Ik heb ze nooit geteld of opgemeten die vele vlaktematen en hun belendende percelen
zij die preuts of zonder gêne mij het zicht ontnamen ik heb ze plichtsbewust gedragen meer zelfs, ook met verdriet verdragen
gebukt, gekraakt onder hun sortiment gewicht ja, soms was ik bijna gezwicht
ik ken ze ondertussen wel het geschuifel van hun vertrouw'lijke verhalen venuslicht of geil geladen het vurige van vrouwelijke lippen het macho wiebelen van mannelijke slippen
hun vreemde voeten die elkaar zochten ze krunkelden in felle bochten rondom de taille van m'n poten ik voelde mij in functie dan wel eens wanhopen
en kwelde mij met de illustere gedachte : waarom ik een stoel in keuken, living of paleissalon dergelijk lichtzinnig leven leiden kon.
Waarom, o Meubelmaker, heb JIJ mij op deze plaats gezet? Had JIJ mij niet tot een hoger klasse kunnen meten! Zoals die notoire nicht van mij : dat somptueuze bed!