Bewegingsfluisterende gedachtendans Welkom op mijn Blog over: "Mind Talks" en "Body Blues" of: "dansende kleuren"... .
19-02-2009
Als het kind kind was...
Als het kind, nog kind was, liep het met hangende armen, zag het een gracht als beek, een beek als een stroom, en was een plas de zee... .
Als het kind, nog kind was, wist het niet dat het kind was, alles had een ziel bij hem, en alle zielen waren gelijk.
Als het kind, nog kind was, had het over niets een eigen mening, had het ook geen vaste gewoonten, zat het altijd in kleermakerszit, liep het vanuit het staan, had het een krul in zijn haar, en maakte het geen gezichten, bij het fotograferen... .
Als het kind, nog kind was, kwam de tijd met de volgende vragen: waarom ben ik zoals ik ben, en waarom ben ik niet zoals jij? Waarom ben ik hier, en waarom ben ik niet daar? Wanneer begon de tijd, en waar eindigt de ruimte? Is dit leven onder de zon, niet slechts een droom? Is wat ik zie, hoor en ruik, niet slechts de schijn van, een wereld voor de wereld? Bestaat het kwade wel degelijk, en ook mensen die echt boosaardig zijn? Hoe komt het dan dat ik, die ik ben, die niet was voor ik die werd? En wat, als ik, in mijn ik die ik word, ik mezelf niet meer ben...?
Je bent ingebroken in mijn ziel, toen. Je wist niet wat je er zou vinden. De jaren hebben ons ontmaskerd. Nu, begrijp je me, maar, niet meer je zelf... . Het regent in onze zielen... . Vanuit die aanblik, doet alles spijn. Zelfs als ik naast je zit, en jij ergens achter me, hoop ik dat je mij ontwaart. Jouw pijn, mijn pijn. Jaren van verloochening. Wie zijn wij geworden...? Waar wilden wij, werkelijk naartoe...? Wie, wat, droeg ons tot daar...? Zullen zij ons blijven volgen...? Nu we eerder heel alleen zijn, kijken we vooral uit naar bezoek. De bezoeking van toen wordt vaag. De leegte is werkelijkheid geworden. Jou ziel heeft me indringend beroerd. Jouw zijn in ruil voor het mijne. Er rest me nog de blauwdruk ervan, maar ook het gemis en diep verdriet... . Wat biedt ons de toekomst? We zijn eindigend, vluchtig, vlugger dan verwacht... . Alles leek indringender, dan het werkelijk was... . Gemis, vul je niet met "negeren", tekort, ook niet met "ontdoen". Zin, in de betekenis die we er samen zouden aan geven... . Volwassenheid: zijn door loslaten... . Laten betsaan zoals zij, hij is. 'Zijn', omdat alleen dat liefde is. Jij, jij blijft voor mij een uniek 'liefdeswezen', de mooiste ooit: mijn herinnering... .
Een maand voorbij, een gecomprimeerde tijd wat emoties betreft, een eeuwigheid in de materieel aardse zin. Hoe ik me voel vond ik het best vertaald in een gedicht van Broodhaers.
Ik ben een boom van groei afaan ben ik van blad tot blad bekeken Toen heeft iemand een luis ontdekt op een van mijn bladeren Nu word ik omgehakt
Het is me de uitdaging wel opnieuw zin te moeten geven aan je leven, met een steeds weerkerende gedachte als: "het liefdeleven tot nog toe heeft geleerd, met liefhebben doe je niets verkeerd". Dat blijkt ergens niet meer op te gaan. De moderne tijd heeft andere waardeschalen. De oppervlakte wordt steeds groter, de diepgang vaak als benauwelijk beschouwd. Dat zal allicht een zeer persoonlijk gevoel zijn, maar recente gebeurtenisssen tonen toch aan wat oppervlakkigheid met zich kan meebrengen, als een verdekte vorm van een intens verlangen naar inhoud en diepgang, die voor de een of andere reden niet ingevuld of aangereikt wordt. Dan ontstaan echte drama's, waarbij enige bezinning zeker op zijn plaats is. Mijn persoonlijk drama is dit van een moeten loslaten en aanvaarden, gemengd met onzekerheid, een zekere mate van onredelijkheid, de smaak van verlies en ongeloof. Wat ik allemaal al in mijn leven heb bedacht om een beter en mooiere mens te zijn, wordt nu in vraag gesteld, moet ik nu eens te meer zien gestalte te geven, en uit te dragen in vormen van vriendschap en vertrouwen. Ik zal mijn best doen me aan die afspraak te houden. Ik ga mijn syllabus over mijn bewegingsleermethode "Mind in-Tens(t)ion" uitwerken en aanbieden aan wie daar baat kan bij hebben. Het is Mindfulness, maar met lichaamsbesef als uitganspunt. Misschien is dit dan toch mijn ding, dat waar ik al zo enorm veel jaren mee begaan ben, doch nooit helemaal juist mee naar buiten kwam. Ik hoop dat jullie me blijven volgen, dat we samen verder onze levens zin geven en inhoud, en dat we altijd toch de voorkeur geven aan vergeven en begrijpen, dan aan oordelen en misprijzen. Dank voor uw aandacht.
Beste lezer-bezoekers, vrienden, bekenden en of passanten,
Het is weer zo ver, het is weer kerst en nieuwjaarke zoete... . Temidden van al het feest gedruis, of wat er gezien de vele soorten crisissen zal van overblijven, hou ik er toch aan u allen vredige gevoelens toe te wensen, een vrolijk tikkend goed hart, en een hoofd dat zich geen zorgen maakt over onbenullige problemen. Als alles opdroogt, zie je de bergen die onder de oceaan verborgen liggen. Missschien is de gehele wereldwijde crisis gewoon een soort natuurverschijnsel om ons terug tot de essentie te brengen... . Ik wens u allen geluk en gezondheid, geloof en vertrouwen, rust en vreugde, genot en blijheid. Moge 2009 verrijkend zijn en nieuwe creatieve wegen openen voor ons allen.
Ik heb me weer eens aan mijn PC gezet, om even nog maar iets te schrijven. Een tijd geleden werd ik gevraagd om model te zijn voor een beeldhouwwerk. Ik zou echter afgegoten, of beter, afgeplaasterd worden op mijn voor- en achterkant, om dan als afgietsel met beide hoofdzijden tegen elkaar, gemonteerd te worden op een oude houten ladder. Het moest een evocatie worden op de eerste wereldoorlog met zijn vele duizenden slachtoffers. Het eindresultaat heb ik zelf niet gezien, al is het intussen reeds tentoongesteld geworden. Toen ik daar lag, naakt en op een eerder killig oppervlak enkel met een wit doek bedekt, had ik niet door dat het een werkje van uiterste voorzichtigheid en strikt stil liggen zou worden. Je ligt daar en men plaatst zwachtels op je, doordrongen met een speciale soort plaaster, om zodoende elk detail te kunnen weergeven van je huid en lichaamsvormen. Dan wordt dit verstevigd met dikkere pleister, om uiteindelijk dit geheel stabiel te verankeren aan lange houten latten, die ook weerom met een nog dikkere plaasterpasta aan het vormmodel gehecht worden. Dan kom je stilaan van die moule los door te bewegen, en ik verzeker je, het is hier en daar vrij pijnlijk, vooral als je haartjes erin blijven plakken. Ik had me, zo dacht ik althans, vrij goed over mijn gehele lichaam geschoren. Maar al gaat het mesje nog zo snel..., de plaaster achterhaalt het wel... . Wat ik bijzonder vond eraan was, dat ik heel onbeweeglijk moest zien te blijven, en ook mijn adem enorm sterk onder controle moest weten te houden. Ik ken mijn lichaam vrij goed en weet het ook zich naar mijn geest te doen voegen. Toch is een uur een lange tijd, en dit telkens voor één kant. Je moet zen worden, en dat was er nu percies zo bijzonder aan. Uiteindelijk waren de meester beeldenmakers verbaasd dat ik zo roerloos blijven kon. Voor mij is de grootste kunst van bewegen dan ook die van het niet bewegen. Er is geen zichtbare beweging meer, maar elke spier is in actie om binnen de juiste verhouding aan spierspanning tussen strek- en buigspieren, je gehele lichaam schijnbaar onbeweeglijk te houden. Ik moet toegeven dat ik zelf ook wel trots was dat ik dit dermate gecontroleerd kon volhouden. Het is een hele inspanning, maar het werkt ook erg bevrijdend. Mijn eigen lesmethode is daar trouwens op gericht. Bij welke bewegingsopbouw ook, vraag ik altijd de adem perfect gelijkmatig te houden, zoals ze dat van nature doet, en de inspanning aan die gelijkmatigheid aan te passen en niet omgekeerd. Die attitude noem ik "centering", al werk ik ook rond een vorm van pure fysieke centering, of bewustwording van de invloed van de zwaartekracht die op ons inwerkt, en hoe je daar het best mee omgaat. Uiteindelijk is elke beweging een veelvoud van dit soort gecenterd zijn, zoals de afwijking tegenover het Noorden op een scheepscompas. Dit Noorden en die centering houden je bewustzijn gaande, en zo kom je dan ook niet meer doelloos in beweging, en, of leer je een niet bewegen ook ervaren als voluit bewegen. Het is een binnen deze yoga, bewogen jezelf zijn. Steeds nieuw, nooit af, als een dans vanuit de Metaconcentratie. Actieve relaxatie! Een rustpunt in het te overhaaste dagelijkse bestaan.
Gisteren zondag,was ik in onze zeilclub om foto's te nemen van de Laser - apero wedstrijd. Na het windstille uitstel, ging elke zeiler de strijd aan met zich zelf, om op de juiste wijze het parcours af te leggen, de nodige boei te ronden aan de juiste kant, om daarna na te genieten van de deugddoende inspanning, bij een glas Cava en een inkomende sunset. Ik, wilde en de zon vangen, en een meeuw! Toen ik de foto nadien bekeek op mijn PC, moest ik even blozen. Photoshop mocht in de kast blijven (liefst van al), het was me gelukt. Zie nu toch zelf... .
Ik wil even een stukje uit een gedicht van een vriend dichter, Dirk De Bosschere aanhalen:
De zon taant, wind wakkert aan en wolken pakken samen koele dagen in tot vroege avonden.
Dank je wel, Dirk!
Kom even binnen bij je zelf en geniet van dit moment... .
luchtmacht. We gaan ook nog even tot aan het clubhuis, waar we een voorlopige code krijgen, omwille van het late uur van inkomen.
We ruimen op, kuisen zowaar zelfs, omdat morgen Eriks vader aan boord komt om met ons mee te varen naar Brugge. Dat dit samenvalt met de verjaardag van onze captain is dan ook een treffer. We gaan naar bed op een gezegend uur, en werden door Wouter aangemaand, met ons drieën buiten in de kuip te slapen. Zo geschiedde . Hoofdkussen nat, rugzijde slaapzak nat, T-shirt klam, geen manoeuvreerruimte. Erik op een bank, Wouter op de kuipbodem, ja waarlijk, ik voel me als een bangelijke hond in een porseleinenwinkel.Maar, de nacht was bijzonder, de lucht heerlijk en fris, de geluiden vrij aangenaam, kortom, het leek me allemaal doenbaar . Bij het ochtendkrieken nam ik wat fotos van de opkomende zon. Licht is iets heel belangrijk in mijn leven, en daar is een reden voor, die ik hier niet verder uit de doeken doe. Ze is heel verreikend voor wie er voeling kan mee hebben. Ze kan ook belastend zijn, vandaar. We lagen op een leuke plaats, met naast ons twee indrukwekkende dames, op een al even indrukwekkende boot die, zo bleek achteraf, voor hen moeilijk hanteerbaar was. Erik heeft hen zowaar van plaats verwisseld omdat ze met de wind geen raad wisten. Goed buurt-man-schap . Zoals voorzien kwamen vader Piet en zijn vriendin Monique zich melden voor de overtocht naar Brugge (BZYC). Waar we geen rekening hadden mee gehouden, was de angst die Monique had voor onzekerheid, water en wiebelende pontons. Om een lang verhaal heel kort te maken werd Monique met alle mogelijke afleidingsmiddelen aan boord gebracht, bewogen tot de afvaart, gesmeekt enig begrip te hebben voor een doorvaart, en een kundig humeur aan de dag te leggen, teneinde Zeebrugge zonder kleerscheuren (lees: nat pak) aan te doen. Wouter en ik hebben voor de nodige animo gezorgd. Lopend van voor naar achteren, in de voorpreekstoel zittend zwengelen, over boord kijkend met duikeend allures, kletsend ten honderd uit, arcordeon spelend (ja, Wouter speelde er elke dag op aan boord!), en buitenboord zwiebelend, tot en met aldus, op het water wandelend (waarover we het Olympisch comité willen aanspreken in de toekomst ). Er werd enorm gelachen, ja zelfs gejubeld, tot tranen toe.Dit is allemaal op film vastgelegd voor het nageslacht. Met wat sterk water erbij zal het langer bewaren en eens zo hilarisch zijn. Beware for copying it! Wouter en ik hebben er alle rechten op. Trouwens, je moet de juiste schoenen aan hebben, het exacte kleur T-shirt, de gepaste broek en liefst heel erg graag nat worden. Je kan ook in de leer komen, tegen royale betaling natuurlijk. Voor deze kunst van eigen bodem mag wat opgehoest worden, nietwaar ! Enfin, we kwamen goed aan in Brugge. Het doorsteekkanaal was een en al verlatenheid, met enkel een onstabiel varende rivierbootin ons zog. De beide bruggen van Dudzele gingen als vanzelf open, wat erop wijzen kan dat men zeezeilers toch weet te waarderen.Dr.No is ook niet nieuw op deze wateren. Bij aankomst was in onze club net aanvang genomen met de locale wedstrijd 18 uur zeilen. Dit zou lopen van 18.00 uur tot de volgende dag 12.00 uur. Wij, genoten aan boord, van een dronk op de fijne reis, met de familie van Erik en enkele vrienden. De avond was vervult met disco muziek en minder duidelijke spreektaal, daar het bier weelderig werd gesmaakt. Ik danste me nog een blaar of twee, na de heerlijke BBQ. Toen gingen we even horizontaal, om wat te rusten .Na 6 dagen onder helling kan dat deugd doen! De nacht was korter dan gewoonlijk, de ochtend frisser dan verwacht, de wind slapper dan ooit, en al had men de avond voorheen de wedstrijd hiervoor ook al stilgelegd, toch waren de weergoden niet bereid deze goddelozen meer Beauforts toe te kennen dan ze eigenlijk verdienden. Maar de ochtendstond was schitterend, de zon volop van de partij, de feestvreugde alom. Die laatste nacht aan boord was de zegel op een belevenis die je moeilijk onder woorden kan brengen. Een ervaring die je weerom rijker maakt als mens en sociaal wezen. Een geschenk dat je, je leven lang koestert om zijn open eerlijke waarde, omwille van de mensen die je dit hebben aangereikt. Ik heb geleerd dat ook jonge mensen heel erg wijs kunnen zijn en zeer besluitvaardig. Ik heb weerom geleerd dat ik iets weet, maar nog heel veel kan en moet leren. Ook is het duidelijk dat vriendschap iets is waar aan gewerkt moet worden, maar dat dit dan weerom een steeds grotere meerwaarde aan vreugde en voldoening biedt. Ik zeg Erik en zijn vrouw Kristine, zijn zoon Wouter en dochter Anneleen, dan ook: dank je wel voor zoveel zeer zinvolle zeemijlen.
We zijn vrijdag, visdag, maar voor ons oversteekdag, n° 87 voor Erik, voor me zelf de 12de. De ochtend is volledig betrokken. Er schijnt een wanhopig melkwitzonnetje door de mistige nevel die over het water hangt. Als we om 11.15 u de haven verlaten, koers 100°, zetten we meteen de radar aan. Je kan beter voorkomen dan genezen. Zelf zien is ook vaak gezien worden! Alsof ze ons iets willen komen zeggen, zien we om 13.00 u weerom dolfijnen. Dit keer grijp ik mijn camera op tijd, richt ik bij toeval ook nog juist daar waar ze opnieuw opduiken, en heb eindelijk een plaatje van deze wonderlijke dieren. Ja, ik ben een beetje fier om mijn snelle reactie. Roerganger en fotograaf, geloof me, dat is een bezwaarlijke combinatie in zon situatie. We komen intussen over de South Falls. Het is er slechts 15 meter diep . . Koers 120°. We hebben de gewoonte om bij mindere vaart een vislijntje te trekken achter de boot. Soms bijt er zich iets vast in de kunstvliegjes, maar dat is eerder zeldzaamheid dan regel. Om 14.40 u snokt de draad zich strak. In ons kielzog zie ik een vreemde werveling op ruim 10 meter van de spiegel. Ik draai me verder om.Met een hand aan het roer, vis ik naar de binnenkomende lijn in mijn bereik en haal die bij. Gespannen als een pianosnaar laat ik ze schieten en roep onze captain. Nu gaat alles in versneld tempo. De lijn binnenhalen is vrij lastig zo blijkt. Er spartelt iets langwerpig en zilverwit aan het lood, iets met een lange smalle snoet vol tanden. Een zeepaling is het kennelijk niet. Als Erik, het ding stevig in zijn beide handen heeft, wordt Wouter in hoogste dringendheid gevraagd mes en snijplank aan te brengen, de emmer klaar te houden onder de vervaarlijk ogende vis, om dan met bangelijke blik het arme dier uit zijn lijden te verlossen. Zijn lange bek zou tot een zeer pijnlijke beet hebben kunnen leiden. Even een zucht van opluchting, de koers bijgestuurd, het nodige water over de tekenen van onze bloederige wandaad gespoeld, om meteen de vis panklaar te maken. Turend over de zoveel als olie geworden vlakte waarop we varen, zie ik enkel nu en dan een vogel en de ondergaande late namiddagzon. Daarnet zat ik nog in bloot bovenlijf, nu heb ik het koud en doe mijn zeiljas over mijn dikke trui aan. Honger maakt het killig . Na een meesterlijke operatieve snijdkunst, smeltboterverheerlijkendekruidentovenarij, krijgen we van Erik, elk onze portie Heek aangereikt. De vis is vrij stevig, lekker van smaak, beetje vettig ook. De graten zien er blauw uit. Terwijl daardoor de zekerheid over de goede afloop van dit festijn in het gedrang komt, krijgen we een andere onzekerheid onder de ogen. Er ligt namelijk een meetpaal van vrij groot kaliber bovenopeen zandbank, die daar vorige passage niet stond. Bijtekenen op de kaart dus, en wel onmiddellijk. De heek half verteerd, komt op 15 x inzoom afstand, de mosselkweekzone voor Nieuwpoort in zicht. Een late Ferry gaat er aan onze bakboordzijde mooi rond, komt in onze route te liggen, terwijl Erik me aanmaant koers te houden. Ik betwijfel of die ooit voor ons uit de kant zou gaan, temeer we op motor varen. Ze komt vrij dicht in de nadering, tot ik besluit op haar achtersteven te mikken door af te draaien, ze voorrang te geven en dan veilig terug op koers te gaan liggen. Het levert me enkele mooie fotos op, dat wel. Het had nipt kunnen zijn. Misschien is Erik een illusie rijker, al heb ik het hem niet durven vragen . Mij vind hij misschien wel een mietje. Neen, het moet veilig blijven, en daar zal niemand ons anders doen over denken.De late zon zinkt dieper en dieper naar de horizont toe, het licht is betoverend mooi. De zee lijkt wel plastiek geworden. Als nog later er ook lage wolken voor schuiven, krijgt dit dagdeel een onwezenlijk kleurenpalet aangemeten. Oranje met donkergrijs, met zacht blauw en flets geel, gespikkeld groen en purperen randen. Ik neem fotos, want dit wil je opnieuw beleven als je thuis bent. Dit is wat ons zegt dat het leven mooi is en onze aarde de nodige zorg behoeft. Wij zijn een symbiotisch klein onderdeel van dit alles. Als we geen eerbied hebben voor het broze evenwicht dat dit alles samenhoudt, gaan we vroeg of laat ten onder als mens. Nieuwpoort in zicht. Een eenzame zeiler onder zeil. Ingezoomd een soort fata morgana met- terwijl ik door mijn zoeker kijk- vier Jan Van Genten met trage vleugelslag glijdend over het spiegelend wateroppervlak, dat blauw-grijs kleurt. Op de verre achtergrond, de beschaving. Muren beton met glas erin, die eigenlijk en eerlijk gezegd onze gehele kustlijn ontsieren. Mijn excuses aan wie mijn mening niet deelt. De schaalgrootte die men in De Haan aan zee aanhoudt, had wonderen kunnen doen wat dat betreft. Het is goed nog even naar de zee te kijken voor je de haven binnenvaart. Het leverde me drie Feeërieke schilderijtjes op, al zijn ze digitaal. Een mooiere afronding van deze zeiltocht kon me niet gegeven zijn. Ik voel me gelukkig en dankbaar. We zoeken een ligplaats aan de rede van de
alles het gewone zeilverkeer. Zo leer je meteen het vak, en blijf je ook alert. Wat een gespetter, een geroep, bruisende levenslust, maar met leren - leren als boventoon.Mooi toch, jongeren zo gemotiveerd bezig zien. De dag vloog voorbij, en bij nacht, lagen we . Eerlijk gezegd, rust, ja, wel, na 0.20u s nachts dan toch maar . Ach ja, een kermis is een geseling waard. De ogen vielen vanzelf dicht en slaap overmande ons. De volgende dag was er een van slenteren en gewoon voor spons spelen: zoveel mogelijk in je opnemen en branden op de harde schijf van je ziel. Onze matroos deed uitstekend taxiwerk, tegen de sterke stroom in, of er met lichte correctie mee meedobberend. Dr. No zou hij nooit mis varen, want hij is een bedrijvig zeeman. In de vooravond verlaten we met pijn in het hart deze oase. Twee uur later zijn we over de drempel, 190° koers houdend op weg naar Harwich. In het duister zien we de honderden gele lichten het havengebied oplichten, en daartussenin de reuzensilhouetten van de containerschepen. We glijden in een wijde bocht naar onze aanlegsteiger, meren aan, gaan even op verkenning, om dan te eten en om weerom een moment van tot zichzelf komen aan te boren. Onze kleine matroos leest en leest, de ene strip na de andere. Wij zien dat het goed is en genieten stiekem mee. Na een Leffe gaan ook wij, de oudjes , slapen. Als je licht slaapt, dan vergroot je elk gerucht. Als in de nacht er camions op en af rijden vlak naast uw kooi, dan wordt dit een soort nachtmerrie. Uiteindelijk kreeg de slaap me toch te pakken. De dag erop was het bewolkt, en dus niet anders dan het hoofdzakelijk als was geweest. Wind WSW 3. Om 11.00 u los en we zeilen de rivier Orwell op naar de Butt & Oyster. Weerom rust, al kruist er hier serieus vrachtverkeer doorheen. Je zou zo je ligstoel aan dek zetten en dromen, gewoon omwille van de aanblik alleen al. Geen autos te horen, geen mens op de wal, groen en nog eens groen, en prachtige zeilboten, hunkerend aan hun mooring naar de open zee. Plotseling zien we een wal bezaaid met vergane en bewoonbare woonboten, hier en daar een heus wrak. De besproken kroeg duikt op en we hebben grote haast om de ankerboei te pakken, vast te leggen, onze taxi te water te laten en onze twee-armenmotor op gang te trekken. Pin Mill there we come! Na een eerder slijkerige landing met ontblote voeten, wandelen we naar het beroemde zeilclublokaal. Groot plakkaat, klein bouwwerk, maar wat, als de muren daar konden vertellen?! Talrijke aquarel schilders proberen dit water in verf te vatten.Ik piep even over enkelen hun schouder, word meteen verrast door de kwaliteit van hun impressie op papier, en vind dat mijn foto camera toch maar een onnozel ding is: instellen, richten, drukken, of heb ik een verkeerde appreciatie van mijn eigen kunnen? Ik fotografeer omdat ik niet kan schilderen. De vader van mijn moeder was kunstschilder, en ergens zit dit verlangen naar die vaardigheid in je. Ach, ik moet nog zoveel leren.Erik, stelt voor een stevige pint te gaan drinken in de kroeg, bruin, origineel, jonge bediening, veel volk, en gezellig. Ik hou het op een Guiness, Erik op een kloeke pint. Wouter vind Cola de beste drug. We zijn allemaal tevreden daar te zitten en weerom te genieten van de eenvoud van dit alles. Als we even toch, wandelend langs de ingesneden waterlijn, onze ogen de kost geven aan deze intieme schoonheid, vallen we op een kast van een villa, met voelbaldveld - voortuin en reuze vijver, bewaakt door twee 2 meter hoge stenen Deense doggen. Geef toe, een boot op het water, geeft toch heel zeker in zon natuurgebied, het beste van zichzelf weer, of niet soms.. . .Eenvoud siert, maar toch begrijp ik de keuze van de inplanting. Hier kan je honderd jaar worden! We roeien gelaten terug naar ons klein eiland, onze Dr. No, ons paradijsje! Onze droom wordt doorkruist door de Black Deep boei, en het plots opduiken van dolfijnen. Het zijn er wel vijf of zo, al laten ze zich niet lang zien. Wat een gratie hebben die toch. Om 20.10 u zetten we de motor aan, want wind op kop en veel te zwak. Het is al laat, de zee is zwart, getooid met groene, rode en witte lichten, die verschijnen en verdwijnen, stug, even vast of onderbroken knipperend.In het donker voeren we Ramsgate binnen. Een ruime tijd al, vaart ergens naast onseen zeilboot met een wit toplicht, eveneens op motor,want we zitten beiden pal in de wind voor de aanloop.Er staat meer water dan bij de vorige nadering. Er ligt, netjes om de hoek, een prachtige Brik aan de kade. Zijn verlichting strooit een wit schijnsel over de anders zo gelige waas die er hangt. We zoeken een goed plaatsje, gaan even tot aan het WC, eten nog wat, babbel na met elkaar om daarna onder de wol te kruipen. We varen buitenom als we de Thames oversteken. Een vrij lange route, maar dat is echt zeilen. Ramsgate zelf wordt al wat onze achtertuin, bij wijze van spreken. Ze is al wat familie geworden.
Deel I Rivers Deben en Orwell; zeilend een ommetje maken...
We hadden vooraf afgesproken, dat we met de vorige crew (zie Solent zeiltocht) de boot, het WE van 24-25-26 augustus, vanuit Boulogne naar de Brugse thuishaven zouden terugbrengen. Huub zou Erik zijn auto naar daar rijden, zijn vrouw Kristine en dochter Anneleen gaan dan met de auto terug naar huis. De GPS goed ingesteld, kwam Huub,op een eerder miezerige middag, pal voor de aanlegplaats in Boulogne aan. Vlotte rit, al leek het weer wederom niet zomers te zijn. Na enkele omarmingen en zoentjes ging het nodige gerief voor een verdere tocht aan boord, en het niet bruikbare of onnodige van boord. De oude Taxi-roeiboot in rubber vond zijn afscheid niet echt leuk. Hij was inmiddels vervangen door een grotere, veel praktischer exemplaar, met beveiligde paddels.Er was vers ingevroren eten aan boord gekomen voor vijf personen, maar door enig misverstand, zou de reis verder gaan met een bemanning van drie: Erik (de captain), zijn zoon Wouter en me zelf (Huub). Bij deze wisten we dat we bij heel slecht weer, onze jongematroos wat moesten ontzien, al moet gezegd dat hij een echte zeiler is en best tegen een stootje kan.Maar, het moet ook leuk blijven . Na enkele afspraken met mama Kristine aan mijn adres omtrent zoon lief zijn routines, werden de vertrekkers uitgewuifd en zonken wij even neer in de combuis om de volgende tocht te bespreken. Het toeval gaf ons een week tijd om op zee te gaan. Uiteraard zouden we niet gewoon naar Brugge varen. Aan zon makkie geven wij niet zomaar toe. Gepland werd de Deben op te varen en daarna de Orwell, beide rivieren liggen Zuid-Oostelijk op de Engelse kust. In de late namiddag klaarde het weer uit en we kregen zowaar zon te zien. Dit was het gedroomde moment om met onze jonge matroos, roeiend onze omgeving te verkennen. En ja, er lag een boot uit Oostende. Na het avondmaal werd nog wat gekuierd en toen gingen we in onze kooi liggen. Onze buren, die toch nog naar Ramsgate wilden zeilen in de vooravond, lagen al weer naast ons, uitgeregend op zee. De morgen was kil maar toch uitnodigend. De zeilen werden vroeg gehesen en er werd 350° koers gezet naar Ramsgate, voor een eerste stop. Een dik uur later gingen we over op 330°, met een lichte zon, en kregen we onze buren met hun Selection Crazy Suzy te pakken. We gingen hen toen zelfs nog voorbij . Hun raspaardje bleek toch sneller en we gingen elk onze weg verder onder de Engelse kust. Ramsgate opende zich om 13.00 uur, even de ondiepe ingang passen en hop aangemeerd. Een kleine wandeling om de appetijt aan te scherpen, de nodige formaliteiten te vervullen en dan te genieten.
Stroom Noord Ramsgate 8.30 u, stroom keert 14.30 u. Om 10.00 u gooien we los. Als alles loopt zoals gepland, zijn we om rond 17.30 u op de Deben rivier. Het was bewolkt, met SW 3. Koers 0.20°. Om 11.05 u halen we de spi erbij en geloof het of niet, om 12.00 u zien we zowaar dolfijnen. Mooi, maar frustrerend voor een roerganger - fotograaf . Intussen koersten we van 355° naar 320° en bij de Tornway boei riepen we de havenmeester op. We zouden gelijk binnenvaren. Dat bleek even buiten de stroom en het waterpeil gerekend, want de toegang is vrij ondiep, en de wijze raad van de havenmester deed ons braaf een dik halfuur een rondje draaien. Tussen de zandbanken door, met 40 cm water onder de kiel, gleden we het dieper water in van de rivier. Je hartslag gaat al onmiddellijk een stuk rustiger kloppen . Rustieke rust en vredige stilte omsloten onze diepste gevoelens. We waren in een andere wereld beland. Hier snuif je de echtheid van het ware bestaan. Glooiende landschappen, vogels alom, groen, stromend water, en wonderlijke zeilboten met geschiedenis en verhalen, aan even zoveel moorings. Je krijgt waar je naar zocht: gewaarwordingsbewustzijn. Ettelijke bochten verder, pikten we een ankerboei op, en gingen toen even beschouwelijk op ons luie gat zitten. We lagen voor Waldringsfield Sailing Club. Een plaats waar kinderen duidelijk hun hart konden ophalen, gesteund door de talrijke aanwezigheid van ouderster plekke. Het bleek dat onze Jozef alhier een gekend persoon is, of liever, een autoriteit in de Cadet wereld. Enige trots mag dan ook! Het contact met de club was uitstekend. Elk van ons had ergens een goeie babbel met een interessant persoon. Op de vraag of we in de morgen daarop een English Breakfast konden hebben, kregen we prompt ja. Het werd een aangepaste versie, want de volgende dag, zaten er tientallen hongerige jongeren mee aan de ontbijttafel. Het hele gebeuren had een feeststemming. Overal zeilen bootjes af en aan, zwemmen er kinderen, en zijn er slijkbad nemende tieners. En doorheen dat
Ik deed vandaag een poging, om uit de vele foto's die ik heb getrokken van me zelf in beweging, een beperkte selectie te maken. Het is niet de meest kwalitatieve keuze, maar daar zal ik later even meer tijd voor nemen (als ik echt niet meer kan dansen...), terwijl het toch een beeld geeft van wat me boeit: licht, kleur en beweging. Nog eens, de foto's zijn door me zelf genomen vanop statief en met de 10 seconden zelfontspanner van mijn Panasonic Lumix FZ8. Het is geen speigelreflex, en het is ook eerder een traag toestel, maar, het is wijzer uit het mindere het meerdere te halen, dan uit het meerdere slecht iets minder goed te laten voortkomen. Ik ben geen fotograaf, en doe dit vooral intuïtief. Ik trek ook geen honderden foto's om er enkele goeie over te houden. Het enige bijzonder er aan is, dat ik de fotograaf ben, het model en de danser tegelijkertijd. De twee albums zijn te vinden onder: http://fotoalbum.seniorennet.be , in de categorie "fotografie" en daarin onder "kunstfotografie". Missschien een beetje ijdel, maar waar stel je dergelijk materiaal ten toon? Onder "Dans" zou (zo heb ik toch kunnen merken) het zeker niet echt aangewezen zijn (of misschien zou ik daar dan toch een bres slaan in het al te voorzichtig voorstellen van wat dans eigenlijk ook wel kan en mag zijn...). Ok, ik laat de keuze aan de toeschouwer. Je mag me in alle openheid mailen over mijn fotowerk.
Het Net heeft onlangs de mogelijkheid geboden fotoalbums aan te maken.U gaat naar http://fotoalbum.seniorennet.be , en dan naar 'categorie': 'Natuur en Landschappen', dan naar 'Zee, Kust en Duinen', en hierin vind je "Channelsailing 2008" . Er zijn 2 delen. Als danser hedentijdse dans zijn er ook albums van me zelf in beweging. Gezien mijn lichaam mijn instrument is, hoop ik dat niemand aanstoot neemt aan het "natuurlijke" karakter ervan. Mijn eigen benadering van het vastleggen van passie, licht, beweging en motivatie ligt erin vervat. Elke foto is met de zelfontspanner genomen, en is uniek. Dat ik 60 jaar oud ben zal je daarbij nauwelijks opvallen. Met de kunst van het "motoronderhoud" kan je ver komen... . Kijk onder 'Kunstfotografie', en dan 'Mind Talks & Body Blues'. Er zijn 2 albums.
Ik had het genoegen, om door een misverstand, weer een week te gaan zeilen met de "Dr.No". We zouden de boot gewoon uit Boulogne overvaren naar de thuishaven in Brugge (BZYC). Wat bleek, met enige verwarring dan toch, dat onze captain nog een week verlof had. Wat deden de "starffe mannen"? Juist, oversteken en de rivier "Deben" en Orwell" bezoeken. Ik doe een poging ook dit tot in een leesbaar verslag neer te pennen, maar ik gun me zelf de tijd het nog even te laten bezinken. We waren met zijn drie aan boord: Erik, de eigenaar, zijn zoon, Wouter (12 j) en me zelf (Huub). Ik heb toch al een kleine fotografische aankondiging voorzien. Even geduld, de rest volgt!
We roepen de watertaxi op, want koken komt niet in ons op, en even later knotsen we naar de wal, lopen als dronken een ponton op, klimmen een roetsjbaan op, met bovenaan gekomen het nare gevoel dat de hele wal ook beweegt. Geen nood, onze honger brengt ons waar men ons adviseerde iets te gaan eten. We zakken op onze stoel in een locaal restaurant vol vissers, zien de palmbomen staan en de baai die aan onze voeten ligt, en weten dat het goed is. Als ik ga plassen krijg ik zware zeebenen en moet bijna overgeven. De tol van weinig slaap heeft me te pakken. Even wat de adem regelen, gezicht verfrissen en de bui is voorbij. Ik sta er, voor lekkere Sint-Jacobsvruchten. De hele reis was ik erg matig met alcoholgebruik, en ook nu volgt men mijn voorbeeld. Genieten, maar in niets overdrijven. Je indrukken koesteren en ze niet ver-drinken. Iedereen voldaan, nemen we opnieuw de taxi. De tocht in het donker is spookachtig, temeer de driemaster daar nu volledig verlicht in het duister ligt, als een rots in de branding en al het andere tuig daar slechts schaduw van is. We gaan slapen, of beter, we zetten ons schrap op de een of andere manier en dutten in.Zelf deed ik geen oog dicht, want teveel waterlawaai, gesnok aan de mooring, geslinger van bak- naar stuurboord en misschien wat heimwee naar wat achter ons ligt. De morgenstond heeft de wind wat van richting doen veranderen en ook doen afnemen, van ruim 6 naar 3 Bf.. Onze laatste toch naar Cherbourg zal rustig zijn, misschien te rustig . Voor ons vertrekken de driemaster en enkele andere vroege vogels, de ene naar het Westen, de andere naar het Oosten of het Noorden, elk met het verlangen telkens weer een andere einder te bereiken, een nieuwe levensvorm te ontdekken.Overal echter ontmoeten we mensen met dezelfde dromen en verlangens, dezelfde passies of ontgoochelingen, een zelfde durf of gelatenheid, een zelfde leven. Het lijkt erop dat Cherbourg om de hoek ligt. Cotentin binnen handbereik. Op zee zijn afstanden vaak erg bedrieglijk.Alles is binnen drie uur vaarafstand aan te doen als het al in zicht is. Dat is gezichtsbedrog, en kan je soms nerveus maken bij mindere weersomstandigheden. Wakker blijven is de boodschap. Geduld is, jouw energie die de wind de hand drukt,dat is zeilen. Stoer doen is larie! Met dat geduld kwamen we aan in de voorhaven van Cherbourg, die er als een binnenzee uitziet, zo groot. Stevig beveiligd door oude forten en met een heel groot militair dok, kijk je benauwelijk naar je kleine schuitje, met angst voor een dreigende schuimstreep in jouw richting getrokken, een torpedo!Vive la France, en met de twee voeten op de wal is onze missie afgerond.Geen kanonschoten, maar een hart dat sneller bonst, een ziel die gecharmeerd is door zoveel schoons, een verrijkte spirituele beleving, hechtere vriendschappen en een zekere trots om de bereikte doelstelling. Zeven dagen zee en wind, zout en wilde haren, ongeschoren baarden, een zak vuil linnen, een gemoed vol heimwee, een wedervaren zonder weerga en vrienden die je nooit meer missen wil. We zien elkaar niet zo vaak, soms slechts een keer per jaar, maar diep in ons leeft een enorm respect voor elkaar en een dankbaarheid om elkanders zijn. Zeilen brengt mensen samen in een heel bijzondere verhouding tot elkaar en de elementen, binnen een tijdsbeleving die haast overbodig maakt, overleg uitermate belangrijk en gezond verstand regel. Ik heb weerom geleerd dat de taal van het leven eenvoudig en bescheiden is, vol wijsheid en begrip. Ik moet alleen luisteren .
De benen worden gestrekt met fikse tred, ook een steile klim hoort erbij, om ons een subliem uitzicht te geven op de romantische ankerplaats, de eigen boot tussen de anderen en het ons omwikkelende ondergaande rood-gouden zonlicht.Je kan je moeilijk van het gevoel ontdoen in Portugal te zijn. Ik ging er vaker hedentijdse dans geven. Die gewaarwording hier bevalt me best.Deze stek moet ik onthouden.Onze buurman zeilt met een gerestaureerde boot van 1882. Een langkieler met een boegspriet. De man oogt heel vrolijk en een beetje bizar. Wellicht een kunstzinnige natuur. Hij is opgetogen als we hem wat aanspreken. Zijn vrouw en twee jonge kinderen hebben de aarde voor het water geruild. Hun boot is hun thuis, de zee hun vriend en landschap. Wij genieten van deze momenten, van dit samenzijn. De nacht valt. Een diepe slaap maakt zich meester van de bemanning.Alleen het rukken van de ankerketting doet me beseffen dat ik niet aan wal ben.Lulworth Cove, wat zijde hij schoone!
Ik zie onze kapitein opstaan in pyjama, om even op de trap te staan turen naar de omgeving.Een kleine grijns op zijn gelaat laat hem genoegdoenlijk vrede nemen met dit miniparadijsje waar we liggen. Dan verdwijnt hij weer. Ik neem nog wat fotos, terwijl ik een stem hoor zeggen dat het ontbijt klaar is. Och, kon dit maar blijven duren, maar onze missie moet worden volbracht binnen een bepaalde tijd: 7 dagen, en niets meer.We merken een zekere spanning, want weldra vangen we deovertocht naar Alderney aan.Een heel eind, terwijl we de wind voelen aanwakkeren, een beetje scherp, maar niet om je onbehagelijk te moeten gaan voelen. De afvaart doet een weinig deemoed in me opkomen. De kustlijn wordt kleiner, lager, grijzer, afwezig, verder dan ooit. De golven bouwen op, en het buiswater is weer van de partij. Nu en dan is het alsof het regent.Behalve wat sluierwolken is er alleen de zon en de zee, en wij, met vijf de tijd dodend met praten tegen de golven, af en toe een grapje maken, enige filosofische gedachte, een drankje, een vlugge hap, een plasje of iets meer, een kort dutje, een foto, een achtervolgen van een verdwaalde vogel met een gebiologeerde gezouten blik, of een mijmering over al wat was en losgelaten dient te worden.Kruisend vrachtverkeer op volle kracht brengt je terug tot de realiteit dat je niet alleen bent op de wereld.Een beetje oploeven, een beetje afvallen. Je kunt die grote stalen monsters beter voorrang geven, want stoppen kunnen ze eigenlijk niet. Time is money! Niet voor ons, gezien we gemiddeld 10 kilometer per uur doen, en er geen prijzenpot valt te winnen. We hebben de luxe dit voor ons plezier te doen, en dat is echte luxe! Eerst neemt de wind wat af, dan later op de dag neemt ze weer toe en duwt ruim achterlijk in de rug. En zie, een schim duikt voor ons op, heel klein, als een platte pannekoek van donkere deeg. Dan wordt het duidelijker dat het land is, met rechts ervan wat uitsteeksels. Rotspartijen die je beter daar laat waar ze zijn. Mochten we daar voorbij schieten, zitten we in een heel sterke stroming die aan land gaan niet meer toelaat. Opletten geblazen, koers houden, uitkijken voor andere boten, kalm blijven, en toch geboeid. Ik sta aan het roer, de haveningang (eigenlijk is het een ingesloten baai), is nu niet meer te mislopen. De golven zijn hoog en duwen de boot het gat in. Er ligt een grote driemaster voor anker, en verderop heel wat uitgewaaide zeilboten aan moorings, en alles klotst en klutst, en biebelt en danst op en neer dat het een lieve lust is. Ik kijk even om en zie alleen een muur water en een streepje grauwe grijze lucht. Vlug vooruit sturen, maar die muren blijven me opjagen, tot we in een rustiger vaarwater komen, waar een aanhoudende deining alles door elkaar schudt. De mooring te pakken krijgen koste ons een pikhaak overboord manoeuvre. Bij een tweede poging liggen we vast, en dan merken we dat de havenmeester per boot speciale touw aanreikt en helpt vastmaken. Ach, juist, wij zijn straffe mannen, en die zal dat geweten hebben . We komen even op adem, ontkurken een fles Grand Baron, en klinken op weer een oversteek meer op ons palmares. Alles verliep veilig tot nu toe, er is niets abnormaals te melden. Als je boot in luttele seconden van bakboord 45°, naar stuurboord 45° slingert, bekruipt je toch het idee dat dit niet de gezelligste ligplaats is die je dacht te hebben gevonden. Maar zo liggen ze daar allemaal te dansen, alsof een avondje benenwerk werd besteld.
Na vele malen op en af, heen en weer, in en uit, meren we af naast een uniek exemplaar uit 1962, waar 8700 werkuren in 5 jaar tijd een pareltje hebben van gemaakt. We durven haast niet over het voordek naar de wal gaan.De vrij jonge eigenaar gaat met klassieke grote oude schoeners naar de caraïben als delivery. Hij is uitermate vriendelijk, vol jong dynamisme. Zijn getaande huid toont dat de zee zijn thuis is. We tanken bij, vullen het drinkwater aan, en gaan dan even snuisteren. Later op de dag doen we een wandeling in het stadje. Het wemelt er van de matrozen, elk in hun uniforme T-shirt met opdruk, tonend tot welke boot of team ze behoren. Eerlijk gezegd, nog voor we hadden aangelegd heb ik een traan geplengd. Zo veel moois aan boten zag ik nooit voorheen in het echt.Een sfeer die de ziel van de zee verklankt,een orgie van zielsverwanten, met een aanblik alsof het een filmopname betrof. De 10.40 u zeilen tot daar verbleekt bij de gevoelens die dit alles in je oproept. Cowes, I love you! Ik heb onze captain in mijn armen genomen en innig bedankt. Een jongensdroom werd werkelijkheid! De dag erop, woensdag, zijn we vroeg uit veren en varen we uit om 7.07u, de Solent op naar het Westen toe. In een gesluierde lucht, zwanger van een prille ochtendzon die een warme dag belooft, drijven zeilend in al hun pracht, een drietal reuze schoeners onder volle zeilen in een jammerende zachte bries. Het gelige zonlicht geeft het een zweverige sfeer, een onwezenlijke vertoning die me bijna doet denken dat ik droom. Wat is dit betoverend mooi. Je zoekt in de zoeker van je fotocamera, en je vergeet bijna de knop in te drukken om deze indrukken vast te leggen. Ja, het maakt je een wijle week . Adieu Cowes, of liever, tot weerziens, zo hoop ik toch.Dichte flarden mist vullen de dalen tussen de golvende heuvelruggen op de wal, waar groen de boventoon is, en stilte en rust het leidmotief. Het is paradijselijk te noemen en zeer uitnodigend.Na een korte tocht doen we in Yarmouth drinkwater in.Het is heet, en er wordt druk gesmeerd tegen zonnebrand. We doen een zoektocht naar een verloren zoon en dochter, die bij het horen van de aanwezigheid van een romantische slijkrivier, al ra roeiend op ontdekking gingen, zonder de scipper enig teken van hun ondernemingsgeest te kennen te geven.Een kleine sleep van hun rubberbootje, een natte broek, en onze tocht kon verder gaan. De oevers hier, doen denken aan de kustlijn in Kroatië. We zeilen weer, en doen 7.5 knopen, wat zeer goed is, daar de wind de 4 Bf niet te boven gaat. Koers houden en trimmen zijn geheime termen voor wie ze niet kent . Wij zijn straffe mannen! Om 15.50u gaan we de Needles voorbij, een plaats waar menig oceaanzeiler de kaap rond om een lange afstandswedstrijd af te werken. Enige trots komt in je op, want daar komen de groten van de zeilwereld voorbij. Ik voel me dankbaar bij dit alles, en doe een stille wens voor mijn vrienden aan boord.We hijsen de spi, die waggelend zijn wangen vult, tot een kleurrijke bolle vorm die de boot voorwaarts trekt, lijdzaam volgend in een kokkelend geluid van kielzog dat niet breken kan.We doen 8.2 knopen (een knoop is een zeemijl of 1853 meter). Je krijgt er kippenvel van. Een gewicht van 7.4 ton onder zeil door het water sleuren is niet evident. Straks worden we nog geflitst . Neen, want zeilen doe je bedaard en met geduld. De late namiddagzon geeft de zee voor ons een zilverwitte schijn met gouden aderen doortrokken. De kust die langs ons glijdt is hoog en ruw en donker grijs of bruin. Hier en daar een huis, meer niet. Je waant je ergens heel verweg in een tropisch gebied.Een kleine Race doet schuimkoppen ontstaan, de boot wordt uit zijn koers getrokken, de stuurman is alert, maar niemand ervaart dit als ongemakkelijk. We zeilen heerlijk.De kust leest ons voor uit haar oude verhalen, en wij genieten van haar authenticiteit en schoonheid.Een bescheiden stem zegt ons uit te kijken naar een kleine baai ingesneden in de ruige rotsige kustlijn.Lulworth Cove moeten we hebben, om voor anker te gaan. Enkele zeilen verraden ons die inham. Bij het naderen zien we de rotswanden uit elkaar wijken met binnen haar armen een kleine opening waar duidelijk zichtbaar boten voor anker liggen. Omzichtig voeren we doorheen de smalle ingang, en peilen de diepte. Er staat 7m, 5m, 4m. We zetten het anker uit. Als we zeker zijn dat we niet krabben, ruimen we wat op, en doen appel op onze matroos Wouter, die ons paddelend naar de oever brengt.Hij duwt de roeiriemen voor zich uit, en dat is best grappig, maar hij is fors en vaardig en weet iedereen veilig op het keienstrand af te zetten.
Oh, Solent mio!(zeven dagen zee en wind, Juli 2008)
De boot lag in Nieuwpoort, wachtend met licht golvende heupbewegingen, tot de straffe mannen haar onder hun goede zouden nemen. En zo geschiedde.
We voeren uit op zaterdag 19 Juli in de heel vroege morgen, windkracht 8 Beaufort, pal op kop en met een erg knobbelige zeegang. Het buiswater hield ons wakker, en hoe meer er over kwam, hoe dichter we bij Duinkerke kwamen. Daar we een zeezieke jonge dame aan boord hadden, werd besloten Duinkerke aan te lopen, hopend op wat zon om onze natte spullen te kunnen drogen, om de volgende dag de oversteek te maken naar Dungeness. Laura was ons goed gezind, de was werd droog, de moed weer geheel herwonnen, en zondag zeilden we om 6.50u af, in een nog wel woelige zee, met slechts 5 Beaufort windkracht, naar Engeland. Al scheen de zon, de wind bleef eerder koud.. De oversteek duurde 16 u, wat een hele tijd is op de bemeten ruimte van een 10 m lange boot. Elk opmerkelijk moment doorbreekt daarbij de ondragelijke traagheid van het zeilen. Het vangen van 2 makrelen was dan ook een belevenis. Ze werden vakkundig gedood, gevild en in boter met peper gebakken. Ik mag je verklappen dat 2 makrelen een beetje krap is voor een hoofdgerecht met vijf, maar als aperitiefhapje hebben we er toch van gesmuld! Om 22.55u ankerden we voor Eastborn.Een heldere sterrennacht, met alleen het zuchtend kletsen van het water tegen de romp, gaf ons de rust die we verdienden. Geen zieken meer, de sfeer was gezet. s Nachts op anker gaan is altijd een beetje mysterieus. Je weet nooit of er geen oude zeerot met je anker gaat schuiven. We hadden geluk, de piraten waren blijkbaar in vakantie . Maandag, om 04.30u anker op, 4-5 Bf wind en een vrij rustige zee, goed zicht. Tegen 7.10u waren we in Newhaven voor een kleine stop om water in te doen. Fris maar zonnig. Rond 12.30u gingen we verder bij wisselende wind en opkruisend, tot we om 17.10u Shoreham binnen voeren. De captain deed een frisse duik om, gewapend met een steekmes en duikbril, de pokken van het schroef te verwijderen, wat ons zuivere winst in duwkracht opleverde. We zijn echter zeilers, en het gebruik van de motor wordt tot het absolute minimum beperkt. Onze Dr.No wordt goed verzorgd, maar ook weer niet stiefmoederlijk behandeld. Het is een stoere 34 voeter, een Ufo type met heerlijke ronde flanken en een negatieve spiegel. Ze kent haar scipper, en de scipper kent haar, en die verhouding is zeker gevoelig en respectvol te noemen (zij, heeft een uitgesproken lichaamstaal , trouwens, onze scipper ook .).
Dinsdag, om 7.00u uit de sluis van Shoreham, een heerlijk zonnetje, maar weerom erg frisse wind. De tocht gaat nu naar de Solent. Voor mij klinkt dit als muziek in de oren, want daar liggen ook vaak heel oude prachtige zeilschepen die destijds de America cup meezeilden. Maar, geen Solent te zien, geen Island of Wight in het zicht. Om 9.00u springt mijn hart op, want op 25 zeemijl zie ik een donkere massa uit de zee opsteken, weliswaar nog heel ver, maar een duidelijk teken van land.Na controle op de zeekaart blijkt dat te kloppen. Ik was eerst, en als een klein kind voel ik me heel even Columbus. In de buurt van Littlehampton zetten we een meetpaal bij op de kaart. Die stond er de vorige passage blijkbaar nog niet. Je zou er zo hebben kunnen tegen opbotsen . Onze koers is goed, het sturen verloopt naar wens, de gemoederen raken geboeid door wat er te zien zal zijn. We ronden een flinke rotspartij, gaan even door een Race, zien heel ver weg de spinacker toren, en daarna de middelste ronde versterkte vesting die de Solent eertijds moest bewaken.Het scheepsverkeer wordt druk, en het schijnt me toe alsof iedereen er een dagje op uit is, kris kras door het vrachtverkeer heen, op zoek naar koelte. We hebben voor het eerst het gevoel dat het zomer is. In T-shirt aan dek, heerlijk! Mijn ogen weten niet waar eerst naar toe gekeken.Voor we Cowes binnenvaren, besef ik plots dat het niet alleen erg biologerend is zon druk verkeer, maar ook niet zonder risicos. We zeilen op een helmstok lengte in de koers van een 43 voeter in wedstrijd, maar net op tijd draait die af, en wij ook, om een ligplaats op te zoeken. Het bleef geruime tijd neuzen, daar alles volzet is in de voorbereiding van de Cowes Week, een week waar al wat varen kan wel ergens een wedstrijd meepikt.
Vorige zondag ging ik zeilen met het schip van een vriend van mijn oudste broer. Kalme zee, zon, heel veel zeilverkeer, en een leuke wolkenhemel over het binnenland. We gingen uit onze box in Oostende om 13.35u, en zeilden richting Nieuwpoort. De boot liep goed met zo'n 6 à 7 knopen per uur over het groene golvende water. Het is een ouder type langkieler, van Canadese makelij. Een zeilschip met een ziel en heel mooie zeeg. Het was heerlijk zeilen. Daar ik om 18.30u bij mijn Engelse geburen gevraagd was voor een gezamenlijk avondmaal, moesten we voor Nieuwpoort rechts omkeer maken, en ons terug naar Oostende spoeden. Nu, haast maken met een zeilboot is eerder relatief. Zo halfweg de af te leggen weg, hebben we er de motor bijgehaald om de relativiteit van de traagheid wat minder voelbaar te maken. Intussen gebeurde er echter een totaal onvoorzien iets. Ik ga zeilen met mijn vriend Erik, in zijn Ufo 34, naar Zuid Engeland, en zo naar Cherbourg. We vertrekken trouwens morgen, zaterdag, heel vroeg uit Nieuwpoort. Zijn schip ligt evenwel in de Brugse Yacht- en Zeilclub, dicht tegen de stad aan. Vorige vrijdag zou hij de club verlaten met enkele vrienden aan boord, om zijn schip in Nieuwpoort aan te meren voor de aanvang van de overtocht. Naar mijn mening was hij zondag al lang daar. Op onze terugweg bekroop me het gevoel dat ik hem moest bellen. Ik kreeg zijn vrouw aan de lijn, en er werd gevraagd wie waar was. Wij op terugtocht en zij, toen pas op heenreis naar Nieuwpoort, ergens ter hoogte van Middelkerke. Wij intussen ook. Ja, wat doe je dan? Naderen als je ze in zicht hebt en enteren zeker? Dat laatste nu niet, want wij hadden geen tijd te verliezen met de opruim van gesneuvelde matrozen, en na veel gelach en groetjes en handpalmzoentjes, voeren wij elk onze kant op. Best grappig, want had ik niet gebeld, hadden we elkaar toen nooit ontmoet. De zee is groot en open, maar voor warme harten soms erg mild. Wij, kwamen wat te laat aan in Oostende, maar mijn lieve buren kennen het vuur van mijn passie, en alles kwam tot een goed eind. Het was gezellig, lekker, en ik dook op een verstandig uur onder de wol. Die dag kon me niet meer afgenomen worden. Mijn oudste broer was heel opgetogen, daar we het schip vlekkeloos in zijn box hebben aangemeerd. En de "Madilou" knipte een oog en gaf zo te kennen dat ze het een heerlijke tocht vond. Nu, op deze vrijdag, ga ik om 16.00u naar Nieuwpoort. Een lift, aangeboden door professor Dirk, een heel goede vriend van Erik sinds vele vele jaren. Geloof me, twee gedoctoreerden in de scheikunde aan boord, dat leidt altijd tot vreemde samenstellingen en oneindige verbindingen... . Vriendschap kan zo mooi en deugddoend zijn. Geniet mee, en lees het vervolg over enkele weken op deze blog.
-- Mijn Postvak In wordt beschermd door SPAMfighter. 263 spam-mails zijn er tot op heden geblokkeerd. Download de gratis SPAMfighter via deze link: http://www.spamfighter.com/lnl
Waarom is zeilen voor mij Eu-Motion, en dit dan weer innerlijke bewogenheid ?
Vooreerst omdat het een fysieke inspanning vraagt, de ene keer al indringender dan de andere. Daarnaast, maar onlosmakelijk eraan verbonden, eist het een voortdurende aandacht, met een sterke graad van veilige zeilkennis, en een zekere graad van routine en procedure training.
Ga je op zee zeilen, dan moet je de zee en zijn gedragingen heel zeker hebben bestudeerd, en je zeilactiviteit daar steeds opnieuw op afstemmen. Op zee zeilen zonder voorbereiding en louter op het zicht, kan risicos in zich houden. De zeebodem is geen plat vlak, en de zee is een bewegende massa, die stroming veroorzaakt. Ondieptes kunnen je doen vastlopen en je kiel losrukken, met zinken als gevolg, en stroming kan je mijlen ver weg voeren van het uiteindelijk idee ergens bepaald aan te komen. Op onze Noordzee wordt er druk gevaren door allerhande vormen van beroepsvaart, en je hebt er vlug de indruk nooit alleen te zijn, ook als je flink buitengaats gaat. Men moet onthouden dat een zeilboot van pakweg 6 à 11 m lengte, in volle zee erg klein is en je bijna onopvallend bent voor grotere schepen. Je radarreflector kan je wel verraden, maar dan nog ben je niet met het blote oog te zien. Binnen de kustlijn blijven is een oplossing, hoewel je stellig de ondieptes dicht onder de kust zal moeten kunnen vermijden, en die merk je ook niet zomaar op. De juiste zeekaarten bij hebben is de absolute boodschap. Deze kunnen interpreteren vraagt kennis. Kennis vraagt studie.
Al bij al is het zo dat, om te gaan zeilen iedereen de moeite moet doen zich terdege een aantal basisvaardigheden en een groot deel basiswetenschap eigen te maken. Met de gerustheid aldus geen al te grove fouten te zullen maken, en rekening te kunnen houden met de weersveranderingen, is zeilen ontspannend.
Met het besef dat een zeilboot niet uit zichzelf kan varen, maar wind en de vaardigheid van een stuurman (-vrouw) nodig heeft, zal het toch wel altijd een bepaalde energie vergen om de wind en stroming passend te gebruiken om vooruit te komen. Terugkeren naar je beginpunt of varen naar een ander eindpunt, volgt één en dezelfde redenering: verlies nooit het Noorden! Dat noorden zie ik als een centeras. Al de rest is daar veelvoud van. Zo weet je telkens wat je huidige koers of richting is. De ruimte die daaruit ontstaat is gekend, en ook de tijd nodig om deze af te leggen wordt voorspelbaar. Het is als een soort dans die je niet louter uitvoert, maar die je doet ontstaan en zo eigen is aan je wilsaktie. Het behoud van evenwicht op een zeilboot hangt samen met de kunst, je zelf ingeslingerd te weten. Ook hier gaat het om jou centeras, als een houvast om je verdere lichaamsaanpassing aan het voortdurend onevenwicht meester te blijven. Elke lichaamsbeweging is een veelvoud van die bewustzijnstoestand, en kan in de meeste gevallen ook zeeziekte voorkomen. Als je als zeiler lui op je boot zit te hoppen en te stampen, te rollen en te slingeren, mee met elke beweging die je boot maakt, en je je lichaam hierop niet in center houdt, zal je vlug gedesoriënteerd zijn, en wellicht misselijk worden. Het ver over de horizon kijken helpt je, het centeren te behouden. Het gericht met iets bezig zijn binnenin de boot, zal ook je maag sterker maken. Het Noorden is een zaak van alert zijn, want wat heb je aan een kompas of een centeras, als je deze niet volgt, niet raadpleegt, niet werkzaam laat zijn. Dobberen op de golven, zeilend met waar de wind en stroming je naartoe dwingen, is misschien voor de neofiet best even een leuke ervaring. Voor de zeiler die de zee kent, die de wetten van de fysica bij het gebruik van de zeilen inziet, het juiste gebruik oefent van de materialen waarmee je aan boord omgaat, en die wakker blijft om niet te verdwalen, is lukraak voortsukkelen op zee een onprettige gedachte. Zeilen is vrijheid. Vrijheid vraagt verantwoordelijkheid. Je bent maar vrij te varen waarheen je wil (of kan), als je alert blijft bij het zijn van wat je doet. Pleziervaart is een uitvinding voor de leek. Vaak is het een bedrieglijke combinatie van pronken met en hebben van, met de afwezigheid van voldoende kennis en feeling om dat uit te voeren waarmee men bezig moet zijn. Zeiler dat ben je, je wordt dat niet zomaar na x-aantal uren varen of na het volgen van wat lessen. Het zit je in het bloed. Het passioneert en fascineert je. Het neemt uiteindelijk je hele wezen in beslag. Dan pas houd je het hoofd koel in moeilijker omstandigheden, zoals bij onweer of storm, of een kritische averij aan de boord met letsels.
Je beseft dan ook dat je nooit alleen bent op zee, en dat nachtelijk varen, heel wat extra aandacht vraagt. Man overboord is dan geen schreeuw in het ijle, maar een mogelijke redding. Dan weet je waarvoor een stormfok dient, en hoe je die plaatst. Dan maak je alles zeevast aan boord, en wordt het geen rommelige kinderkamer benedendeks. De zee is geen speeltuin voor onwetende weekend zeilers.
Zeezeilen is een serieuze zaak. Als je weet dat er op veel bruggen van grote zeeschepen niemand aanwezig is, en die gevaartes door het water klieven met enkel de computer als stuurman, dan kan je onkunde als zeiler je vroeg of laat ooit fataal worden. Zeilen is een levend gebeuren en niet een gemechaniseerde en gedigitaliseerde koude kunsten trucen-
doos. Zeilen is werken. Toegegeven, dat werken kan je de beslommeringen van je dagelijkse leven doen vergeten, en dit kan echt ontspannend zijn.
Ik beweeg en dans omdat het mij een inspanning vraagt. Ik dans en beweeg omdat het mijn voortdurende aandacht opeist. Ik center mezelf om bij dit alles niet verloren te lopen, zinloos rond me te slaan met armen en benen. Ik center mezelf om me zelf tot leven te wekken, door mijn bewustzijn open te trekken. Wat beweegt meer dan een zeilboot op de zee? Ik, mijn eigen zelf! Ik beweeg zinvol mee en stuur zo de gedachte, de intentie, ergens naartoe te zeilen, zo dat ik mezelf niet verlies in wat me door de zee en wind opgedrongen wordt. Ik kies voor die weg, een waarheid en in leven blijven . Eens op deze weg, kan ik mezelf er niet meer onderuit trekken om de gemaakte keuzes blijvend alert op te volgen of correct aan te passen aan de wisselende omstandigheden. Dat is de essentie van zeilen. Ons eigen leven verschilt daar weinig van.
Zoals iedere zeiler op een boot, elke taak op zich (zou) moeten kunnen nemen en aldus in feite solozeiler is, zo zijn we allen voor ons zelf verantwoordelijk, en ongewild of ongevraagd daardoor ook voor de anderen. Solozeilers zijn alleen dan bijzonder, wanneer ze op een verantwoorde wijze de overkant halen. Zo ook maakt ieder verstandig mens de overtocht van zijn eigen leven. Als toeval in je voordeel speelt heb je geluk. Als tegenspoed het gevolg is van afwezigheid in dit bestaan, dan is het tijd je even om te draaien en te zien uit welke richting je komt, en waar je eigenlijk naartoe had gewild. Het is nooit te laat voor een koerscorrectie, wel om te midden van de oceaan van mast te verwisselen, omdat je die bent verloren. Vooral: verlies nooit het Noorden! Ga niet bewusteloos doorheen je bestaan. Doe een inspanning om aan je geluksgevoel toe te komen, en nog meer om ze te bewaren. Dan gaan je medezeilers er ook plezier aan hebben, en het verder vertellen, en zal de zee zich openen voor jou, alsof het het leven zelf was. Dan heb je een boodschap doorgegeven die getuigt van liefde voor wind, water, weer, kortom: het leven . Zeilen dat ben je.
Zeilen is initieel, want water is de bron van alle leven. Zeilen is intuïtief, want je aanvoelen speelt sterk mee. Zeilen is intentioneel, want je hebt een duidelijk bedoeling, een richting waar je naartoe wil, een beeld van je koers. Zeilen is de uitdrukking van je ziel, je verlangens, je diepe roerselen. Uiteindelijk is zeilen de oriëntatie hiervan, binnen een richting overschrijdend besef dat je verantwoord leven moet.
Zeilen is de betere vorm van voortbewegen, niet vervuilend, niet lawaaierig, niet sneller dan nodig, rekening houdend met de schijnbare wind, en het geeft je de tijd om na te denken, te beleven wat is. Daarom noem ik het Eu-Motion: zijn en bewegen. Innerlijke rijkdom!
Huub Onzia Derdeyn (2008)
Mijn Postvak In wordt beschermd door SPAMfighter 257 spam-mails zijn er tot op heden geblokkeerd. Download de gratis SPAMfighter vandaag nog!
De natuur vervangt wat haar evolutie en evenwicht in de weg staat. Uw "eigen" lichaamswerk wijst in de goede richting. Het steunt op een "binnen de aandacht" bestaan, en diepe innerlijke "gewaarwording". De interafhankelijkheid binnen dit imense natuurlijke gegeven draagt ons gehele bestaan. Vanuit centeren kan je spiralen. Slinger je zelf niet onbewust uit het leven weg. Don't think, just do, don't do, just BE... .
Ik ben Hubert Derdeyn, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Onzia(mijn moeders familienaam).
Ik ben een man en woon in Brugge (België) en mijn beroep is (ex-)danser en choreograaf (33% handicap door arbeidsongeval in een theater in 1992).
Ik ben geboren op 26/11/1948 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Zijn en bewegen, digitale fotografie, zeilen, psychologie en filosofie.
Ik heb een heel intense passie voor alles wat met in beweging zijn te maken heeft. Na mijn licentie kinesitherapie, stapte ik in de danswereld en bouwde over de jaren heen, mijn eigen bewegingsleermethode uit. Ik geef avondles en stages.