Dwars door de US in een motorhome : 25 staten in 6 maand
18-05-2007
BAYWATCH
De paar keer dat ik (Jean) baywatch op tv heb gezien zagen de redders er iets anders uit, vooral veel, veel vrouwelijker. Ik heb me niet laten afdrijven en Dien is uit protest zelfs niet in het water geweest. P.S. noot van typiste van dienst: de redders van West Palm Beach waren veeeeeel knapper : toen wou ik me zo in het water werpen om gered te worden, doch ze hadden het toen te druk met het verslepen van hun reddingshokje om het te redden van een minitsunami en zouden mij wellicht niet eens gezien hebben.
Ik moet zowat 16 zijn geweest, in volle 'Sturm und Drang'-periode, toen de Hurricanes (of is het Hurrigans?) hun nieuwste plaat uitbrachten, die ik ettelijke keren heb gebruikt ter ondersteuning van mijn verleidingsdansen ( en soms met succes, jaja). Well she comes from Tallahasee She's got a hifi chassis .... Yeah, my Tallahassee lassie, Down in F - L - A Tallahassee ligt helemaal niet Down in FLA, maar linksboven richting Louisiana. Het is wel de hoofstad van Florida en daarmee is dan ongeveer alles gezegd. Je zou evengoed een hit kunnen maken over Oelegem of Zoerseldorp. Als hoofdstad heeft Tallahassee natuurlijk een Capitool - mooi gerestaureerd in een typisch Amerikaanse Capitoolstijl en het herbergt geplichtsgetrouw een museum over de geschiedenis van Florida. De inkom was gratis en het was dus de moeite waard. Spijtig dat ze vlak achter het Capitool een ultramodern administratief centrum hebben neergezet, zodat je vanop enige afstand over een scherpe blik moet beschikken om het oude Capitool - ergens tussen de 2de en 10de verdiepeing - te ontdekken. She was my Tallahassee Lassie, Down in F-L-A
Sarasota is een klein stadje aan de Noordwestkust van Florida, waar één enkele attractie te beleven valt, maar dat is er wel een van formaat. Sarasota was namelijk de thuishaven van John Ringling (1870-1936), stichter en eigenaar van het grootste circus ter wereld: "The Ringling brothers", later aangevuld met "Barnum & Baily". Dit gecombineerde circus trok jaren door de US, met hun 3 (eigen) treinen, 3000 man personeel, 700 paarden (waarvan de meeste als werkpaarden werden gebruikt om de immmense circustenten op te zetten) 50 olifanten, kamelen, giraffen, zebra's, 25 leeuwen en tijgers, tot zelfs de grootste zeekoe die ooit levend werd gevangen. Overal waar deze reizende stad zijn tenten opsloeg, werden scholen en fabrieken gesloten, om de doorsnee Amerikaan - die zich buiten een paard, een koe en een hond, nog geen ander dier kon voorstellen - de gelegenheid te geven dit spektakel mee te maken. Het circus had zijn eigen restaurants, scholen, smidses ed.; allemaal op die treinen. John Ringling is er multimiljonair mee geworden. Tot daar aan toe. Maar in Sarasota bouwde hij zijn winterverblijf: een verfijnd venetiaans paleis, maar met Amerikaanse afmetingen. Hij noemde het "Ca'dZan" (venetiaans voor "het huis van John"). Ca'dZan is een schitterend bouwwerk met veel marmer en zeldzame houtsoorten, vlaamse wandtapijten, keramiekversieringen aan de buitenkant en een marmeren aanlegsteiger voor zijn privéjacht van 120 meter. Om zijn vrienden te imponeren, bouwde hij in zijn 60 ha grote tuin - die volstond met Griekse en Romeinse beelden en zuilen - een 'museum of art' en hing het vol met de kostbaarste schilderijen die in zijn leven te koop waren. De 'Rubens Gallery' beslaat 2 volledige zalen met schilderijen van PP Rubens, waaronder een volledige reeks "The Triumph of the Eucharist", de 4 evangelisten,...enz. Uniek in de wereld. De Vlaamse schilderkunst is er trouwens overweldigend aanwezig, naast de Italiaanse Renaissance en de Franse Impressionisten. Ook zijn verzameling juwelen zijn uniek. Ontelbare diamanten halssnoeren van Tiffany's, vanaf 1904 tot 1936 ( eentje per jaar voor zijn vrouw Mable), maar ook zeer oude Egyptische en Syrische gouden sierraden. Bij zijn dood schonk John alles aan de stad, die niet anders durfde dan in de tuin nog maar een museum bij te zetten. En ook dit is enig in de wereld: de geschiedenis van het circus in het algemeen en dat van de Ringling Brothers in het bijzonder. Veel van het oorspronkelijke materiaal staat hier in immense zalen opgesteld en werd o.a. gebruikt tijdens het draaien van de film 'The greatest show on earth"; die gebaseerd is op de geschiedenis van the Ringling Brothers & Barnum and Baily. Ook uniek is een 250 meter lange miniatuur van het circus met de treinen, de dieren, tenten, personeel,... tot in de kleinste details uitgewerkt. We hebben er meer dan een halve dag rondgewandeld, even verbaasd als die Amerikaanse cowboy die voor het eerst een zeekoe zag. Ons reizend circustentje was piepklein toen we noordwaarts trokken, richting Tallahassee.
De Everglades en de Keys waren zo aantrekkelijk dat we d'er geen efscheid van konnen nemen. We zitten dus weer fameus achter op ons schema (who cares?) Toch hebben we gisteren (16/05) een inhaalbeweging gemaakt en zijn tot in Sarasota geraakt. Hier moeten we absoluut het Ringling museum bezoeken, en een beetje verder, in St. Petersburg (zeg maar Pete) de beroemde Dali collectie. Daarna verder noordwaarts, richting Louisiana.
"Djeezus honey, no, no, no way!!" schreeuwde ze met volle mond, waarin nog een halve hamburger (volgens mij een Whopy burger van $1) te bespeuren viel." Djeezus, I don't want ye in here, get out!!" herhaalde ze terwijl ze met haar volle 220 pond uit de doorgezakte ligstoel rees. Maar de stoel bleef aan haar uitgedeind achterwerk hangen, zodat haar poging om zich met gespreide armen en benen onder de wielen van onze RV te werpen gelukkig mislukte. Deels ook omdat ik stopte. Voor de zoveelste keer. Weer een parking waar we met ons rijdend gedrocht niet op mochten. Nog maar eens terugdraaien in de kleine straatjes en verder zoeken... Key West is het allerlaatste eiland van de keys, en het meest zuidelijke punt van de US, slechts 90 mijlen van Cuba verwijderd. Het is iets groter dan de meeste keys, (buiten Key Largo, het eerste en grootste) Key West kende in de voorbije eeuwen een enorme welstand dankzij een specifiek beroep dat door alle inwoners van dat eiland werd beoefend : de "wreckers". Door de doolhof van koraalriffen, voor de kust van Key West, zijn hier in de loop der tijden honderden, zoniet duizenden, schepen vergaan, achtereenvolgens Spaanse, Engelse, en Franse galjoenen, volgeladen met goud en andere kostbaarheden (soms ook slaven). Alle inwoners van Key West werden rijk van de aangespoelde of opgedoken goederen. Het is nog maar sinds 1960, dat "wrecking" verboden is of moet aangegeven worden. Veel moderne schatgravers zijn sindsdien naar andere oorden buiten de US vertrokken. Key West heeft ook schitterende stranden, maar hier maken die meestal deel uit van hotels of beach clubs (waar je voor een lekkere coctail of lunch gratis van de strandstoelen, douches, restrooms ed. kan gebruik maken.) Key West is ook beroemd om zijn bars en uitgebreid nachtleven. Hier kan de brave Amerikaan zich eens goed laten gaan, en doet dat liefst in familieverband. Hier zie je hele families zich luidruchtig ondersteunend door de kleine straatjes waggelen. In alle bars spelen live orkestjes : blues, jazz en latin-american. We kozen de beroemdste bar uit :"Sloppy Joe's", het stamcafé bij uitstek van Ernest Hemingway (en was dat nu voor of na Cuba, ik weet het niet meer) "Sloppy Joe's" : een droom van een kroeg, met een schitterend jazz trio en een origineel publiek : een amerikaan heeft weinig scrupules, een zatte amerikaan heeft er geen, en dat geldt ook voor de vrouwen. Ons restaurant "Red fish, blue fish" was er een van het betere type. We waren dan ook licht verbaasd om tussen de tafeltjes (binnen, buiten te warm) massa's kippen en een haan te zien rondlopen. Ze aten uit je hand, pikten kruimels tussen je tenen en laveerden handig tussen dronken amerikanen. We kozen wijselijk voor vis, t.t.z., de beroemde "surf & turf", die hier "reef & beef" heette. Een langoust met een filet pur, perfect saignant gebakken, weder met een geklaard botersausje en puree, die hier wordt gemaakt van ongeschilde aardeappelen (de fritten trouwens ook) Daarvoor had ik een "Crab showder", een dikke maispap met heel veel krabvlees. Lekker maar vullend. De wijn was bijna traditioneel een witte Pinot Grigio uit Californië. Samen met enkele frozen margerita's en mojito's (Cuba is niet ver) waren we na verloop van tijd zo goed als niet meer te onderscheiden van de doorsnee Key West bezoeker. Of misschien toch wel, toen we ons romantisch lieten gaan tussen honderden amerikanen op de boardwalk, die enthousiast applaudisseerden voor de mooiste zonsondergang die er bestaat...
Ai, welke superlatieven kan ik hier gebruiken om jullie te overtuigen dat de Keys nog indrukwekkender en nog unieker zijn dan de Everglades. En toch is het zo! De keys zijn eigenlijk één langgerekte keten fossiele koraaleilanden, waarvan de belangrijkste door een reeks van bruggen met mekaar zijn verbonden. Verschillende van deze eilanden zijn natuurparken en herbergen enkel een "State Park Campsite", die werkelijk op de schitterendste lokaties zijn aangelegd. We hebben er op enkele gestaan : "John Pennenkamp state park," "Curry Hammond state Park" en "Bahia Honda State Park". Die parken lopen mijlenver door in de baai van Florida, waar zich nieuwe (maar 12.000 jaar oud) levende koraaleilanden vormen. Ze liggen ongeveer 9 mijl in zee en zijn van de mooiste die ik ooit heb gezien. De rangers organiseren boottochten, snorkel- en duikuitstappen, strand- of bootviskursussen (of course we put them back, we're not gonna eat our state park) en ook geleide wandelingen langs verschillende "nature trails", tussen de rode, witte en zwarte mangrovebossen. We hebben alles gedaan en het was GREAT!! Duiken tussen duizende vissen, grote (2 meter) haaien, langousten en platte, ronde bolle en driehoekige vissen in alle kleuren van de regenboog. Vissen vanop het strand, terwijl pelikanen zich in duikvlucht transformeren tot pijl en telkens weer met een vis boven water komen. Dit is de actieve pelikaan. De geroutineerde komt gewoon naast jou zitten, op een bankje of op de reling van je boot en wacht geduldig tot je iets gevangen hebt. De vis die je dan plichtsgetrouw terug in het water werpt, geraakt daar nooit meer. En dat mag dan ; rare jongens die Rangers. De keys zijn niet alleen maar state parks : vele eilanden zijn bewoond, en meestal bestaat zo'n eiland uit de highway US1 met langs beide zijden een strook land die volgestouwd is met voornamelijk jachtverkopers met open showrooms van 3 verdiepingen, hotels, met minsten 1 steiger per kamer, restaurants van alle slag en prijsklasse en massa's viswinkels (waar je alle soorten hengels en aas kan kopen) Maar altijd weer, binnen handbereik die lichtbeige -turkoise - blauwe zee met helder water dat eigenlijk een beetje te warm is om degelijk af te koelen. Dat doen we dan in onze airco-RV, met een frisse trappist van Westmalle...
Een topic!!! Een subtiel evenwicht tussen zout- en zoetwater, vol alligators en meer dan 600 verschillende vogelsoorten. De everglades zijn in feite niets mer dan moesrasweiden, gevormd door het overtollige water van "Lake Okeechobee". Dat meer ligt 80 mijl van de zuidkust verwijderd met een hoogteverschil van amper 4 meter. Er zit dus wel stroming op de everglades, maar daar merk je niets van. En hoe meer zuidelijk je komt, hoe brakker het water wordt. Bij storm en springvloed wint de zee terrein, bij rustig weer het zoete water. En als rem op heel dat proces staan er de mangrovebossen : stevige planten, soms bomen, die met hun wortels in het brakke water staan. Ze hebben geen zout nodig, ze filteren het zout uit het water en zetten dat via hun bladeren terug af. Maar omdat ze zo traag groeien staan ze in brak water, waar weinig concurrentie is (zei onze Ranger). In dit landschap leven momenteel meer dan 2 miljoen alligators en enkele zeldzame krokodillen, een ontelbaar aantal schildpadden en vogels : prooivogels, viseters en insecteneters. Van deze laatste soort helaas veel te weinig naar onze smaak, want de muggen waren alomtegenwoordig. "Laat ze maar zuigen" zei de Ranger " het zijn zwangere vrouwtjes die straks 10.000 eitjes gaan leggen. Daarvan dienen er 9.000 voor de voeding van kleine visjes, die dan later worden opgegeten door grotere vissen... viseters... alligators... en uiteindelijk draag je bij tot de instandhouding van de everglades." Dat was mooi gezegd vonden wij, maar stiekem hebben we toch ettelijke alligators op hun smoel geslagen... We hebben 3 dagen gewandeld (Anhinga trail, Gumbo Limbo trail e.a.), gereden, geploeterd, gezeten, gevaren, gezwommen en bloed gegeven in de everglades. We hebben 24 liter water gedronken, 6 spuitbussen muskietendoder opgebruikt (zonder enig resultaat, buiten stank) en voelden ons de gelukkigste mensen op aarde. The everglades... forever!
Nee, geen vice, maar des te meer Miami : bruisend, levendig en broeierig. Een schitterende stad, met een uniek stadsdeel : Miami Beach. Door de aanleg van een spoorbaan in 1900 (+/-) werden de eerste , voornamelijk rijke, toeristen gelokt naar de prachtige stranden en naar het milde winterklimaat. Later, tussen 1920 en 1930 kwam ook de doorsnee Amerikaan zijn weekends en verlofperioden doorbrengen in Miami Beach, en werden er in allerijl talloze kleine, goedkope hotelletjes gebouwd, allemaal in artdecostijl. South Beach, Ocean Drive en Collinsstreet staan vol met "tropical deco" huizen. Felle kleuren, afgeronde hoeken, terracotta dakpannen, ijzeren veranda's en terassen, en vloeren van "frut" (zo noemde mijn grootvader zijn goedkope vloer in de keuken ; tot gruis geklopte stenen met beton). Het zijn tegenwoordig nog altijd in originele staat onderhouden hotelletjes, maar met hun meubelen van Gaudi en Dali zijn ze niet bepaald goedkoop. Deze decostijl is uniek in de wereld en zo is ook het aangename strand met zijn kleurrijke reddershuisjes en de groen begroeide duinstrook tussen strand en promenade. We arriveerden in Miami op 8 mei (meer bepaald in de betere wijk Coconut Groove), om 3 dagen en nachten te logeren bij Thierry (le grand) Desmet, zoon van Alain, mijn goede vriend en (ex)collega. Samen met zijn lieftallige vrouw Lainie en hun charmant dochtertje Emma, betrekt hij een huis met zwembad in de Mc Dolnaldstreet (en toch wel een Mc Donald op de hoek zeker). Beiden zijn advocaat, hij bij de staatsinstelling SEC erg bezig met het veroordelen van drugsbaronnen, zij privaat met het vrijpleiten van drugtrafficanten. Ze vullen mekaar goed aan dus, en dat doen ze ook in het privéleven. Amerikanen met Belgische belangstelling voor lekker eten en een goed glas wijn. Terwijl zij werkten en de equatoriaanse nanny op Emma paste, verkenden wij Miami Beach, downtown Miami en Little Havana (Cuba ligt hier een goede 100 mijl vandaan). Downtown is totaal anders : moderne gebouwen, heerlijk koele lounges, live latijns-amerikaanse muziek, en enorme coctails in artdeco kleuren. Daartussen, schaars geklede senorita's en macho bodybuilders met driekwartbroek, kruis tussen de knieën en mega t-shirts tot juist erboven. Ook uniek! Laat in de namiddag lieten we ons verleiden tot een 2 uur durende boottocht rond "millionaire's island" De boot vaart langs soms mooie, soms afschuwelijk lelijke, maar altijd onbetaalbare villa's van mensen die het (geld) gemaakt hebben in dit leven : Liz Tailer, Iglesias vader en zoon, Tiger Woods, Don Johnson et.al. Op het eiland kom je ofwel op uitnodiging (geen gekregen), om te werken (geen goesting) of als lid van een exclusieve club. Het toegangspasje kost $ 175.000 voor één jaar. We zijn op de boot gebleven...
Het betere amusementswerk, en ook hier weer dat klassenonderscheid : minder barnumesk, volwassener en nog meer technisch dan de 2 vorige dagen. Epcot is het neusje van de pretparken, met zeer interessante, leerrijke en spannende parcours. En ik kan het niet laten, maar ook het voedsel is niet te vergelijken met de fastfood verzameling van Mickey Mouse. We aten in Venetië (Epcot heeft naast het amusementsgedeelte enkele steden nagebouwd : een Beiers dorp, een Noors hovenstadje, Marrakesh, Parijs, Stockholm en dus ook Venetië. We aten op het San Marcoplein : een trio van pasta's, met zwarte truffels en een heerlijke Pinot Grigio. Ik heb bovendien 3 broodjes gegeten; zo van die heerlijk knapperige nog warme broodjes, die je nergens in Amerika vindt. Hebben er ook kennis gemaakt met een koppel uit Chicago, die ons probeerden te overhalen om onze route iets noordelijker te laten lopen, zonder succes, tot hun grote spijt. En ook de onze, maar we zijn hopeloos achterop aan het sukkelen. Eén ding staat vast, 6 maand is niet genoeg om optimaal te genieten van al dit moois. We doen ons best.
Waar zowat alles te beleven valt, behalve hoe het maken van een film nu eigenlijk in mekaar zit. Maar toch hebben we genoten : we liepen achtereenvolgens door een NewYorkse achterbuurt, compleet met oude auto's, liepen door een Mexicaans dorpje en Dien mocht op de foto met Zorro, die kwistig handtekeningen gaf en kusjes in ontvangst nam. Ik wachtte op de (valse) Marylin Monroe, maar ze heeft me ontweken. Het was leuk wandelen langs pleintjes uit West Side story, met een (echt) orkestje uit Rock & Rolltijd met de (valse) Blues Brothers. In een grimeerkamer leerden we armen en benen afsnijden met veel bloedverlies en we zagen de eerste 4-D films, met muizen die van het witte doek over je voeten liepen (was me dat een geschreeuw in de zaal) en een scene in de regen, waar je echt nat van werd. Interessant ook dat het publiek hier helemaal anders is dan in Disney World: minder kinderen, zeker en vast, maar ook een hoger niveau van bezoekers (met hier en daar een rare uitzondering, nietwaar). Veel rustiger, waardiger zou ik bijna zeggen en meer technisch gericht. En toch was het voor mij ook leuk, na!
De drie volgende dagen waren lang, vermoeiend, opwindend en heel plezant. Ik ga ze in een heel klein beukennotendopje omschrijven. We begonnen met Disneyworld, waar we voor 9 uur 's morgens aan de dranghekken stonden te trappelen om zo snel mogelijk door te stoten naar de topattrakties, voor de massa luidruchtig ontbijtende amerikanen er bezit van kwam nemen. En het was nodig, want al gauw zit je aan ieder "kraam" met wachttijden van 60 tot 90 minuten. Op zich is dat helemaal niet erg, want we vermaakten ons met eem van de plezantste attrakties van Disneyworld : Amerikanen bekijken. Honderden soumovrouwen waggelen als nijlpaarden van de hamburgertent naar de hotdogkraam, met een emmer cola in de ene hand en 5 donzige kinderen in de andere. Ze dragen een als short omgebouwde legertent, die ieder momemt dreigt open te barsten aan de bilnaad. Een tweede tent dient als topje, maar dan met de voortent open, zodat je een duizeligwekkende inkijk hebt op hun wiebelende Grand Canyon. Schitterend dieptezicht, en altijd anders. Na 2 volledige pakjes tensoplast, 6 liter frisdrank, 4 ice creams en diverse snelle happen van onbekende oorsprong, hadden we alle attrakties van achtereenvolgens futureland, fantasialand, adventureland en het volledige wilde frontierland overwonnen, en het was amper 19 uur. Juist voldoende tijd om ons even terug te trekken in onze foorkraam en onze voeten te verzorgen en iets proper aan te trekken, want 10 uur rondlopen tussen 50.000 vretende en slurpende muisfans doe je niet zonder kleerscheuren. Dan vlug terug naar de Big Parade van 21 uur en aansluitend het spetterende vuurwerk boven het kasteel van doornroosje (of was het sneeuwwitje ?) Rond 1 uur 's nachts op de kampimg en proberen te slapen tot 7 uur voor een dagje -->
"The American Oystercatcher", "The Marsh Sandpiper", 'The Great Egret", The Northern Harrier", en uiteraard, de trots van Amerika : "The Bald Eagle', zijn geen ruimtetuigen, maar enkele van de meer dan honderd vogelsoorten die we op KSC geobserveerd hebben (9qwerty klqvierem hebbem geem u'lqut0 ) En allemaal starten ze zonder countdown, schieten sierlijk het blauwe zwerk in en ontploffen zelden. "'t Waor e graptsje" en toch weer niet. Want KSC is in de eerste plaats een paradijs voor de vogelaar. Het is een enorm stuk schorrengebied, waarvan maar 5% gebruikt wordt door de NASA, de overige 95% door vogels en alligators, die de ongebraden "Double Crested Commorants" in hun opengespalkte bek laten vliegen. Op KSC word je per autobus rondgevoerd, met begeleider-bewakers, die je af en toe eens uitlaten op plaatsen waar weinig of geen activiteit te bespeuren valt, en waar je volgens de begeleider-bewaker geen voet buiten het omheinde perkje mag zetten of hij wordt opgepeuzeld door een alligator. Ik heb het een keer geriskeerd en werd onmiddellijk teruggefloten, weliswaar met intacte voet, maar toch licht bescheten door de "Black Tailed Godwit" De assemblagehall, waar gemakkelijk 3 Amerikaanse footballstadia in kunnen (en die zullen wel groot zijn zeker) is ook vanop afstand indrukwekkend en alomtegenwoordig in het landschap. De driveway en het gigantische voertuig dat de verticale raket van hall naar startplaats moet rijden, stonden er wat zielig bij, in afwachting van een volgende lancering in juni. Dat te mogen meemaken zal natuurlijk wel boeiend zijn. Maar in afwachting kies ik beslist voor vogelen...
St Augustine is een schatje. Gelegen aan de oostkust van Florida, straalt het de Spaanse glorie van weleer uit. Het is de oudste nederzetting in Amerika, gesticht door Pedro Avilés in 1565 (volgens de voetnoot op zijn standbeeld) Er is nog een aanzienlijk deel van het stadje bewaard gebleven, of heropgebouwd na een felle brand in 1702. In het "Spanish quarter" voel je perfect aan hoe zo'n Spaanse garnizoensstad er in de 16e eeuw moet hebben uitgezien. Mooi, echt mooi en St Augustine bewaart zijn Plaza de la Constitucion en zijn Basilica zorgvuldig. We liepen er weeral langer rond dan oorspronkelijk gepland en kregen er zowaar honger van. Uitstekend geluncht : als voorgerecht, opgerolde pannekoekjes, gevuld met kreeft in een licht belookt botersausje. Ons hoofdgerecht : voor mij een shrimpschotel , dit keer gemarineerd in bier (het huis heeft een eigen brouwerij) en gefriteerd in een manteltje van cocosbloem, met rijst gebakken met zwarte bonen. Succulent!! Dien at geroosterde zwaardvisfilet, in een gorgonzola-wijnsaus met jonge spinazieblaadjes. Nog succulenterder ! Als dessert een lime-cheese cake, luchtig en fris en alles overgoten met een Californische Pinot Grigio van een iets hogere prijsklasse. Als ik ooit nog eens terugkom naar Amerika, dan land ik ook in St Augustine...
We hebben onze route moeten wijzigen omwille van de bosbranden in Georgia. Het zijn de grootste die de staat ooit gekend heeft en de rook en de geur hangen tot boven de staat Florida. Op bepaalde plaatsen rij je precies door een zonsverduistering. Maar niet aan de kust, daar merk je dankzij de zeebries niets van de branden. De branden zijn ondertussen (na 2 weken) min of meer onder controle. Heel Georgia roept om regen : voor ons mag het, we zitten ondertussen toch al in Florida.
Het was niet gepland, maar we zochten een library waar we konden Wifiën en kwamen terecht op Amelia Island, ooit een berucht piratennest. De f... library had geen Wifi, dus zijn we als sluipschutters, met de laptop in aanslag door het dorp gereden, tot we aan de jachthaven, Fernandina Beach, waar we een uitstekend Wificontact kregen. We zijn op het terras van de jachthaven uit eerlijke schaamte een ijskoffie gaan drinken en maakten direkt de mooiste zonsondergang van deze reis mee. (Luxe)vissers kwamen binnen gevaren, de vissen als trofeeën opgehangen aan de achtersteven, een sliert pelikanen in het kielzog, klaar om de ingewanden op te smikkelen. Een wandeling door Main Street onder de verkoelende eiken en in een Taco Bell fastfoodketen nog een gratis Wifi meegepikt (staande op de parking, vanuit onze woonkar); Ook dat heeft iets leuk, opletten dat ik niet verslaafd geraak aan mijn dagboek; meer dan 1 uur om de drie dagen kan ik er niet voor uittrekken. Dus afsluiten maar...
Budget Een budget dient om overschreden te worden en daar zijn we glansrijk in geslaagd. We hebben wel een aantal items gekocht die de volledige 6 maand moeten meekunnen (matjes, kussentjes, kleren thermosjes en dekens {die wij waarschijnlijk niet meer nodig hebben} coolboxen en badlakens enz... Anderzijds wordt alles wat we uitgeven goedkoper dank zij de zwakkere dollar.
Weer Buiten de eerste 14 dagen, met sneeuw ijs, regen en overstromingen is het weer uitstekend, met de laatste 10 dagen constante zon en temperaturen rond de 90° (= 32° c.) Het zwemmen is aangenaam, zowel in de zee als in de zwembaden op de KOA's. Dus, lente hebben we gemist, het ging van winter naar zomer.
Eten Je kan uitstekend eten in de US, maar je moet er een beetje moeite voor doen, en dat is iets wat de doorsnee Amerikaan niet kan opbrengen; In de betere restaurants, en vooral in het zuiden is de keuze zeer uitgebreid en gezond : veel fruit, vis en rijst of deegwaren. We hebben nog altijd een groot stuk filet pur in de diepvries zitten en er is een grote keuze aan aardappelen en groenten. Enkel het brood is een ramp. Lekker brood kan je alleen maar kopen in speciale kleine bakkerijen en die vind je alleen in de grote steden. In de supermarkten heb je 100 soorten brood, die uiteindelijk allemaal op een sponsachtig soort wat lijken en vooral ook zo smaken. Hard getoast hebben ze iet of wat smaak. Het lokale bier smaakt naar ijskoud water, en het lokale water smaakt naar chloor. De californische wijnen daarentegen laten zich graag drinken. We hebben ondertussen 2 keer hamburgers gegeten en die zijn eerlijk gezegd niet slecht en divers in smaak. De agnus beaf hamburger bv. is echt lekker.
Natuur Overweldigend!! Uiterst gevarieerd : bossen, bergen, duinen, stranden, swamps,watevallen, veengebieden, allemaal even wijds en uitgestrekt. Verschillende wandelingen gemaakt en echt genoten. Herten, dassen, eekhoorns, en massa's vogels, vooral prooivogels, havikken, visarenden, gieren enz... We hebben een vogelboek (niet de kamasutra) gekocht en zijn ijverig aan het catalogeren.
Cultuur Enorm vriendeelijke mensen, behulpzaam, geduldig en altruïst. Buiten de steden zijn hun huizen volledig van hout, perfect aangepast aan de natuur, gaan er als het ware in op. Aan de stranden staan de meeste huizen op palen en zowat ieder huis heeft zijn stars en stripes uithangen. Enkele 17e eeuwse huizen en veel 18e eeuwse worden gekoesterd en in de watten gelegd (wat genoeg)
Verkeer Voorbeeldig, lane change gebeurt hier zeer uitzonderlijk, iedereen rijdt aan dezelfde snelheid met cruise control, zodat je soms uren naast mekaar rijdt.
Besluit Een schitterende eerste maand, veel gezien en veel geleerd. 't Is echt de moeite waard en we vertrouwen erop dat het dat blijft.
Een aangename wandelstad, met 24 squares (pleintjes), die in mekaars verlengde liggen en oorspronkelijk bedoeld waren om indringers te verschalken. 21 ervan zijn omgevormd tot mooie schaduwrijke parken, met in het midden telkens een beeld van een belangrijk historisch figuur. Savannah was ook de katoenhoofdstad bij uitstek en de "Cotton Exchange" was de katoenbeurs, waar de katoenprijs voor heel de wereld werd vastgelegd. Het gebouw staat temidden van een lange rij katoenpakhuizen aan de rand van de rivier (de Savannah). Al deze pakhuizen zijn omgevormd tot lofts, hotels, winkels en restaurants. We kozen er eentje uit en aten shrimps, op een totaal andere wijze klaargemaakt. De witte wijn was weer een Californische Sauvignon Blanc. Enkele prachtige tot musea omgevormde herenhuizen bezocht (o.a. het Juliette Gordonhuis, stichtster van de Amerikaanse Girl Guides. Ook de City Market is gezellig om af te wandelen. Ergens in het midden staat een grote klok, die bij brand werd geluid. Eén keer voor brand op square 1, 2 keer op square 2 enzoverder. Als je toevallig op square 24 woonde, dan kon je het wel vergeten.
Toen we de tweede dag op Hunter's Island ons kampement mochten verplaatsen naar de zeekant, werden we keurig door de bomen geloodst door onze nieuwe buren, een sympathiek koppel, John en Gail uit New Hampshire, die ons prompt uitnodigden op een glas wijn, na het diner. John's moeder zou ook op bezoek komen. Ze woonde tijdens de wintermaanden hier, in haar villa iets buiten Beaufort en de zomermaanden 1300 km meer naar het noorden in New Hampshire. Eind april was het moment van migratie. Doreen, zo heette ze, was een echte Amerikaanse Lady met klasse : sportief gekleed, piekfijn verzorgd en duidelijk welgesteld, wat ook wel bleek uit haar splinternieuwe Buick (Bjuwik) full options, waar ze geruisloos mee kwam aangereden. Het werd een uiterst gezellige avond rond het kampvuur, waar we graag enkele Belgische bieren aan opofferden. Toen ik terloops vertelde over mijn gemiste kans om PARRIS ISLAND (Marine Corps) te bezoeken, zei John: "Ik zal eens aan moeder vragen of ze dat voor jullie wil regelen" "Spreek ik nu zo slecht Engels? " vroeg ik aan Dien, "die man heeft me niet begrepen" Moeder kwam erbij staan en ik deed mijn verhaal opnieuw. "Cool" zei moeder Doreen, "ik zal jullie morgen persoonlijk op Parris Island rondleiden" Nu zijn er tegenwoordig ook bij de marines al vrouwen in dienst, en Doreen zag er nog wel smakelijk uit, maar zo'n zware training op die leeftijd?? Voordat ik de juiste formulering had gevonden om dit op een beleefde manier gezegd te krijgen zei Doreen : "My late husband was a general in the US Navy, he fought in the Pacific" Bleek dat zij op iedere Amerikaanse basis van de land-, zee- en luchtmacht zomaar vrije toegang heeft. Amerikaanse legerbases zijn niet direkt te vergelijken met Leopoldsburg of Brasschaat. Het zijn volwaardige steden, volledig afgeschermd van de buitenwereld, met supermarkten, theaters, concertgebouwen, meubelmagazijnen en woonwijken voor officieren met gezin enz..., eigen sportterreinen en verschillende golfclubs (waar Doreen trouwens regelmatig een balletje gaat slaan). Je kan er alles kopen aan sterk gereduceerde prijzen, op voorwaarde dat je militair bent of vrouw (weduwe ) van. Allemaal goed en wel, toch kon ik maar niet geloven dat Doreen ons zomaar op Parris Island kon binnenloodsen. Maar de volgende morgen kwam John ons vertellen dat we een lunchafspraak hadden met zijn moeder in de "Common Ground (leuk adresje - alle soorten shrimps) om daarna met haar naar de Marines te rijden. En jawel, we lunchten met Doreen, stapten in haar Buick en reden in sneltreinvaart naar Parris Island ; Doreen stoorde zich niet het minst aan de toch wel strenge snelheidswetgeving. "Geen enkele politieagent in Amerika zou mij durven beboeten" verklaarde zij laconiek. "Erg handig" dacht ik, "waarom heeft mijn vader het niet tot generaal geschopt?" En dan kwam het : de wachtpost met enkele gewapende marines, de gesloten bareel. Ik hield mijn hart vast en mijn reispas klaar. Maar niets daarvan ! Doreen reed ontspannen verder, op 20 meter van de gate sprong het groepje marines in de houding, groette voorbeeldig, de bareel vloog omhoog en Doreen stoof, luchtig wuivend naar de versteende marines, het kamp binnen. We hebben er een paar uur rondgereden, aan een slakkengang van 25 miles/uur, want hier kon zij wel beboet worden door de militaire politie. We hebben alles gezien : de brullende sergeanten, de stram in de houding (en in de brandende zon) staande recruten, de slijkvelden, het arsenaal, de dormitories, de militaire stranden, de woonkernen en uiteraard ook één van de "officers bars" en het uitgestrekte golfterrein waar Doreen in clubverband speelt. Het was fantastisch, zelfs al mocht ik geen foto's nemen. Niet van Doreen, en niet van de MP's (buiten enkele onschuldige standbeelden). Toen we een paar uur later werden afgezet aan onze huifkar, vroeg ik terwijl we uitstapten : "Can I ask you an indiscrete question Doreen ? How old are you?" "Old" zei ze een beetje verlegen "I'm ninety years, I was born back in 1917" We bleven minutenlang verbauwereerd staan, terwijl het stof van haar optrekkende Buick zachtjes over ons neerdwarrelde...
De "State Park Campsite" had een natuurmuseum en enkele leerrijke projectjes. Eén daarvan was "Pier fishing", maar daar was ik in Dubai al semi-prof in geworden. Een ander was "Crabbing" en een blik op de folder deed me al dromen van "bisque de crabe", met room en een flinke scheut Jack Daniels Tennessee bourbon : een nieuw recept ! We kregen een halve rauwe kip en een net en mochten daarmee voor $2 zoveel krabben vangen als we wilden of beter gezegd konden, maar niet vooraleer we uitgebreide instructies hadden gekregen van de krabbenvangende ranger van dienst. "Any questions?" vroeg zij na haar uitleg. "Can you eat them?" was het eerste wat in mij opkwam. Ze bekeek met met uitpuilende ogen, moest een paar keer goed slikken en zei : "Euh... yes, they seem to be delicious, but of course we DO NOT do that. We throw them back " "... Of course" mompelde ik zwak, "of course..." En we hebben krabben gevangen, blauwe met groene scharen (mannetjes) en blauwe met rode scharen (vrouwtjes) en Dien heeft zelfs een zeldzame zwangere krab opgehaald met tussen haar achterpoten een oranje bol met meer dan 10.000 eitjes. Die moest met de grootste omzichtigheid terug te water worden gelaten ; stel je voor : 10.000 krabben meer riep de ranger in extase. En zo hebben we de hele voormiddag een twintigtal liter bisque terug in de zee gekieperd. Al goed dat er geen Jack Daniels in zat...