Jij bent een blinde passagier verborgen in het ruim van mijn verlangen ik kies de zee al dromend op de pier en jij het schip met horizon behangen
onze ogen spoelen aan in verre landen maar toch gaan we voor anker in onze haven van gevlochten handen waarin de sporen van gemis verzanden
één keer nog wil ik in de zee van liefde springen en in de golven van de storm verdrinken om dan te sterven op een strand de onbereisde kust van het beloofde land
als een roerloze reiziger met aangemeerd verlangen