Laat alle deuren op een kier.
Behoedzaam maar behendig
draag ik zijn leven in mijn handen.
Een lichte last van woorden.
Een dikke dichter. Nolens . 877 pagina's groot.
De ochtend wacht nu op berijmde bomen.
En bevroren bloemen op het behang.
En met voorzichtige vingers
blader ik dan door zijn dagen.
Geletterd en geschreven. In sourdine.
Laat het raam maar op een kier.
Zo sijpelt 't licht naar binnen.
Ik drink me dronken aan zijn zinnen.
Ze nipten aan z'n lippen.
Toen hij sabbelend op het leven
woorden prevelde op wit papier.
Maar, o zo blauw van binnen.
Pp