Gent by Night:
Vandaag het 1°luik van de 4kunststeden. Ik reed naar Gent om deel te nemen aan de eerste wandeling van de 4kunststeden trofee. Toen ik aan kwam was het goed aan het regenen, hopelijk niet voor de hele wandeling. Dronk eerst nog een koffie , alvorens te beginnen aan deze wandeling.
Gent bij Nacht start vanuit de Odisee Technologiecampus, Guldenvliesstraat 1 te Gent. Er is keuze tussen 6, 9 of 12 km.
Voor deze editie vertrekken we richting Oud Sint-Elisabethbegijnhof. In 1242 stichtte gravin Johanna van Constantinopel dit begijnhof. Het begijnhof groeide uit tot een begijnhofstad bestaande uit: de kerk, het huis van de grootjuffer, de infirmerie, de infirmeriekapel, 18 conventen en 103 begijnenhuizen, de bleekweide en boomgaard. Op 29 september 1874 verhuisden de begijnen naar hun nieuw begijnhof te St-Amandsberg.
Gent telt vandaag de dag nog steeds 3 begijnhoven. Dit is het enige wat aangedaan wordt tijdens deze Gent Bij Nacht.
We wandelen het begijnhof uit en gaan verder richting het Klooster van de Ongeschoeide Karmelieten in de Burgstraat. De eigenlijke stichting van de Paters Ongeschoeide Karmelieten te Gent begint met de aankoop in 1651 van een deel van het voormalige Prinsenhof van Keizer Karel, de zogenaamde “Leeuwenmeers”. Deze naam komt van de leeuwen die Keizer Karel van zijn veldslag bij Tunis (1535) meebracht en hier onderbracht in de stallingen van zijn kleine, prestigieuze dierentuin. Want ook met een beer, papegaaien en lynxen pronkte hij tegenover zijn diplomatieke of adellijke gasten.
De laatste afstammelingen van die leeuwen, ‘Burgondia’ en ‘Flandria’, leefden tot halfweg de 17e eeuw. In het leegstaande en verbouwde “Leeuwenhok” namen de paters (een beetje als religieuze Vlaamse leeuwen) hun intrek in 1653. Ze bleven er 15 jaar wonen en bidden. Enkele straten voorbij het klooster komen we op het einde van de straat in de straat links (Prinsenhof) een enorm graffitiwerk van de Gentse Artiest Cee Pil tegen. Het is een leeuw in een beer getekend en verwijst rechtstreeks naar het dierenpark van Keizer Karel dat daar gevestigd was.
Het klooster is nog steeds bewoond door enkele paters en je kan er als bezoeker ook logeren in “Rustpunt”. Een aanrader voor als je in alle rust en eenvoud wil verblijven in Gent.
Het is bovendien 1 van de weinige keren dat we beide kloosters van de Karmelieten in Gent aandoen. We wandelen door naar het Karmelietenkooster van de Geschoeide Karmelieten: Het Caemersklooster in de Vrouwebroersstraat. Wat tevens hun bijnaam was. Het klooster is al decennia lang niet meer bewoond door broeders en is momenteel Kunsthal Gent, waar hedendaagse kunstenaars hun ding kunnen doen. Het Caemersklooster ligt in de wijk “Patershol” een wijk in een nog bijna volledig intact Middeleeuws stratenpatroon, later tijdens deze wandeling komen we hier nog eens terug.
Na het Camersklooster stappen we rustig door naar één van de meest tot de verbeelding sprekende plaatsen van Gent: het Gravensteen. De burcht werd gebouwd in de 9de eeuw door graaf Boudewijn I als bescherming tegen de Noormannen. De grote toren (Donjon) dateert van de 11de eeuw. Het slot kreeg achtereenvolgens volgende bestemmingen: zetel van Raad van Vlaanderen, gevangenis en katoenspinnerij. Na een lange lijdensweg, werd het zwaar toegetakelde kasteel in 1894 gerestaureerd. Het werd deels een fantasierijke restauratie, waarbij authenticiteit en historische getrouwheid niet altijd voorrang kregen. Toch werd het een indrukwekkend geheel en het drukst bezochte Gentse monument, dat ook bij de bezoekers van de Wereldtentoonstelling in 1913 zeer in de smaak viel.
In het Gravensteen vind momenteel Winterwonderkasteel “Magisch winterbezoek bij de Graaf” plaats. Het is sowieso tijdens het jaar de moeite om het kasteel te bezoeken (o.a. dankzij de podcast van Wouter Deprez tijdens de rondleiding). Tijdens Gent Bij Nacht kunnen jullie een kasteel bezoeken in een winterkleed (incl. de kerstbomen, slingers en lichtjes). In de oude kelder van het kasteel is een gezellige winterbar geïnstalleerd. Een bezoekje waard!
Aangrenzend aan de burcht ligt het Sint-Veerleplein. Het plein was oorspronkelijk het voorhof van het Gravensteen, waar een aantal dienstgebouwen stonden en ook de grafelijke bidplaats, de Sint-Veerlekerk. Van die kerk, die tijdens de godsdienststrijd in de 16de eeuw lelijk werd toegetakeld en daarna in een gereduceerde versie terug werd opgebouwd, bleven nog enkele restanten bewaard, die vandaag verscholen zitten in de latere bebouwing. Gaandeweg raakte het plein geïntegreerd in de stad, zij het dat het tot het einde van de 18de eeuw de plek bleef waar de grafelijke justitie publieke terechtstellingen uitvoerde. In de aanloop naar de wereldtentoonstelling kreeg het plein een grondige opknapbeurt. De gevels werden allemaal aangepakt.
Op het Veerleplein staat het kunstwerk Ai Nati Oggi (aan wie vandaag geboren is) van Alberto Garutti. Het kunstwerk is permanent geïntegreerd in de lantaarns van het Sint-Veerleplein. De lantaarns zijn verbonden met alle materniteiten van de stad Gent. In de verloskamer van de verschillende Gentse ziekenhuizen is een knop geïnstalleerd die in verbinding staat met de straatverlichting op het Sint-Veerleplein. Elke keer het licht langzaam knippert, is er een kind geboren. Misschien “zien” jullie wel tijdens het stappen een Gentenaarke geboren worden.
In de uithoek van het plein staat een prachtige barokke gevel met 3 grote beelden: een beeld van Neptunus met een drietand op de centrale cementboog. De sokkel waarop die staat, wordt gedragen door geblokte, ionische pilasters. De figuren links en rechts stellen de Schelde en de Leie voor. De gevel straalt verder van beneden tot boven zee en water uit, het mag je dan niet verwonderen dat dit de Oude Vismijn is van Gent. In 2010 onderging de Oude Vismijn een grondige renovatie na jarenlange leegstand. Momenteel zijn er feestzalen (totale capaciteit van 1400 personen), brasserie en de toeristische dienst van de Stad er gehuisvest.
We wandelen over de hoofdbrug waar we links aan de overkant een gele houten gevel vinden: De oudste gevel van Gent. De gevel helt naar voor toe voor een betere afwatering tijdens de regen en ook om de grondlasten zo laag mogelijk te houden. De kleur van de gevel is Isabella-geel. Volgens een legende is de vuilwitte kleur genoemd naar Isabella van Spanje (1566–1633), landvoogdes van de Zuidelijke Nederlanden. Tijdens het Beleg van Oostende in juli 1601had zij gezworen haar hemd niet te vervangen tot de stad was ingenomen. Het beleg duurde echter drie jaar, waarna haar hemd een gelige kleur had aangenomen.
Wist je dat je zonet liep op onze oude toegang naar de zee: De Lieve werd in 1251 met de hand gegraven van hier tot Damme. Ruim 300 jaar was dit de enige waterweg naar zee!
Kijk nog eens omhoog naar de Gevel van de Gekroonde hoofden, voor we linksaf slaan. Ze bevatten beeltenissen van 14 Graven van Vlaanderen. Wie kan de Keizer Karel terugvinden op de gevel?
De wandeling wordt verdergezet naar Koren- en Graslei. Elke toerist die Gent bezoekt heeft minstens op 1 van de 2 kaaien gestaan. We lopen achtereenvolgens langs het Achterhuis “De Wapens van Zeeland”, het Gildehuis Den Enghel, het Romaans stapelhuis “Spijker”, het Tolhuisje, het Cooremetershuys en het Gildehuis der Vrije Schippers. Het huis van de Vrije schippers is momenteel het havenhuis van North Sea port. Staat de deur open, ga gerust even binnen kijken. Het loont zeker de moeite.
Op het einde treffen we het voormalige postgebouw van Gent “Post Plaza” aan. Het gebouw werd gebouwd tussen 1897 en 1910. Qua stijl lieten de architecten zich voor een deel inspireren door de laatgotische architectuur van het Huis van de Vrije Schippers op de Graslei, waar het postgebouw bij aansloot. Verder stopten ze ook nog neogotische elementen in hun ontwerp, maar daarnaast bedienden ze zich van moderne technieken. Bovenaan het postgebouw werden de hoofden aangebracht van alle staatshoofden die toen aan de macht waren, tot de Turkse sultan toe. Momenteel doet het gebouw dienst als Albert Heyn, shoppingcenter en hotel. Vooral de cocktailbar “The Cobbler” op de eerste verdieping is een bezoekje meer dan waard. Je keert er terug in de tijd van Titanic en de beginjaren van het postgebouw.
Vóór ons treffen we de Sint-Michielsbrug aan. Deze majestueuze brug over de Leie werd ook gebouwd voor de tentoonstelling van 1913 en moest als een soort belvedère dienen van waarop de toeschouwer een weids uitzicht had over de binnenstad. Midden op de brug staat een bronzen beeld van de aartsengel Michiel die de duivel ervan langs geeft, een werk van de Gentse beeldhouwer R. Rooms.
We wandelen rond de Sint-Michielskerk. Reeds in 1105 stond op dezelfde plaats aan de Leie een kapel, opgericht door de Sint-Baafsabdij. Deze abdij was in die tijd in competitie met de Sint-Pietersabdij, de andere Gentse abdij die in het stadscentrum de toenmalige Sint-Janskerk (nu Sint-Baafskathedraal) en de Sint-Niklaaskerk had laten optrekken. De huidige kerk in laatgotische stijl werd begonnen in 1440 en in feite slechts in 1825 afgewerkt.
Van de romaanse kerk, die hier ontstond rond het einde van de 11e eeuw, zijn er geen duidelijke overblijfselen meer. De 13e eeuw was erg desastreus, met verscheidene branden. In 1440 werd beslist om een volledig nieuwe kerk te bouwen, in laatgotische stijl.
Er is echter nooit een toren op de kerk geplaatst vooral om financiële redenen. Er zijn wel verschillende ontwerpen geweest. De laatste is van rond de wereldtentoonstelling. Het eerste ontwerp van Livinus Cryl is van 1662. Die toren zou 134 m hoog zijn. In 1913 werd er opnieuw een aanzet gegeven door Valentin Vaernewijck om de toren af te werken. Het plan is echter nooit van de grond geraakt. Gelukkig is de toren nooit afgewerkt, want recentelijke studies tonen ook aan dat de fundering niet sterk genoeg is om een stenen toren van 134 meter hoog te dragen.
Via smalle straatjes wandelen we verder richting Veldstraat. Voor we de Veldstraat ingaan, gelieve ook even naar beneden te kijken aan de gevel van het linkse hoekhuis op de hoek van de Volderstraat met de Veldstraat. Daar vind je 3 Stolpersteine (struikelsteen) die ons de executie van de familie Bloch doen herdenken (Sophie Loeb-Bloch, Marcel Levy, Margueritte Bloch).
De naam struikelsteen is de vertaling van het Duitse woord ‘Stolperstein’. Een struikelsteen is een gedenkteken ter nagedachtenis van een slachtoffer van het nationaalsocialisme tijdens WOII. Het is een kasseivormige steen van 10×10 cm, bedekt met een messing plaatje waarin de naam, geboortedatum, deportatiedatum en eventueel plaats en datum van overlijden van het slachtoffer zijn gegraveerd. De struikelsteen wordt in het voetpad geplaatst ter hoogte van waar het slachtoffer woonde, werkte, studeerde of veel tijd doorbracht. Sinds de eerste steenlegging in Duitsland in 1995, liggen er in Europa nu al meer dan 90.000 steentjes verspreid over meer dan 25 landen. In Gent liggen er momenteel 30.
We wandelen door naar het imposante bankkantoor in de Volderstraat: de Bank van de Arbeid. In 1923 opende de Bank van de Arbeid de deuren in het centrum van Gent. Gedurende elf jaar konden arbeiders hier met hun spaargeld terecht. Korte tijd later, in 1934 moest de bank de deuren sluiten en verloor het gebouw zijn oorspronkelijke functie.
Sogent, het Gentse stadsontwikkelingsbedrijf kocht het pand in 2011 en renoveerde het verder tot een hedendaagse kantoorruimte, met behoud van heel wat originele elementen. Een geslaagde herbestemming. In de voormalige lokettenzaal en kluizenzaal worden tentoonstellingen georganiseerd, die vrij toegankelijk zijn.
Via de Kalandeberg (waar de langere afstanden ons verlaten) gaat het verder richting de rustpost in Sint-Bavo. Wist je dat dit ooit een fabriek was van Ferdinand Lousbergs, een bekende textielfabrikant uit Gent. Hier stond destijds een moderne katoenspinnerij en weverij en er werkten 1500 arbeiders. In de jaren 30 van vorige eeuw sloot te fabriek definitief en werden de gebouwen ingenomen door het Sint-Bavohumaniora.
Voor de rustpost zette de langere afstanden nog koers richting Krook. Deze wijk is onlangs volop vernieuwd. De bibliotheek is reeds enkele jaren in gebruik. Vanaf volgend jaar openen een nieuw mediacentrum en een concertzaal in het oude Wintercircus Mahy. Het Wintercircus werd gebouwd in 1894, na een brand in 1920 werd het herbouwd in 1923. De laatste voorstelling was er in 1944 en daarna deed het dienst als garage. Het gebouw heeft een 20 tal jaar leeggestaan en wordt kortelings opnieuw geopend voor het publiek..
Vanaf hier gaat de 9 km verkort naar de rustpost terwijl de 12 km langs de achterzijde van “de Vooruit” verder gaan. Het Feestlokaal van Vooruit werd ontworpen door Ferdinand Dierkens en werd gebouwd tussen 1911 en 1913. Het gebouw is genoemd naar de socialistische verbruikersorganisatie (of coöperatie) Vooruit (1891-1970), die door onder anderen Edward Anseele uit de grond werd gestampt om de fabrieksarbeiders te beschermen tegen de labiliteit van het grootkapitaal. In de “kunstentempel Vooruit” konden arbeiders tegen erg democratische prijzen eten, drinken en van cultuur genieten. Sinds 1982 wordt het feestlokaal gebruikt door vzw Kunstencentrum Vooruit. Zij organiseren in de 5 belangrijkste zalen van het gebouw (Balzaal, Theaterzaal, Domzaal, Concertzaal en het Café) talrijke evenementen zoals debatten, literatuuravonden, concerten, party’s, podiumvoorstellingen, dans. Verschillende kunstvormen en -disciplines krijgen een plek in het gebouw.
De wandeling gaan nu verder langs het Cité De Hemptine richting Muinkpark. Het park is 1,3 hectare groot en aangelegd in Engelse landschapsstijl. Het is het enige restant van de 19e-eeuwse Gentse dierentuin. Leeuwen, een poema, papegaaien, apen, struisvogels, een krokodil en een olifant waren echte publiekstrekkers. Tegelijk vonden ook gewone dieren zoals kippen, ganzen, eenden, schapen en konijnen een plaats in het dierenpark. Op het einde van de negentiende eeuw verminderde de belangstelling voor de dierentuin sterk. De Stad Gent kocht de gronden in 1905 aan en verkavelde ze. Het Muinkpark bleef bestaan en kreeg vorig jaar een extreme make-over. Verschiet niet als je olifanten, pagegaaien of zelfs een krokodil in het water ziet liggen.
De nog overgebleven restanten van de verkaveling in 1905 is het Cité De Hemptine waar de wandelaars reeds doorgingen. Het zijn 2 beluiken met goed onderhouden en nog bewoonde rijhuizen in neotraditionele baksteenstijl, ingeplant op een dambordschema. Ze zijn opgericht als arbeiderswijk door Eugène de Hemptinne.
Na het Muinkpark gaat de wandeling door het Zuidpark verder richting Gent-Zuid. De benaming “Zuid” komt van de plaats waar ooit het eerste treinstation van Gent gevestigd was: het Zuidstation. Dit station werd in 1837 ingehuldigd tegelijk met de spoorlijn Gent-Mechelen. Het station gaf later zijn functie af aan het station Gent-Sint-Pieters en sloot in 1928 definitief. Het stationsgebouw werd in 1930-1931 afgebroken. Voor de 12 km is het ook tijd voor een pauze. We stappen wat verder door, richting rustpost.
Na de innerlijke mens gesterkt te hebben, zetten we verder koers richting hartje Gent. We lopen langs de eerste stadsomwalling van Gent uit 1100. De straat is onlangs opengelegd en volgt een deeltje het traject van de oude stadsmuur.
Op die plaats vestigde in de jaren 1400 de familie Van der Sickelen. Hun Gentse patriciërswoningen bleven bewaard als de Achtersikkel, Kleine sikkel en Grote Sikkel. Het parkoers van dit jaar gaat eerst langs de Kleine sikkel om vervolgens aan het hekken van de Achtersikkel te passeren. Wist je dat een eigen waterput, eigen kapel (en dat op paar 100m van de Sint-Baafskathedraal) en 2 torens getuigen van pure luxe. Ook het feit dat hun gebouwen in steen werden opgetrokken bewijst dat het personen met een welgesteld vermogen waren. De uitdrukking “steenrijk” bevestigt dit vermoeden.
Een “Gent bij Nacht” zonder de 3 toren van Gent bestaat niet. Het eerste exemplaar is de Sint-Baafskathedraal. De kathedraal is de thuisbasis van het gekendste kunstwerk van Gent “Het Lam Gods”. Het Lam Gods is een meesterwerk van de Vlaamse Primitieven. Het werk was aangevat door Hubert van Eyck, maar die overleed in 1426. Jan van Eyck werkte het verder af. Wellicht heeft Hubert het meeste van het werk gedaan (Jan van Eyck was in de periode voor 1430 vooral op diplomatieke missies). Het was bedoeld voor de kapel van de opdrachtgever Joos Vijd (Vijdkapel) en zijn vrouw, Elisabeth Borluut. In 1934 werden twee panelen gestolen, het is één van de bekendste kunstroven in België. Eén van de panelen werd terugbezorgd en het andere, voorstellende «De rechtvaardige rechters», uiterst linksonder gesitueerd, werd nooit teruggevonden. Een goed jaar geleden kreeg het werk een nieuwe locatie in het betalende deel van de Kathedraal. In de crypte krijg je als bezoeker een virtual reality beleving.
Wat nu volgt zijn de Gentse Winterfeesten. Een aaneenschakeling van kerstkraampjes, kermisattracties in kerstsfeer en een overdekte ijspiste. Voor we deze bereiken, passeren we nog rechts van het Belfort en de Lakenhalle.
Het Belfort weerspiegelt de macht van de stad in de Middeleeuwen: ze is niet alleen de hoogste toren van de 3, ze bezit bovendien ook het uurwerk op de toren. Wie meester is over de tijd, heeft macht. Nog steeds als de klok van het Belfort de foute tijd aangeeft of stilvalt, is dat in Gent wereldnieuws. De toren kreeg net voor 1913 haar huidige spits als vervanging van de oude gietijzeren spits. De huidige vorm is gebaseerd op een middeleeuws ontwerp. De draak bovenop de toren moet de stad en haar inwoners beschermen tegen onheil. De huidige draak waakt reeds 43 jaar over de stad. In 2018, tijdens de Gentse Feesten, spuwde de draak op het belfort na 199 jaar opnieuw vuur. De installatie is niet permanent aanwezig maar aangekocht door de Stad Gent en kan bij speciale gelegenheden opnieuw in dienst gesteld worden. Haar voorgangsters staan tentoongesteld in het Belfort.
De Lakenhalle aan de voet van de Belforttoren getuigt van het roemrijke verleden van de lakenindustrie in Gent. Naast het graan, maakte het laken tot wat Gent nu is. In de zolderverdieping traint de Sint-Michielsgilde nog wekelijks. Als schermersgilde is ze tevens ook de oudste Gilde van Stad Gent.
Aan de achterzijde van de Lakenhalle zie je bovenaan een groot Bas-Reliëf van een man die zuigt aan de borst van een vrouw. Dat is de Mammelocker. De mythe gaat terug in de tijd van toen dit gebouw nog de stadsgevangenis was. Een misdadiger kreeg als doodstraf de hongerdood. Zijn dochter (die net bevallen was) bezocht hem dagelijks in de gevangenis in afwachting van zijn dood. Toen de man na weken geen eten te hebben ontvangen toch verdikte, begonnen de bewakers zich vragen te stellen. Ze hielden de dochter in de gaten. Tot hun grote verbazing zagen ze dat bij elk bezoek de man moedermelk van de dochter kreeg. Ze vonden dit zo een mooi gebaar dat de man gratie kreeg en de gevangenis mocht verlaten.
Vervolgens wagen we ons op glad ijs op de ijspiste onder Stadshal. Deze hal werd een 10 tal jaar geleden gebouwd. In de dakconstructie zitten vormen van het stadhuis en de lakenhalle verwerkt. Er zitten 1000 kleine vensters in de dakconstructie die zorgen voor een speciale lichtschakering onder de stadshal.
Aan de ijspiste slaan we linksaf richting de Werregarenstraat. De Werregarenstraat is al bijna 30 jaar gekend als ‘t Graffitistroatje en is een Graffiti gedoogzone. Ontstaan als graffitiproject in 1995 tijdens de Gentse Feesten. Er geldt maar 1 regel voor de Graffitikunstenaars: “Respecteer de werken die beter zijn dan die van jou”. Deze zomer werd het graffitistraatje nog volledig blauw geschilderd. Dit om kort daarna opnieuw vol te laten schilderen door Graffitikunstenaars.
We naderen de Vrijdagsmarkt. Daar splitsen tevens de afstanden opnieuw. In het midden prijkt het standbeeld van Jacob Van Artevelde, een middeleeuwse staatsman en lakenhandelaar. Tijdens de 100-jarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland, zorgde Jacob ervoor dat er opnieuw kon handel gedreven worden met Engeland. Deze handel in Engelse wol was noodzakelijk om het Vlaamse laken te kunnen blijven produceren.
Al meer dan 100 jaar pronkt Ons Huis op de Vrijdagmarkt in Gent. Samen met haar aangrenzende zustergebouw van Bond Moyson/Groote Magazijnen, de zorgkas in de volksmond, torent het hoog boven de omliggende panden uit. Ons Huis is verheven tot een statement.
Het is in dit gebouw dat de Gentse Socialisten in de negentiende eeuw toekwamen en waar ze het hoofdkantoor van hun beweging neerzetten. De coöperatieve Vooruit zorgde dat de arbeider meer bereikte door samen te werken met elkaar. De gebouwen dateren uit 1899 en 1902. In Ons Huis werden de studie-, vergader- en ontspanningsactiviteiten georganiseerd. Op de benedenverdieping was er lange tijd een café, boven waren (zijn) er vergaderzalen, een bibliotheek en een feestzaal waar ook theatervoorstellingen werden georganiseerd.
Sint-Jacobs gepasseerd, splitsen de wegen opnieuw: de 9 km gaat verkort via Baudelopark, terwijl de 12 km koers zet richting “Portus Ganda”. Deze kunnen we bereiken door te passeren aan de Kalvermarkt en de Oude Beestenmarkt. Sinds vorig jaar werd de in 1960 dichtgegooide Nederschelde (Reep) weer opengelegd. Hiervoor werden een aantal nieuwe bruggen gebouwd waaronder de Sint-Bavobrug. Omdat er dan een waterniveauverschil van 1 meter ontstond, werd onlangs de Scaldissluis gebouwd.
We naderen langzaam maar zeker de plek waar Gent is ontstaan. In de 7de eeuw stichtte Amandus van Gent hier de Sint-Baafsabdij, in een poging de inwoners van Ganda te bekeren. Vele eeuwen later liet Keizer Karel de oorspronkelijke abdijgebouwen grotendeels afbreken om er het beruchte, nabijgelegen, Spanjaardkasteel te bouwen.
De vroegere abdijkerk is opnieuw helemaal herrezen, niet in steen, wel in het groen. Vijf meter haagbeuk zuilen evoceren de verdwenen kerk. Waar vroeger het altaar stond, prijkt nu een betonnen podium, klaar om artiesten te ontvangen. We wandelen door de Groene Kerk richting de plaats waar ooit het Spanjaardkasteel stond. Momenteel blijven van dit gigantisch kasteel enkel de Spaanse Gouverneurswoning en enkele ruïnes over. Als we het water opnieuw oversteken, kijk zeker links naar de kaaimuren aan de overkant. Daar zijn nog stenen van het voormalig bastion te vinden. Via de Baudelokaai verwelkomen we de 9-km stappers opnieuw om samen uit te komen aan het Industriemuseum. Langzaam zakken we af richting Patershol.
Het Patershol is één van de oudste wijken in Gent en heeft zijn gesloten stratenpatroon uit de middeleeuwen bewaard. Eind de jaren 1900 werd het Patershol met zijn oud nauw stratenpatroon geleidelijk een achtergestelde buurt of getto. Tot in de jaren zeventig bleef die toestand bestaan, waarna de oude wijk dankzij zijn oude uitstraling weer opgewaardeerd werd. Vandaag de dag is de wijk vooral bekend om zijn vele gezellige en goede restaurants.
Vervolgens wandelen we langs de kloosterkerk van het Augustijnenklooster. De wieg van de Augustijnen werd opgericht in 1296, toen de bisschop van Doornik deze predikers toestemming gaf een klooster te bouwen. Het huidige klooster beslaat slechts een derde van zijn oorspronkelijke oppervlakte. De kloosterkerk, met voorgevel in de Sint-Margrietstraat, is naar het westen georiënteerd en de sacristie in de noordwesthoek. Aansluitend achter de kerk in het zuidwesten, staat een kruisgang rondom een vierkante binnentuin met aan de westkant een vleugel, het voormalig ziekenhuis dat uitziet op de Augustijnenkaai en waarvan de driehoekige voorhof met een muur afgesloten is. Het binnenpleintje ten zuiden van de kerk is langs de straatkant afgesloten door het spreekhuis en in het zuiden door de vleugel met bibliotheek. Tegen de noordelijke kerkgevel bevindt zich de aanbouw van één bouwlaag met de Heilige Ritakapel en de Sint-Niklaaskapel van circa 1950. In de Heilige Ritakapel bevindt zich een groot aquarium. Dat aquarium alleen al is een bezoekje aan de kerk meer dan waard.
Vervolgens komen we aan een stukje “nieuw Gent”. Op de oude brandweerkazerne in de Academiestraat is nu een nieuwe woonwijk gevestigd. Na meer dan 100 jaar verhuisde de brandweer in 2007 naar een kazerne aan de rand van de stad. De oude toegangspoorten van de brandweerwagens en de ijzeren toren om de brandslangen te drogen zijn echter hier behouden gebleven.
We steken vervolgens opnieuw de Lieve over via De Brug der Keizerlijke Geneugten. De brug werd in het Keizer Kareljaar 2000 over de Lieve gebouwd, met beelden van Walter De Buck (1934-2014, Gentse beeldhouwer en kleinkunstenaar), die verwijzen naar verschillende legendes over het leven van Karel V. We komen op het volgende plein ook het standbeeld van de Keizer tegen. Een beeld dat geschonken is aan de Stad Gent door de Spaanse stad Toledo.
Het Prinsenhof was een gigantisch groot kasteel (13de eeuw). Het telde meer dan 300 kamers, had een lusthof, vijvers en een dierentuin. Nu rest enkel de noordelijke toegangspoort (de “donkere poort”) van dit majestueuze kasteel. Enkele jaren geleden werden in deze buurt restanten gevonden van de buitenmuren van het kasteel tijdens verbouwingswerken.
Het wandelparkoers gaat verder langs het standbeeld “De Stroppendrager” gemaakt door kunstenaar Chris Demangel. Pittig detail is dat “De Stroppendrager” uitdagend kijkt naar de poort van het Prinsenhof, de geboorteplaats van Keizer Karel die hem letterlijk en figuurlijk de strop om deed.Het laatste hoogtepunt van deze tocht is het Rabot. In 1488 maakte Maximiliaan Van Oostenrijk hier gebruik van een zwakke plek in de stadsverdediging om Gent in te nemen. Toen zijn leger na 40 dagen beleg, onverrichter zake terugkeerde, maakte het stadsbestuur daarvan gebruik om het middelste gebouw met twee torens te versterken. Het prachtige gebouw werd onlangs gerestaureerd.Tenslotte komen we opnieuw aan waar alles begon vandaag: de startzaal. Geniet even mee met wat foto's(niet veel genomen wegens de regen)
Een mooie stadswandeling, jammer van het slechte weer. Toch nog 2734 deelnemers.
|