Uitgelezen licht Ochtenddonker. Een dwaallicht in de zomer. Ik tik en het wordt lamplicht. Daar staat hij dan. Lichtbaken in volle glorie. Een staande leeslamp. Een ranke vuurtoren voor de grijze uren van deze dag. Onder zich laat hij het licht stromen. Het bidt ingetogen. M'n handen verzamelen z'n stralen over de bladen. Baden in een bundel. Letters golven over het papieren strand. Zee van zinnen. Ze deinen in m'n hoofd. Ik blader van ebbe naar vloed. De bellettrie van waden door het blauw. Pp