De stilte en de wind, die zitten al aan tafel. De regen en de nacht, verwacht ik toch wat later.
Het zijn trouwe vrienden. Ik ken ze reeds vanuit m'n schoolse tijd. Trokken samen door de velden en het bos. Tuurden naar de lucht. Doorheen het lichte lover.
We waren dol op wolken. Vooral die trage witte over de lange weide. Ooit las ik bij een schrijver dat zijn moeder erom schreide. Ik weet nu wat hij toen bedoelde.
Heb kinderen gekregen om te begrijpen. Als straks de gasten weer verdwijnen dan blijf ik achter met mijn allenige gedachten. Ik neem dan nog een pilletje papier.
Uvi
PS. Is dit nu later? Stef Bos. Opgedragen aan alle mensen die zich eenzaam voelen.
En denkende aan 'Wolken' van Martinus Nijhoff. Als eerbetoon een toemaatje, laatste strofe.
Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide En wijst me wat hij in de wolken ziet, Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet De verre wolken waarom moeder schreide.