Ik ben Martin Vanhee, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Maarten.
Ik ben een man en woon in Roeselare (België) en mijn beroep is met pensioen.
Ik ben geboren op 26/07/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: corresponderen en zo van mensen houden en omgekeerd.
Eigenlijk geloof ik in het goede van de mensen ondanks alles, vriendschap en liefde zijn dan ook de sleutels in mijn leven. Want elke liefde heeft haar waarde al betaal je soms de prijs van pijn, verdriet en verlatenheid.
Sluit vriendschap met de bomen sluit vriendschap met de wind sluit vriendschap met de bloemen die je op de wereld vindt
Sluit vriendschap met de wolken sluit vriendschap met de maan sluit vriendschap met de sterren die aan de hemel staan
Sluit vriendschap met de golven de zee met eb en vloed maar vooral met alle mensen die je op je weg ontmoet
Broer Christiaan Vanhee
02.12.1956 - 28.07.2014
zijn dochter
Eline Vanhee
11.02.1986-14.05.2013
Volg jouw eigen weg soms kronkelend soms rechtdoor volg jouw eigen droom al lijkt hij vaag: ga ervoor!
Luister naar jouw kloppend hart het spreekt een eigen taal het kent jouw leven door en door het kent jouw verhaal.
Vertrouw steeds wat je voelt en twijfel nooit aan jezelf jij bent de zon, de maan, de ster, schitterend aan het hemelgewelf!
Ik wou dat ik een woord kon vinden een woord dat zachter door het struikgewas kon stappen dan een zomerhinde..... ik wou dat ik een woord kon maken een woord,dat hoger dan de morgensparren de lucht kon raken.... Ik wou dat ik een woord kon zeggen een woord,dat stiller dan een schip het schuimvlak raakt... En...bij je oorschelp komt aanleggen Het zal een zacht...hoog...stil woord zijn dat je dronken maakt als jonge wijn, of warmer dan zonneschijn dat je inspint tegen winterkou..... .....Dat net zo klinkt als ..........`k hou van jou!...
Nog een laat aanhangsel van het tv-programma waar Mgr Vangheluwe een site lanceerde voor priesterroepingen in het bisdom Brugge.
Heer Jezus Christus, Gij hebt gezegd: "De oogst is groot..." en op dat woord zijn door de eeuwen heen ontelbaar velen opgestaan en gaven alles prijs. Wij bidden U zend ook in deze tijd Uw Geest die stuwkracht is. Zie met liefde neer op onze gezinnen, onze gemeenschap, onze parochie. Roep jonge mensen tot Uw dienst, opdat zij in Uw spoor de weg van zelfvergeten liefde gaan. Geef aan hen een trouw hart dat Uw roepstem blijft horen en eenvoud in denken en doen, om U geheel tot te behoren.
Aansluitend bij de mijmeringen over Vriendschap en Liefde vond ik deze mooie tekst van Mariette Martelé:
"Echte vriendschap is niet zoals het soms met de liefde gebeurt, onderhevig aan stemmingen en veranderlijkheid. Ze aanvaardt de ander zoals hij is, met zijn nukken, met zijn gebreken. Ze voelt zich niet beledigd om een kleinigheid. Ze beoogt alleen het goede van wie het voorwerp is van haar liefderijke bezorgdheid. Haar voornaamste hoedanigheid is haar trouw in alle omstandigheden. Een ware vriend ontdekken is een godsgeschenk, en de beste manier om ertoe te komen is nog zelf zo te handelen tegenover onze vrienden. Als wij dat kunnen, zal geen teleurstelling ons teneerdrukken, omsat wij niet beminnen met eigenliefde of berekening, maar omwille van diegene die ons zijn vertrouwen geschonken heeft. Zo'n liefde komt uit God en is dusdanog onveranderlijk. Er zal geen gevoel van eenzaamheid ons ooit nog kwellen, omdat we steeds iemand zullen hebben aan wie wij met genegenheid kunnen denken"
Persoonlijk herken ik me daar helemaal in en denk in het bijzonder aan een gezuiverde vriendschap, nu al meer dan 25 jaren .... Inderdaad een Godsgeschenk!
Wat ik ook hoor, lees, beleef ... uiteindelijk komt het mooiste van een mens naar boven, zeker na een tijd van bezinning, na beluisteren van een lied of zelfs door de milde regen ...
Wat ik bedoel te zeggen is dat ik weer eens ben terechtgekomen bij mijn bijna- lijflied of toch de kern ervan en die ik dan deze keer als volgt wil verwoorden omdat het gewoon mezelf is en zo zal blijven, want voor mij is LIEFDE HET WEZENSKENMERK VAN DE MENS.
Iedereen kan liefhebben of is daartoe in staat.
Maar DE VRIENDSCHAP, neen, die wordt slechts zo weinig verworven. En daarom is ze soms des te mooier en kostbaarder. Ze kan zo bevrijdend werken in die zin dat ze de ander meer mens laat zijn en het egoïsme buitensluit.
Dus, vandaar "altijd terug" naar VRIENDSCHAP EN LIEFDE als sleutels voor mijn leven en wellicht ook voor het jouwe!
It began as all fires do, a spark soon ignited into a blaze of warmth and colourful delight. You held my hand, became my friend, earned my trust and my future once again looked bright.
Loneliness turned to hope, emptiness filled up with dreams. Hunger was satisfied, and the darkness lit by love's moonbeams.
Tears no longer hit the ground, they fall on your loving shoulder. I feel younger, as our love grows older.
When sorrow leaves me wilted as a sun-parched rose, your comfort is a river that flows and flows. The sun's light, the morning dew, they are all the beauty that is you.
When passion ebbs, as tides do, love fills the wake, and carries us through.
Your strength is as the oak, but if it is my need you bend like the willow. My heart is filled, like a lucky sail with wind to billow.
Harsh cold winters, wet springs, blissful summer heat, and the fall of time, They'll weather my spirit, with grace and peace, your hand in mine.
Our love's sweet creations, joyous children, blessed am I thanks to God and you. What greater beauty could shed light, on the love that came from two.
Love's sweet reflection, laughing, growing, thriving, learning. Words cannot express what my heart feels, how strong my love is burning.
When God took one home, I felt my heart would never again see the sun. But you, my love, walked with me, through the sadness, and together we share the memories that keep our family one.
The lines of age will etch their mark on us and time will take the strength from our bodies. But love's brush will paint for us a picture of such beauty, That a hundred lifetimes could not remove their glory.
Nog nooit heb ik me zo gevangen, verleid en betrokken gevoeld bij een verhaal als in het recente boek dat ik las. Tot zelfs zeer lang geleden was lezen voor mij een verplichting. Ik kende het genot niet van het lezen, het aftasten van deuren die zich in je ziel en hart openen, je te verliezen in de verbeelding, de schoonheid en het mysterie van de schijn en de taal. Een boek werd een virtuele vriend die je onmiddellijk weer bij je wil hebben, die als een rust over je heen komt. Maar het kan ook leiden tot een ongekende passie, een diep verborgen verlangen waarop de fictie waarheid probeert te worden. Een verlangen dat je ogen weghoudt van het boek en je laat dromen van die levende figuur die zo mooi geschilderd wordt.
Nu ik al een tijd in seniorenland beland ben, heb ik soms datzelfde gevoel. Wij noemen elkaar vrienden via een blogbericht, later een bericht in een gastenboek en nog later via allerhande mooie emails en pps-voorstellingen, de ene al beter dan de andere. Maar kennen we die mensen wel echt? Sommigen heel zeker; de grote meerderheid helaas niet. Maar ook in deze anonimiteit kan een waarde schuil gaan die positief werkt. Na een zekere tijd zien we uit naar zelfde personen op een blog wat ze nu weer gepubliceerd hebben of hoe het hen vergaat in familie of op vlak van gezondheid. Allemaal heel mooi, en toch heb ik soms de indruk dat we dromen alsof we voortvluchtigen zijn, rijdend op de flanken van een boek, een blog, een lieftallige email, bereid te ontsnappen via fictieve werelden en tweedehandsdromen . Ik denk dan meteen aan de mailcontacten die worden opgebouwd, ver weg van hier maar precies soms dicht tegen het hart en het gevoel; waar elke mail of internetbericht weer een link is naar een ander onbekende; een onbekende waar je in het echte leven misschien niet eens een goeie dag zou durven/kunnen tegen te zeggen.
Het valt me op dat in mailforums en de vele chatsessies allerhande mensen hun hart uitstorten in een onvoorwaardelijk vertrouwen dat dan nog meestal wederzijds is,,en dat kan velen maar ten goede komen en toch moet ik, samen met velen van u wellicht, ook vaststellen dat het mailen, chatten, bloggen, soms niets meer is dan een schreeuw uit EENZAAMHEID, waar iedereen voor zij eigen pc niet langer de echte mens kan ontmoeten omdat we enerzijds zo dicht zijn maar op hetzelfde ogenblik ook zo veraf. Ik denk hier heel concreet aan chatsessies van mensen die hier al langer elkaar leren kennen met een echt verlangen die ander echt te zien, te ontmoeten en in zijn leven binnen te laten.
Zeker de verlengde weekeends zijn voor velen een kans om toch maar iemand tegen het lijf te lopen, want hoe intenser de contacten via weblog, msn-verkeer, hoe groter het verlangen naar die echte persoon aan de andere kant van het toestel, maar ook hoe groter het gevoel van eenzaamhied, een onvervuld verlangen omdat we GEEN ECHTE VRIENDEN ZIJN.
Nog nooit waren de mogelijkheden tot contact leggen zo groot maar het leggen van intermenselijke contacten is blijkbaar onmogelijk geworden. Is er dan zoveel wantrouwen?
Hoe goed het boek ook moge zijn dat we aan het lezen zijn, op een gegeven moment haasten we ons naar de pc ... Er zou een bericht kunnen binnengevallen zijn, of er is iemand on-line. Er zijn nog mooie dingen die we willen doorsturen aan "de vrienden", maar tegen de avond worden pc gedoofd en zit iedereen weer alleen te zijn voor zijn "bakje". Neen, geen geklaag hoor, niet hier maar de ervaring heeft me ondertussen wel geleerd en ik heb het vooral van anderen dat mailen en chatten soms zo inhoudsloos, tijdrovend is. De ware reden kennen we ondertussen; het is voor velen een soort drug, een diep verlangen eens gehoord te worden, zijn diepste roerselen kwijt te kunnen aan die onbekende andere, en dan vergeet ik haast te vermelden dat het genoeg is één foto met mailadres door te kirjgen om nog een uur of wat langer voor de pc te zitten en er nog een "vriend" aan over te houden; ook al is die vriend je morgen al vergeten waar jij je nog klaastond naar zijn jammerklachten te luisteren. Ik zal het dan maar nog niet hebben over de minder mooie kanten van deze virtule vrienden - en laat ons eerlijk en volwassen genoeg zijn - die niets anders in hun mars hebben uit te zien naar waar het gras groener lijkt! Ook dat is één van de gevolgen van chatverkeer en wellicht nog weer van gsm-verkeer. Begrijp me goed, ik ben geen predikant en ook ik maak me er soms schuldig aan als dat woord al ka gebrukt worden, maar lees zelf maar hoe vaak het woord VRIEND in deze viruele wereld wordt gebruikt.
Om te sluiten, DANK voor alle goede vrienden, ook zij die beetje bij beetje - zelfs in dit medium - tot de binnenste kring van mijn vrienden zijn gaan behoren.
Hij kwam op de aarde, om te doen wat hij wilde doen. Maar toen hij op de aarde kwam, merkte hij al gauw dat hij allemaal moeilijke dingen tegenkwam. Hij werd daar boos en verdrietig van. Hij zei: ik wil dit niet. Ik kwam hier om mooie dingen te doen al ben ik vergeten wat dat was. Deze moeilijke dingen Wil ik niet! Hij ging zo op in de moeilijke dingen en zijn eigen verdriet dat hij vergat te Kijken.
Hij vergat te kijken naar de bomen. Hij vergat te kijken naar het blauw van de lucht. Hij vergat te kijken naar de vogels in de bomen. Hij vergat te kijken naar het wit van de wolken. Hij zag alleen nog maar pijn en verdriet. En moeilijke dingen.
Toen verscheen er een Grote Engel. De Grote Engel zei: Dag lieve Kleine Engel. Hoe gaat het met jou? De Kleine Engel zat voorovergebogen, zijn vleugels hingen op de grond. Hij keek niet eens op naar de Grote Engel. De Kleine Engel voelde zich moe. Moe van alle moeilijke dingen. Moe van alle pijn. Moe van alle verdriet.
Oh, goed, zei de Kleine Engel, zonder op te kijken. De Grote Engel ging naast de Kleine Engel zitten en zei: vertel mij jouw verdriet. De Kleine Engel vertelde; mijn ouders zijn gescheiden, zij maken ruzie. Ik zit op school, ik moet leren, maar ik weet al zo veel. Ik wil spelen en genieten, maar ik weet niet meer hoe. Ik ben verdrietig. Ik ben boos. Ik wil dit niet. Ik heb het zo moeilijk. Het doet pijn. Ik wil dit niet meer. Ik wil terug naar de Hemel.
De Grote Engel sloeg zijn vleugels zacht om de schouders van de kleine Engel, en de Kleine Engel huilde, dikke tranen van verdriet. Toen zei de Grote Engel: Maar lieve Kleine Engel kijk nou eens om je heen zie je de mooie bomen niet? Ja, zei de Kleine Engel, ik zie ze, maar hij keek helemaal niet, zo verdrietig was hij.
Kijk nou eens, zei de Grote Engel, kijk nou eens naar de bomen. Kijk eens naar het blauw van de lucht. Kijk eens naar het wit van de wolken. Kijk eens naar de vogels in de bomen. En de Kleine Engel keek. Hij zag bomen, met daarachter een mooie blauwe lucht. In de blauwe lucht waren witte wolken. In de bomen zaten vogels. Hij keek opzij. Naar de Grote Engel. Hij zag een Lief en Vriendelijk gezicht. Uit de prachtige blauw ogen straalde Liefde. Kleine Engel keek, en zag de schoonheid van Grote Engel.
De Grote Engel keek naar de Kleine Engel. Hij kuste de Kleine Engel en vroeg: wat kwam je nou eigenlijk doen hier op aarde? De Kleine Engel zei: ik ben het vergeten. Ik ben zo boos en verdrietig. Ik vind de dingen zo moeilijk. Ik kijk niet meer.
De moeilijke dingen zijn lessen, zei de Grote Engel. Lessen die je wilde leren. Jij vindt ze zo moeilijk, dat je vergeet waarom je op aarde bent gekomen. Je bent zo opgegaan in je verdriet en in je pijn, dat je niet meer weet waarom je naar de aarde toegekomen bent.
Nu weet ik het weer, zei de Kleine Engel, ik kwam om mijn lessen te leren en om daarna mijn lessen te vertellen aan iedereen die het horen wil. Om te vertellen wat ik weet. Om te vertellen over God. Over de Engelen. Over Liefde.
De Grote Engel sloeg zijn vleugels zacht om de Kleine Engel heen en zei: ik ben Altijd bij jou. Ook als er moeilijke dingen zijn. Jij bent nooit alleen. Vraag mij maar als je het moeilijk hebt. Ik ben er direct. Vertel mij maar als je het fijn hebt. Ik zal er zijn. Ik ben altijd bij jou en zal er altijd zijn.
Toen de Grote Engel klaar was met vertellen, legde hij de slapende Kleine Engel, terug in zijn bedje en zei: ik heb jou lief, altijd. En de Grote Engel gaf de Kleine Engel een kus en zei: slaap zacht, Kleine Engel. Ik heb jou lief. Voor altijd.
Het was half mei. De zon verwarmde mijn gelaat en liet een eerste bruin kleurtje achter op mijn onderarmen. Tijd om winterkledij op te bergen. Na een lange winter kon mijn regenmantel en mantel een nieuwkuis gebruiken.
Ik dan maar beide stukken naar de nieuwkuis gebracht. Eén week later haal ik alvast mijn regenmantel en en ja, je raadt het al, ipv die mantel mooi aan de kapstop op te hangen begon het zo hevig te regenen dat ik hem maar onmiddellijk over mijn t-shirt heb getrokken. Ondertussen is er nog geen dag voorbij gegaan dat ik mijn regenmantel niet nodig had.
In het begin van deze week ben ik dan maar mijn "wintermantel" gaan ophalen en iedereen in Belgenlaand zal ook deze nu wel geloven, want ook nu heb ik de mantel zopas van de nieuwkuis uit zijn hoes gehaald, betaald en hem aangetrokken, en ik kan u verzekeren dat het deugd deed bij die twaalf graden en dat op 28 mei!
Wanneer het zo doorgaat zal ik nog eens naar de nieuwkuis moeten voor de winter begint!
Doe al het goede dat je kunt met de middelen de je hebt op de manier die je gewoon bent op de plaats waar je staat in de tijd die je gegeven is voor de mensen die je kent zolang het mogelijk is.
Geef mij uw goddelijke goedheid. Maagd vol van genade, Vrouwe van de glimlach, Herstel in mij de goddelijke goedheid, Leer mij te genezen wie ik heb verwond, Dat mijn lippen mogen overtromen van tederheid, Vol woorden van liefde die vrede brengen.
IK GA VOOR VERDRAAGZAAMHEID!
Dit kaarsje kreeg ik uit dank, maar er werd me gevraagd het te laten branden voor elkaar. Op mijn beurt geef ik dit licht door aan anderen, uit dank; als teken van hoop misschien, maar vooral als bevestiging, of nog meer als aanmoediging voor mensen die het nu echt nodig hebben. IK WIL ER ZIIJN VOOR U!
Als ik in India ben, is dat een groot wonder, dan wil ik er zoveel mogelijk zien.
Ik ben zo verliefd op dit land, deze nieuwe wereld, waarin ik geleidelijk een ander mens wordt.
India is zo'n boeiend land, een fascinerend land van paleizen en tempels van goden en godinnen, van Hindu's, Siksen enz….. , van kasten en paria's.
India is een land waar alles anders is als bij ons, India maakt een ander mens van u.
Wie India heeft bezocht, zal nooit meer zijn zoals voorheen was.
U leert relativeren, U gaat inzien dat er nog en andere kant aan het menszijn zit, dan die welke u hier in de luxueuze,. gehaaste, westerse wereld leerde kennen
U zult het begrip 'Tijd' anders gaan interpreteren.
Tijd bestaat immers niet in India.
Het is de gehaaste mens die de tijd heeft gemaakt .
En in India hebben de mensen geen haast.
Wie door de gids van het reisbureau van het ene monument naar het andere wordt gejaagd, zal uiteraard weinig van India leren kennen en begrijpen.
India behoort u in alle rust te leren kennen,
Doe het rustig aan, de eerste dagen niet alleen om aan het klimaat te wennen, maar veeleer om te herstellen van de cultuurschok, die u bij een eerste kennismaking met India onherroepelijk oploopt.
Ontvlucht de schok niet.
Ga hem tegemoet en verwerk hem.
Dan zult u inzien dat niet al het negatieve negatief is, dan zult u leren begrijpen waarom de armoede, die wellicht helemaal geen armoede is bestaat en waarom het verschijnsel bestaat zoals het bestaat .
Dan zult u van uw vooroordelen over India gaan houden .
U zult ernaar verlangen en gaan behoren tot de grote schare mensen die iedere kans aangrijpt om weer te kunnen genieten van de mooiste en ontroerendste ervaringen die zij in hun leven deelachtig zijn geworden: de ervaringen die India hen heeft geboden en weer zal bieden.