don't judge me by my outside, try to understand my inside....
10-03-2006
Gekloond.
Ik ga ten onder, wil ten onder gaan
Ik duik in mijn eigen inspiratie meer
om dit leven nooit meer boven te komen.
Om opgelost te worden in mijn eigen bedenksels
De rode draad van het leven bind ik rond mijn nek
Om naast een boom in de lucht te gaan bengelen.
De pen van ijzer in mijn hand stekend
Om de aderen over te halen en de woorden eruit te zien stromen
En in de lucht zien te vervagen.
De spinnenweefsels die mij staande houden
Worden verscheurt tot een bol die in mijn keel blijft hangen
En de lucht ontneemt tot de laatste adem die ik slaak.
De demon in de kooi in dit lichaam is losgebroken
en als 1000 parasieten tegelijk wordt ik binnenhuids
kapot gemaakt, innerlijk heengaan
De buizen van mijn fiets, beginnen te leven en slagen me
zo hard tot ik niet meer beweeg.
Een micro verstevigd het geluid dat ik uit brul tegen een muur
Mensen met gitaren slagen ze kapot
Op mij terwijl ik van het podium wil af geraken.
Een vrouw middelgroot, machtig klein
In een Gotisch zwart nachtkleed,
met gouden randen, met glinsterende lippen
Met kat paarse ogen, met een grote oorbel
Met tatoeages op haar armen,
zingend als een echte engel met haar
Mooie losse lange zwarte oog verblinde haar
Op een klif midden in de nacht al zingend gesprongen
En op het moment dat ze de stenen raakt
Is enkel bloed getuige van dit moment
En stijgt de vrouw in de vorm van
Gouden kraaien in de lucht,
om te vliegen naar de regenboog
In de verte.
Return tho me Salvation
Hier lig ik vroeg in de ochtend
terwijl zand naast me waait in een
Donkere hoek in een verlaten straat
Ik half slaapdronken met een scherp lang mes
Door het hart gestoken, genietend van de pijn
Die ik niet voel van de vrijheid van verlost te zijn
Van leven. Terwijl in de verte hoog in de lucht
Een gouden draak met zilveren schubben
en groene sprekende tong me komt op pikken
Voor de hel. Wetend dat niemand me gaat missen
En herinneren, dat ik al genoeg heb bereikt in
dit leven, alles is heerlijker dan toen ik
nog springlevend was.
Wat als doodgaan een betere,
Gelukkigere manier is van leven?
Plots worden deze ogen wakker
Zie ik het complete aardsparadijs
Het zwarte niets, de voeling met overhitting
En de warmte van koelheid komt op mij af
in de vorm van de vrouw van de klif
Die me plots zoent en in bijenvormen
Mijn hele lichaam overneemt.
Your taking over me
Ik voel dat er nieuwe personages in dit lichaam zijn
Aangekomen, die streng worden getraind.
Het zwaard in de arm stekend terwijl de zee me toeruisd en ik bloedend
uitgevochten het water toe treed
Ondergaan.
Ik ga ten onder
om als een nieuw beter karikatuur
boven te komen en juist hetzelfde
weer mee te maken.
Bij het schrijven van dit in mijn eigen plaatsje
Kijk ik naar het raam naast me
en zie ik mijzelf niet zitten, niet terugkijkend.
"Wat als ik nu nooit heb bestaan,
nooit echt zal bestaan ?"
Als geluk uw bestemming is, hoeft u zich niet te haasten.
Geluk is daar waar het 'ik' niet is.
De man die toegeeft als hij gelijk heeft, is getrouwd.
Als er niets meer te zeggen valt, is het het moment om te glimlachen.
Groenten die ik vroeger niet lekker vond, smaken nu gelukkig nergens meer naar.
Wat niet kan worden geheeld, moet worden gestreeld.
Het plezierige aan herinneringen is, dat je kan kiezen.
Het tekort aan voedsel dat wereldwijd tot vijfhonderdmiljoen kinderen bedreigt, kan verholpen worden voor het bedrag dat één dag moderne oorlogsvoering kost.
Hoeveel stations krijgt een mens in zijn leven?
Eén?
Twee?
Veel?
Stel dat je er hooguit één krijgt.
Stel dat je de verkeerde trein kiest.
Tja, daar word ik niet vrolijk van.
Hoe zit dat eigenlijk met die treinen? En het personeel? Heb ik ze nou over het hoofd gezien?
Als er personeel is, waaraan herken ik ze? Hoe kunnen ze mij helpen?
Rustig gaan zitten.
Het komt vanzelf.
Wat zou het toch mooi zijn als er ook een spoorboekje zou zijn. Een boekje waarin je kunt lezen welke trein je moet nemen om bij de juiste bestemming aan te komen!
Welke eigenschap moet een bestemming eigenlijk hebben om de juiste te zijn?
Om te kunnen schrijven trekken grote schrijvers zich soms terug op de vreemdste plaatsen in kloosters, gevangenissen zelfs, of ze hebben een gebarricadeerde deur zodat geen mens man, vrouw, kind in het droom-domein kan doordringen. Een schrijver heeft een plek nodig waarin hij zich kan terugtrekken uit het dagelijkse rumoer om zijn verhaal te creëren. Er zijn verhalen van schrijfsters die aan de keukentafel hun grootste successen hebben geschreven terwijl de kinderen er rondom liepen te jengelen. Dat zijn sprookjesverhalen. Schrijven doe je in afzondering. Een schrijver moet de mogelijkheid hebben om zich te verplaatsen in een andere realiteit. Als afzondering en weggaan uit de normale omgeving een voorwaarde is om te kunnen schrijven, ligt het voor de hand dat je, om te leren schrijven ook het beste weg kunt gaan uit de dagelijkse sleur. Die mogelijkheid is er in Chateau de Monbazillac in de Franse Dordogne een wijnkasteel om het zomaar eens te noemen, of korter bij huis in de Voerstreek.
Ikzelf kan eigenlijk overal schrijven als het maar wat rustig is, een boek over mijn jeugd in mijn Limburgs geboortedorp misschien. Voorlopig hou ik het nog bij gedichten, colums en of korte verhalen.
Vaak hoor ik, merendeel oudere mensen zeggen: Ik zou een boek kunnen schrijven over de dingen die ik heb meegemaakt, natuurlijk, zeg ik dan, gewoon doen. Ik weet niet waar ik moet beginnen. Probeer eens een leeg vel papier!
De mensen leren schrijven, mensen leren hoe je van het verhaal, dat ze altijd al eens wilde opschrijven, een kort verhaal of een roman kunt maken.er zullen wel cursussen bestaan die je eigen maken met thema, opzet en structuur. Een schrijfvakantie kan het begin zijn van de verwezenlijking van de droom om schrijver te worden. Zelfs al is het boek alleen bedoeld om na te laten aan de kinderen.
Het is nog heel vroeg op deze prachtige ochtend in mei. De zon staat al een stuk boven de horizon. Ik zit achterop de boerenwagen van nonkel Nand. We zijn op weg naar de koeien die gemolken moeten worden.
Het paard, een Belg trekt sjokkend de wagen voort. Hij maakt zich niet druk. Schaamt zich ook nergens voor. Zelfs niet voor het geblaas van de winden die met grote regelmaat van tussen zijn brede billen ontsnappen. En hem hoef je niets te vertellen. Hij weet zelf de weg wel.
De hond rent kwispelend en vrolijk blaffend om de wagen heen. Ook hij heeft het zichtbaar naar de zin.
We hobbelen over het platgereden gras op het karrenspoor. Door de vele oneffenheden schudt de wagen alle kanten op. De melkbussen rammelen tegen elkaar. Het onderstel heeft het zwaar te verduren: het piept en kreunt bij elke kuil die we aandoen.
Ik zit op de achterkant van de wagen met mijn rug tegen de achterste rij melkbussen. Mijn gezicht in de richting van de boerderij die steeds kleiner wordt. Het is nog een beetje fris, maar de zon, die schuin achter me staat geeft al een behaaglijke warmte.
Ik bekijk de houten bodem van de wagen. De dikke houten balken zijn uitgesleten door het vele geschuif met melkbussen. Aan de binnenkant van het zijschot herken ik naast die van anderen ook mijn initialen. Die beide Ks heb ik er tijdens een vorige logeerpartij ingekerfd.
Flats, klinkt het opeens. Een van de wielen rijdt precies midden over een nog niet helemaal uitgedroogde koeienvlaai. De groene smurrie spettert tegen de zijkant van de wagen.
We rijden vlak langs de sloot. De kikkers hebben ook ontdekt dat het een prachtige lentedag wordt. Ze kwaken het hoogste woord. Tussen de waterplanten zie ik glibberig kikkerdril. Over een paar weken zwemmen hier weer duizenden dikkopjes.
Op de wat langere grasstengels aan de slootrand zie ik tientallen dauwdruppels. Ze glinsteren in het zonlicht. Het zijn net pareltjes.
Een paar eenden vliegen plotseling vanuit de sloot omhoog. Ik schrik ervan. De hond rent luid blaffend achter ze aan. Maar al snel ziet hij de zinloosheid van deze actie in.
Kieviten en Gruttos vliegen op en beginnen zich op een overdreven manier aan ons voor te stellen. Tegen het decor van een strakblauwe hemel.
Heel in de verte blaft een hond. We horen het geronk van een vrachtauto heel ver weg. En verder zijn er alleen maar de geluiden van de natuur en van onszelf.
De angst vliegt met de vogels mee, als het ware. Met die vogelgriep in aantocht wordt alles toch flink op zn kop gezet. Eigenlijk is het een vorm van terrorisme. Het resultaat van die voortdurende dreiging voelt hetzelfde aan.
Zelfs mijn kat is nu de dupe. Die mag niet eens meer een vogeltje vangen omdat hij ook vatbaar blijkt te zijn.
Nog even en ik krijg een ophokplicht voor de kat. Daar moet ik toch even niet aan denken.
Ik heb namelijk zon halve kist waar hij in moet als hij naar de dierenarts gaat. Zon plastic geval met gaten en een traliedeurtje ervoor. Een mini-doodkistje, zeg maar. Zodat hij in de auto, op weg naar de dierenarts, zijn poot tussen de tralies kan steken om, terecht, zijn nagels waarschuwend in één van min lichaamsdelen te planten. Meestal is dat mijn dijbeen omdat de kist op de passagiersstoel staat. Met het traliedeurtje in mijn richting zodat hij mij kan zien. Na het laatste gevecht met hem, waarbij ik twee bloedende beenwonden opliep, heb ik daar een kleine wijziging in doorgevoerd. Met bloedend hart, dat wel.
Toch vraag ik mij af of wij deze vogelgriep niet teveel onderschatten. Want laten wij eerlijk zijn. Heeft iemand al onderzocht hoe het met de vissen zit?
Moet er ook niet een ophokplicht voor vissen worden ingesteld? Ja toch? Veel vogels eten namelijk vissen! Daar is even niet over nagedacht. Stel dat een door vogelgriep aangetaste reiger een vis vangt, vervolgens met de vis wegvliegt en deze tijdens de vlucht laat vallen omdat de vis te groot is... Jazeker, dat komt dagelijks voor. Er gaat geen dag voorbij dat er niet plotseling uit het niets een vis op mijn terras te pletter valt, maar dat terzijde.
Vervolgens wordt de inmiddels besmette vis door de kat, die per ongeluk uit zijn ophok ontsnapt is, verder bewerkt waarna ook de kat besmet raakt. Zie je het plaatje voor je? Je houdt je hart toch vast? Ik vang de kat weer, stop hem in zijn ophok waarna hij mij door het traliedeurtje een haal probeert te verstrekken.. Dat lukt natuurlijk niet want daar reken ik op. En toch raak ik besmet! Hoe dan? Vlooien! Jazeker, vlooien! De inmiddels besmette kat heeft vlooien en één daarvan springt op mijn arm terwijl ik pogingen onderneem om de moordaanslag van de kat te voorkomen.
Waarmee is aangetoond dat ook voor de vlo een ophokplicht dient te komen. Maar wij zijn er nog niet. Die besmette vlo springt van mijn arm op de arm van mijn buurmeisje. En laat die nu net last van luizen hebben. De vlo besmet de luis en de luis het buurmeisje.
Kun je het nog volgen?
Ik wel. De overheid weet meer dan zij toegeeft. Want wat ik kan bedenken kan de overheid ook.
Daarom is ophokken overbodig! Want hoe wil je de vissen ophokken? Netten over alle wateren spannen? En wat te denken van vlooien en luizen? Hoe moet je die in Godsnaam ophokken? Laat staan inenten??
En over katten gesproken. Vallen leeuwen ook niet onder de katachtige diersoort?
En beren? De grijze beer! De grizzlybeer? De Masturbeer? Hoe moet je die in Godsnaam ophokken?
Intussen staat de buurman voor mijn deur.
Ik moet naar het ziekenhuis. Een lintworm, fluistert hij mij vertrouwelijk toe.
Sorry,buurman, zeg ik. Daar doet het ziekenhuis niets mee. Die laten de wurm zitten waar hij zit.. Ophokplicht weet je nog?
Ik kan nog net wegspringen
Waarom zou je er niet aan mogen denken, aan sterven bedoel ik, maar dan het liefst op de Noordpool in een iglo met drie pelsenjassen over mij. Nu staan de
sledehonden buiten op wacht en kijken of er niemand voorbij komt. Het zijn hier
gure tijden. Donker zoals het diepste zwart en een huilende wind die over de
vlakte raast en die sneeuw doet opstuiven welke zich overal aan vast kleeft. De
maan is helder, zij schittert zoals een enorme vuurbal, alleen is het geen warm
licht maar hard, ijskoud wit licht. Ook de honden gedragen zich onrustig en
huilen afschrikwekkend. Ik sta op en ga buiten kijken wat er aan de hand is.
Zowel links als recht valt in dit hondeweer niets te bemerken. Ik kijk naar
omhoog en zie plotseling een slede verschijnen in het licht van die heldere
maan.
Op hetzelfde moment zie ik ook een aantal vleermuizen in het maanlicht fladderen. Ik vraag mij af wat die hier komen doen in deze koude en barre streek. De slede komt in mijn richting en ik onderscheid een man met een hoge hoed op. Nog dichterbij zie ik dat de man een lange jas draag met een gillet daaronder, een hemd met stijve boord en een vlinderdas. Ook zie ik slobkousen verschijnen en zie ik een wandelstok, net als de mijne. De slede komt nog dichterbij en mijn nekharen komen overeind en beginnen te trillen. Ik voel aan mijn hoofd, het gloeit als een kreeft. Ik knijp in mijn wang en vraag mij af of ik droom of wakker ben. De slede stopt en de man stapt uit. Ik hoor de sneeuw knarsen onder zijn zware schoenen. Hij komt mij
bekend voor. Plots, herinner ik mij hem weer.
Enige tijd terug heb ik dat gezicht in een verschrikkelijke droom gezien. Maar nu is het werkelijkheid .
Ik begin weer te beven net zoals toen, alleen nog harder. Wanneer hij voor mij stil
staat, zie ik weer die twee diepe poelen van de hel die weken de slaap
hebben ontnomen. Wij staan neus aan neus. Alleen heb ik een normale en hij een
echte haviksneus met een wrat erop.
Goeie avond zegt hij Lekker
weertje niet? Gaat wel stotter ik terug. Met wat kan ik je van dienst zijn,hoor je mij prevelen. Niet jij maar ik zegt hij. Jij wil toch immers een biertje, een ijsgekoeld bier niet? Ja zeg ik. Wel ik heb het bij zegt hij en ...... doet zijn jas open. Langs beide zijden zijn de panden van zijn jas behangen met blikjes bier waar de rijm afloopt. Ik moet slikken want alleen de aanblik brengt mij al in vervoering. Alleen zegt hij ..... Jij krijgt het bier van je dromen en ik je leven voor alle eeuwigheid.
Zomaar een zin uit het dagelijks leven, zomaar een zin uit een veelzeggende reclame, een woordenreeks die iedereen denkt te begrijpen. Een begrip waar we onmogelijk veel waarde aan hechten, een woord dat altijd centraal heeft gestaan in de geschiedenis van de mens. Al vanaf onze kinderjaren strijden we tot de grenzen van het toelaatbare, al sinds het begin van ons bestaan vechten we tegen overheersing en onderdrukking, oorlog en verderf, allemaal voor de vrijheid. Vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van politiek. Iedereen moet kunnen denken en doen wat mogelijk is. Iedereen moet vrij zijn om zijn eigen keuzes te maken, zijn eigen gedachten en dromen te verwezenlijken en te vechten voor alles wat belangrijk is. Vechten tot het uiterste. Nog steeds slachten hele volksstammen elkaar af om het begrip vrijheid te kunnen begrijpen.
Maar wat is vrijheid nu eigenlijk, kunnen doen wat je wilt, kunnen denken wat je wilt. Zonder zorgen kunnen leven met je eigen ideeën en gedachten. Leven zonder de angst dat iemand je zal doden, martelen of opsluiten omdat je ergens anders over denkt, omdat je er anders uitziet of simpelweg omdat je een vrouw bent. Is dat vrijheid?
Hoe zit het dan met de vrijheid zoals wij die kennen. De vrijheid om jezelf te zijn. De vrijheid om iets te willen of te denken, te dragen of te uiten. De bredere betekenis van het begrip. Want heb je de vrijheid om iets te willen, iets te denken of iets te voelen? Hoe vrij ben je eigenlijk in je eigen geest; kun je in werkelijkheid eigenlijk wel kiezen?
We moeten gelukkig zijn met de vrijheid in ons land. Ons rechtssysteem en onze samenleving laten ons vrij om te kiezen en te voelen wat we willen, zolang we andere individuen en groepen hier maar niet mee benadelen of beledigen. We hebben de vrijheid het geloof aan te hangen dat voor ons belangrijk is, we hebben de vrijheid om te stemmen op de partij die wij als de beste ervaren en zelfs de vrijheid om te trouwen met een man of een vrouw, ongeacht ons eigen geslacht. Allemaal keuzes die je in ons land helemaal zelf kunt maken.
Maar zijn we zelf ook vrij in deze keuzes? Ben je vrij om te voelen wat je wilt voelen en te denken wat je wilt denken?
Als je verliefd wordt op iemand is daar vaak moeilijk een reden voor te geven, je politieke voorkeur ligt evengoed bij je sociale omgeving en je opvoeding als bij jezelf en vervelende gedachten die je hoofd ongevraagd binnen dringen zijn soms moeilijk te accepteren. Het zijn gevoelens, gedachten, ideeën die je soms zelf niet begrijpt. Intense waarheden die je nauwelijks kunt ontkennen.
Had je ook op de CD&V gestemd als je vader iemand anders was geweest; en heb je er voor gekozen om verliefd te zijn? En als je nu niet verliefd was, maar het wel wilde zijn, zou je dan invloed hebben op je eigen wil? Zou je kunnen willen wat je wilt willen. Kun je er voor kiezen om links te denken, om van klassieke muziek te houden of om heteroseksueel te zijn?
Als je weet wat je wilt kun je kiezen of je er wel of niet aan toegeeft maar die wil, die wil die kun je niet zelf bepalen. En ik vraag me af waar de keuze van die wil dan wel ligt? Wat bepaald wat ik wil. Wat bepaald van wie ik houd, waar komt mijn keuze voor het realisme en mijn voorkeur voor schrijven vandaan? Waarom houd ik van rock en niet van R&B. Al zijn het allemaal keuzes waarvan ik blij ben dat ik ze heb willen nemen, toch vraag ik me af, hoe het komt dat ik ze ooit heb willen maken.
Als de waarde van mijn woorden
tot het nulpunt is gezakt
en de hoogte van de vriendschap
door de tijd is afgevlakt
is het tijd om te vergeten
dat mijn naam jou nog iets zegt
en dat ik ooit zal weten
waar de oorzaak wordt gelegd
Als het verdriet om een verleden
tot verbittering heeft geleid
en het zaad van haat gevoelens
opgroeit tot zinloze strijd
is het tijd om te bedenken
wat je allemaal verliest
en dat duisternis zal wenken
als je voor de leugen kiest
Als de schade en de schande
het verdriet heeft overklast
om het verlies van die ons baarde
en het mij zo droef verrast
is het tijd om te beslissen
voor de allerlaatste keer
en hoewel ik je zal missen
ik weet voor jou geen plaatsje meer.
Beschermheilige van alle geliefden en romantische zielen. Hoewel...in de Roomse Geschiedenis van Martelaren vinden wij op 14 februari maar liefst 2 Valentijnen, een priester en een bisschop,die in Rome op deze dag...de marteldood stierven.
De romantiek was in beider verhalen héél ver te zoeken. Een andere bron heeft het dan weer over een heidense traditie waarbij ongehuwde jonge vrouwen tijdens het feest van Lupercalia, ongegeneerd op zoek mochten gaan naar een gezel. Niet te verwonderen dat toen het Christendom in Europa aan de macht(?) kwam, het snel gedaan was met dergelijke losbandige feesten. Lupercalia werd dan maar vervangen door de brave Valentijnsviering.
Welke versie ook uw voorkeur wegdraagt, de traditie is zeker ontstaan uit een mengeling van Christelijk geloof, heidense rituelen, sentimentalisme én commerciële belangen. Maar wat men er ook over denkt: Valentijnsdag brengt kleur in deze donkere en saaie wintermaand.
Hoe dan ook, rond 14 februari gaan in elk geval alle vogels op zoek naar een partner. Als dat niet een eerste teken is dat de lente in aantocht is!
Bernhard, de vader van Luis had flink buikpijn toen hij zag hoe fantastisch Opa en kleinkind met elkaar speelden: "Dat zou ik ook graag met hem gehad hebben als kind" zegt hij. "Maar hij was nu juist een typische vader van zijn generatie, volledige baan plus reistijd," in het weekend "huisje bouwen" of tuinwerk. Spelen was tijdverdrijf, hij had altijd wat te doen en voor tijdverdrijf was niets over. Maar hij heeft het contact tussen opa en zoon als welkome aanleiding gezien, om zich met zijn vader te verzoenen. Die had al begrepen, wat zijn zoon hem wou zeggen. Hij heeft zich niet verontschuldigd, slechts gewoon vanuit zijn oogpunt verteld hoe het was. En dat hij nu in een andere situatie is, niet meer hoeft te werken, geen carrière meer te maken en niets meer hoeft te bewijzen. Bernhard kan het accepteren:"anders had ik mij niet kunnen verheugen over zijn dolle dag met opa" Zijn vader kon toegeven, dat hij een beetje afgunstig is op de tijd, die zijn zoon met zijn kleinkind doorbrengt, dat hij dat niet gekund heeft, juist omdat er altijd wat te doen was. Dat hij nu wat inhalen wil, wat hij verzuimd heeft, toen zijn zoon nog klein was. "dat heeft mij verwonderd, dat hij dat zo duidelijk ziet" zegt Bernhard. Hij gunt hem het nietsdoen "misschien kan ik daaruit nog wat leren." In de literatuur wordt graag de functie van de grootouders als getuigen van een tijd, naar voren gebracht. Ook Reidum Stuedahl, vormingstherapeute in Noorwegen, zegt dat in zijn boek "Een geluk dat er oma's en opa's zijn" (Beust-verlag 2001). Grootouders, vooral als schakel met het verleden en doorgevers van kennis en levenservaring. Echter het beeld van het kleinkind, dat op het bankje zit en gebiologeerd naar opa's leunstoelverhalen van vroeger luistert, draagt een groot gevaar in zich. Dikwijls worden de eigen belevenissen tot een heldengeschiedenis, het huiveren, het verdriet, de wanhoop worden verzwegen. Daarbij komt dat de generatie die de ineenstorting van het derde rijk, misschien concentratiekampsyndroom verjaging, vlucht, gevangenschap, het opruimen van het puin, de wederopbouw en het "wirtschaftswunder" beleefde, veel ervaring door te geven heeft.
Zij hebben familie en vrienden verloren, hun thuis, een deel van hun identiteit, een deel van hun mannelijkheid. Deze kant mag niet verzwegen worden. Maar het is zeer moeilijk een gepaste afstand tot de eigen belevenissen te kiezen, zonder zichzelf te kort te doen. En voor de familie en het kleinkind is het belangrijk te weten op welke indringende ervaringen de houding en instelling van de grootvader berusten. Dat kan verhalen verlevendigen en zo een toenadering tussen generaties bewerkstellingen.
Er is lang aangenomen dat de verschillen tussen man en vrouw vooral cultureel bepaald waren. Feministen hebben jarenlang vergeefs geprobeerd jongens met poppen en meisjes met autootjes te laten spelen. Dat werkte niet. Jongens wilden auto's en meisjes wilden poppen. Een paar jaar geleden is wetenschappelijk vast komen te staan hoe dat komt: mannen en vrouwen hebben hersenen die verschillend werken.
Bij vrouwen is het gedeelte dat de emoties regelt beter ontwikkeld dan bij mannen. Bovendien werken de beide hersenhelften bij vrouwen beter samen dan bij mannen het geval is. Daar staat weer tegenover dat mannen ruim 15 procent meer hersencellen hebben.
Die verschillen zeggen overigens niets over intelligentie. TijdensIQ-testen scoren mannen en vrouwen over het algemeen even goed. Wel is het zo dat er op deelonderwerpen door het ene of het andere geslacht beter gescoord wordt. Al met al betekenen de verschillend functionerende hersenen wel dat de mannen beter zijn in het een en vrouwen goed zijn in het ander. De verschillen onder elkaar:
Mannen kunnen complexe technische problemen beter oplossen dan vrouwen. Dit komt doordat mannen meer verbindingen tussen de hersencellen hebben.
Mannen hebben een beter ruimtelijk inzicht. Ze kunnen objecten daardoor beter visualiseren.
Wanneer er een probleem is, dan zijn mannen meer op actie gericht, terwijl vrouwen meer op communicatie zijn gericht.
mannen kunnen door hun goede ruimtelijke inzicht beter kaartlezen. Vrouwen zijn daarentegen weer beter in het gebruik van een routebeschrijving waar veel herkenbare punten op staan.
Mannen zijn zich minder bewust van hun emoties en zijn daardoor minder 'vatbaar' voor depressies.
Vrouwen kunnen zich zowel mondeling als schriftelijk beter uitdrukken. Dit komt doordat hun hersenhelften beter samenwerken. Vrouwen zijn daardoor ook beter met woorden en kunnen reeksen onsamenhangende woorden beter onthouden.
Vrouwen ruiken beter dan mannen.
Vrouwen zijn veel beter dan mannen in staat om meerdere taken tegelijk uit te voeren. Dit komt omdat de hersenhelften bij vrouwen beter samenwerken.(Wat van vrouwen onderling niet altijd gezegd kan worden)
Vrouwen zijn beter in het herkennen van gezichten.
Onze woorden; vandalisme en vandaal, zijn dus afgeleid van de naam van dit volk.
Vandalen
De Vandalen zijn een Germaans volk die tot de Lugii groep behoren. Ze leefden oorspronkelijk in het Midden-Oder-gebied (een gebied in het huidige Polen en Duitsland). Ze bestonden uit de Asdingen en de Silingen. Later maakten zij deel uit van de Gotische Volkenbond, met wie zij invallen deden in het Romeinse rijk.
De hoofdmassa van de Vandalen trok in het begin van de 5e eeuw naar het westen, onder leiding van hun koning Godegisel. Ze staken in 406 de Rijn over onder Gunderich en vestigden zich in Gallië. De Visigoot Wallia vernietigde in 416 de Silingen, en drong de Asdingen terug naar Gallië. In 428 drongen zij onder leiding van Geiserik echter weer door tot aan de zuidkust en staken de Middellandse Zee over.Ze stichtten in 439 het Rijk der Vandalen op de Noordkust van Afrika, na de verovering van Carthago. Van hieruit deden zij herhaandelijk aanvallen op het Romeinse rijk. In 455 plunderden zij zelfs Rome.
Vandalisme
Het woord 'vandalisme' werd pas in 1794 voor het eerst gebruikt door Grégoire, de bisschop van Blois. Hij gebruikte het in een rapport over de verwoestingen in bibliotheken en monumenten door het Parijse 'gepeupel' tijdens de Franse Revolutie. Waarschijnlijk vergeleek bisschop Grégoire de vernielzuchtige Parijzenaars met de Vandalen.
Ik heb ze reeds jong geschreven, mijn verzen,
Voordat ik wist een dichter te zijn,
Als vuurwerk spattend, vonkend en vol leven,
Bruisend als een fontein,
En die als kleine duivels binnendrongen
In 't rijk dat vol van droom en wierook was,
Mijn verzen, die de dood, de jeugd bezongen,
- En niemand die ze las! -
Die op bestofte winkelplanken kwijnen
(Waar niemand ze een blik ooit waardig keurt!),
Mijn verzen komen, zoals goede wijnen,
Nog wel eens aan de beurt.
Inwoners in Florida mogen voortaan iedereen die hen op straat bedreigt, doodschieten.
Zij hoeven niet meer eerst te proberen om te vluchten.
De wet die dat mogelijk maakt, is met een overweldigende meerderheid aangenomen
door het Huis van Afgevaardigden in de staat Florida in het zuiden van de Verenigde Staten.
Dat meldden Amerikaanse media.
Het recht te doden uit zelfverdediging gold tot dusver alleen voor de eigen woning,
maar nu dus ook voor openbare gelegenheden.
Volgens het parlement in Florida is het onzin dat menen op straat moeten vluchten
als zij worden bedreigd.
Zelfs als een aanvaller geen vuurwapen draagt, is hij volgens de wet vogelvrij.
Critici menen dat de maatregel wel moet leiden tot wildwesttaferelen.
De Democratische minderheid in Florida vindt het schokkend dat een instituut dat pretendeert
het leven te beschermen, op deze manier de waarde van een mensenleven naar beneden haalt.
De Democraten vinden dat de wet wapenbezitters feitelijk een vergunning om te doden geeft.
Misschien is m'n grootste schat wel, dat ik in m'n - nu 57 jarige - leven het een en ander heb meegemaakt, dat later weer van pas kwam om anderen beter te begrijpen. Op het moment van 'meemaken' is het natuurlijk even minder..., maar vaak is later te begrijpen waarom iets plaatsvond. Overigens blijven er nog tal van vragen onbeantwoord. Wie weet komen ter zijner tijd de 'antwoorden'.
Verder ben ik blij dat ik kan genieten van kleine dingen en gevoelig ben voor sfeer. Dat kan een enkele keer een nadeel zijn, omdat ik me ook zaken 'aantrek'. Om daar mee om te gaan is ook weer een ervarings/leerproces.
Regelmatig poetsen blijkt niet alleen goed te zijn voor de tanden, maar helpt ook tegen hart- en vaatziekten.Dat blijkt uit een gepubliceerd Amerikaans onderzoek. Volgens het onderzoek dat onder 657 personen werd gehouden, zouden bacteriën verantwoordelijk voor paradeontologische aandoeningen ook mogelijkerwijs verantwoordelijk zijn voor aderaandoeningen. "Dit is het meest directe bewijs dat aandoeningen aan het tandvlees kunnen leiden tot hersenbloedingen of vaatziekten", aldus wetenschapper Moise Desvarieux in het tijdschrift Circulation van de Amerikaanse Hart Stichting. "Omdat tandvleesinfecties zijn te voorkomen en te behandelen, kan het zeer wel zijn dat tandverzorging een significante invloed kan hebben op de cardiovasculaire gezondheid", menen de wetenschappers.
Bron: http://www.wetenschap-nieuws.nl
Mannelijk muizen zingen voor vrouwtjes waarmee ze willen paren.
Amerikaanse wetenschappers hebben ontdekt dat mannelijke muizen zingen voor vrouwelijke muizen als ze willen paren. Dit doen ze door middel van ultrasone klanken, wat betekent dat ze voor mensen niet te horen zijn
Dit werd per ongeluk ontdekt tijdens een onderzoek naar het gedrag van muizen wanneer ze vrouwelijke feromonen ruiken. Op het moment dat de mannetjes de vrouwtjes roken begonnen ze te zingen. De klanken die ze uitstoten zijn niet willekeurig, maar zijn verschillende type klanken die herhaald worden in verschillende maatsoorten, gelijk aan wat vogels doen.
Naast de muis zijn walvissen, vleermuizen en mensen de enige zoogdieren waarvan bekend is dat ze kunnen zingen.
Kerst en Nieuwjaarswens
Ik wens jullie brieven en kaarten die op de deurmat vallen.
Gelach en kussen die naar chocolade smaken.
Ik wens jullie warmte en beschutting,
innerlijke rust en vrede,
liefde en vriendschap.
http://blog.seniorennet.be/poco_loco/