Theoretische Psychologie
een fenomenologisch onderzoek; op zoek naar een overkoepelende theorie voor gedrag
Inhoud blog
  • commentaar van John op krantenartikel; 16 december 2010
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    12-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    zaterdag 11 augustus 2007
    In onderstaande teksten vind u een voorlopig nog weinig samenhangende verzameling van de ideeën die zich thans vormen over het gedrag van gedrag. Mijn gedachten hierover vertonen trouwens meer coherentie, dan uit deze teksten zal blijken.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-08-2007, 10:10 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    06-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Aan de deelnemers van de HOVO-zomercursus

    “het vreemde in de natuurkunde”, augustus 2005

    Universiteit Leiden.

     

     

     

     

     

    Castricum, 1 september 2005.

     

     

    Geachte medecursisten,

     

     

    Ik gebruik deze cursus onder meer om inspiratie op te doen voor een onderwerp, dat mij al geruime tijd bezig houdt. Met dit bericht hoop ik belangstellenden te vinden, die aan dat onderwerp willen bijdragen. Daarbij ben ik op zoek naar een gesprekspartner die vooral vanuit de β-richting meedenkt.

     

    Het betreft de psychologie. Daar bestaan sedert ongeveer een halve eeuw veel empirisch gefundeerde theorieën, die op deelgebieden hun bestaansrecht bewijzen.

    Naar mijn mening ontbreekt het echter aan een theorie van hoger orde, waarin die deeltheorieën kunnen worden ingepast.

    Dit leidt er toe, dat veelgebruikte begrippen als gedrag, persoon, situatie en vele andere weliswaar vlot uitwisselbaar zijn en als verbaal “wisselgeld” dienen. Het blijven daarmee echter begrippen van een lage orde die eigenlijk nooit leiden tot verheldering. Evenmin fungeren ze als onmisbare basisbegrippen in een verhelderende theorie.

    Ik ben op zoek naar een theorie, die aan de hierboven geschetste behoefte tegemoet komt. Analoog aan de natuurkunde zoek ik naar een “Grand Unifying Theory”, “Theorie van Alles” of “Standaardmodel” voor de psychologie.

     

    Dat is een ambitieus doel. Het voordeel daarvan is ongetwijfeld, dat er nog geruime tijd werk valt te verrichten. Een ander voordeel is dat dit werk vanachter de schrijftafel kan worden verricht en gemakkelijk kan worden ingepast naast sociale verplichtingen en vakanties.

     

    Pas indien dit project enige inhoud heeft gekregen, wil ik dit in ruimere kring aan de orde stellen en bijvoorbeeld publiceren of een universitair instituut inschakelen.

     

    Als u er voor voelt om aan dit onderwerp bij te dragen en daarin samen te werken – wij zullen elkaar vooral via de elektronische post raadplegen – laat dat dan weten. Wie weet ontstaat er een vruchtbare samenwerking.

     

    Met vriendelijke groeten,

     

    John L. Horowitz,

    klinisch psycholoog, gepensioneerd

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-08-2007, 00:00 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    30-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    24-05-2007

    EEN NIEUWE ONTWIKKELING:

    In het essay over "quantumfysica en psychologie" sluit ik een verband tussen natuurkundige en gedragsmatige processen nog uit. De vergelijking speelt zich daar af op het niveau van analogie, metafoor.

    Nieuw is het vermoeden, dat er wel degelijk een inhoudelijke overeenkomst tussen beide domeinen bestaat. Dit maakt het mogelijk om ook gedrag te beschouwen als processen, die een natuurkundig karakter hebben.

    De gedachten gaan in die richting, dat gedrag is op te vatten als processen die zich als complexiteiten gedragen. Er is daarbij niet alleen sprake van multifactoriële relaties. Ook treedt er wisselwerking op tussen de betrokken factoren. Zo ontstaan fractale structuren. Essentieel daaraan is, dat de zich vormende patronen onafhankelijk zijn van de schaal – ook wel “korrelgrootte” genoemd - die men toepast.

    Deze wisselwerking leidt er toe, dat het leggen van historische verbanden en het doen van voorspellingen moeilijker verloopt, dan men in het dagelijks discours gemeenlijk aanneemt. In de psychologie is dit trouwens al lang bekend. Het verklaart mijns inziens de zeer bescheiden statistische verbanden, die er bij onderzoek gewoonlijk gevonden worden.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    30-07-2007, 00:00 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    24-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    QUANTUMFYSICA EN PSYCHOLOGIE 
     


    ESSAY
    John L. Horowitz
    2006


    Inleiding
    Dit korte essay is geschreven in het kader van de cursus Quantumfysica aan het Instituut voor Interdisciplinaire Studies, aan de Universiteit van Amsterdam. Het behandelt een denkbare relatie tussen de quantumfysica en de psychologie.

    Een korte toelichting op deze gedragswetenschap, voor zover strikt nodig voor dit essay: psychologie onderzoekt gedragingen van mensen. Gedrag wordt hier in de eerste plaats beschouwd als losstaand van afzonderlijke individuen.

     

    Op zoek naar een “standaardmodel” voor de psychologie worden denkmodellen en hypotheses geformuleerd, die ook in de deelgebieden geldig dienen te zijn. In dit louter exploratieve stadium zijn de hypotheses uitsluitend gebaseerd op individuele ervaringen en overwegingen. Empirisch onderzoek lijkt me een wenselijk vervolg.

     

    Een vergelijking tussen beide wetenschappen kan zich op de volgende niveaus voltrekken:

    1. in de quantumfysica manifesteert zich een principe dat ook in het gedrag werkzaam lijkt. De natuurkunde treedt daarbij als inspirator op voor de psychologie, overigens zonder een vermoeden omtrent het bestaan van een gemeenschappelijk mechanisme. Deze gelijkenis voltrekt zich derhalve op louter fenomenologisch niveau;
    2. psychologie en quantumfysica ontmoeten elkaar op kentheoretisch niveau. Dat kan in principe in beide wetenschappen tot een nieuwe visie leiden. Hier is het echter uitsluitend de natuurkunde die de psychologie op ideeën brengt.

    Determinisme en kans

    1900 was een belangrijk jaar voor de natuurkunde, in mindere mate ook voor de psychologie. De quantumfysica begon immers met een publicatie van Max Planck1900.

    Sigmund Freud1900 schreef in dat jaar “Die Traumdeutung”, een belangrijke bijdrage aan de door hem ontwikkelde psychoanalyse. Het betreft een verhandeling over de veronderstelde werking van het “onbewuste”, zoals dat zou blijken uit dromen. Vanuit een zelfgerapporteerde droom wordt in de psychoanalyse op individueel niveau een causale voorgeschiedenis geconstrueerd. In de latere praktijk van de psychoanalyse zien we dat ook de toekomstige ontwikkeling van een persoon met vaak grote stelligheid wordt voorspeld.

    Dat de psychoanalyse nooit bevredigende onderzoeksresultaten opleverde, schrijf ik grotendeels toe aan het gebruik van het klassiek Newtoniaanse causaliteitsmodel. Dat blijkt ontoereikend voor het beschouwen van gedrag.

     

    Naast de quantumfysica kunnen ook andere verworvenheden van de natuurkunde aan een standaardmodel voor de psychologie bijdragen. Dit geldt mijns inziens voor theorieën over netwerkenGallos, 2006; Song, 2005, 2006 en over complexiteitenGleick, 1989.  Het voorspellen van gedrag blijkt – zeker voor het individu – een extreem moeilijke opgave. Al deze modellen vervangen het klassieke causaliteitsdenken en propageren waarschijnlijkheidsmodellen.

     

    Indien men het venster verruimt door uitspraken te doen voor welomschreven groepen van individuen, dan zijn kansmodellen al in ruime mate beschikbaar. Dit vormt danook de huidige praktijk van de psychologie. Betere statistieken komen ook voor het individu beschikbaar, naarmate men de werkzame processen en vooral ook hun onderlinge wisselwerkingen beter kent.

     

    Deze relaties functioneren op niveau 2.

    Superpositie en golffunctie

    In de Kopenhaagse interpretatie wordt voorgesteld, dat na een meting de golffunctie instort. Dit levert een zeer suggestieve gelijkenis op met gedrag. Er lijkt namelijk een groot verschil te bestaan tussen verwachtingen, hoop en voorspellingen enerzijds, tegenover de confrontatie met feiten anderzijds. Het aanvankelijk naast elkaar bestaan van diverse mogelijkheden – gelijkend op superpositie; suggestief is de “kat” van Schrödinger – leidt abrupt tot een nieuwe situatie, zodra de kans en de daarbij behorende mogelijkheden worden vervangen door een uiteindelijk feit. Deze sterke gelijkenis met het “instorten van de golffunctie” speelt zich af op niveau 1.

     

    Dit principe manifesteert zich vooral in afzonderlijke situaties van het individu. Wat binnen de ene situatie namelijk als “feit” geldt, kan in het verdere tijdsverloop alsnog hoop of toekomstfantasie – dus alsnog behorend tot de golffunctie en de kans op uiteenlopende realiseringen - blijken te behoren en zelfs terugblikkend een nieuwe betekenis krijgen. Het lijkt danook de moeite waard om na te gaan, in hoeverre mensen over adequate cognitieve technieken beschikken om deze uiteenlopende situatiestructuren uit elkaar te houden.

    Onbepaaldheidsrelaties

    Werner Heisenberg’s onzekerheids- of onbepaaldheidsrelaties bieden mijns inziens veel aanknopingspunten voor de psychologie. Deze gelijkenissen voltrekken zich op niveau 1.

     

    Gedragingen schijnen geordend als elkaar successief opvolgende eenheden. Ook in het taalgebruik vindt men deze ordening terug.

    Ieder gedrag lijkt echter uiteen te vallen in ongeteld veel onderdelen, die niet alle langs eenzelfde tijdlijn geordend zijn en met een voorlopig geschatte frequentie van omstreeks 10 per seconde verschijnen. Dat gedrag modulair is opgebouwd, werd eerder voorgesteld door Fodor1983.

     

    Voor het psychologische tijdsverloop van situaties lijkt het beeld bruikbaar van een rijdende trein. In de wagon kan men met de bewegingsrichting mee, of er tegenin lopen. De loopsnelheid in achterwaartse richting kan zelfs groter zijn dan de snelheid van de trein, over de rails gemeten. Daarmee wordt bedoeld, dat herstructurering van het verleden kan plaats vinden vanuit een later tijdstip. De tijdvector lijkt in dat geval te worden omgekeerd en in achterwaartse richting te lopen. Iets dergelijks kan zich trouwens ook naar de toekomst voltrekken. Dit heeft onder meer tot gevolg, dat het moeilijk is om gelijktijdigheden te bepalen.


     

    In 1796 werd een astronoom in Greenwich ontslagen, omdat hij de doorgang van een ster steeds ongeveer een seconde te laat vaststelde. De Duitse astronoom Bessel onderzocht dit en stelde vast dat het voor iedereen onmogelijk is om gelijktijdig twee voorvallen te constateren. (Linschoten1957).

    Deze auteur trok overigens niet dezelfde conclusie, die ik daar nu aan verbind.

     

    Een naturalistisch experiment: probeer in een stilstaande trein het moment te bepalen, waarop deze begint te rijden. Richt daarbij uw aandacht op wat zich bij u in de aanloop en daarna voltrekt. Ik voerde dit simpele experiment meermalen uit, op weg naar deze cursus. Zo werd zelfs de weg er naar toe een boeiende ontdekkingsreis!

     

    Wat zich gewoonlijk aan de directe waarneming onttrekt en middels de taal geordend en constant lijkt, vertoont met het verloop der tijd statistische strooiing in de betekenissen. Ook binnen het functioneren van eenzelfde persoon treedt grote strooiing in het gedrag op.

    Het vermoeden rijst, dat deze strooiingen de wisselwerking tussen mensen beïnvloeden en mogelijk ook het individu chronisch kunnen verwarren. Een bron voor psychopathologie?

    Indien deze fluctuaties inderdaad een rol spelen in de wisselwerking tussen mensen, dan ligt het voor de hand dat dit ook in het taalgebruik tot uiting komt. Die zoektocht is zojuist ingezet en levert nog geen resultaat op.

     

    Het lijkt, dat déjà-vu ervaringen, godsdienstige ideeën en paragnostische verschijnselen oorzakelijk kunnen worden toegeschreven aan deze strooiingsverschijnselen of zo men wil, aan de “golffunctie” van het gedrag. Indien de spreiding van de strooiing kan worden vastgesteld, kunnen er misschien grenzen van de communicatie tussen mensen of binnen het functioneren van een individu worden vastgesteld, analoog aan hetgeen Heisenberg deed voor de golflengte van elementaire deeltjes.

     

    Het lijkt dat deze fluctuaties tevens de plasticiteit in het gedrag mogelijk maken, die mensen enigermate onderscheidt van andere zoogdieren. Het begrip “bewustzijn” verwijst mogelijk naar ditzelfde verschijnsel. Statistische strooiing in het gedrag zou aldus evolutionaire overlevingswaarde kunnen hebben.

    Mogelijk geldt hier, wat de filosoof Johan Cruyff ooit stelde: “elk nadeel heb zijn voordeel”.

    Afronding

    Leentjebuur spelen bij de natuurkunde en speciaal bij de quantumfysica, werkt inspirerend en wijst misschien de weg naar een standaardmodel in de psychologie. In de vakliteratuur zijn daar meerdere voorbeelden van. Zie bijvoorbeeld Merri1995 of  Satinover2001.

    Analogieën met de onzekerheidsrelaties van Heisenberg en ook met de golffunctie van Schrödinger dringen zich voortdurend op. Is dit het begin van een “deeltjespsychologie”?

    Ten slotte: vormen de hier veronderstelde “gedragsdeeltjes” de onderliggende en verborgen laag in het gedrag, waar Sigmund Freud naar op zoek was? Een paar goede redenen om verder te zoeken.

     


     

    Literatuur

    1.      Fodor, Jerry A., the modularity of mind; an essay on faculty psychology; a Bradford Book, MIT Press, 1983.

    2.      Freud, Sigmund; Die Traumdeutung; Gesammelte Werke, Wien; 1900;

    3.      Gallos, Lazaros; persoonlijk gesprek op 2 mei 2006, Benjamin Levich Institute, City College of New York;

    4.      Gleick, James; chaos, de derde wetenschappelijke revolutie; 2de druk, 1989; oorspronkelijk: Chaos, 1987;

    5.      Linschoten, J; algemene functieleer. In: Langeveld, M.J. et al.; inleiding in de psychologie; Wolters, Groningen, 2de druk, 1957;

    6.      Merry, Uri; coping with uncertainty, insights from the new sciences of chaos, self-organization, and complexity; Praeger, Westport, Conn.; 1995;

    7.      Planck, M.; Über eine Verbesserung der Wienschen Spektralgleichung; Verhandl. dtsch. Phys.; Ges. 2, 202; 1900.

    8.      Satinover, Jeffrey; the quantum brain; John Wiley & Sons, New York, 2001;

    9.      Song, Chaoming & Shlomo Havlin & Hernán A. Makse; self-similarity of complex networks; Nature, vol. 433, January 2005;

    10.  Song, Chaoming & Shlomo Havlin & Hernán A. Makse; origins of fractality in the growth of complex networks; Nature Physics, vol. 2, April 2006.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    24-05-2007, 00:00 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    Archief per week
  • 17/06-23/06 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 25/04-01/05 2011
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 26/10-01/11 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 21/05-27/05 2007
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!