Wat ik niet kan, kan wellicht een ANDER. Wat ik niet weet, weet wel een ANDER. Wat ik niet zie, ziet in ieder geval een ANDER. Wat ik niet hoor, hoort hopelijk een ANDER. Wat ik niet hoop, hopen ANDEREN om mij heen. Wanneer ik niet meer kan vertrouwen of geloven, dan zal een ANDER mij wel meenemen op die weg.
Wanneer de weg van het leven voor mij onbegaanbaar lijkt te worden, dan neemt een ANDER mij wel bij de hand. Wanneer ik teleurgesteld word in liefde en vriendschap, legt een ANDER wel een hand op mijn schouder. En dat alles geldt hopelijk ook ANDERSOM.


|