Laat alle deuren op een kier. Behoedzaam maar behendigdraag ik zijn leven in mijn handen.Een lichte last van woorden. Een dikke dichter. Nolens . 877 pagina's groot.De ochtend wacht nu op berijmde bomen.En bevroren bloemen op het behang. En met voorzichtige vingersblader ik dan door zijn dagen.Geletterd en geschreven. In sourdine. Laat het raam maar op een kier.Zo sijpelt 't licht naar binnen.Ik drink me dronken aan zijn zinnen. Ze nipten aan z'n lippen. Toen hij sabbelend op het levenwoorden prevelde op wit papier. Maar, o zo blauw van binnen. Pp
Laat alle deuren op een kier.
Behoedzaam maar behendigdraag ik zijn leven in mijn handen.Een lichte last van woorden.
Een dikke dichter. Nolens . 877 pagina's groot.De ochtend wacht nu op berijmde bomen.En bevroren bloemen op het behang.
En met voorzichtige vingersblader ik dan door zijn dagen.Geletterd en geschreven. In sourdine.
Laat het raam maar op een kier.Zo sijpelt 't licht naar binnen.Ik drink me dronken aan zijn zinnen.
Ze nipten aan z'n lippen. Toen hij sabbelend op het levenwoorden prevelde op wit papier. Maar, o zo blauw van binnen.
Pp
Alleen en van geen god gestoord Loomligt het lichtte talmen onderwierookvan bewogen wolken luchtfiltert geluiduit leven even wijkt de wereldvoor de lichtheid van duiven op een dakkinderen die huilenhet brommen van een vlieg oorlogverschuilt zichin Irak hier schuilen mensenvoor elkaar strakshaalt duisterde avond binnen Pp
Alleen en van geen god gestoord
Loomligt het lichtte talmen
onderwierookvan bewogen wolken
luchtfiltert geluiduit leven
even wijkt de wereldvoor de lichtheid
van duiven op een dakkinderen die huilenhet brommen van een vlieg
oorlogverschuilt zichin Irak
hier schuilen mensenvoor elkaar
strakshaalt duisterde avond binnen
Ouverture tot overspel Ik meet haar blik. Dit duurt al jaren.Kan de aanblik niet hertalen. Soms merk ik wanhoop. In soorten verdriet. Seizoensgebonden.Zoals de mode. Maar dan van een eindeloze couture.Zo diep. Gesneden als een decolleté uit haar leven. Waarin het masker dat haar behaagt, haar sluiert,desnoods als maagd. Straks, kom ik, lieveling,oreert ze, terwijl ze haar overspelig huis betreedt.Pp
Ouverture tot overspel
Ik meet haar blik. Dit duurt al jaren.Kan de aanblik niet hertalen.
Soms merk ik wanhoop. In soorten verdriet. Seizoensgebonden.Zoals de mode.
Maar dan van een eindeloze couture.Zo diep. Gesneden als een decolleté uit haar leven.
Waarin het masker dat haar behaagt, haar sluiert,desnoods als maagd.
Straks, kom ik, lieveling,oreert ze, terwijl ze haar overspelig huis betreedt.Pp
La tourneuse de pages In mijn hoofd groeit een vrouw. Zes zomers lang en nog altijd meisje. Ze lacht als een bakvis en weent als een waterval. Ze legt woorden in mijn mond. Draait de bladen van m'n leven om.Op haar strand, mag ik spelen. Heel even. Want we stelen van de tijd. Tastbare uren. Verboden lichamen. Een lawinevan ondergesneeuwd gemis.Het lot laat ons minnen. Nu. Niet later. Winter wikkelt zich rond onze jaren. Pp
La tourneuse de pages
In mijn hoofd groeit een vrouw. Zes zomers lang en nog altijd meisje. Ze lacht als een bakvis en weent als een waterval.
Ze legt woorden in mijn mond. Draait de bladen van m'n leven om.Op haar strand, mag ik spelen. Heel even. Want we stelen van de tijd. Tastbare uren.
Verboden lichamen. Een lawinevan ondergesneeuwd gemis.Het lot laat ons minnen. Nu. Niet later. Winter wikkelt zich rond onze jaren.
Een matineuze lezer Geen zaliger dageraad dan te luisteren naar de stilte.Van papier. Amper geritsel van blauwzieke woorden.In mijn handenrust een bundel ochtendstilte. Mijn mond prevelt een lus van lettersrond geluk.Ik kus de lippen van de blauwe dauw. Zo te leven, zo te sterven...als een lezer van papier. Pp .
Een matineuze lezer
Geen zaliger dageraad dan te luisteren naar de stilte.Van papier.
Amper geritsel van blauwzieke woorden.In mijn handenrust een bundel ochtendstilte.
Mijn mond prevelt een lus van lettersrond geluk.Ik kus de lippen van de blauwe dauw.
Zo te leven, zo te sterven...als een lezer van papier.
.
Een matineuze vlinder . Geen zaliger dageraad dan te luisteren naar de stilte.Van papier. Amper geritsel van blauwzieke woorden.In mijn handenrust een bundel ochtendstilte. Mijn mond prevelt een lus van lettersrond geluk.Ik kus de lippen van de ochtend. Zo te leven, zo te sterven...als een vlinder van papier. Pp
Een matineuze vlinder .
Mijn mond prevelt een lus van lettersrond geluk.Ik kus de lippen van de ochtend.
Zo te leven, zo te sterven...als een vlinder van papier.
You only live twice. Van leven gestorven.Reïncarnatie in Gedicht.Tweede maal geboren. In lezer. Duizendmaal gelogen.Schrijvers verrijzen.Uit hun dromen. In woorden. Pp
You only live twice.
Van leven gestorven.Reïncarnatie in Gedicht.Tweede maal geboren.
In lezer. Duizendmaal gelogen.Schrijvers verrijzen.Uit hun dromen. In woorden.
Bleu comme toi Alszij er niet meer isverzamel ik stukjes vrouwin woordenom te troosten een blauwziek bundel helpt haar vindentussen lijnen zie ikze verschijnenwit van gemis maaro, zo blauwals bleu en blue uvi .
Bleu comme toi
Alszij er niet meer isverzamel ik
stukjes vrouwin woordenom te troosten
een blauwziek bundel helpt haar vindentussen lijnen
zie ikze verschijnenwit van gemis
maaro, zo blauwals bleu en blue
uvi
Zij Alszij er niet meer isdan verzamel ik haar stukjes vrouwin woordenom me te troosten een bundel helpt haar dromentussen de lijnen zie ikhaar verschijnenwit van gemis maar, o zo blauw Pp
Zij
Alszij er niet meer isdan verzamel ik haar
stukjes vrouwin woordenom me te troosten
een bundel helpt haar dromentussen de lijnen
zie ikhaar verschijnenwit van gemis
maar, o zo blauw
Schrijversverdriet Ik schrijf je neermaximaal mooier dan je bent je grijze ogen vul ik met het blauw van zee en voor je benenleen ik Griekse zuilen je borstenlaat ik één, neen tweemajeure maatjes zwellen en jouw silhouetteschilder ikuit jonge abrikozen voilà, nu ben je eengoddelijke Penelope van kop tot teen o, wreedaardig lot,wat moest nu deze schonemet een Cyrano de Bergérac had ik maar nooit zo'n dom idee gehadnu ligt ze naakt en zielsverliefdte dromen in de armen van een schilder .
Schrijversverdriet
Ik schrijf je neermaximaal mooier dan je bent
je grijze ogen vul ik met het blauw van zee
en voor je benenleen ik Griekse zuilen
je borstenlaat ik één, neen tweemajeure maatjes zwellen
en jouw silhouetteschilder ikuit jonge abrikozen
voilà, nu ben je eengoddelijke Penelope van kop tot teen
o, wreedaardig lot,wat moest nu deze schonemet een Cyrano de Bergérac
had ik maar nooit zo'n dom idee gehadnu ligt ze naakt en zielsverliefdte dromen in de armen van een schilder