Een blauwe prelude voor mei De zee zingt zomers in de bomen. En de wind golft heftig door hun kruinen. Ze kreunen zachtjes onder zijn genadeloos gebeuk. Groene golfbrekers in een landerige lucht. Witte hitte schildert schuwe stilte. En luierende wolken sluieren de hemel. Gezegende aarde in mei. Ging het maar nooit voorbij. Zo weerloos van waarde ... Pp Alles van waarde is weerloos (Lucebert)