Dwars door de US in een motorhome : 25 staten in 6 maand
29-05-2007
WE HAVE A LIFT OFF...
Houston, Mission control... we have a lift off... Ground control to Major Tom, Ground control to Major Tom, Take your protein pills And put your helmet on....
Het Johnson Space Center in Houston is het verlengstuk van Cape Kennedy. Van zodra een shuttle gelanceerd is wordt de controle overgenomen door Houston. Ook hier staan modellen van alle mogelijke raketten die de Amerikanen ooit in de ruimte geschoten hebben, en ook hier word je met een treintje het uitgestrekte terrein opgejaagd. Maar er is wel een belangrijk verschil : hier mag je bijna overal binnen, je kan een echte ruimtemodule bekijken, het volledige ruimtelab is hier nagebouwd en er wordt uitvoerig getoond hoe astronauten gewichtloos eten, slapen, douchen, sporten en hun behoeften doen (met zuigsysteem incluis, zodat er geen faecalieën door het lab zweven). Indrukwekkend is de grote hall, waar een duplicaat staat van elke ruimtesonde, volledig uitgerust, zoals het origineel in de ruimte. Als er zich in de ruimte een probleem voordoet, wordt het hier door een ploeg ingenieurs nagespeeld en wordt er een mogelijke oplossing gezocht. De astronauten staan rechtstreeks in videocontact met de hall en hoeven reparaties enkel na te spelen. Voor één of andere Apollo-missie was deze procedure levensreddend. (Ben vergeten dewelke).
Verder is Houston een moderne stad met een ietwat verwarrend stratenpatroon en helaas tamelijk veel files. We hebben buiten de stad, in San Felipe een state park opgezocht, waar we helemaal alleen tussen de herten en de raccoons tot rust zijn gekomen. De nachtwandeling, vergezeld van duizende vuurvliegjes was verlichtend...
Texas, the lone star, grootste staat van Amerika. We doen hem van oost naar west, zo'n 1500 km, van drassig moerasland in Beaumont en Lumberton naar de woestijngebieden boven El Paso. Texas, het overgangsland van dichtbevolkte steden naar eenzame verlaten nederzettingen, van klamme warmte vol muggen naar droge zinderende lucht, stof en ratelslangen. Onze eerste stop in Texas was Village Creek, nog een uitloper van de Bayous, waar we een dag rust namen om te bekomen van het Boergondische Cajun country. Dat betekent, kleine reparaties aan onze duiventil, olieverversen, wassen en strijken enz... Vermits we in een state park stonden ; prachtig van natuur, enorme campsites, maar geen wifi, wilde ik me nog nuttiger ( ! ) maken door enkele lekkere zelfgevangen vissen op de bbq te bakken. De state park winkel had alles : een keuze uit vislijnen (heb er maar 1 gekocht), een volledige collectie aas, vliegen, wormen, insecten dobbers, haken en 75 soorten levend voeder. Enfin, je kon er alles kopen, behalve geduld. En dat was volgens insiders nu juist het enige dat ik nog niet bezat. Ondertussen al 2 dagen gevist, niets gevangen, maar we hebben nog 4 maanden, en ik ben volledig voorbereid. Spijtig dat we nu de woestijn intrekken... misschien een woestijnvis??
Niet Baton Rouge, maar Lafayette is het centrum van franstalig Louisiana en bovendien hart van Cajun country. De stad is kleiner dan New Orleans, maar moeet zeker niet onderdoen qua Franse bouwstijlen en gezellige pleintjes. De stad ligt werkelijk midden in de bayous, de zoetwaterriviertjes vol crawfish en de moerassige weilanden vol alligators, die zo goed als onzichtbaar tussen de uitgespreide wortels van de cypressen op de loer liggen. Gewoon per toeval stuitten we langs een klein weggetje ten zuiden van Lafayette op Lou Champagne, een echte Acadiër (Acadien, zo noemen de franssprekenden cajuns zichzelf). Zijn frans is amusant, doorspekt met Amerikaanse stopwoorden tamelijk verstaanbaar. Zijn beroep : alligatorvanger en tijdens de weekends wildfotograaf (vooral zeldzame vogelsoorten zoals de schoenbekooievaar). Op zijn tochten door de bayous neemt hij wel enkele passagiers mee. Wij mee natuurlijk, voor een halve dag bayou-en. Met een klein aluminium bootje en een zo goed als geruisloze motor voeren we met nog een paar mensen uit Oregon in het cypressenwoud, op een tapijt van groene waterplanten. Ongelooflijk !! Alligators mogen hier altijd bejaagd worden. Er zijn er veel te veel, ze zijn gevaarlijk en komen hier, omdat het zo waterrijk is, bijna tot in de huizen. Het vangen is eenvoudig : Je neemt een kip, een zware ketting en een vleeshaak, prikt de kip aan de vleeshaak en hangt het geheel met de ketting rond een stevige cypressetak, Kip spartelt en bloedt, alligator komt en hapt. De finesse zit hem in de hoogte : hang je de kip 50cm tot 1m boven water --> grote alligator --> mooier patroon --> meer geld voor het leer(tot $45 per vierkante voet). Hang je de kip lager, wat tegenwoordig veel wordt gedaan, dan vang je ook kleine alligators wier huid niet veel opbrengt, maar die veel lekkerder zijn en verkocht worden aan restaurants. De kunst van de vanger bestaat erin de alligator, terwijl die aan zijn vleeshaak hangt te spartelen zodanig van nabij dood te schieten dat de huid niet beschadigd wordt. Er zijn leukere beroepen nietwaar ? Denk nog maar eens goed na vooraleer je weer een nieuwe Paul Delvaux gaat kopen...
Toen Ed Mc Ilhenny trouwde met de rijke Melanie Avery, die op Avery Island, in volle Cajun wetland een suikerrietplantage had geërfd, kon hij zijn hobby -plantkunde- probleemloos beoefenen in een klein labo, in de tuin op Avery Island. Waarschijnlijk was zijn Melanie niet pikant genoeg, want de man brouwde daar van de capsicum peperplant die overal op het eiland groeide een ondertussen wereldberoemd sausje : Tabasco. Het bedrijf is nog steeds in handen van de Mc Ilhenny-Avery familie en is te bezichtigen (en te beproeven) Interessante rondleiding en een enorme varieteit aan sausen, tot en met de tabasco Ice cream (verschrikkelijk slecht !) De fabriek betrok (en betrekt) zijn plukkers uit de omliggende streek, die allemaal met een bâton rouge het veld in werden gestuurd. De pepertjes, die eerst wit, lichtgeel, oranje, rood en daarna pas donkerrood werden, mochten enkel geplukt worden als ze de kleur van het rode stokje hadden (de bâton rouge). Leuk hé.. We hebben enkele stalen meegekregen... Ik denk dat ik vanavond eens pikant uit de hoek ga komen...
't Is toeristisch, maar kom : Mississipi past nu eenmaal bij raderboot, zoals New Orleans bij jazz. Bij nader inzien gaan die alle 4 goed samen. Wij dus een echte, met stoom aangedreven raderboot op (de NATCHEZ) voor een drie uur durende tocht op de rivier. Tijdens het aan boord stappen speelde een enthousiaste dame met wapperende manen, fier staande op het dak van de boot enkele populaire deuntjes op een reeks fluiten. Die stoomfluiten maakten een oorverdovend lawaai, dat gelukkig ophield toen de trossen werden losgegooid (het mens is waarschijnlijk overboord getuimeld) Een leuke belevenis zonder meer en zoals enkele vrienden weten krijg ik van varen altijd honger. Wat goed uitkwam want we hadden gereserveerd bij Amelie. En dat is werkelijk een culinair (Dien -->rosé gebakken lamscoteletjes op een bedje van al dente tuinboontjes en brocolli en een bolletje purée, Jean --> gebraden wilde eend met grapefruit en honig. Vooraf diverse hapjes met een glaasje Californische champagne), cultureel (twee jazzmusici : guitar/percusion/zang van de bovenste plank) en romantisch (tafeltje tussen de bloemen, vlak bij de muziek en de serveuses, sorry Dien in topvorm) geworden. (oef) Effe door Bourbon street naar ons bed, of nog een voorlaatste in een jazzkroeg?? Wat een leven !!
Naast de cottonfield, in het noorden en midden van Louisiana, waren (en zijn) er in het zuiden de al even beruchte suikerrietplantages. Ook hier werd zowat al het zware werk door slaven verricht, die vroetend in het stof en de ongenadige zon, hun meesters superrijk maakten. Er staan dan ook heel wat prachtige mansions tussen Baton Rouge en New Orleans. Eén van de mooiste is ongetwijfeld Oak Alley. De eerste kolonist die hier in 175O een hutje bouwde, plantte van zijn huisje naar de oever van de Mississipi 28 Amerikaanse eiken. Die bomen staan er nog, het huisje is door de jaren heen verbouwd tot een schitterende mansion, die we bezocht hebben. Buiten stond het suikerriet een halve meter hoog, keurig onderhouden door machines, met aan het stuur een blanke slaaf, vroetend in het stof en de ongenadige zon ...
FQRV staat voor "French Quarter Recreational Vehicle'. Toen we gisteren door de straten van het French Quarter zwalpten, kwamen we te weten dat er hier, in het hart van New Orleans een camping voor RV's bestond : klein, select en enkel voor RV's boven de 30 voet (onze kruiwagen van 25 voet was dus ondermaats.) Toch even langs geweest en goed bevonden : de zaakvoerder had Belgische roots (Van Brabant). De prijs was iets boven onze norm ($ 80 per nacht), maar je kon zo uit je bed in Preservation Hall - Bourbon street- stappen en dat is toch wel een paar dollar waard. Er waren maar een 20 tal plaatsen, klein in verhouding tot een normale site, maar met zwembad, bar, fitness, sauna, jacuzzi, relaxroom met breedscherm TV enz... We werden bovendien al direct uitgenodigd op het happy hour (van 5 tot 8: fameus uur hebben ze hier). Een uitgebreide bar, hapjes à volonté en fantastisch gezelschap. Iedereen wou absoluut kennis met ons maken, ons een drankje en hapje offreren en vooral ons zijn RV met hulpstukken laten zien. Nu was dat wel de moeite. Bij Ray, de schroothandelaar en zijn kokette jonge vrouw "Butch" hebben we alles moeten bewonderen : van de aparte dressing en het hemelbed met indirecte verlichting en uitschuivend prisma tv scherm, over de keuken met afwas-, was- en droogmachines, naar de living waar nog een grotere tv met een druk op de knop in positie schoof, en het leren salon, met electrisch aanpasbare zetels. Het obligate hondje had zijn eigen ruimte, met bedje en eetkamertje. Het gevaarte (een supergrote hoge autobus met 4 slide-outs), trok een 4 x4 jeep, voor de kleine uitstapjes, die kon vervangen worden door een soort gesloten caravan waar hun 2 blinkende Harley Davidsons in pasten. Haar ferarri en zijn Cadillac werden enkel thuis gebruikt. En dat allemaal met het recycleren van lege colablikjes!! Toen we na 3 uur happy houren onze rekening vroegen (we hadden nogal wat getrakteerd en een degelijke hoeveelheid prima coctails gedronken) begon het gezelschap te lachen. "Not a cent, Djien and Dien, this is a BYO bar" (Bring your own) De aankleding van de bar, het water, ijs en geperst vruchtensap werd geleverd door het huis. Al de rest : hapjes, quiches, garnaalkroketjes en de dranken werden geprepareerd en meegebracht door de gasten! Het was te laat om onze toch wel goed voorziene bier-en wijnkelder aan te spreken, dus zijn we maar met blozende kaakjes afgedropen. Onze motorhome was toch iets groter dan die van Pinky, het hondje van Ray en Butch...
In de 19de eeuw gaf de Bank of Louisiana het 10dollarbiljet uit met -omwille van de franssprekenden- DIX op de achterkant. Dit populaire biljet werd algouw een dixie genoemd en de streek rond New Orleans heette Dixieland. Toen daar in het begin van de 20ste eeuw een nieuwe muziekstijl werd geboren, was de naam snel gevonden.
Toen Antoine Peychaud, apoteker in de rue royale in New Orleans, een drankje op basis van cognac, suiker en enkele kruidenextraxten prepareerde om zijn maagklachten te temperen, bleek dit een uitstekend aperitiefje te zijn. Hij liet het aan zijn vrienden en (mannelijke) klanten proeven in een eierdopje (un cocquetier). Algauw kwam men van heinde en ver om de cocktjai te proeven en de cocktail was geboren.
Royal street, die evenwijdig aan Bourbon Street loopt, is zowat de sjieke winkelstraat van het French Quarter. Toen we er in de late (donderdag)namiddag door wandelden, begon men deze lange straat systematisch autovrij te maken en overal kraampjes te zetten. We vroegen wat er gaande was en kregen onmiddellijk een invitatie voor het jaarlijkse " Royal street wine and food festival". Voor $65 per persoon kon je van 19 tot 24 uur etend en drinkend door de -volledig afgezette- Royal street wandelen. Dien slaagde er door een of andere manipulatie in, een toegangsarmband te bemachtigen zonder betalen, anders waren we waarschijnlijk niet binnengegaan : het was nogal duur en we wisten niet wat we konden verwachten. Jongens, jongens, wat een geluk !! Dankjewel Dientje. Aan de ingang kreeg je een mooi wijnglas, dat direkt werd gevuld met Californische Champagne. In, aan, voor of achter iedere winkel lieten bekende Californische wijnhuizen hun wijnen proeven, en serveerden daarbijhorende hapjes. Op de straat werden salades, cajun specialiteiten, diverse pies, desserts ice cream enz... aangeboden, en dat 2,5 km lang !!! Aan zowat iedere hoek stond een bandje te spelen en regelmatig trok er een street parade door de vretende massa. Het was formidabel, vooral wetende dat we per taxi terug naar ons rijhuis werden gebracht. Met de laatste ferry geraakten we nog net over de Mississipi, waar ik op de Westbank, wachtend op onze taxi, zalig in slaap viel, liggend op een bank onder het standbeeld van Louis "Satchmo" Armstrong...
24 mei : New Orleans dus ; hoe moet ik daar aan beginnen. Het zal me zeker niet lukken om de fantastische sfeer, de supervriendelijke mensen en de buitengewone attracties te beschrijven die we hier hebben mogen beleven. We zaten dus op ons Bayou Segnette State Park, dat toch nog wel een 20tal km van de stad verwijderd lag, onbegonnen werk om met onze camion te overbruggen : te kleine straatjes, geen parking en onveilig. Dus een taxi naar het Algiers veer ( $30 heen, 30 terug), de Mississipi over en dan te voet door het French Quarter, de ziel, het centrum van de stad, en voor mijn part het centrum vaan de wereld (buiten Antwerpen natuurlijk, maar toch "a very close second") Het French Quarter is een rechthoek van een tiental blokken, vlak aan de Mississipi, met schilderachtige pleintjes, een mooie oude katholieke kerk, een klooster van de Urselinnen (prachtig, met een tijdelijke tentoonstelling van Vaticaans mozaik) en allemaal 18e - 19e eeuwse huizen in Franse stijl, met bloemrijke overhangende terassen, zodat je constant in de schaduw kon rondwandelen. In enkele straten reden nog de oude streetcars (trammetjes zoals je die ook in San Fransisco ziet). Ze reden van de rue Canal (CANAL) naar de Place Desire (met franse accentjes). (DESIRE). Tennessee Williams inspireerde er zich op : "A streetcar named Desire" (voor de leek : Engels uitgesproken) Het originele aan dit alles is, dat terwijl je door historische straten als Basin- Canal- Royal of Bourbon street wandelt, je overal live jazz, blues en/of dixieland muziek hoort. Letterlijk overal ; in de straten, voor de kerk, (in de kerk Gospel), op elk pleintje en uiteraard ook in restaurants, cafes, bars en "private clubs for gentlemen", die vooral in Bourbon Street zeer welig tieren. Maar ook daar vind je de beroemde "Preservation Hall" (hoek Bourbon -St Peter street), waar oude jazzrakkers "Basin street blues" spelen en zingen zoals "Satchmo" dat voor hen deed. We lunchten in "Chez Amelie", een prachtig gelegen pand in Royal street, met schaduwrijke binnenkoer : een werkelijk uitstekende Salade Amelie en een fles koele franse Sauvignon Blanc. Onberispelijke en vriendelijke service door op zijn "franse bistrot" geklede lieve dames. Dien en ik hadden spontaan hetzelfde idee : hier komen we deze avond dineren! Helaas, alles vol, maar morgenavond (vrijdag 25 mei) is er nog een tafeltje vrij + live optreden van een (plaatselijk) bekende jazzguitarist. Ook daar moesten we niet lang over nadenken. We zouden deze avond wel iets anders vinden...
Nog een song uit mijn prille jeugd, waarvan wij de tekst onwelvoeglijk verbastenden : (dit is de originele, die ik, tot deze nacht, nooit begrepen heb) Jambalaya a crawfish pie and filet gumbo, 'Cause tonite I'me gonna see my cher amio Pick guitar, fill fruit jar and be gayo, Son of a gun, we'll have big fun on the bayou
Een woordje uitleg : Samen met een vliegende "thunderstorm" en een zo goed als lege ijskast kwamen we woensdagavond laat aan in New Orleans in het Bayou Segnette State Park, iets ten zuiden van de stad, aan de rand van de Cajun wetlands. De ranger kende een goed restaurant, typisch voor de streek en niet zo heel ver (zei ze, maar dat kan hier gemakkelijk 100 km zijn). Wijle daar naartoe : een paar mijl zuidwaarts, brug over, linksaf, brug over, 5 mijl rechtdoor, brug over, klein baantje , brugje over enzovoort... Toen ik volle wetlands zo ongeveer in de golf van Mexico reed, gaven we het op. We draaiden terug en reden naar het brugje en daar stond toch wel een rondborstige-uitschuif-Afro-Amerikaanse (ik mag van Dien niet dikke negerin met zwaar t...zeggen) de leuning te testen zeker. "The Bayou tesh", shure, turn 'round, hop over the little bridge, 5 miles south, pass another bridge and haff a mile on the right hand side y'll find the Bayou tejsh. Damn naice plaijs " Met doodsverachting draaide ik mijn woonwagen en na 2 bruggen stonden we aan ons restaurant : een barak met een enorme swamp vooraan en de bayou aan de achterkant, waar twee vissersboten aan de deur voor anker lagen. We waren mee van de laatste klanten, maar de twee oude bommas wilden ons nog graag bedienen. Wij aten : Jambalaya : Een soort paëlla, maar pikant, met kip, catfish, crawfish, soms boudain of andouille sausage en veel pikante rijst en ajuinen, met daarbij een stuk getoast brood. Crawfish pie : een halfrond deeggebakje, gevuld met crawfish en rijst. Crawfish is geen vis, maar rivierkreeftjes (van het frans écrevisse) De swamps zitten vol rivierkreeftjes die hier op alle manieren worden gegeten, het liefst aan kraampjes, zoals bij ons de fritten. Trouwens het dorp dat we gepasseerd waren (Breux Bridge) noemt zich het "crawfish center of the world". LEKKER !! Gumbo : Een dikke soep, met rijst, vlees of vis (seafood gumbo, chicken gumbo, filet gumbo), met rode pepertjes, tabasco naar wens (1druppel). 't is bijna pap, met de consistentie van goulash. Enorm vullend maar zeer smakelijk. Vooraf kregen we een crawfish salade : cr in cocktailsaus, gefriteerde cr en cr mousse. We konnen geen cr meer zeggen en hebben ons op Amerikaanse wijze uit de slag moeten trekken : doggy bag, m.a.w. nog 2 dagen cr gegeten. De bommas hadden 1 fles wijn in huis : een franse Chablis grand cru, die we mochten hebben voor $ 12,50 Op de terugweg waren en precies veel minder bruggen...
NB De bayou is een min of meer bevaarbare ondiepe rivier, die zich tussen de swamps naar zee slingert.
Jean was zo onder de indruk van de Natchez Indians dat hij prompt besloot zijn haar te laten groeien. Sinds die dag loopt hij in Amerika rond met een paardestaartje. Ik hoop dat het hierbij blijft!
We namen afscheid van onze buren: Carl ('Ma mom was a whore') zijn vrouw Sue ('A always say to his mother:'The one and only descent thing you did in y'er life was delivering Carl') en hun singing dog Mc Kinsey (Woooowwaaaauwwoooow) en reden het Natchez State Park uit, downtown Natchez (katoenstad aan de Mississipi). Natchez, geen naam van een of ander Spaanse edelman die hier zijn voeten is komen nat maken, maar de naam van een indianenstam die hier woonde en die niet werd uitgemoord of verdreven, maar in vreedzaam verband leefde met de Fransen (vooral de squaws vielen in de smaak - volgens Jean). De stad ligt tamelijk hoog boven de Mississipi, rivier aan de grens tussen Louisiana en Mississipi. Het is er aangenaam koel onder de 500 jaar oude eiken; er zijn geen muggen en de boardwalk - zo'n 150 meter boven de rivier toont een prachtig panorama. Dat vonden de rijke katoenplanters ook en ze bouwden hier hun schitterende landhuizen met griekse zuilen, zilveren deurknoppen, 20 huisbedienden (gepromoveerde slaven uit hun cottonfields) en een imposante oprijlaan tussen rijen eeuwenoude eiken. We kwamen om 10 voor 12 aan in het Visitor Centre en lazen dat er stadsrondleidingen waren om 11u, 13u en 15u. Tijd zat dus om kaartjes te kopen voor die van 13u. We slenterden naar de ticketcounter. "Two for the one o'clock tour" zei ik zo nasaal mogelijk. "Why not takin the 'leven honey?" antwoordde zei. Die zuiderlingen, dacht ik, maar ik antwoordde "cause it's 5 to 12, baby". "Oh no, it ain't sweety, it's 5 to 'leven" en dan nog iets in de trend van busje komt zo, maar dan in het Mississipiaans. Waren wij toch juist onze eerste tijdzone gepasseerd zeker! We spoeden ons naar het vertrekpunt, alwaar we nog een half uurtje wachtten op het busje (don't hurry, take it easy, you're in the south, man!)
Enkele van die schitterende huizen zijn er te bezichtigen. sommige zijn ondertussen hotels geworden, andere verhuren zich voor huwelijksfeesten en één enkel is museum geworden. Buitengewoon! Stanton Hall, absolute nr 1 en het koetshuis herbergt een restaurant 'The carriage House'. We kozen voor in peperkorrels gebraden roastbeef met peultjes (sukkerboonen voor de West-Vlamingen) en mashed potatoes. Dit laatste is een regelrechte aanslag op de lijn. De puree wordt opgediend als een uitgedoofde vulkaan met de krater boordevol gravy: lekker, lekker vet. (Jean heeft dus meteen ook een deel van Dien's portie meeverorberd). Als voorgerecht kregen we een gemengd slaatje met zure augurken "en croute" gefriteerd en overgoten met mierikswortelsaus. Speciaal! We dronken er een bescheiden glas onbekende witte wijn bij. (De rode wijn was op) Toch vielen we op: alle ander tafels dronken emmers cola en / of ijsthee bij de maaltijd. Bij zonsondergang bezochten we ook nog even de restanten van de Natchez indianennederzetting, gelegen aan de St. Catharina Creek, die later door de Engelsen werd drooggelegd. een mooie, sobere en ingetogen site...
"In 1814 we took a little trip, Along with Colonel Jackson down the Mighty Mississip."
De Mississipi, een machtige stroom, inderdaad. Ik was zo onder de indruk dat ik zonet, na een volle dag tevoet downtown Natchez, een nieuwe cactail het gecreeerd: de mississipi sip: 1/4 Bacardi Rum 1/4 Gin 1/2 Grapefruit juice 2 lepeltjes blueberry jam 4 druppels angostura ijsblokjes alles shaken (wij doen dit ter plaatse in een lege melkfles, maar het kan ook met een ordinaire coactailshaker) Opdienen met marashinokersen en getwist grapefruitschilletje. Dien vond hem ook lekker evenals de raccoons die 's nachts de resten uit onze vuilbakken hebben hebben gelikt.
We hebben vandaag een belangrijke beslissing genomen: we voeren een drastische 'shortcut' in! Reden: als we aan hetzelfde ritme door Amerika kabbelen (wat we eigenlijk allebei wel willen doen), dan zitten we eind september ergens tussen de schamele cactussen in Death Valley. En dat is niet de bedoeling, want Yellowstone, Rockies en Seattle zijn topics die we niet mogen missen. Vandaar: we laten Memphis (en hiermee de ganse staat Tennesse) vallen. de weg van Pensacola naar Menphis, over Montgomery en Birmingham is lang en er valt niet zoveel te bevelen. Spijtig voor Elvis Presley! Are you lonesome tonight? Do you miss me tonight?... ik mis hem wel eens beetje, maar niets aan te doen jongen (You ain't nothing but a hounddog...) In plaats daarvan rijden we verder westwaarts langs de kust over Mobile naar Pascagoula (Shepard State Park - met lieve ranger Jay die onze vlaamse bieren weet te smaken) naar Natchez. Langs de Mississipi zakken we af naar Baton Rouge en later New Orleans. Zodoende zitten we zelfs iets voor op ons schema en kunnen we rustig verder genieten. Waarvoor onze excuses.
"GEVONDEN!", riep Dien triomfantelijk, met haar vinger op blz 912 van de 'Woodall's campground directory' (de bijbel van de Amerikaanse kampeerder). "Een koa (de betere kamping) met zwembad, hot tub, wifi, full hook up, gratis ontbijt en nog 20% korting omdat we ondertussen trouwe klant zijn in Florida, voor maar 40 dollar per nacht! Ik hield mijn hart vast, waar zat hier de angel? Maar goed, we reserveerden telefonisch (met creditcard) want we zouden niet voor 20 uur aankomen ( we rijden liefst in de vooravond, zo van 17 tot 20 uur). De camping was perfect, met alles erop en eraan, gladgeschoren gazon, palmbomen,...enz. Helaas! Toen we de afrit KOA campground namen, stond er ook nog een ander bord: Edlin AFB. Toen er op 15 meter hoogte een zware gevechtshelicopter overdenderde, begrepen we wat het wou zegeen : "Edlin Air Force Base"!. Geen jets deze keer, maar gevechtsheli's ( en zware transporttoestellen merkten we even later). Toch viel dit nog mee; door de sterk stijgende benzineprijs had de AFB het aantal vluchten beperkt. Maar dan... We draaiden een weggetje rechts in en nog eentje naar rechts en we stonden aan de ingang van de camping, vlak naast Interstate 10 (een drukke highway van en naar het westen). je kan evngoed met je RV op een pechstrook gaan staan, maar dan liefst zonder slideout en vooral zonder luifel. Het toppunt kwam even later, terwijl ik hopeloos de slablaadjes van mijn koude schotel trachtte te vangen, die in het kielzog van voorbijrijdende camions werden meegezogen, hoorden we achter ons het snerpende gegil van een aanstormende trein. Maar de zonsondergang was mooi en van de palmbomen, het zwembad en de minigolf hebben we niet de minste hinder ondervonden.
De paar keer dat ik (Jean) baywatch op tv heb gezien zagen de redders er iets anders uit, vooral veel, veel vrouwelijker. Ik heb me niet laten afdrijven en Dien is uit protest zelfs niet in het water geweest. P.S. noot van typiste van dienst: de redders van West Palm Beach waren veeeeeel knapper : toen wou ik me zo in het water werpen om gered te worden, doch ze hadden het toen te druk met het verslepen van hun reddingshokje om het te redden van een minitsunami en zouden mij wellicht niet eens gezien hebben.
Ik moet zowat 16 zijn geweest, in volle 'Sturm und Drang'-periode, toen de Hurricanes (of is het Hurrigans?) hun nieuwste plaat uitbrachten, die ik ettelijke keren heb gebruikt ter ondersteuning van mijn verleidingsdansen ( en soms met succes, jaja). Well she comes from Tallahasee She's got a hifi chassis .... Yeah, my Tallahassee lassie, Down in F - L - A Tallahassee ligt helemaal niet Down in FLA, maar linksboven richting Louisiana. Het is wel de hoofstad van Florida en daarmee is dan ongeveer alles gezegd. Je zou evengoed een hit kunnen maken over Oelegem of Zoerseldorp. Als hoofdstad heeft Tallahassee natuurlijk een Capitool - mooi gerestaureerd in een typisch Amerikaanse Capitoolstijl en het herbergt geplichtsgetrouw een museum over de geschiedenis van Florida. De inkom was gratis en het was dus de moeite waard. Spijtig dat ze vlak achter het Capitool een ultramodern administratief centrum hebben neergezet, zodat je vanop enige afstand over een scherpe blik moet beschikken om het oude Capitool - ergens tussen de 2de en 10de verdiepeing - te ontdekken. She was my Tallahassee Lassie, Down in F-L-A
Sarasota is een klein stadje aan de Noordwestkust van Florida, waar één enkele attractie te beleven valt, maar dat is er wel een van formaat. Sarasota was namelijk de thuishaven van John Ringling (1870-1936), stichter en eigenaar van het grootste circus ter wereld: "The Ringling brothers", later aangevuld met "Barnum & Baily". Dit gecombineerde circus trok jaren door de US, met hun 3 (eigen) treinen, 3000 man personeel, 700 paarden (waarvan de meeste als werkpaarden werden gebruikt om de immmense circustenten op te zetten) 50 olifanten, kamelen, giraffen, zebra's, 25 leeuwen en tijgers, tot zelfs de grootste zeekoe die ooit levend werd gevangen. Overal waar deze reizende stad zijn tenten opsloeg, werden scholen en fabrieken gesloten, om de doorsnee Amerikaan - die zich buiten een paard, een koe en een hond, nog geen ander dier kon voorstellen - de gelegenheid te geven dit spektakel mee te maken. Het circus had zijn eigen restaurants, scholen, smidses ed.; allemaal op die treinen. John Ringling is er multimiljonair mee geworden. Tot daar aan toe. Maar in Sarasota bouwde hij zijn winterverblijf: een verfijnd venetiaans paleis, maar met Amerikaanse afmetingen. Hij noemde het "Ca'dZan" (venetiaans voor "het huis van John"). Ca'dZan is een schitterend bouwwerk met veel marmer en zeldzame houtsoorten, vlaamse wandtapijten, keramiekversieringen aan de buitenkant en een marmeren aanlegsteiger voor zijn privéjacht van 120 meter. Om zijn vrienden te imponeren, bouwde hij in zijn 60 ha grote tuin - die volstond met Griekse en Romeinse beelden en zuilen - een 'museum of art' en hing het vol met de kostbaarste schilderijen die in zijn leven te koop waren. De 'Rubens Gallery' beslaat 2 volledige zalen met schilderijen van PP Rubens, waaronder een volledige reeks "The Triumph of the Eucharist", de 4 evangelisten,...enz. Uniek in de wereld. De Vlaamse schilderkunst is er trouwens overweldigend aanwezig, naast de Italiaanse Renaissance en de Franse Impressionisten. Ook zijn verzameling juwelen zijn uniek. Ontelbare diamanten halssnoeren van Tiffany's, vanaf 1904 tot 1936 ( eentje per jaar voor zijn vrouw Mable), maar ook zeer oude Egyptische en Syrische gouden sierraden. Bij zijn dood schonk John alles aan de stad, die niet anders durfde dan in de tuin nog maar een museum bij te zetten. En ook dit is enig in de wereld: de geschiedenis van het circus in het algemeen en dat van de Ringling Brothers in het bijzonder. Veel van het oorspronkelijke materiaal staat hier in immense zalen opgesteld en werd o.a. gebruikt tijdens het draaien van de film 'The greatest show on earth"; die gebaseerd is op de geschiedenis van the Ringling Brothers & Barnum and Baily. Ook uniek is een 250 meter lange miniatuur van het circus met de treinen, de dieren, tenten, personeel,... tot in de kleinste details uitgewerkt. We hebben er meer dan een halve dag rondgewandeld, even verbaasd als die Amerikaanse cowboy die voor het eerst een zeekoe zag. Ons reizend circustentje was piepklein toen we noordwaarts trokken, richting Tallahassee.