings) zijn intact gebleven; de meeste nog niet grondig onderzocht. De combinatie van natuur en verstilde dorpen is uniek en laat een totaal andere indruk na van de 'Native Americans' dan diegene die ons door cowboy- en indianenfilms werd meegegeven. De Anasazi's zijn uit hun dorpen verdwenen rond 1300. Niemand weet precies waarom. Waarschijnlijk was er jaren achtereen een verschrikkelijke droogte, die de mensen dwong om af te zakken naar de grote rivieren (Rio Grande en Coloradorivier). Feit is dat de Hopi's en de Navajo's rechtsreeks afstammen van deze Anasazi's. Naast de grote 'scienic drive' toer (boven op het plateau) met diverse uitkijken op de dorpen, deden we nog 2 geleide wandelingen in de cliffdwellings zelf: een moelijke en een zeer moeilijke. Voor deze laatste pastte Dien wijselijk omwille van de bijna vertikale afdalingen met metershoge ladders tegen de wanden. Zeer interessant: ieder dorp had zijn heilige plaats (kiva), die nu nog gebruikt worden door de Navajo's tijdens bepaalde rituele feesten. Enkele foto's kunnen één en ander beter illustreren.
Wil je toeristische informatie? Walmart heeft RV-ladingen vol : gratis! En zo viel ons oog op een infoboekje over het onstaan van Durango ; een mijnstadje, gesticht door spoormagnaat Durango in 1876 langs de woeste Animas Bergrivier. Dankzij die spoorweg kende het stadje een geweldige bloei, vooral, toen in 1882 hoog in de San Juan mountains (9500 voet) goud en vooral zilver werd gevonden. Tonnen zilver ! En algauw groeide er hoog in de bergen een nederzetting : Silverton, met 400 bankfilialen, 134 saloons en een onnoemlijk aantal kamers voor reizigers : de tocht van Durango naar Silverton nam - als alles meeviel - 3 dagen in beslag; stroomopwaarts langs de woeste Animas. Het duurde niet lang of de zakenlui van Durango besloten een spoorlijn door te trekken van Durango naar Silverston. The D&SNGRR, of beter gezegd "The Durango & Silverton Narrow Gauge Rail Road" is nog altijd operationeel. Bij aanleg was het de duurste en meest gewaagde spoorlijn ter wereld en dat laatste is het volgens ons nog altijd. Je kan de rit naar Silverton (50 mijl op 4 uur) en terug (50 mijl op 3.30 uur) maken in de originele stoomtrein, met de echte oude wagons (open, gesloten of luxe). De rit is werkelijk adembenemend, naast en regelmatig over de kolkende rivier, soms heel hoog over canyons soms vlak naast de rivier. We hebben 450 foto's en een half uur film verschoten aan deze unieke belevenis, die moeilijk onder woorden te brengen is. In Silverton, waar we anderhalf uur mochten rondlopen, hebben we in één van de saloons gelunched, maar ik was zo onder de indruk van de treinreis dat ik begot niet meer weet wat we gegeten hebben. Ik herinner me alleen een mooi lief meisje dat "Oh my darling, Clementine" zat te spelen aan een tingentangelpiano..
Omwille van de ** sterren détour die "Chimney Rock" zeker was, zijn we niet verder geraakt dan Durango, een stad waar we in feite niets hadden gepland. En vermits het iets te laat was om een degelijke kampplaats te zoeken, namen we toevlucht tot ons eerste alternatief : de Walmart. Er waren er twee in Durango, we namen de grootste. Hun sympathie voor RVers werd weeral beloond, want we hadden heel wat nodig, niet alleen voeding, maar ook nagels, pluggen, schroevendraaiers, een hamer, een zaagje enz.. Deze Walmart was wel speciaal, op een klein stukje van de parking stonden misschien wel 20 RV's, keurig tegen de mooie plantsoentjes aan, het leek wel een echte camping. Bovendien ver weg van de toegangswegen, dus geen motorengebrom 's nachts (Walmart is 24/24 open) en voldoende verlichting om in je strandstoeltje een boekje te lezen. Stipt om middernacht beginnen computergestuurde sproeiers de plantsoenen te bewateren en meteen ook het stof van de RV's te spoelen. Onze vriend, de Walmart. Kan je 's nachts niet slapen? Wandel even door de koele supermarkt. Wil je een stevig ontbijt? De Walmart bakery tot je dienst Moet je in het donker iets repareren? Walmart licht je bij Ijsblokken voor je pic-nic mand? Walmart heeft de goedkoopste Plastiekzakken voor de vuilemmer? Honderden hebben we er liggen Als we op de highways een Walmarttruck voorbij zien flitsen, zwaaien we steeds enthousiast naar onze vriendjes...
We reden Colorado binnen onder een onbevlekte blauwe hemel en al gauw zagen we de eerste besneeuwde bergtoppen. Colorado is de meest bergachtige staat van de US, met meer dan 50 toppen boven de 13.000 voet (dus even hoog als de Mont Blanc). En dat voel je : de hitte is draaglijker, de ademhaling iets moeilijker, de snelheid van onze woonwagen iets trager en het verbruik ervan iets hoger. En dat gaf ons dan weer de kans om de schitterende panorama's grondiger in ons op te nemen. Onze bestemming voor vandaag was één van de topics van de hele reis : het "Mesa Verde National Park", de eerste en belangrijkste archeologische site van de US, met de beroemde "cliff dwellings", waarin het Pueblovolk van 500 tot 1300 leefde. Maar ja... Toen we na 50 mijl Colorado-en in het eerste skioord stopten om te lunchen (een snelle hap, juist voldoende om de motor te laten afkoelen en voor $150 bij te tanken ) kregen we van een ranger de tip mee om eerst even langs "Chimney Rock" te passeren. 't Was maar een klein ommetje van 16 mijl, maar de moeite waard om de geschiedenis van het oude indianenvolk beter te begrijpen. En dat was het ook. We hadden al geruime tijd een eigenaardig gevormde rots zien afsteken tegen het azuur, als een schoorsteen op een tafelgebergte (una mesa) : "Chimney Rock" dus. Er was nog een geleide wandeling om 13 uur volgens de ranger, dus wij als gekken door berg en dal. Om 5 voor één stonden we aan het visitor's center om te betalen. En inderdaad, we konden nog mee, maar we moesten nog 5 mijl langs een stoffige zandweg stijl omhoog : daar begon de wandeling, maar we waren al gesignaleerd en de gids zou een kwartier op ons wachten. En, "by the way", de weg is niet geschikt voor RV's. Bon, toevallig hadden we geen andere auto bij, dus sprongen we in onze Mustang huifkar en stoven in een grote wolk stof de bergweg op. Dien, die op dergelijke momenten haar ogen sluit en met witte knokkels de handvaten tot spijs knijpt, moest nu noodgedwongen de kussens, beddegoed, boeken, folders en eetgerei van mij aftrekken, wilden we niet in een ravijn rijden. We waren binnen het kwartier boven, maar het duurde nog 5 minuten om uit onze vuilkar te geraken. Alle kasten stonden open, inhoud op de grond, vuile en propere kleren dooreen, enkele glazen kapot en nu nog hebben we 5 vijzen over, waarvan we met de beste wil van de wereld niet weten waar ze vandaan komen. "Chimney Rock" was een soort sacrale plaats, waar het Pueblo- en Chacovolk bijeenkwam om de zon te aanbidden en de planeten te bestuderen en een kalender bij te houden (= hypothese). Bij zonnewende (nu ongeveer dus) kwam de zon op tussen twee rotsspleten en scheen in een kiva (een ondergrondse bidplaats - zie mesa verde) waar rituele handelingen plaatsvonden. Blijkbaar waren er verschillende kiva's die allemaal in lijn met "Chimney Rock" lagen en de seizoenen en tijdstippen weergaven waarop geplant, geoogst ed. moest worden. Eigenaardig was wel, dat men die kiva's wist liggen maar ze bewust onaangeroerd liet voor toekomstige archeologen. Het was een boeiende stap terug in de tijd, met veel onopgeloste vragen, mysteries en legenden. Misschien brengt Mesa Verde ons meer klaarheid...
De natuur was zo overweldigend, het open vuur zo uitnodigend dat we besloten onze laatste fles Belgisch Bier te openen : nen duvel van 75 cl !! Zelfs ik vond het slokje dat ik mocht meeproeven, vooraleer ik haar naar bed droeg, lekker.
Santa Fé, mon amour ! Een prachtstadje : overzichtelijk, mexicaanser dan tequila, aangenaam van temperatuur op 1100 meter hoogte en zeer uitnodigend met kleine restaurantjes, enkele interessante musea, een centraal gelegen lommerrijk plein (la plaza) met obelisk en een kathedraal met een vroeg-17de eeuws Madonnabeeldje, dat in de oorspronkelijke zijkapel staat. De stad werd in 1610 gesticht door de Spaanse conquistadores en was lang de staatshoofdstad van Noord-Amerika. Vlakbij de plaza ligt het paleis van de Goeverneurs, (1610) een gelijkvloers, in vierkant gebouwd paleis, omgeven door galeriën, die volledig worden ingepalmd door indianen, die hier, zittend op de grond hun artisanale kunstwerkjes verkopen. Erg enthousiast gebeurt dat niet : als je echt iets wil kopen moet je meestal de maker ervan wakker schudden (wat wij niet gedaan heben). Flaneren door het stadje is een streling voor het oog : koloniale gebouwen wisselen af met oude trading posten, sommige verbouwd tot kleine hotelletjes, en in de smalle straatjes zijn mooie winkeltjes, cafeetjes en galerietjes die op zeer discrete manier de aandacht van de voorbijganger trekken. Amerika is hier ver weg ! We lunchten uitstekend (longhornfilet met blauwe kaas en spaanse rijst met black-eyebonen en een lokale chardonnay) op een gezellig terras, omhangen met gedroogde chilipepers waar Dien maar niet vanaf kon blijven. We bezochten 2 musea : het "Palace of the Governers : Historisch zeer interessant en het "Museum of Fine Arts", toegespitst op kunstenaars uit New Mexico. Een prachtige dag die we in stijl afsloten. We reden Santa Fé uit de San Juan Mountains in, waar we op 9200 voet een prachtigde campsite vonden in het "Santa Fé National Forest" (voor $5 per nacht. Verwarming was niet inbegrepen maar wel nodig 's nachts....)
Met een half opengereten flank en een gat in ons dak, waar de muggen en ander ongedierte gretig gebruik van maakten om ook eens met een RV te reizen, trokken we naar Albuquerque, op zoek naar een "RV Repair Center" . We vonden er een, vlak bij de KOA camping waar we onze wonden gingen likken. De RV verkopers, die in de weekend wel werken verzekerden ons dat ze onze deur voorlopig konden herstellen. We moesten maandag eerste werk aanwezig zijn en dan zou de reparatie tegen 4 pm gefikst zijn. Yoepie, twee dagen vrij, twee dagen verlof!!! En dat we ervan geprofiteerd hebben ! 't Was een camping met alles erop en eraan, dus : slapen, zwemmen, wassen plassen, UMO's repararen en rondkrossen, lekker eten en bbqen ; echt ontspannen. 's Maandags leverden we onze kar in, namen bus 66 naar de Old town en genoten. Want bus 66 rijdt op route 66 die in Albuquerque voor de eerste keer ons pad kruist. En overal langs deze beroemde weg zie je de hotdogkraamjes, benzinestations, cocktailbars ed. van de jaren '50, keurig onderhouden en nog altijd in gebruik. We hebben in één van die bars gelunched, echt aan de toog, bediend door een serveuze in geblokte voorschoot, potlood achter de oren en koffiepot in de hand. Het mens wou absoluut dat ik enkele van hun beroemde chili's proefde en toegegeven, het viel mee. Albuquerque zelf was mooi, spaans-mexicaans, met heel wat terrasjes in de schaduw en een fraaie kerk, gesticht door de eerste fransiscaner die met de spanjaarden mee aanspoelde. Toen we rond 4 pm terug bus 66 wilden nemen moesten we 15 minuten wachten. Niet te doen in de gloeiende zon, dus zochten we een schaduwplekje achter een uithangbord. Daar zat al een koppel op de grond, dat er duidelijk toeristisch uit zag. En dat zodoende totaal afstak tegen de normale bezetting van bus 66 : psychoten, drugsverslaafden, landlopers, zatlappen en sexmaniakken. Toen we opstapten zei ik tegen Dien : "die moeten ook naar de KOA" En inderdaad, 8 mijl verder stapten we samen uit, en tot onze verbazing gingen we samen naar hetzelfde RV repair center. Toen we mekaar aan de balie terug ontmoetten om te betalen kon het niet anders of er ontstond een geanimeerd gesprek. Ook zij hadden vrijdag een panne gekregen, waren 2 dagen op dezelfde camping gestrand en hadden vandaag hun RV laten repareren terwijl ze met bus 66 de oude stad bezochten. En van het één kwam weeral het ander... ze wonen in Sonoma (centrum van de Californische wijn), verbouwen pinot noir die ze verkopen aan de wijnboeren. Zelf hebben ze geen winery ("we 're just poor farmers" zei madam). Maar we moeten absoluut langskomen en mogen op hun land overnachten, en eventueel een centje bijverdienen want in september worden de druiven geplukt. Oh ja, onze deur was hersteld, beter en goedkoper dan we dachten. Ze knelt nog wel, maar ze is terug operationeel. Wij ook, we zijn diezelfde avond nog naar Santa Fé gereden...
Oef, we zijn terug in de bewoonde wereld. Juist "el camino del muerto" afgerond, een weg van Las Cruces (NM) naar Santa Fé. The "Dead man's trail" was gevreesd bij de kolonisten die met hun huifkarren 100 mijl moesten overbruggen zonder enige bron en met zeer regelmatige aanvallen van de apachen. De enige mogelijkheid was 's nachts te rijden en overdag in een cirkel te wachten op de duisternis. We zijn momenteel is Albuquerque, een grote stad, met cell phone en wifi. Nu maar hopen dat ik me nog iets kan herinneren van onze voorbije avonturen. Tot straks
White Sands was zo betoverend dat we de tegenslag van het gat in de flank van onze strijdwagen al zo goed als vergeten waren. De verkreukelde deur lag ver weggestoken in de koffer, te wachten op maandag, want zaterdag en zondag werken de RV repairs niet (tenzij voor het driedubbele van de prijs). Dus tijd zat om een beetje te rommelen in de stoffige witte koffers en om een wasje te plegen in de "coins laundry" (dag en nacht open, werkt met kwart-dollarstukken. Dientje sprong met een grote zak vuile was op haar UMO (de zwarte) en kwam 2 minuten later te voet terug : "Mijn ketting der af" zei ze beschuldigend tegen mij. "Gooit 'em mor bij de kapotte deur " antwoordde ik, maar ondertussen sprong ik toch maar op mijn UMO (de zilvergrijze), gewapend met al ons gereedschap, dat gemakkelijk in één broekzak kan. Toen ik aan maximum snelheid de eerste bump van de camping nam, viel mijn zaal eraf, finaal afgebroken. En dat is niet voor te lachen, want als je spontaan terug wil gaan zitten en er rest alleen nog maar een piek... Amaai mijn .... De ketting was vlug gemaakt en ditmaal goed aangespannen, de zaal was perte total. Maar we lieten het niet aan onze hartjes komen, trokken ons zwempak aan en liepen joelend Hofstade Bad in. Terug van een verfrissende duik, in zwembroek en teensleffers, wou ik in onze badkar stappen, maar de deur was op slot. Niet ongewoon, want Dien doet altijd alle deuren en vensters dicht van het moment dat ze één voet buiten zet. "Krijg ik de sleutels eens" vroeg ik "Maar jongen toch, gij hebt de sleutels" antwoordde zij "In mijn teensloeffen zeker" enz...enz... De sleutels lagen binnen op de salontafel en alle deuren en vensters waren op slot. Na mekaar een halfuurtje beschuldigd te hebben begonnen we constructief na te denken en algauw vond ik een mogelijkheid. Er stond namelijk een dakvenstertje open (10 bij 10 cm, en bekleed met heel fijn vliegengaas.) "Maar daar kunnen wij niet door" opperde Dien. En gelijk had ze, maar weer kwam ik op een lumineus idee. "De vislijn ligt in de kofferbak naast de verfrommelde deur en die staat open. Als we op het dak kruipen en het vliegengaas kapot snijden, dan kunnen we naar de sleutels vissen." Zo gezegd zo gedaan. Dien als eerste het dak op, met mijn zwitsers legermes (dat ik altijd bij heb op reis) in aanslag. Het gaas was vlug en vakkundig weggesneden, en Dien begon, plat op haar buik te vissen. Het dak van onze woonkar was uiteraard nog nooit gewassen en er lagen zo'n 7 lagen stof op, in 6 verschillende kleuren. Na een halfuur vissen zag Dien er uit als een oude indiaan die met zijn oorlogskleuren te lang in de zon heeft gezeten. Maar buiten een schoen, een lege plasticzak en 2 keer mijn tabletpc had ze niets gevangen. En hier kwam mijn ervaring met professionele vissers uit Dubai uitstekend van pas. Na 15 minuten wentelen in het door zweet ontstane slijk op het dak had ik de sleutels te pakken. Ons huisje leek eens zo mooi. We draaiden uit pure vreugde een blik Swanworstjes open, aten hot dogs met mosterd en kropen doodmoe en vuil in ons nestje. Mijn grote teen zag blauw en klopte nog pijnlijk, nadat ik hem had gestoten aan een luchtpijp op het dak. Morgen is het zaterdag...
De dag begon schitterend. Midden in een testgebied van de geleide raketten, bevindt zich een opmerkelijk wereldwonder: 'The White Sands National Monument'; een stuk woestijn (niks speciaal aan) met verschuivende duinen (ook nog geen wereldwonder) met spierwit zand. Om kompleet gek van te worden. Je rijdt uren door een sneeuwachtig landschap in een temperatuur van 100 °F. en meer. Er zijn enkele routes uitgestippeld die je te voet kan alleggen; er zijn plekken waar je plastieken sleden kan kopen en de berg afrijzen en er zijn pic-nicplaatsen allemaal met eigen bbq, shelter, vuilbak ... en alles is er spierwit. Het is een onaards aandoend landschap dat moeilijk te beschrijven is. Foto's zeggen wellicht meer. Nog sterk onder de indruk reden we naar onze camping waar we onze huifkar ontplooiden...
Stel je Hofstade bad voor op een zeldzaam mooi zomerweekend met honderden Brusselaars uit de Marollen, die om één of andere reden niet tot aan de zee geraken en hun strandgeneugten opeengepakt botvieren in en om het slijkerige meer. Vervang de schupjes en ponderkes door jetski's en de fietsen door zware pickup trucks en vermenigvuldig alles met 20. Resultaat : "Elephand Butte Lake State Park" Met enige verbeelding en na 5 zelfgemaakte margherita's kon je inderdaad een olifant synthetiseren uit de rotspartij die midden in het gelijknamige meer lag. Het was vrijdagavond en we hadden een formidabele dag achter de rug in de "White Sands National Monument" en wilden in het olifantenpark overnachten. Ja watte !! Meer dan 500 full hook ups voor RV's, en allemaal bezet ! Na enig aandringen en het uitspelen van onze verre afkomst, mochten we, omdat het maar voor één nacht was, gaan zoeken naar een vrije plaats, gelijk de welke. En we vonden d'er een : "handicaps only", een prachtige plaats, vlakbij alle voorzieningen en rolstoel toegankelijk. We hadden ons amper aangeloten op electriciteit, water en kaka, ons compartiment uitgeschoven en de airco op max gezet of er komt een klein vrouwtje naar me toe, klembord in de hand en koperen plaatje "volunteer" op het rechterborstje, bekijkt me van onder tot boven en vraagt: "Are you handicaped?" "Somewhat mentally" antwoordde ik guitig, maar ze kon er niet mee lachen. "You've gotte leave mister, it's the law" Nu moeten jullie weten, dat ieder state park één of soms meerdere "campsite hosts" heeft : vrijwilligers die gratis mogen kamperen, maar daarvoor orde op zaken moeten stellen en bepaalde beslissingen mogen nemen als de rangers er niet zijn. Blijkbaar had men hier een volledig nonnenklooster omgeschoold tot camphosts die mekaar de loef probeerden af te steken en ijverig met klembord en cellphone van de ene RV naar de andere renden. Lange discussie, niets aan te doen, er moest zomaar eens toevallig deze avond iemand een handicap krijgen. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, we 've gotte move". Maar de redding was nabij : één van de nonnen was niet komen opdagen met haar rijdende kapel (da's nog een gat in de markt : een kerkRV, die van camping naar camping trekt) en daar mochten we zeer uitzonderlijk op staan. Uiteraard ook een goeie plaats, 3 sites (=30 meter) van mijn huidige standplaats verwijderd. Licht geïrriteerd trokken we alle verbindingen terug los, schoven ons compartiment terug in en kraaak.... Er stond nog een deurtje open van een laadbak onder de slide-out en dat werd door het insliden compleet vermorzeld. Ik heb uren gewerkt, liggend op de grond in plassen zweet om het eronder uit te krijgen en de restanten af te vijzen. In de RV naast de onze ging de klembordnon wandelen met haar hond aan de korte les. Het beest kwam tot boven haar koperen naamplaatje en mocht even mee naar de hondewei. Toen ik de laatste vijs uit de verhakkelde deurlijst had gedraaid waren ze al terug. "We're so glad to have you amongst us" zei ze, terwijl ze de staart van haar hond omhoog trok en zijn gat afveegde met een doekje hacklé-vochtig...
Toen we in de buitenwijken van Roswell halt hielden aan een "Liquor Store" om onze bierkelder te spijzen met imitatie Belgisch bier, viel ons oog op een minifietsachtig object, dat werd aangedreven door een oplaadbare batterij, en voorzien was van reglementaire lichten, knipperlichten en een leuke claxon. Het ding wordt geklasseerd onder fiets, rijdt 15 mijl per uur en heeft een actieradius van 10 mijl. Prijs, $199. We kochten er twee, om de vieze smaak van UfoRoswell weg te spoelen. Plezant mannen!!
Het moet zowat middernacht geweest zijn toen ik naar buiten ging om mijn laatste sigaret op te steken. Het was een heldere nacht en dromerig blies ik een rookwolkje naar de miljoenen sterren boven mijn hoofd. Tot plots mijn aandacht getrokken werd door een fel schitterende ster, die daar niet hoorde te schitteren. Terwijl ik er naar keek schoot ze plots met enorme snelheid langs de grote beer naar de poolster. Te snel voor een vliegtuig, te horizontaal voor een vallende ster. Ineens stond ze stil, om dan in een rechte hoek naar beneden te vliegen... Een helder witgeel licht verbleekte alle ander sterren... het werd intenser... niet meer te verdragen... kwam recht op me af... vlak over mijn hoofd... verblindend licht... een gonzend geluid... Toen bleef het hangen, misschien 500 voet hoog... een explosie... niets meer Zo begon de getuigenis van een boer uit Roswell die in 1947 de eerste UFO had waargenomen. En daarmee maakte hij van het slaperige dorpje Roswell het wereldcentrum van de ufologie, de enige echte plaats in de wereld waar kleine marsmannetjes met een groot hoofd en lange armen onze aarde hebben bezocht. Ondertussen is Roswell uitgegroeid tot een middelgrote stad, die volledig leeft van dit buitenaards bezoek (en vele andere die erop volgden). De stad is vergeven van de UFO musea, ruimtecafés, space walks, UFO souvenirshops ed. De straatverlichting bestaat uit lichtgroene marsmannetjes. We hebben één museum bezocht : het " International UFO Museum and Research Center". Mocht er iemand twijfelen aan het bestaan van UFO's, dan is dit een absolute aanrader. Je komt er gegarandeerd ontnuchterd buiten : zoveel onzin in één museum is nauwelijks te imiteren. Bovendien rij je voor en na Roswell door het grootste testgebied ter wereld, waar het Amerikaanse leger experimenteert met geleide projectielen en ander vliegend oorlogstuig. Ik heb uit goede bron vernomen dat het leger in 1947 dwergen had opgeleid om als techniekers mee te vliegen, omwille van plaatsgebrek. Eén daarvan is inderdaad neergestort en verbrand. Dus geen marsmannetjes, maar een verbrande dwerg... Alhoewel... Toen ik daarnet buitenging om mijn laatste sigaret te roken, werd mijn aandacht getrokken door een fel schitterende.....
Texas wuifde ons uitg met nog een laatste schittering van zijn "Lone Star". Vlak voor de grens met New Mexico ligt het "Guadalupe Mountain National Park" met de hoogste piek van Texas (2670 meter) en "El Capitan", het grootste kalksteenrif ter wereld. Alhoewel we niet tot op de piek zijn geraakt, was het een zware klim voor onze dorstige huifkar, met een rekordverbruik van 40 liter per 100 km. Lang zijn we niet gebleven, want het natuurpark kent geen grenzen en loopt in New Mexico verder, waar het rimpelloos maar bergrijk overgaat in het "Carlsbad Caverns National Park" : één van de grootste grottenstelsels ter wereld, die in 1900 door een cowboy zijn ontdekt (hij was er met paard en al ingevallen). Er zijn diverse ondergrondse wandelmogelijkheden, we kozen er twee uit. De populairste is "self-guided" en leidt naar de Big Room, een zaal van 4 ha en 25 verdiepingen hoog. Een kollosale zaal dus. De tweede wandeling was in kleine groepjes onder leiding van een Rangeres : we zijn tot 250 meter diep geweest ! Indrukwekkend ! Ik herinner me de grotten van Han niet zo goed meer, maar als deze caverns niet even spectaculair waren, dan is het toch een "close second" Maar de Caverns hadden nog een leuke verrassing in petto : in de grotten wonen namelijk tussen de 800.000 en 1 miljoen vleermuizen, die tegen zonsondergang allemaal uitvliegen om in de woestijn voedsel te zoeken. De Rangers hadden er een complete en gratische attractie van gemaakt. Rond de enige natuurlijke opening was een cirkelvormig auditorium gebouwd. We moesten stipt om 19.15 uur aantreden voor een onderhoudend en interactief praatje met met een stel Rangers, om de vijf minuten onderbroken door de klassieke verboden (niet roken, geen alcohol, absolute stilte, geen foto's, bleirende babies onmiddellijk verwijderen, blijven zitten en dergelijke onzin) En dan, rond 8 uur zweeg ook de laatste Ranger en hoorde je het aanzwellend geluid van duizende vleugeltjes uit de grot opstijgen.... en daar waren ze.... nooit gezien. Meer dan een kwartier lang stegen vlak voor onze ogen wolken vleermuizen op, mooi afgetekend tegen de donkerblauwe avondlucht, om hoger op te lossen in het niets, en plaats te maken voor nieuwe wolken vleermuizen. Verbazingwekkend ! We bleven 2 dagen ter plaatse, 2 dagen pure verbazing en extase. Wat is de wereld toch mooi !!
Laatste halte in Texas, niet ver van NEW MEXICO. Balmorhea ligt in de 'desert Flatlands': een eentonig landschap, een dorre vlakte met hier en daar een groepje lage cactussen en daartussen een rechte weg, die zinderend in de verte verdwijnt in een fatamorganazee. En dan! 'Balmorhea State Park'; a desert Oasis met middenin één van de grootste bronnen van de US.1 miljoen gallon per uur fris (20°) water borrelt er op uit een put die 25 voet diep en 100 voet breed is. het water vormt de 'desert wetlands', die, in de duizende jaren van hun separaat bestaan, 2 vissoorten hebben voortgebracht die nergens anders ter wereld meer voorkomen. De rangers hebben een venster onder de waterlijn gemaakt, waardoor je die unieke specimen (en vele andere ordinaire vissen en schildpadden) kan bewonderen. In de bron zelf mag je zwemmen en duiken ( er is een duikersschool) maar het water is nogal aan de frisse kant. De romantische naam Balmorhea heeft een prozaïsche verklaring. De eerste kolonisten die zich hier 'settlenden' waren Balcom, Moore en Rhea. Zoja! New Mexico, here we come!
Nog nagenietend van een uiterst geslaagde rustdag reden we noordwaarts naar Fort Davis. Een typisch Amerikaans dorp, gebouwd rond 1 kruispunt : twee stenen huizen; het stadhuis en de bibliotheek, en een reeks huiten huizen, waarvan er 2 zich uitriepen tot restaurant (hier café genoemd). De kaart beperkt zich daar gewoonlijk tot gevulde sandwiches (roastbeef, kip of bliktonijn) en fritten of warme chips, met water, koffie (gratis refill) of frisdrank. We kozen het tweede uit, omdat je daar bovenop nog gratis kon wifiën, en dat was hard nodig want we hadden ettelijke dagen niets meer van ons laten horen. Het dorp dankt zijn naam aan het Fort, dat hier in 1850 gebouwd werd halfweg de route San Antonio -El Paso, om settlers, reizigers, de US mail en vracht te beschermen tegen de Apache en Comache indianen, die hier hun jachtvelden hadden die ze vruchteloos wilden vrijwaren van indringers. De meeste van deze mensen zijn trouwens deskundig naar de eeuwige jachtvelden gezonden door de meer dan 1000 US soldiers (9th en 10th Cavalry, onder leiding van Jefferson Davis). Nu is Ford Davis een 'National Historic Site' met enkele gerestaureerde barakken, een hospitaal en officierswoningen. Om het half uur klinkt hier trompetgeschal over het uitgestrekt oefenterrein en galoppeert er een volledig uitgedorste Cavalery sergeant van het ene fototoestel naar het andere. Het 'Ford Davis State Park' waar we 2 nachten verbleven, was andere koek: immens groot, puur natuur, prachtig gelegen en vol wild: raccoons, roadrunners, een stinkdier waar ik bijna op trapte, herten die ons contnu zaten te bespeuren en 2 javelinas (een soort everzwijnen) die alsmaar dichter rond onze kampwagen cirkelden. Dien zat toen al in het bovenste compartiment met borstelsteel in aanslag te waken over Jean die na een overvloedige maaltijd (of was het de bijhorende drank?) zijn roes lag uit te slapen.
Fort Davis had nog een attractie: het 'Mc Donald Observatory' gelegen in de Davis mountains met de grootste telescoopspiegel ter wereld. Nu is daar 's zaterdags toch een 'starparty' + twilight program dat loopt van zonsondergang tot middernacht: educatief, interactief en spectaculair. Niet te missen dus! Toen we goed en wel in het openluchtamfitheater zaten, brak er een 'thunderstrom' van formaat los, zodat we holder de bolder in een classroom moesten gaan schuilen. Dit was een van de weinige nahcten dat we geen enkele (echte) ster gezien hebben, maar we weten nu wel perfect hoe ze er op video uitzien. Toen ik 's nachts nog even een toertje rond onze camper maakte, scheen ik recht in de ogen van eeen javelina: rood en helder als 2 sterren...