Theoretische Psychologie
een fenomenologisch onderzoek; op zoek naar een overkoepelende theorie voor gedrag
Inhoud blog
  • commentaar van John op krantenartikel; 16 december 2010
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    13-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Klaas Linker schreef op 11 december 2008:

    De waarschijnlijkheidsleer is belangrijk in het wetenschappelijk denken. Zoals Roos al opmerkte is dat niet nieuw in de Psychologie. Niettemin ben ik nog eens wat gaan nadenken hoe naar mijn idee de relatie tussen waarschijnlijkheid en gedrag gezien kan worden. In het algemeen lijkt mij dat waarschijnlijkheid, toeval, betrekking heeft op de uitkomsten van processen. Aangenomen kan worden dat gedrag ook de uitkomst van een proces is. Een proces dat enerzijds wordt beïnvloed door factoren in de persoon, anderzijds door factoren in de situatie.
    Naar mijn idee spreken we van toeval als we geen controle hebben over de uitkomst van een proces. Als we wel kunnen bepalen, of weten, wat de uitkomst is, dan is er geen sprake meer van toeval. Dat zou dan betekenen dat er minder sprake is van toeval als het om het eigen gedrag gaat en meer als het gaat om het gedrag van anderen. Daarmee komt er iets subjectiefs in het concept waarschijnlijkheid. Ik kan de rol van het toeval in mijn leven terugdringen als ik controle heb over mijn gedrag en invloed heb op het gedrag van anderen, op de situaties waarin ik terecht kom. Als het gaat om het gedrag van anderen in groepen dan wordt het steeds moeilijker om invloed te hebben op dat wat die anderen doen naarmate de groep groter wordt. Dan zal ik dus steeds meer statisticus moeten worden.
    Mijzelf 'ken ik het beste', dus bij mijzelf heb ik de meeste controle over de processen die uiteindelijk in gedrag resulteren. Als ik doe dat wat ik ook wil doen, dan heb ik me even kunnen onttrekken aan 'de wetmatigheden van het toeval'. Het komt mij voor dat dit in een basale theorie voor de psychologie een belangrijke aanname is!


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-12-2008, 10:12 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    12-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    bericht van Klaas Linker, van 3 december 2008:

    Na lezing kwamen er een aantal punten bij mij naar boven waar ik nog vraagtekens bij zou willen plaatsen.
    Het eerste punt dat in mijn denkwereld nogal fundamenteel is heeft weer te maken met het concept gedrag. Bij het derde thema staat: "Daar gedrag een eindproduct lijkt van een gigantisch conglomeraat aan neuropsychologische activiteiten, . . ." Tot nu toe ben ik er altijd van uitgegaan dat ook de neurologische activiteiten integraal tot ons gedrag moeten worden gerekend. Het komt mij voor dat dit een punt is, dat nogal consequenties heeft voor een gedachtewisseling over de grondslag van niet alleen de psychologie, maar ook voor de wetenschapsbeoefening in het algemeen.
    In hoeverre een en ander met de snaartheorie heeft te maken zie ik niet zo. Trouwens ik vraag mij nu ook af of het wel zo voor de hand ligt om de natuurkunde als inspiratiebron te nemen. Een onderbouwing daarvan lijkt mij in elk geval toch wel wenselijk. Er lijken mij namelijk ook wel argumenten te zijn om de natuurkunde eens vanuit inzichten uit de psychologie te gaan beschouwen. Een natuurkundige theorie is tenslotte een 'denkbeeld' over iets uit 'de werkelijkheid'. Denkbeelden komen nu eenmaal voort uit 'neurologische activiteiten'.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-12-2008, 00:00 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    11-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Commentaar op de inbreng van Roos van 26 november 2008. Je richt je op de huidige versie van het overzichtsartikel.

     

     

    Om de portee van deze onderneming samen te vatten lijkt me het volgende van belang.

    We gaan uit van de ruwe grondstof: gedrag zoals dat in alle schakeringen en ogenschijnlijk ordeloze opeenvolgingen aan ons geestesoog voorbij trekt. Alleen het “beschouwen” op zichzelf levert geen bruikbaar resultaat op. Er dient een methode te worden gebruikt die aan criteria van wetenschappelijkheid voldoet. Ook moet de weg van ruw materiaal naar hypothese, steeds terug te vinden zijn. Om die reden besteden we aandacht aan de methodologie. Deze methode zal pas dan interessante resultaten opleveren, indien er – beoordeeld volgens verschillende schalen – op meerdere niveaus consistentie wordt bereikt. Hinderend is op dit moment dat schaalproblematiek juist een onderdeel uitmaakt van de bevindingen van dit onderzoek. We moeten dus extra waakzaam zijn tegen het aanwijzen van verkeerde oorzaken en gevolgen en andere mogelijk fictieve verbanden.

    Het onderzoeksveld bestaat uit (menselijk) gedrag en de beschrijvingen dienen dit domein adequaat weer te geven. De verdere bewerking van deze grondstof – de “fenomenen” – is niet aan de grenzen van dit domein gebonden en laat alle ruimte om daar buiten te treden. Anders bestaat namelijk het risico dat we in de “metafysica” van de jaren vijftig van de vorige eeuw verzeild raken. Deze diepzinnigheden lachen mij geenszins toe.

     

    Als één inspiratiebron gebruik ik een paar ideeën die ontleend worden aan de natuurkunde, om orde aan te brengen in die schijnbare ordeloze verzameling losse gebeurtenissen. Nonlineariteit, complexiteit en schaalgrootte zijn een paar onderwerpen uit die wetenschap.

    Daarnaast wordt voortdurend gekeken of de bereikte resultaten stroken met wat vooral de psychologie aan visies oplevert. Aldus werken we dan aan een consistent corpus van inzichten dat de afzonderlijke fenomenen overstijgt en aansluiting vindt bij wat de wetenschap al eerder voortbracht.

     

    Iets over de snaartheorie: deze theorie is binnen de natuurkunde omstreden. Van empirische verificatie zou geen sprake zijn. Wel zou een charme van deze theorie zijn, dat de relativiteitstheorie en de quantumfysica beide zijn onder te brengen in deze supertheorie. Er zijn voorstanders van deze visie, waaronder Robbert Dijkgraaf, mathematisch fysicus. Daartegenover bevinden zich theoretici die dit “puur wiskunde, maar geen natuurkunde[1]” vinden. Het heeft voor ons geen zin om daar in te duiken. Wel lijkt het me belangrijk om daaraan een principe te ontlenen, dat misschien bruikbaar is voor ons eigen onderwerp. Beschouw het als een voor de psychologie toevallige inspiratiebron. Over dat principe zullen we het nog hebben.

     

    Het lijkt mogelijk om evenveel werelden te veronderstellen, als er individuen zijn, schrijf je. Minder prettig is de gedachte dat er evenveel wetenschappelijke visies als individuen zouden bestaan. Dat zou immers afbreuk doen aan de eerder uitgesproken verwachting van de wetenschap dat dit een belangrijk gemeenschappelijk aspect omvat. Wij dienen ons in te zetten om te voorkomen dat zich dit voltrekt. Ik denk dat dat lukt.

     

    Je citeert:

    "Daar gedrag een eindproduct lijkt van een gigantisch conglomeraat aan neuropsychologische activiteiten . . ."

    en stelt dat dit consequenties heeft voor een gedachtewisseling over de grondslag, zelfs voor de wetenschapsbeoefening in het algemeen.

     

    Zo zie ik dat ook, Roos. Het betekent: afscheid nemen van ideeën die de indruk wekken dat we het over entiteiten hebben die een ondeelbare eenheid vormen, met een eenduidige structuur die in de tijd constant blijft. Hoogstens kunnen we (misschien?) stellen dat de buitengrenzen zijn af te bakenen. Wat tot het functioneren van een individu behoort en wat niet, vormt mogelijk zo’n buitengrens. Dat daarbinnen sprake is van een eenheid lijkt mijns inziens moeilijk vol te houden. Als verklarend substraat kan verwezen worden naar de neuropsychologie. Daar kan sprake zijn van onderlinge samenwerking, maar soms ook van tegenwerking van functioneel verschillende hersengebieden.

    Dat het zinvol kan blijken om de eenheidsidee op dit gebied open te breken blijke onder meer uit de schommelingen in het functioneren van mensen. Dit wordt duidelijk in de voortdurend wijzigende functie die fenomenen in wisselende contexten vervullen, leidend tot steeds andere implicaties. Dit wijst veeleer op diversiteit, instabiliteit en dynamiek, in plaats van rust en stabiliteit. Let eens op de wijze waarop discussies verlopen over onderwerpen met een gepretendeerde wetenschappelijke inhoud.

    Als voorbeeld een vergelijking met het somatisch functioneren bij het sporten. Hier is het besef van schommelingen in het functioneren immers volkomen aanvaard. Denk aan uitspraken van topsporters: “ik had vandaag mijn dag niet” of andersom: “het ging vandaag gemakkelijker dan gisteren”.

     

    Het lijkt me juist, om van een verschuiving in het beeld van het individueel functioneren te spreken. Doordat we nu meer weten dan vroeger, dienen we dienovereenkomstig onze beelden hieromtrent bij te stellen. Dat die beelden zich verwijderen van wat de man-in-de-straat vind, acht ik een teken van vooruitgang. Die theorieën deugen slechts in geringe mate en zullen in het algemeen bezien, dichtbij de 50/50 % trefkans liggen. Voor een individu, groep of binnen een bepaalde cultuur kan die trefkans natuurlijk hoger zijn, waardoor zo’n visie een grotere geldigheid kan bezitten. Bij het beoordelen van die trefkans dient de tijd- en grootte-schaal waarop beoordeeld wordt, te worden meegewogen.

    Wij streven naar visies – meestal geformuleerd in de vorm van hypotheses - die boven allerhande afzonderlijke fluctuaties in de gedachtevorming uitkomen. De uiteindelijke toetsing van onze hypotheses berust bij de empirische psychologie.

    Open staat de verplichting aan ons om te laten zien dat deze benadering tot boeiende veronderstellingen en een interessant mensbeeld leidt.

     

    Over jouw opmerking over de waarschijnlijkheidsleer:

    Je kent deze uit de wetenschapstheorie. De Groot en anderen die zich bezighouden met dit onderwerp, bouwen aan een methodologie en beantwoorden de vraag hoe je gegevens zo kunt verwerken, dat de uitkomsten aan standaarden van wetenschappelijkheid voldoen.

     

    Wij richten ons niet daarop. De waarschijnlijkheidsleer wordt hier gebruikt om aan het alledaags gedragsmatig functioneren een werkbare theorie mee te geven. Om alvast een blik vooruit te werpen, stel ik een paar vermoedens:

    -         mensen neigen naar het verwerken van informatie in een te hoog schaaltype. Voordeel: dat maakt veel conclusies mogelijk, leidend tot diepzinnige inzichten. Nadeel: juist daardoor wordt ruis geproduceerd die tot verwarring, pathologie en allerhande “geloven” leidt. Vaak zal de winst op de korte termijn gelden, terwijl op langere termijn deze vorm van intellectuele milieuvervuiling zichtbaar wordt;

    -         er lijkt aan de arme kant van het schaalcontinuüm – dus: aan de nominale kant - een schaal te bestaan, die in de natuurkunde als “scalair” bekend is. Men kent hem in het dagelijks functioneren gewoonlijk niet en weet er dientengevolge evenmin adequaat mee om te gaan. Tegelijkertijd heb ik het gevoel dat die schaal in ons bestaan werkzaam is. Dat leidt tot zinloze “waarom”-vragen en andere verwarringen.

     

    Jouw opmerking over de waarschijnlijkheidstheorie is nog niet ten volle te beantwoorden. Open staat namelijk de vraag, in hoeverre het zinvol is om buiten de huidige paden van de psychologie te treden en terug te keren naar de oorspronkelijke bron van inspiratie.

    Indien we uitkomen bij dat wat al lang bekend is en uitsluitend reeds lang betreden paden aanzien voor “nieuwe wegen”, dan weten we zeker dat dit geen zin heeft.

    Voorlopig laat ik me leiden door het vermoeden dat deze bron tot interessante doorkijkjes en hypotheses zal leiden. Ik geef toe dat het in dit stadium ontbreekt aan stevige argumenten. Die komen. Of niet. Dat gaan we nog meemaken!

     

     



    [1] Bijvoorbeeld: Jo van de Brand, hoogleraar natuurkunde, VU;


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-12-2008, 00:00 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    02-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

     

     

    Commentaar van Roos op het stuk van John (“Beginnetje” d.d. 26-11-’08)

     

    Bij de eerste zin:

    Ik heb enige moeite mij het begrip ‘wetenschap’ voor te stellen als ‘een persoonlijke instelling van de onderzoeker’.  Gelet op wat je aan het eind van het stuk schrijft, nl. “…dat er evenveel ‘werelden’ als individuen (…zouden kunnen) bestaan” zou dit impliceren, dat er evenveel wetenschappen als onderzoekers kunnen bestaan. Een interessante gedachte, maar één die mij persoonlijk wat te ver gaat!

     

    Bij punt 1, over de waarschijnlijkheidsleer:

    Ik denk dat er t.z.t. een onderscheid gemaakt moet worden tussen wetenschappelijk psychologisch onderzoek, dat al heel lang gebruikt maakt van waarschijnlijkheidsleer / statistiek enerzijds, en de waarschijnlijkheidsleer en de onzekerheidsrelaties als jouw inspiratiebron voor verklaring van menselijk gedrag (want daar gaat het je toch om?).

     

    Bij de snaartheorie kan ik mij weinig voorstellen, ik vind het erg abstract. Ik denk dat dit nog uitgebreid toegelicht en uitgewerkt moet worden.

     

    Wat betreft ‘onderlinge uitwisselbaarheid van wetenschappelijke kennis’en ‘solipsisme’:

    Er bestaan vast evenveel ‘werelden’ als individuen! De kwestie is: hoe ga je daar verder in je theorie mee om? De nadruk zou kunnen liggen op de overeenkomsten, de onderlinge verschillen en/of de relaties tussen die werelden.

     

    Roos de Klerk

    02-12-‘08

     

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-12-2008, 00:00 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    29-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Inleiding

     

    Wetenschap vatten wij op als een persoonlijke instelling van de onderzoeker en als een corpus van sociaal toegankelijke inzichten en onderzoeksresultaten. Wij willen weten en zoeken naar een systematische aanpak. Essentieel daarbij is dat onze bevindingen en veronderstellingen uitwisselbaar zijn tussen personen. Een individuele inval kan goud waard zijn, mits deze nader bewerkt wordt tot een openbaar toegankelijke entiteit. Door wetenschap aldus op te vatten vormt zaakgerichte kritiek tussen personen een vast onderdeel van het wetenschappelijk denken. De Groot (methodologie, 1961) spreekt hier van het wetenschappelijk forum.

     

    In de aanloop van dit project fungeert de natuurkunde als een belangrijke inspiratiebron. De volgende thema’s lijken voor de psychologie interessante mogelijkheden te bieden om te bezien of dezelfde thema’s – uiteraard op analogieniveau, niet als identieke processen – een rol spelen:

    1. In de quantummechanica speelt de waarschijnlijkheidsleer een belangrijke rol. Tot en met de relativiteitstheorie werden statistische schattingen als een testimonium paupertatis beschouwd, waar de natuurkunde geen boodschap aan hoort te hebben;

     

    1. de onzekerheidsrelaties van Heisenberg intrigeren voor de psychologie, als alternatief voor de veelal verbaal georiënteerde filosofieën over gedrag die met verabsoluteerde en afgeronde begrippen werken. Voor de psychologie geldt dat dit principe eigenlijk voortvloeit uit punt 1. In de waarneming en de cognities zien we dit principe terug.

     

    1. de snaartheorie hypothetiseert punten tot verzamelingen van dimensies op kleine schaal. Daar gedrag een eindproduct is van een gigantisch conglomeraat aan neuropsychologische activiteiten, lijkt dit een bruikbare gedachte. We komen dit onderwerp vooral in de tijdbeleving en in de communicatie tussen mensen tegen als schaalproblematiek.

     

    1. vergelijking van de maten uit de astronomie met die van de deeltjesfysica leidt tot schaalproblemen. Ook dit lijkt een interessant thema om te bezien in hoeverre we daar voor het gedrag iets aan hebben.

     

    Methode van onderzoek

     

    Dit onderzoek vertrekt vanuit de dagelijks ervaringen van individuen en richt zich op het structureren daarvan. In zoverre er louter beschrijving plaats vindt, gaat het om de fenomenologische methode. De bevindingen worden zoveel mogelijk ondergebracht in hypothetische theorieën en naar vermogen getoetst aan het corpus van de bestaande wetenschappelijke inzichten en daar semantisch en inhoudelijk mee verbonden. Ook vindt voor-empirische verificatie plaats door binnen het corpus van verzamelde indrukken zelf, te zoeken naar versterking of verzwakking van de door ons gestelde hypothese.

     

    Daar deze methode zoveel mogelijk vertrekt vanuit directe waarnemingen van individuen, bestaat de kans dat dit psychotherapeutisch nuttige ideeën oplevert. Dat is niet het hoofddoel, maar levert hopelijk wel een interessante bijvangst.

     

    Dit is een exploratie van eigen en andermans gedrag en dient derhalve voorin de empirische cyclus te worden gesitueerd, zoals Adriaan de Groot (1961) die formuleerde. De resultaten van dit onderzoek betreffen vermoedens, veronderstellingen en hypotheses.

    Voor empirische toetsing zal men meer systematisch gecontroleerd vervolgonderzoek moeten verrichten, met andere methoden. Dat valt buiten onze huidige opzet.

     

    Om opsluiting binnen dit domein van direct waarneembaar gedrag te voorkomen dient uitdrukkelijk gesteld dat de hypothesevorming niet uitsluitend wordt gevormd uit het materiaal dat zich binnen dit domein bevindt. Er wordt tevens gebruik gemaakt van het corpus aan bestaande inzichten op uiteenlopende gebieden van de psychologie, biologie en andere wetenschappen.

     

    Aanleiding voor dit onderzoek

     

    Geïnspireerd door de natuurkunde realiseerden wij ons, dat er in de psychologie niet zo iets bestaat als een “standaardmodel”. Dat vormde destijds de directe aanleiding om een onderzoek naar de psychologische concepten te starten.

    De huidige ontwikkeling ligt niet in lijn met deze startmotivatie. Het is nu veeleer een open exploratie, waarvan de uiteindelijke contouren nog niet zichtbaar zijn. Waar dit toe zal leiden valt op dit moment niet te voorspellen. Dank zij Skinneriaanse conditionering wordt de binding aan dit project in stand gehouden.

     

    Daar wij vertrekken vanuit individuele waarnemingen, bestaat de mogelijkheid dat er een soort “multiversum” ontstaat, analoog aan de kosmologie. Daarmee bedoelen we dat het mogelijk is dat zich een theorie aftekent die kan bestaan naast andere theorieën. We zouden het dan hebben over een “wereld” die bestaat als één element uit een verzameling van ongeteld veel mogelijke werelden. De verbindende schakel tussen de uiteenlopende mogelijkheden wordt dan mogelijk gevormd door de veronderstelling dat er evenveel “werelden”  als er individuen bestaan.

    Dit zou een onwenselijke ontwikkeling zijn, daar dit immers afbreuk doet aan hetgeen er in de inleiding gesteld werd over de onderlinge uitwisselbaarheid van wetenschappelijke kennis. We zouden dan uitkomen bij een solipsisme waar - althans op dit moment – aversie tegen bestaat.

    Zover is het gelukkig niet.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    29-11-2008, 00:00 geschreven door John L. Horowitz
    Reacties (0)
    Archief per week
  • 17/06-23/06 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 25/04-01/05 2011
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 26/10-01/11 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 21/05-27/05 2007
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!