Dag 4: Akureyri -Myvatn
Onze dag speelt zich hoofdzakelijk af in het noorden van IJsland. We hielden een eerste halte om een kiekje te nemen van een prachtig uitzicht. We zijn de dag mistig begonnen maar na het optrekken van de nevel verscheen het zonnetje alweer. Het beloofde alweer een mooie dag te worden. De rit verliep verder naar Sauðárkrókur. Vandaar reden we verder langs de kust, richting Siglufjörður. Tussendoor hielden we even halt, tussen 2 tunnels door, om nog wat foto’s te nemen. Siglufjörður is gelegen in het schiereiland Tröllaskagi en daar bevind zich een vissershaven op de bodem van een diepe fjord. Ongeveer 1200 inwoners leven hier het hele jaar door, in dit zeer mooie dorp met kleurrijke gevels en een levendige haven. Vanuit Dalvík maakten we een boottocht om de kans te hebben bultruggen of dwergvinvissen te spotten. Na anderhalf uur varen reden we verder langs het fjord en stopten om het mooie uitzicht op Akureyri te zien. Akureyri, de grootste stad van IJsland na Reykjavik, met meer dan 19000 inwoners, is een rustige plaats met een haven, winkels, cafés en restaurants. Boven alles uit torent de pittoreske Akureyrarkirkja met glas - in - loodramen en moderne afbeeldingen van beroemde IJslanders. Na de fotostop reden we verder naar Goðafoss, “De waterval van de Goden”. Overnachten gebeurde in Hotel Rauðaskriða te Husavik. Hótel Rauðaskriða is een door een familie gerund hotel, gelegen aan weg 85 tussen Húsavik en Akureyri. Het is een boerderij gelegen op het platteland, uitgebaat door een gezin met 3 kinderen. Ook de 2 katten, Grima en Krummie, het konijn Lulli Van Beethoven en een paard maken deel uit van de boerderij. Wij sliepen in een soort blokhut.
 Het eerste fotostopje van de dag begon met wat mist


 Aangekomen aan het vissershaventje Siglufjördur
 Siglufjörður is een kleine vissersstad met 1.190 inwoners (2013) aan een smal fjord met dezelfde naam in de gemeente Fjallabyggð aan de noordkust van IJsland. Van 1900 tot 1970 was Siglufjörður de haring-hoofdstad van het Noord-Atlantisch gebied toen dagelijks honderden vissersboten het kleine fjord invoeren om hun gevangen waar aan land te brengen. In hoogtijdagen waren er wel 10.000 man in de haringverwerkingindustrie bezig, veel meer mensen dan er in het plaatsje zelf woonden. In het Síldarminjasafnið, een rood houten gebouw aan de kade, is het tegenwoordige haringmuseum gevestigd waar met beeld en geluidsmateriaal de herinneringen aan de haringvangst worden bewaard.
 Eventjes wat tijd om enkele mooie foto's te nemen.



















 De marie Louise



 Hier een tweede stop tussen de tunnels, hier waren er enkele muggen aanwezig.






Daarna reden we verder richting Dalvik, van daaruit maken we een boottocht om bultuggen en dwergvinvissen te spotten.
 Aangekomen in Dalvik en ons pak gaan passen om mee te varen op zee

 Op weg naar onze boot

 Richting zee
 Een deel van onze groep.

 Een eerste staart in de verte. Hopelijk kan ik eentje maken van dichterbij.

 Hebbes
 Een bultrug
 Nog een staart
 Het kon niet op, hier waren aan het begin van de oceaan, de golven waren wat ruwer en sommige kwamen onwel.


 Op de terugweg werden we getrakteerd met een warme chocolademelk en een stuk cake.
 De groepsfoto

Nog een, nu met de gidse erbij.

 Zicht vanuit Akureyi

 Na deze ging het richting Godafoss, de waterval van de Goden.



De Goðafoss is een van de grotere watervallen van IJsland. Hij is gesitueerd in het district Mývatn in Noord-IJsland aan het begin (of eind) van de Sprengisandur-route, die dwars door het binnenland voert. Het water van de rivier de Skjálfandafljót valt over een breedte van 30 meter 12 meter naar beneden, en de Goðafoss wordt door rotsen in een paar stukken verdeeld. Een aantal kilometer stroomopwaarts ligt de Aldeyjarfoss. In het jaar 1000 werd door de Alding besloten om het christendom als nationale godsdienst te erkennen (althans buitenshuis; binnenskamers mocht men nog de oude goden aanbidden). De bedenker van deze constructie, de wetspreker Thorgeir Thorkelsson, die op weg naar zijn huis bij Ljósavatn langs de Goðafoss kwam, gooide als blijk van zijn bekering zijn heidense afgodsbeelden in deze waterval. Vandaar de naam Godenwaterval. Een van de gebrandschilderde ramen in de markante kerk van Akureyri herinnert aan dit verhaal.


 Prachtig om er te wandelen, men komt ogen tekort om alles te zien.


 Zie ons glunderen.












Na het bezoek aan de Godafoss waterval was het nog een heel eind rijden tot aan ons hotel. Terug een prachtige dag gehad.
|