(Foto; Wat van Passchendale overblijft)Terwijl in hun gracht met stilstaande water, de enkele mannen van luitenantSeverin en kommandant Louis, tot aan hun schouders in den vloed, zonder eten of drinken na een slapeloozen nacht geduurende zeven uuren zullen vuren op de Duitschers, die over de voetbruggen komen,, vraagt majoor Aulaerts van het 9'linie, die verneemt hoe de vijand bij de Roode Hoeve nog een brug slaat,versterking aan zijn overste Reding. Deze zendt twee compagnien waarvan een door zijn zoon wordt aangevoerd, maar hoe prachtig ze ook aanmarcheerden worden deze afdeelingen reeds vernietigd voor zij den Yzer bereikten.Luitenand Legrand en luitenand Mahieu worden gedood en luitenant Berg is doodelijk gewond, terwijl men majoor Aulaerts gekwetst wegvoeren moet. Van oversten beroofd, gedund door de machienegeweren van de bocht overtuigd van de onmogelijkheid in deze kromming, die reeds doorboord is en waarin een vloed van mitrailleurs en voetvolk doordringt, nog verderen weerstand te kunnen bieden, wijken de soldaten van het 2', met hun gewonden, naar den weg van Schoorbakke rechts van de brug zal het bataljon Lippens nog den ganschen dag stand houden de bocht is dus tusschen den haak van luitenant Severin tot aan hetbataljon Lippens. open voor den vijand die zich verschanden gaat op de hoeven en in de grachten, wanhopige pogingen werden in het werk gesteld om den tegenstander nog te verjagen. Majoor Blairon zond zijn laatste reserve, de compagnie Pire, die juist wat rust geboot omdat den vorige dag afgelost was.De officier stapte aan het hooft van zijn mannen.'tGing door een geweldig vuur; veel soldaten, de fourier, een korporal sneuvelden ; dan viel den luitenant zelf. En 't werd nog erger. Eensklaps barstten de mitrailleurs los. Van de kompagnie bleven nog eenige mannen over, zonder oversten. Ze kropen terug tusschen de gewonden, over de dooden. Men hoorde tusschen de knallen der granaten en het fluiten der kogels gekerm. gekreun, geschrei. De toestand was verschrikkelijk. Hier scheen geen uitkomst meer.WIE ZICH EVEN BLOOT GAF? WAS EEN MAN DES DOODS.Kolonel Couturiau zond dan het 1'bataljon van het 8' in 't vuur. We hebben reeds gezegd, dat dit in reserve was te Stuivekenskerke, het kleine dorp,dat daar altijd zoo vergeten lag tusschen de weiden, ver van de groote wegen. Maar den vijand vond het dus wel en had het den ganschen nacht beschoten. Op enkele inwoners na, waren alle inwoners gevlucht;.Alleen de pastoor en den onderwijzer waren op de dorpsplaats gebleven om de gewonden bij te staan. Weer geven wij het woord aan Marguerite Baulu om de episode van de 35 mannen van dit 1'bataljon te beschrijven. Haar verhaal geeft den lezer een denkbeeld van al het moordadige van dezen eersten Yzerslag ..In den nacht van 21 op22sliep het dorp Stuivekenskerke vreedzaam. Eensklaps schkudde tegen den ochtend een geweldige ontploffing de huisjes. De straatsteenen sloegen de ruiten uit, en aldus werd brutaal ook een raam geopend van een school waar de compagnie Pottier kantoneerde.Maes(een soldaat uit Coxyde, voor den oorlog onderwijzer), was zoo afgemat daar hij den vorigen dag loopgraven gemaakt had, dat hij pas een seconde na de slag ontwaakte; in de terugkeerende stilte gingen zijn oogen open op het bevallig dekor van een schoolklas, kleine lessenaars, een bord, wantkaarten. Maar onmiddelijk daarna slingerde een nieuw gedonder de potten met geraniums van 't vensterkozijn en 't roode steengruis over den vloer."Buiten vallen er nog bloempotten, mompelde Graide( een der manschappen van de compagbie) en weemoed vervulde eensklaps zijn hart. Gedurende eenige oogenblikken volgde hij met het oog de dikke schrapnellwolken tegen den hemel." als hij onzen Yzerveldtocht aan de kleine boeren van Coxyde vertelt, zult hij ook uw blik naar Stuivekenskerke moeten wenden",zei hij tot Maes" want er is iets, dat mij zegt,dat de veldtocht hier voor mij eindigen zal." "Zijt gij hek...wilt ge...." Maar hij werd onderbroken door het vreeselijk lawaai dat het dorpje van de kleine school vervulde.vervolg op nummer 5
|