En de boer
Als kromgegroeide boeren, kijken knotwilgen over de dagen, bewaren zij de tijd in hun huid, knoestige herinneringen.
Weilanden waken met ingehouden adem over de wasem van zichtbare stilte.
De boer beademt met vruchtbare handen het heilige der aarde, zijn grond en geloof.
Zonder zonen, zonder zonden, bidt hij de zon en de maan voor zijn godvergeten bestaan.
Pp
|