(FOTO Het puin van Meessen)En daar noordelijk zijn nieuwe benden vijanden over den Yzer gedrongen, om de geblevenen op hun trefpunten te versterken. De onzen hier aan de rivier, bevinden zich als in een val, dan, want thans kunnen ze omsingeld worden. Ze hebben geen voeling schier met andere troepen, welke meer achterwaarts worden gehouden worden door het moorddadig spervuur. Den avond is gevallen, gewonden klagen als geheimzinnige schimmen in de duisternis. En weer halen wij een episode aan uit de reeds meer genoemd roerend werk van Marguerite Baulu. Er zijn mannen weggestuurd om versterking en munitie. De oversten wachten ongeduldig op den terugkeer. In dien tijd hoort sergeant Colette van het 8° die op den dijk staat, niet ver van de plaats waar majoor 'dOultremont gevallen is, een stem:"Golette, Colette neem een boekje; we gaan de dooden idetificeeren." "Popote( bijnaam van kommandant Pottier) wordt gek", mompelt de sergeant. Men ziet geen meter ver, want de natuurlijke duisternis wordt nog verzwaard door een mist, die de weerkaatsing van alle dingen verdoezelt, tot bleeke gezichten der dooden toe.Langsde helling ligt een lugubere rij van dooden,ineengewrongen, anderen met het geweer naast het lichaam, als slapend gelijk beelden van een grafzerk. Dan zijn er , die dwars over gewonden neervielen. Onder de lijken klinkt geklaag. Geen enkele gezondheidsdienst bereikt dit oord van ellend, in deze velatenheid doen officieren en soldaten voor hun gewoden, wat zij kunnen.Kapitein Pottier en de soldaten betasten de dooden. De eerste doode, dien soldaat Colette herkent is juist zijn luitenant. Kapitein Pottier, die dezen officier lief had, begint te weenen, terwijl hij bij het licht van een lucifer, welke den kapitein achter zijn jas beschut, den naam op het plaatje leest, snikt de sergeant het uit als een kind.De kogel fluiten en een ontrukken den lucifer aan de hand van den kapitein."Laten wij voortgaan", zegt deze,zich beheerschend.Uit een stapel lijken, die bijna tot aan de kruin van den dijk rijkt, halen ze drie gewonden,welke zich niet meer kunnen bewegen en ook niet meer de kracht hebben te spreken. Vervolg op 13.
|