Sinterklaas, goed heilig man
Ieder jaar kwam hij weer met het vliegtuig uit Spanje (?) aan en landde dan op het vliegveld Kemajoran, waar ik vlakbij woonde (Vliegveldlaan / Jalan Garuda).
En bijna elk jaar begon hij zijn toespraak weer met de woorden: Ik kom niet alleen als kindervriend, maar ook als een voogd van de vrede, een VREDEVOOGD, warmee hij tevens aangaf wie hij onder zijn tabberd was, wie zijn alterego was..
Immers na de oorlog was het meestal Nico Vredevoogd, die de tabberd aantrok en de mijter opdeed en speciaal voor de kinderen een andere identiteit aannam, namelijk die van de goede Sint
En in die hoedanigheid heeft hij onvermoeid en met veel overgave voor duizenden kinderen een sprookje tot werkelijkheid gemaakt. Hij verscheen niet alleen als de bisschop van Myra op het vliegveld, maar ook op tal van kinderfeesten en daar bracht hij datgene over wat hij ook in de krijgsgevangenkampen op de gevangenen overbracht met zijn zang en voordracht: zijn optimisme en zijn innerlijke blijdschap.
Nico Vredevoogd was zowel vlak vóór als ook na de oorlog een bekende naam In Batavia / Jakarta en verre omgeving.
Via de radio bracht hij vaak gevoelige liedjes ten gehore en met zijn Habis Boelan- en later het A topt Z-cabaret trad hij vaak op.
Na de oorlog woonde hij in een door bloemen en planten omgeven paviljoen, gelegen naast het COMEMO-filiaal op Nusantara, waar hij de filiaalhouder van was.
Zijn kinderen, Wim en Marian, zaten tegelijkertijd met mij op de CAS aan het Koningsplein (Lapangan Merdeka) ( zie ook het artikel Op de CAS op deze weblog), alsmede de kinderen van zijn broer, Nico en Wim.
Nico Vredevoogd, de goede Sint, had als Groninger ook de bijnaam de Indische troubadour gekregen en was als zanger onder de Indos bekend en geliefd.
Op 8 mei 1953 stierf Nico Vredevoogd en werd hij begraven op de Begraafplaats Menteng Poelo.
In het Indisch maandblad Tong Tong stond eens onderstaand gedicht over Nico Vredevoogd, geschreven door Piertje Pelikaan:
Nico Vredevoogd
Hij heeft de zang van Nederland
gedragen door het Tropenland,
zijn stem klonk door de radio
vol weemoed van de Domino.
Hij zong zijn milde levenslied
van blijheid en van stil verdriet
met dolifant - die tot besluit-
de kaarsjes doofde
.t lied was uit.
Hij heeft gehouden van dat land
haast méér dan van zijn vaderland,
van mensen en van zonneschijn,
van het leven, dat zijn deel mocht zijn.
Hij heeft de taal, die hij zich dacht
al zingende tot ons gebracht
en vond voor t eerzaam dienstbetoon
in zacht applaus zijn eerlijk loon.
Toen is het lied opeens verstild
.
Hij heeft dat nooit zo vroeg gewild;
nog eenmaal, voor de laatste keer
ging het gordijn omhoog en neer
Hij zong terwille van de zang,
van dag op dag en jarenlang
en sinds die klank verstorven is,
beseffen wij haar diep gemis.
Hij nam het leven om het lied
en zong en zong
.. vergeet dat niet.
Hij kòn niet ongelukkig zijn
bij kleur en klank van zijn refrein
.
Zó is dit niet vergeefs gewest,
want stof vergaat, maar niet de geest,
zodat wij zijn herinnering
bewaren als een kostbaar ding.
PIERTJE PELIKAAN
03-04-2008 om 15:16
geschreven door rene persijn
|