Mijn ochtendritueel verslaapt zich. In de eerste plooien van het licht. Het sacrale water wacht op zijn ontwaken. Ik wil de ochtend voor mij alleen bewaren.
Angstvallig vertaal ik ieder geluid. In de stilte teel ik dichters. Op papier. Het geritsel van letters. Ze herleven onder de streling van zachte ogen.
Boven wacht de dag onder zijn lakens. Ze slapen beiden nog. Onder een sprei van dromen.