Schrijvers
Over de ochtend
hangt een mantel regen
licht, een bundel getemd vuur
verlicht mij
koestert het witte land van schrijvers
ik warm me
aan de gloed van hun gedachten
het murmelen van hun gemijmer
het spreken van hun pen
een tong van inkt
likt aan mijn ontroering
als een jonge hond
nog dartel van onwetendheid
zij liggen in mijn hand
te slapen
ik streel ze wakker
en alsof gezeten bij een haardvuur
hoor ik het geknetter
van hun letters
het gekwetter
van een literaire lente
in een weifelende winter
als sneeuwvlokken
bedekken hun woorden
mijn verlangen
het zingen van hun zinnen
laat mijn hart vibreren
bewegen van bewondering
en ooit, ik weet het zeker,
schrijf ik, in een zeldzaam ogenblik,
mijn adoratie neer
in ongekende talen
verhalen van verwondering,
gemis, genot, herinnering ...
geschreven met rimpelingen
op het water
Pp