Partituur voor een partizanejouw schaduwlaat ik onaangeroerddoch je warmteschilder ik als een zomerop mijn rusteloos behangjouw blikkenbewaar ik in de koelte van mijn ogenen je vingersstrooi ik als toetsenover een pianoje voetenloop ik achternain verdwenen sporenen je handendraag ik als kralenrondom mijn halsmaar je stemleg ik te slapenin het graf van mijn woordenPpEgidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn. Du coors die doot, du liets mi tleven!