Wij hopen u verder te kunnen boeien met dit blog over onze stad! Vergeet ook niet af en toe nog eens te kijken op het voorgaande blog http://blog.seniorennet.be/jp_dendermonde
11-07-2012
Met 'den AVD' naar Aalst
MET DEN AVD NAAR AALST
t was op ne
Maandag van Sinxen ( ) bij ons in café. t was elf uur en Robert en Raoul De
Herde kwamen juist binnen, en spraken van een vrienden match tegen Aalst.
Gust zou het niet
kunnen zijn eenige muziekanten bij een te trommelen voor die match, t zijn toch
onze vrienden!
kunt U niet wachte
voor dit te vragen tot om 2 uur, want de match begon om 3 uur!
Zie, wacht ne
minuut. ( ) gij doet de stad, schrijft de muziekanten op die kunnen mee gaan en
verwittig hun dat we om 2 uur vertrekken en gij, Staaf, doe het zelve maar
neemt Grembergen en ik neem St. Gilles en de boomwijk.
Robert wachte tot
den uitslag, verwittigde de garage Van den Abbeele, t was toch op zijne weg,
en om 2 uur stond de caravaan klaar, chauffeur, voetballers, supporters en
harmonie van Gustje Mestag.
Ja, er waren
zooveel muziekanten opgekomen dat het buske te klein was en de Gust en de Staaf
geen plaats meer hadden, gelukkiglijk was er een porte bagage met galerie, met
de ladder van mij en wij er boven op
t was nog al wind
en we hielden malkaar vast tot aan de café Den Uil in Gijsegem, daar vloog de
Staaf zijne strooihoed af, onmogelijk de chauffeur te verwittigen, laat hem
maar vliegen ik zorg voor nen anderen in Aalst (zei ik, jp).
Het was op t oud
plein omtrent t park en met de sterke Capit als keeper, hoe dikwijls hij heeft
moeten vissen, weet ik niet meer, maar dat we van aan t plein tot aan t lokaal
van den eendracht niets anders hadden gespeeld dan t strijdlied en t ros
beiaard, we waren immers gewonnen. Dhistorie van t verliezen van den hoed kwam
te berde, eenige airkes van t muziek, de Gust aan t zingen opgevolgd door den
Berthos en zijn Julie en een omhaling en hadden genoeg rondgehaald om nen
nieuwen hoed te koopen.
Alzoo bleef het geld
in Aalst en wij met de overwinning en nen nieuwen hoed naar Dendermonde.
(Gustje geeft een overzicht van de
activiteiten van zijn harmonie.)
opluisteringen op het voetbalplein te
Grembergen allen,
Op de vreemde Wetteren, Temsche, sportkring
St. Niklaas, Racing Gent, Gantoise, Hamme, Aalst, St. Niklaas Ex., Ronse club,
Ronse Assa, Blankenberghe, Ostende V.G., Ostende Assa, Kortrijk 2, White Star,
Forestoise, Leopoldclub, St. Ignace, Lebbeke
al deze matchen, zoo wel als deze van
Grembergen zijn opgeluisterd geweest met muziek, kosteloos voor A.V.D.
Hier volgen al de feesten door de Harmonie
van Gustje opgeluisterd en ook kosteloos
Viering K.A.V.D. promotie en 1ste
Afdeeling
Inhaling Fanion der beeren
supportersclub Boomwijk
Vlaamse kermis Grembergen
Oud krijgsgevangen Voorzitter Gaspar Du
Caju
Gedecoreerde moed en zelfopoffering
Voorzitter Van Hulst Karl
Jefkes en Jeannekes kermis Donckstraat
Voorzitter Verleijen Frans
Braderie Brusselsestraat
Braderie Dijkstraat
Braderie Groote Markt. Frans Courtensstraat
Vlaamse kermis op de Veemarkt ten voordeele
krijgsgevangene
Inhaling der passerelle bogaerdsbrug
Comiteit Voorzitter De Herde
Zesdaagsekoers Gent
Duivenbond Frans Verstraeten
Afscheidstoet van t jongmansleven maagd
duuve Fia
inhaling Frans Bonduel na een ronde van
Frankrijk
velokoersen St Gillis velodrom Eigenaar
Dolf Schellekens
Carnaval bohemers
inrichter Gustje Mestag
Terugkomst uit Congo van Henri Van Praet
Terugkomst van lord Mayor
van Londen (mijn vriend en ame)
kermissen van Grembergen (statie)
Aankomst van St. Niklaas en Nicodemus per
boot aan de schelde brug
Afhaling van Charle Moens
de ton
Viering de ton 1914-1929 en Concert op de
Groote Markt
Concert op de Dender verlichte booten
Concert op de schelde
verlichte booten
Jubelviering Verleijen Louis weezentroost
Concert Acrobatis feest ter kerkstraat
kermis
Concert kaatsspel
Wedstrijd voor honden bij çuuke De Minter
Gouden Bruiloft Frans V. Driessche
Afhaling aan de schelde van gedecoreerde
moed en zelfopoffer. Antwerpen
Feest bij Schellekens van de Jefkes en de
Jeannekes donckstraat
Turnfeest op de Groote Markt St Joris turn
en wapengilde
opluisteringen toneel kentering
Wetstrijd op de schelde met
pagaaiboten
liggen wip de vuurpijlVoorzitter Chef Galle
liggende wip verbroederingPol Mertens en Oosterlinck
kozakke vertooning op de wei van Jef Van
Zande in de boomwijk
GUSTJE OVER ZIJN
EERSTE MUZIEKMAATSCHAPPIJ DE FORTUINZOEKERS
( ) daar ik een der stichters was, moest ik
van t bestuur zijn: dus Voorzitter André Coussement witgoedwinkel nevens den
babeleir De Gendt hoek der Bogaerdstraat Meubelmaker, ondervoorzitter Guste
Mestag Korenaert, Papa Dierickx uitvoerder Messagerie Van Gend, zijn zoon
Arthuur en Georges, Pier Willems, Frans Dormine, Pol Gijssels, Ware Gijssels,
Jef Triest, Victor uit de Wildeman en de zoon van Lange Wieze en ne cafèbaas
uit het hofke Van Suys in den hoek rechts Ravijts.
De zoon van Lange Wieze die kon pellepatate
met haring eten zoo lang hij wilde, maar in t vleesch eten von hij zijn
meesters.
Bij t bezoek aan de leden was Pa Dierickx
den baas, zijn laatste woord was altijd: we hebben nog niet bij Mie kruk
geweest, die woonde toen ten einde t prisonstrotje op den hoek. Het was altijd:
ah motje toch eentje bij voor Mieke, t was niet noodig t was al gezegd van
buiten, we wisten toch da we er intje terug kregen van Mie ( )
Over zijn lotgevallen
in die periode
(Gustje gaat
nieuwjaar wensen samen met enkele van zijn muzikanten bij o.a. zijn vriend
Willem Loret.)
( ) hij woonde toen op de wijngaerdstraat
voor bij de plaza, de Willem en zijn zoon de Fikke waren mijne muziekanten, ja
dien tijd waren de bezoeken par hoogen hoed, redingot en wit handschoenen en
zoo geraakte we in het nieuwstrotje bij Wiezeke Willems in het ros beiaerd en
van daar bij de wolleman bij Amedeé Luttens en dan bij de Mathiuu en den hof
van Sueys op, bij Revijts en nog altijd par hoogen hoed, redingote en wit
handschoenen en slaptituud in de beenen alvorens t klein brugsche over te gaan,
bij vossepaal vlogen we nog eens binnen, bij de Pie - ze noemde zijn vráa de
geit - en de smalle, we waren toen al verzijld naar t Vestje en vlogen al
wachelend binnen bij de zot Herssens en Dook Everaert, hoek prisonstrotje en
Mechelsestraat. Ja, Cecile mochten we niet voorbij gaan, den Thuure was toch
ook ne mens. We geraakte toch tot bij De Puus Louis en zijn vrou Bonkofsky en
in t bassingske. Wie ons bij de Fikke uit de Willeman gebracht heeft, weet ik niet
meer en mijn vriend Willem kan ik het niet meer vragen. ( )
T volgende was wat serieuzer, t was na een
repetitie in de Casino, ik had de Willem beloofd hem te komen halen na de
herhaling en ik had woord gehouden, we waren weer in onze zotte er was eéne die
zei: durfde in uw hemd tot bij Motje De Donder in den tuimeleir gaan, ge moogt
er ééne pakke voor mij, en t was nog niet uitgesproke of we waren al weg. Ja,
dien tijd waren dagenten wat breeder dan nu en of die Charel het aan zijn spil
had, moet ge niet vragen.
Tot alhier toe weet ge hoe de ton is
Onstaan, maar ge weet nog niet hoe ze aan de weesjes heeft gedacht. dat zal ik,
Gustje Mestag, u uitleggen.
Ik was heel klein (t is niet dat ik nu
groot ben) toen ik in t collegie ter school ging, de weesjongens naar de
katholieke school in t gangsche guldenhoofdstrotje, wij (woonden, jp) in dezelfde straat, dus
kindergebuurte, ten dien tijde bestond het muziek der weezen onder het bestuur
van Clement Kelbaert. ik was altijd op de hoogte van den uitstap en ze waren
nog niet in rang of ik stond al aan de deur en volgde mee tot wanneer ze binnen
gingen. Was er wat tijd vrij, speelden we samen met den bal, kaatsen, ik was ne
rapied, maar in dien tijd waren er ook nog kerels onder andere ne slinke Frans
De Mol en waren we altijd samen tot we de school verlieten, de eene op stiel
als schrijnwerker, de andere als kleermaker of meubelmaker (dit waren de
stielmannen der weezen) en ik Gustje Mestag ook als meubelmaker, weer kwamen we
samen en 1/4 uur tijd waren we aan t kaatsen, en zóo kwam het dat we op éénen
atelier werkte: Edmond Segers, Geerings Raym., G. Mestag en Victor Coppens bij
Prosper Lensens en Frans De Mol bij Louis De Lentdecker. Bij t veranderen van
patroon trok ik naar Brussel. Edm. Segers die toen t weezenhuis mocht verlaten,
kwam me opzoeken en daar ik al een tijdje bij DHondt werkte en gaarne gezien
was, hadt ik niet veel last om hem binne te brengen. Bij mijn tweede persoon
bracht ik er nummer twee bij, t was Frans Wils die bij mij in Dendermonde had
gewerkt, ne kerel met een straf gehoor, want s zater daags toen de meestergast
ne klop met den hamer op de schaaf bank gaf, want toen was het 12 uur en wekelijkse
betaaldag, riep Frans: mannen t is onbevlekt ontvangenis, douze la patate
klok, hij moest toch laaten hooren dat hij wat Frans kostte en zoo geraakte ik
terug in Dendermonde bij Victor De Geijter, maar bleef toch altijd in
betrekking met de weezen. hoeveel er bij mij hunnen stiel als meubel maker zijn
komen leeren, weet ik niet, maar het meesten deels zijn goed door de wereld
gekomen. en wilt ge nu eens wat inlichtingen hebben spreekt dan eens Pierke
Verstrepen aan, nen oud weesjesjongen nog tegenwoordig in dienst in t
pensionnaat Kerkstraat, bij mij werkend tot bij t uitbreken van den eersten
oorlog.
Ge ziet dus dat ik altijd heb mee geleefd
met onze weesjes en mag U rond uit zeggen dat het Klaasfeest der weesjes door
mijn voorstel en goedgekeurd is geweest door al de leden van de ton en dat het
zoo een uitbreiding heeft gekregen, zult ge weldra ondervinden.
We zijn dus begonnen met een
inschrijvingslijst ten voordeele der weesjes en uitbesteede wezen, alsook
ouderlinge in het gasthuis en bracht de som op 2109 fr, vermeerderde t jaar
nadien met 2000 fr hetwelk geklommen is tot 9 en 10000 fr na het einde, tis te
zeggen na 38 jaar.
Hierbij volgen al de giften meestendeels
door mij opgehaald en de andere leden der maatschappij De Ton. Fabrieken. Roos
Geerings De Nayer. Grembergen, Manta Waasmunster, Ramlot Junior Boomwijk, Ramlot
Desiré t Hemelke, Van Impe hemelke, Straetman, St. Gilles, Van Impe Dominique
ondergoed voor weesjes die hun eerste communie moesten doen. Philips
Brusselschestraat, Termondoise, onbekend couvertuuren, onbekend regenscherm,
katholiek fabriek door Jaek Meijs gegeve, Escaut Dendre (schoenen), Charles De
Rijck schoenen, Wwe Bruynincx wijnen voor weezen en ouderlingen, Mw
De Groote cacao, suiker en speculaus voor de weezen en ouderlingen, Leenhouder
Remi cacao, suker, speculaus, chocolat enz. samen met Broer Henri uit de Congo
en telkens door mij verwittigd.
Cross en Blackwel Baesrode 5 kilos
carramels voor weeze en ouderlinge
Van Den Abbeele Lebbeke peperkoek
fabriek
Vinck Appels peperkoekfabriek
Bijna al de slachters van de stad trippe
kopvleesch en saucisse en verdeeld onder noodlijdende van de stad, alsook
vervroze vleesch volgens huisgezin door Arthuur Boedts geschonken alsook
kopvleesch en trippen van twee slachters van St. Gilles, Baesrode en
Grembergen. Hannoset Papa en zoon Antoine giften voor de weesjes.
T was in 14. Stichters: we waren met vier:
Charles Moens, René Vertongen, Louis De Lentdecker en Gustje Mestag hadden
beslist een onpartijdige vriendenkring te stichten, maar wat doel, want we
moesten ons toch kunnen verzetten en we wisten niet hoe lang de oorlog zou
duren.
We waren dagelijks bijeen en er kwamen
vrienden bij, onder anderen Callens Camiel, Willem Loret, Felix Heyvaert, Lucien
Disery, Jules Schreijen, Maurice Verhofstadt, Jean Geubels, Maurice Vercruysen,
Jefke De Bruycker, later kwamen nog bij Jef Van Kamp, Dominik Van Impe, Alb.
Burke, Albert Ringoot, Bertos, Modest Vivier, Frans Gijssels, Isidoor Gijssels,
Gebroeders Eeckhout, Pascal Marechal, Leon Mestag, Frans Ring, Fonske Saeys,
Gustaaf Van Hoeteghem, Cl. Vanderhaegen, Nestor Du Caju, Mommaerts, Robert De
Smet, Julien Legat, Aimé DHollander, Heireweghe Joz., Philips Leon, dit waren
de leden van de ton, er mochten er maar 12 zijn, er mogt maar eene bij komen bij
een afgevalle, ( )
(In 1916 wordt het café van
Gustje door de Duitsers gesloten, jp) ( )
Daarmee was de café gesloten, maar niet de
ton. Een salon de consommation wierd ingericht op t eerste verdiep, al waar de
vrienden vergaderden en kennis kwamen nemen over den oorlog door het lezen van
den nieuwen Rotterdamsche courant, gesmokkeld in huis gebracht In 1917, terug
heropend, nam de Ton terug hare werkzaamheden. ( )
Den 12 Mei 1922 werd de café terug gesloten,
gevolgen der Alkoolwet. Groote belooning aan deze die kon bewijzen dat er ooit
alkool of gelijk welk verboden drank is verkocht geweest. De ton sloot niet. de
bak verhuisde bij een der leden naar t keur, alwaar we gedurende 15 dagen bijeen
kwamen en ons vermaak nuttigde.
Buiten het plezier houdt de ton zich ook
bezig met liefdadigheids werken. Bindts den oorlog wanneer er sprake was
feesten in te richten voor hunne krijgsgevangen broeders, was de Ton altijd op
den eerste rang en liet telkens een schoone winst waarvan bewijzen.
Noodlijdende zonder het kenbaar te maken, worden door hun geholpen, werk dat
heden nog voortgezet wordt. ( )
Vlaggelied De Ton.
woorden L. De Lentdecker
(geschreven
in 1928 - ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan, jp)
Vele jaren zijn voorbij en
vol feestgetij
Vond het tonnespel ook zijn bestaan
Nu vooruit met de schuit, ons verdriet is
uit
Onze vlag die wappert bovenaan
Makkers op steeds voorop blijve uw leus
Wij zweren aan de vlag Houw en trouw
Ook de schijfjes en de spleet hebben onze
keus
Die zijn wij voor eeuwig getrouw
Refrein
Onze vlag gaat niet
verloren
Onze ton blijft steeds bestaan
De schijfjes kunnen ons bekoren
Ons tonnespel staat bovenaan
Onze vlag gaat nooit verloren
Ons tonnespel blijft bestaan
Alleen dit sport kan ons bekoren
Ons Tonneke staat bovenaan
II
Hebt ge last van kou of ruzie
met de vrou
Trekt er u niet veel van aan
Kwaad of niet zegt Dag Griet, ik maak geen
verdriet
En ge laat ze stillekens
maar begaan
Kolossaal, want in t lokaal wacht een
attractiekwaal
Hier volgt nog een
van ons mirakels, t was binds d overstrooming van Grembergen en t gebeurde op
t vestje.
Roze Verstraete was
een der ondersteunders maatschappij de Ton, dus hadt recht op een bezoek van
St. Niklaas; Roze had eenige kinders der overstroomde gevraagd, zeggende: St.
Niklaas komt morgen bij ons, ge moogt ook komen en op gesteld uur waren ze
daar.
T was juist St.
Niklaas au grand complet: ceremonie meester, 4 cardinaels, Nicodemus en St.
Niklaas. De kinderen in de fond op stoelen, plaats genoeg in t midden om met
onze ezel te passeeren en het heilig personneel, café stampvol waaronder nen
dronken man die begon te zwanze met onze werking (De Ton
zette zich o.a. in voor de minderbedeelden en de wezen, jp) bij zoo ver dat een van ons cardinale zich
niet kon weerhouden en een ongepast woord loste.
St. Niklaas dacht
op de gevolgen en ging bij de Cardinaal, en zei: denkt dat ge nen afgezant zijt
van den Allerhoogste. en we deden voort met de kinders. Na geschenken gegeven te
hebben kwamen we tot bij dien dronkaard en St. Niklaas vroeg hem: eh wel man,
hebt ge kinders
Roze en eenige
verbruikers riepen: ja heilige man 4 waar woont ge
hier over op dat
hofke, zei Roze,
ga recht naar huis
en zegt dat St. Niklaas zal gaan komen en hij was weg. Bij t buiten gaan wisten we al dat die man
alles verdronk en vrouw en kinders te kort dee. Roze stoempte eenige cigaren in
t mandje van Nicodemus en we stapte t brugse over en op t hofke links.
Ja, dit was er aandoenlijk
en ellendig: man en vrouw, drie kinders en 1 boorlingske op twee stoelen
halfgedekt en op hun kniëen. T eerste
wat St. Niklaas zei: Nicodemus, ge ziet wat er hier mankeert, ga eens zien wat
we hebben. Juist had ik nog een gewatteerd spreike in rooskleur dat ik gekregen
had van het huis Omer De Beul, iets dat we jaarlijks kregen, daarbij boter,
café, peén, suiker, cacao, speculoos, peperkoek, bon van 50 kilos gazekolen
(want jaarlijks kreeg de ton eenige bons voor d arme mensen) en de cigaren die
we van Roze Verstraete hadden gekregen. Voor we weg ginge, vroeg St Niklaas:
beste man, zijt ge nu tevreden,
hij was nuchter geworden,
ja ten uiterste
welnu ge gaat me
nu een belofte doen Ik weet dat ge nog al drinkt, vrouw en kinders te kort
doet, niet dat ge een glasje drinkt, al heilige in den hemel drinken ook, maar
dit is met mate, doet dit ook zoo en hij heeft woord gehouden, en nu beste man,
voor we weg gaan, rookt eens een van die goddelijke cigaren, hier moeten
hemelse geuren komen, want ik durf zeggen het was van doen.
(Gustje keert terug naar
Dendermonde en heropent zijn café De oude tinnen pot op de Grote Markt.)
38 jaar heb ik den
rol van Nicodemus St. Niklaas, Sinte Marte en Kobuske vervuld en bezoeken
gebracht bij al de kinderen in de volgende scholen; zusters der Maricolen, den
aria, College zusters van liefde Grembergen, Lebbeke alsook oud mannen en
vrouwen, scholen Appels, Audegem, St. Vincentius Dendermonde, antiekes
werkmanskring, in t groen huis, congregatie, kinderen in Aalst, volkshuis
Lebbeke, volkshuis Dendermonde, Roxy, waar we zijn gevierd geweest bij ons 25
jarig bezoek, scholen in St. Gilles, scholen in Baesrode, congregatie alsook in
de casino bij de liberalen Heeren Van Damme en Van Praet, alsook drie dagen
huiselijk bezoek bij de kinders van de stad, St. Gilles, Lebbeke, Grembergen.
Dit waren mijn
schoonste tijden maar ook mijne lastigste dagen, want eenmaal St. Niklaas en
Nicodemus gekleedt dachte we werkelijk dat we heilige waren en soms van 14 uur
s namiddags tot 1 uur s nachts kwam er niets meer over onze lippen en was er
soms iemand die ons iets presenteerde t was nog niet uitgesproken ofSt. Niklaas was daar al: Mr of Mw,
verbod van den Allerhoogste en Zwarte Piet moest soms tegen wil en dank
toestemmend knikke.
( ) T was een
jaar dat er veel zieken in de stad waren en te weinig zusters in t zwart
zustershuis ( ) na ons jaarlijks gebruik voldaan te hebben, vroeg moeder
Overste: St. Niklaas, ge gaat toch Kerstdag vieren, mag ik U t volgende
vragen, we zitten hier met zooveel zieken en te weinig noviskes, zoudt ge eens
een goed woordje voor ons willen doen.
Nicodemus, neemt
er nota van, t is t eerste dat ge op uw rapport moet voorbrengen, en t
mirakel was gebeurd: t volgend jaar kwam moeder Overste bij ons bezoek met elf
Noviskes, ziedaar St. Niklaas, dat is uw werk.
Dat was het eerste
maar niet het laatste mirakel, t volgend jaar waren we op bezoek bij de kinderen
van Glorie Steppé in de Brusselschestraat. De jongste was eenige dagen met
tandpijn en omwonden met watte. St. Niklaas gebaarde van niets en begon met de
grootste t ondervragen, tot wanneer hij bij de kleinste kwam.
Ne ziekene Madame
och ja hij is al
eenige dagen met geweldige tandpijn,
is hij braaf?
den braafste van
den hoop.
eet hij goed.
de meeste van
allen.
leert hij goed?
den beste en heeft
spijt dat hij niet ter school kan gaan.
St. Niklaas kwam
dichter en dichter schoof de watte op zij, legde zijn 2 vingers op de wang en
zei, we zullen eens zien, t zal wel gedaan zijn en t was gedaan. s
anderendaags ginge we zien, t was ne cigare winkel, en moeder zei: St. Niclaas,
g hebt een mirakel gedaan, de kleine is al naar school, van als ge uwe 2
vingers op zijn kaak had gelegd, is de pijn verdwenen geweest Bij t buitengaan
komt doktor Verbelen voorbij ( ) en hij antwoord seffens: dit is mogelijk, dat
is sujestie, die kleine heeft zijn gedachte op de echte Klaas gezet en t
wonder was gebeurd.
t volgende was
bij Vermeulen te St Gilles, het dochtertje was gebrekkelijk t schoonste kindje
dat we ooit hadden tegengekomen. blozende wangen gelijk appeltjes, t was om in
te bijten, het had vernomen dat Klaas de ronde deedt in Dendermonde en zou toch
zoo gaarne St Niklaas eens zien en mee spreken. en de moeder sprak Charles
Moens aan die Gustje Mestag verwittigde en t komplot was gauw beslist. T was
den derden dag van ons ronde, juist slecht weder, t sneeuwde geweldig, we
hadden beloofd te komen, dus we waren verplicht nen auto te nemen. De klein lag
in ne leren zetel in de salon nevens de venster. hoorde de clakson, t
stilstaan van den auto, daarna t binnen treden van Nicodemus, Cardinaal en St.
Niklaas. Ze deed haar best om recht te staan, doch moeder moest haar helpen. en
t eerste wat ze zegde was: St. Niklaas, wat ben ik gelukkig dat Ge gekomen zijt,
mag ik U iets vragen a.u.b. Ik weet dat ge met Kerstdag terug in den hemel zijt,
zoudt ge dan eens wille vragen aan ons lieven Heer, O.L.Vr., St. Pieter, St.
Paulus en de andere Heiligen opdat ik toekomend jaar mijn nieuwjaarbriefje zou
kunnen aflezen staande op mijn twee voetjes zooals de andere kinderen. De
Cardinaal die ook een gebrekelijk kindje had, moest al wenend uit de plaats gaan
alsook Klaas. en Nicodemus moest het woord nemen en beloofde dat het eerste
gevraagde in mijn rapport zou staan, daarna hernam St. Niklaas en vernam door
moeder dat de klein toch zoo braaf was en goed eete enz. enz. en wat zoudt ge
nu toch wille van St. Niklaas, want mijne Nicodemus brengt van avond al het
gevraagde bij de brave kinderen naar huis, dan reiden we naar Brussel en
vertrekken we van boven op de colonne de Congres naar den hemel. Al wat ge
brengt, is goed, maar een zwart popje zou ik gaarne hebben, t wilde nu lukke dat
er nog een zwart popje in den auto was gebleven en toen ik er mée binnen kwam,
kon ik de vreugde van dit kindje niet weergeven, t was gestatig omhelze en
tegen het hart drukken.
(Op 4
november 1918 is Gustjes vrouw een van de Dendermondse burgerslachtoffers.
Geruïneerd vertrekt hij na de oorlog naar Londen, waar zijn broer Cesar een
patisseriezaak heeft en waar ook zijn broer Jules woont.)
Ik was uitgenodigd met mijn broer
Cesar en zijn vrouw, zijn associé Désiré Dolo, zijn vrouw en haar broer, Louis
Sylva, we waren met een goei 200 man.
We zaten geschranst, ik met een compagnie
italianen, waar de Cijantie wijn nogal floreerde ( ) Dat ik me in t eten niet
liet afdrogen, kunt ge wel raden en embouchuur in t drinken nog veel min.
Na t eten wierd er gezongen met
accompagnement van een puik orkest. Mijn broer komt be mij en zegt: Gust, ge
moet hier ook ne kier zingen. Ja maar, ik kan geen engels en de meeste mensen
verstaan er niets van. Ten tweede, ik heb geen muziek bij, ja hij hadt dat al
in d oor geblaze van die italianen in wiens gezelschap ik was en een was naar
de chef dorkest gegaan en ik wierd geroepen. Ik stond daar nu en wat moet ik
nu aanvangen, t best is nog mijn serenada espangnola, ik zing twee maal vóór
in soerdin, en t orkest was er mée weg. Ik verwittigde t publiek dat ze de
refrein moeste mee zingen en of ze t deden. Bij t einde was t een gefluit en
geroep, alzoo erg als voor ne koning en ik liep niet, ik vloog van de scène en
mijn broer achter mij: Gust, ge moet terug,
ge denkt toch niet dat ik ne zot ben, me
zoo uitfluiten,
dit is dat ze content zijn t is hier de
mode.
En ik terug en t duurde lang eer ze
uitgefloten waren en ik terug aan t zingen kon. Ik was verplicht nog eenige
liederen te zingen van Jan De Baedts, wel te verstaan op zijn Brussels en in t
frans en in t vlaams. waarmeè ik ook nen grooten bij val genoot, maar t
grootste was de cijanti die me te wachte stond en dit tot als den bal begon,
want dit was het einde der feest. En of er gedanst wierd.
Op t laatste wierd er nen dans wals
aangekondigt: langst aanblijvers 1ste prijs ( ). Ik zeg: broer, die
pak ik mee. Ik had al verscheidene malen gedanst met Sara, een meisje uit Luik,
een waytress uit de patisserie die ook uitgenoodigt was en die mijn doeninge
kost.
Dit is er eene voor ons getwee, maar ik ben
t meisje en gij de jonge; ieder trok naar zijn vestiaere, de kleere wierden
gewisseld, den eene kant was voor de jongens, den andere voor de meisjes, t was
dien tijd de volle mode groot hoeden voor t vrouwvolk en ik stond er toch zoo
schoon mee.
We stonden klaar, want t was al
gesignaleerd, den danst begon en wij er bij, niemand had er erg op mij, zoo min
als mijn broer, die altijd zei: maar waar zit onze Gust toch; tot op den
oogenblik dat ik aardige toeren uitstak enzijn oogen vielle op mij, ja den ééne zegde het tegen den andere tot
zoover dat de dansers verminderde en we kampioen wierden uitgeroepen.
De italianen hadden hun zoodanig vermaakt
dat we verplicht waren mee naar hun huis te komen, maar wanneer we er buiten
zijn geraakt, weet ik niet.
(Omdat hij zijn
meubelwinkel geplunderd terugvindt en zijn atelier afgebrand is, begint
Gustje tijdens WO I een café op de Grote Markt. Hij wordt marktkramer, terwijl
hij ook sigaren, sigaretten en tabak smokkelt.)
Op ne zekere keer
krijg ik nen agent thuis, die me zegt: Gust, ge moet een glas gaan inzette op
de observatiepost (die geplaatst was boven op den toren van t stadhuis). Ik zeg
hem: dat is een werk voor den ezelmaker, Staaf Coppieters, en weigerde.
t is commande van
de duitsers en t is den dichts bijwonende stielman die het moet doen, dus
verplichtend.
Ik wist dat het ne
stijle ladder was van beneen tot boven, buiten de eerste trappen in steen. Daar
durfde ik niet op gaan, ik dacht er mij zoo van tusschen te helpen en zei: met
mijn materiaal kruip ik daar niet op.
Het waren al oude
mannen die dienst deen op den observatiepost en ze moesten mijn materiaal zelf
naar boven doen.
Dit hebben ze
dikwijls moeten doen, want telkens dat er vliegers overkwamen, waren er ruiten
gebroken. Ze gebruikten maar hun mitrailleurs, wanneer ze (= de
vliegtuigen, jp) verdwenen waren en telkens ik naar boven moest, was ik met de schrik op
t lijf.
De schrijnwerker
die de karakas had gemaakt, had de slag langs buite gemaakt, dus gans verkeerd,
en ik moest door de venster hangen, de duitsers moesten me bij de voeten
houden, loste ze, dan vloog ik van boven op den toren op de steenen ter groote
markt.
Op zekeren dag toen
ik weer boven was, (er waren nieuwe tippe van vliegers gesignaleerd) moest ik
de plannen Ancadreeren, (want op mijn atelier mogt zulks niet gebeuren) en kon
ik door hun jumels kijken. Ik mag u verzekeren dat ze goeie hadden, en ik zag
in t vaderland dat ze de rotterdamse courant aan t lezen waren en ik ging hun
verwittigen. Ik zeg: t is goed dat de duitsers er niet zijn opgevallen, doet
dit zooals ik in een kamer appaart.
We zijn in t begin
van den oorlog 14-18. De kanoniers met hun kanonnen vluchten uit Lebbeke, ze
zeggen hier in Dendermonde wel, tis Lembeek dat beschoten wordt, maar de
soldaten wisten het beter. De Staf, met aan thoofd géneral Michel en deze der
garde civiek, waren vereenigd op het stadhuis, ik zien nog den adjudant der
garde civiek (die zijn bakkerij had recht over mijn atelier) al wenend naar
huis loopen, de muit van zijn canari vogel open zetten, laten vliegen en bijna
zoo snel mogelijk loopen als dat beestje vliegen om over de veerbrug te gerake,
want t was de vlucht naar Grembergen, Zele, Lokeren enz.
Ik stond aan mijn
deur, toen ik het laatste commandement van Michel hoorde: retourné, retourné,
vous nentendez pas, ce sont nos canons qui tonnent, maar ten duurde niet lang
of pak en zak den auto in en generaal was weg.
T was juist een
uur geleden dat de facteur me nen brief bezorgde van mijn vriend Jozef De Leije,
gestuurd uit de Congo. en ik ben bijna zeker dat ik een der laatste ben die
over de veerbrug zijn geweest, toen de brug door onze soldaten was gesprongen,
wel te verstaan ne meter vierkant. want t zijn de duitsers zelf die dachten dat
het gros van t leger den overkant van t schelde zaten diede brug hebben doen
springen, want t was ne klop.
Ik kwam van Lokeren
waar we gevlucht waren, was juist in Zele op weg om naar Dendermonde te komen,
toen de duitsers de brug deden springen. Ik vergeet te zegge dat bij den
eersten inval de plundering reeds begonnen was, zoowel door duitsers dan door
burgers. ( ) Mijn atelier was gespaard gebleven, ik nam aanstonds materiaal en
begon de deur van mijn broer Cesar toe te nagelen en bezette met planken, t zelfde bij Trientje Gijssels,
een snoepwinkel, bij de Piscordé, De Munck (oud huis Pero), Janneke Verlaekt
waar nog een kat ingesloten zat in de kelder ( ) en dan moest ik zelf gaan
loopen om over de veerbrug te geraken, want de Duitsers waren al over de
koornaert. Na t springe van de brug is de staf terug bij de stad gekomen, tis
te zeggen bij den brouwer Wapenaer te Gremberge, alwaer ik zelf verscheidene
malen om een bewijs heb moeten gaan om in de stad te geraken, want ge moest
kunnen bewijzen dat uw huis nog bestond, dus niet afgebrand was, en ge moest op
uur over en terug met de boot overgezet worden en dit heb ik kunnen doen tot de
3de inneming van de stad en toen zijn we versukkeld naar
Blankenberghe en Holland Breskens.
Zoals eind vorig jaar beloofd, publiceren we tijdens de vakantie nog meer belevenissen van Gustje Mestag. Gustje was een gekend Dendermonds figuur in de eerste helft van de twintigste eeuw en schreef van februari 1955 tot augustus 1956 zijn belevenissen op. Op dat ogenblik was hij achteraan in de zeventig.
Zijn oorspronkelijke tekst weergeven is onbegonnen werk, want Gustje nam het in al zijn enthousiasme niet te nauw met de zinsbouw, interpunctie, bladschikking en woordenschat Daarom hebben we zijn tekst hier en daar wat "gebruiksvriendelijker" gemaakt, zonder de eigenheid en de authenticiteit ervan uit het oog te verliezen.
GUSTJE, CIRCUSARTIEST EN TONEELACTEUR
(Naar eigen zeggen heeft Gustje Mestag opgetreden als clown - soms alleen, soms samen met Robert De Smet als 'Robertos en Gustos' - en heeft hij zelfs bij de gekende circussen Libot en Semay gewerkt.)
( ) Ik ben terug op mijn alleentje gegaan en me bij Libot aangesloten en later bij Semay. bij alle twee als clonw en den gevaarlijksten toer uitgeoefend die niemand in de cirk dierf aannemen, namelijk met een auto over twee balken rijden waaronder een vrouwpersoon lag ( ).
Het zwaartste wat ik ben tegen gekomen op de foor, was toen ik la femme sans tête heb nagebootst, zelf niet wetende hoe ik dit in malkaar stak. ( ) Ne geweldige succes heb ik gekrege, maar waar ik meest genot van had gekregen, dat was de omhaling voor onze weesjes. Het zelve heb ik nog eens verniewd op de foor in Zele recht over de balans. Het volk stroomde er binne en daar wierd ik bedankt ( ) voor mijn koelbloedigheid en mijn antwoord was: nu hebt Ge mijn kop afgedaan, maar ne volgende keer moogt ge armen en beene af zetten, ik zal bereidt zijn de proef te onderstaan zooals nu. Hier hadden ze mij gezien zonder kop, maar in Dendermonde rechtover Juul den trip (Groote Markt) hebben ze gans mijn geraamte gezien en ik was nog niet verlege. ( )
Waar we meest onze peere hebben mée gezien, was het drama afgespeeld in de barak poppespel (maar levende) voor de paterskerk. Den titel was: op het strafbanksche. Betichte waren Gustos en Berthos, schrijver en Advokaat Franske Van De Voorde, openbaar ministerie Theo Van De Voorde. Inhoud van het drama: stele van de joconde en t verbrijzele van de leeuw aan de peron van t stadhuis. Kostuumering: huis Gustje Mestag (vagebondachtig, vuil smerig, gescheurd, heel grof gesteld om te lijde). Scène verbeeld tribunaal , bank met de twee betichte, in de fond advokaat en openbaar ministerie. De gordijn gaat open, t openbaar ministerie begint de fijten voor te leggen, de andere acteurs treden op. Ze (Gustjes vrienden van het gezelschap De Ton, jp) zaten alle op den eerste rang. primo Julien Legat (bazar parisien, leveransier van het gekend niespoeier en stinkstof), zijn helpers Georges De Pauw, Gustaaf Callebaut, Xavier Janssens. Pas is de advokaat Frans de replik aan t geven of uit vier hande te gelijk vliegt het niespoeier over de scène, men hoorde niets anders meer dan atch, atchi, atchi. Tot daar waren we er van gespaard, maar voor niet lang, want het duurde niet lang of het regende stinkbomme voor de voeten van Gustos en Berthos bij zoo ver dat we verplicht waren de barak te ontruimen en dat t publiek in de barak riep: Ge moet niet vragen of bazar (bijnaam van Julien Legat, jp) hier binnen zit. Het heeft lang geduurd eer we het drama hebben kunnen voortdoen.
Daar we hier nu toch over Staaf Callebaut spreken, wil ik nu toch aanhale wat me is voor komen met Madame Rosa, een waarzegster die rechtover mijn huis stond. Staaf zijn vraa zoo gaarne eens bij een waarzegster gaan, zoo vertelde ze aan Gust. Mme Rosa die ne goeie kalant van mij was, rap op dhoogte gebracht. Ik deed de kleeren aan, perruk en grimage en ik speelde kaartelegster. En of Mme tevreden was, moet ge niet vragen, want met een supplement te betalen wist ze wat meer. Bij terug in de café van Gustje te komen wist ze aan Nancy (Gustjes tweede vrouw, jp) te zegge: die waarzegster is een die alles weet en het is juist wat ze zegt. En het is langen tijd nadien dat ze maar geweten heeft dat Gust die kunst bezat en dien rol had afgespeeld.Hier ben ik aan t einde van mijn fooremansleven en vraag me nog af: Waarom ben ik geen forein geworden? t was op ne kermis dinsdag, venetiaans feest op t vestje met de bootjes en concert op t brugske, dus niets te doen voor de foreins. We spreken ondereen: da we nu eens ne molen huurde voor vandaag, wat zoo de daar van denken ( ) ik moest natuurlijk t woord doen, ik was toch eerelid der foreins. De Munter binne geroepe, den eigenaar van de molen, en t was rap geklonken, hij vroeg niet beter er was voor hem toch niets te doen en we betaalde hem 1300 fr maar hij moest de chauffeur mecanicien geven. Ja, we moeste de eigenaars kenbaars maken en de reklaams; rap bij den drukker en ziehier den text: alleenlijk voor éen dag overname van de Molen De Munter: eigenaars De Groote Jean, Cadron Lucien, Steppé Gabriel, Gustje Mestag, opening om 6 uur. Twee affichen geplekt op de molen. en twee op den auto van Jean De Groote. 2 eemers met een lange koord op de grond en zoo de stad rond. De 4 vrouwen moesten dienst doen op de molen en de mans, in geval geen volk, buiten halen uit de cafés, t geen niet noodig geweest heeft, want onze molen was al volop aan t draaien, toen we terug kwamen. T was 11.30 uren toen we stopte. We hadde genoeg voor ne soepé voor gansch ons personneel, nog drinkgeld voor onze mecanicien die al betaald was door zijn baas, al de cafés af te doen van de markt en nog wat over voor S Woensdags want het was nog kermis En zóo eindigde mijn fooremansleven.
De vakantieperiode is nabij De meesten onder ons dromen al van hun vakantiebestemmingen of van hun activiteiten tijdens de komende weken.
Lokale politici en nieuwe kandidaten hebben echter andere katten te geselen Eens juli en augustus voorbij, naderen de gemeenteraadsverkiezingen, want 14 oktober 2012 is dan niet zo ver meer af.
Bart De Wever pakt het groots aan Ver buiten zijn stadsgrenzen maakt hij promotie bij middel van hele grote affiches in het straatbeeld. Zo ook in onze stad Het zorgt voor twijfel en verwondering bij sommigen Hoe? Daar kun je hier toch niet voor stemmen? is hun vraag.
Hier en daar verneem je in onze stad ook al - erg uiteenlopende - pronostieken
Deze week hoorde ik volgende uitslagen: CD&V: 6 zetels sp.a: 5 zetels Open VLD: 3 zetels Vlaams Belang: 3 zetels N-VA: 18 zetels
Een gesprekspartner van degene die deze pronostiek lanceerde, schrok even en repliceerde: CD&V: 12 sp.a: 5 Open VLD: 2 Vlaams Belang: 4 N-VA: 12
Onze pronostiek? Wij onthouden ons van een gissing Het risico op een VERgissing lijkt ons te groot. Wie onze stem krijgt, daar zijn we al uit! We bewaren het echter als een strikt geheim
De meeste partijen zijn druk bezig met hun programma. Dat merk je aan de folders die we reeds in de bus kregen
Enkele voor de hand liggende vragen
Blijft Piet Buyse burgemeester? Haalt N-VA al dan niet een monsterscore? Wordt Open VLD afgerekend op de houding die ze aannemen in het gevangenisdossier? Blijft sp.a een meerderheid vormen met de CD&V? Gaat het Vlaams Belang standhouden of boeren zij achteruit?