Laat alle deuren op een kier.
Er is iets mis met dat boek.
Een tochtige titel.
Corpulente cover. En overvloedig sober.
Binnenin elk blad gevuld.
Zwart van woorden. Een échte Nolens.
Met een overschotje wit.
Hij ligt gebonden in m'n handen.
Zwaar van zinnen.
Te likken aan mijn ogen.
Maar in alle vroegte blijft het frêle gemis.
Verstrengeld in m'n vingers.
Ze zoeken naar wat er toch niet is.
Hoe kan een lezer deze dikke dichter
in al zijn schoonheid volgen?
Geen handwijzer voor de helse tocht.
Zonder leeslint ben ik nergens.
En toch, al lezend,
steeds weer ergens.
uvi